LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 September 1936 Derde Blad No. 23468 HET ONTWERP-AUTOMATENWET 77ste Jaargang BELANGRIJKE WIJZIGINGEN AANGEBRACHT J\/J INISTER Gelissen heeft een aantal wijzigingen aange- JN/T CNI! CORRESPONDENTIE BINNENLAND x 7riet2 di&kehz stuM&tv bracht in het ontwerp-automatenwet. De meest ingrijpende zijn wel deze' dat z.g. automatische win kels en open hallen met automaten binnen twee jaar zullen moeten verdwijnen. De verkoop van tabaksartikelen in restaurants en cafés wordt zonder automaat ook mogelijk in den z.g. „gesloten tijd". Dus na aen maaltijd zal de gast gewoon een sigaar of sigaret kunnen koopen. Automatische cafés voldoen aan een bewezen behoefte en aan de exploitatie hiervan wil de minister niet tornen. Het ontwerp laat bijvulling van eetwaren-automaten op Zondag tweemaal en op werkdagen in den gesloten tijd éénmaal gedu rende een korte periode toe. Buiten de wet vallen automaten, in verband met verkeersbelan- gen (perronkaartjes e.d.) postzegelautomaten e.d. iVerkoop-automaten mogen slechts gebruikt worden bij een win kel en moeten zoodanig zijn opgesteld, dat zij slechts van den openbaren weg af gebruikt kunnen worden, en dat wel zonder hulp van derden. Dit beteekent dus, dat automaten niet meer in gesloten tijd in den winkel zelf mogen opgesteld zijn en dat zij ook niet meer door den winkelier „bediend" mogen worden. Hotels zullen geen buiten-automaten meer mogen hebben, doch restaurants en café's wel. mits de exploitatie beperkt blijft tot den verkoop van spoedig aan bederf onderhevige eetwaren. Daar deze beperking medebrengt, dat geen rookartikelen na den gewonen sluitingstijd verkrijgbaar zouden zijn, stelt de minister zich voor den ver koop hiervan na gesloten tijd toe te staan, mits zij bestemd blijven voor gebruik ter plaatse. Automatische winkels. Automatische winkels en open hallen, welke alleen voor de exploitatie van auto maten dienen, acht de minister uit den booze; zij zijn geen verlengstuk van een winkelbedrijf, dat de automatenwet juist wil beschermen. Om echter de exploitanten in de gelegen, heid te stellen hun zaken te liquideeren, wil de minister een ruimen overgangstijd: twee jaren acht hij in dezen voldoende. Winkelsluitingswet niet toepasselijk. De vrijstelling van de verkoop-automaten van de regeling der Winkelsluitingswet, als gevolg waarvan de winkel, waarin een ver koopautomaat geplaatst is, te allen tijde, derhalve ook gedurende den z.g. „gesloten" tijd, mag geopend zijn voor den verkoop door middel van dezen automaat, heeft tot ontduiking van deze wet geleid. De minister zegt nu in zijn Memorie van Antwoord op het ontwerp-Automatenwet daarvoor ais oplossing gekozen te hebben schrapping uit de Winkelsluitingswet van de bepaling, krachtens welke de automa- tenverkoop buiten de toepassing dezer wet gesteld wordt. Als gevolg daarvan zal deze wet thans zonder eenige beperking toepassing vinden ten aanzien van allen verkoop, welke in den winkel geschiedt, onverschillig, of deze al dan niet door middel van een automaat plaats heeft. Anderzijds is het de bedoeling, dat ver koop-automaten, buiten den winkel en het daarbij behoorende winkelhuis of op of aan voor het openbaar verkeer openstaande land. en waterwegen geplaatst, uitsluitend lullen vallen onder de Verkoopautomaten- wet. Waar nevens de gewone winkels ook café's, restaurant en hotels onder het be grip .winkel" der Winkelsluitingswet vallen en deze ten aanzien van dergelijke inrich tingen dus eveneens van toepassing is, zal ook de verkoop door middel van binnen deze inrichtingen geplaatste automaten zich hebben te richten naar hetgeen de Winkelsluitingswet bepaalt. Voorts is de minister van meening, dat het karakter van het restaurant en het café en meer nog dat van het hoteï, zich voor het gebruik van „buiten-automaten" niet leent. Het hotel is een zuiver binnenbedrijf, dat bestemd is om in de behoeften van logeer gasten te voorzien, doch dat niet in con currentie met de gewone winkeliers het buiten-publiek behoort te bedienen. In ver band hiermede schrijft het gewijzigde ont. werp thans voor, dat hotels geen „buiten automaten" mogen hebben. Dit geldt ook tot op zekere hoogte voor restaurants en café's, doch hier doet zich de omstandigheid voor. dat vele dier inrich tingen zich allengs zijn gaan toeleggen op de bediening van het publiek door middel van automaten aan den openbaren weg, waarbij dan meestentijds croquetten en dergelijke eetwaren aan den man worden gebracht. Doch bij dit soort van artikelen moet het blijven. Café's en restaurants zul. len dus alleen buiten-automaten voor der gelijke eetwaren mogen hebben. Echter zouden dus in het vervolg in den z.g. „gesloten" tijd ook geen tabaksartike len meer mogen worden verkocht, zooals tot dusverre. Dit zou echter te ver gaan. De minst bezwaarlijke oplossing, om den restaurateur en den caféhouder tegemoet te komen is, hun den verkoop van tabaksarti kelen in den z.g. „gesloten" tijd in het al gemeen toe te staan op denzelfden voet als den verkoop van spijzen of dranken, d.w.z. onbeperkt voor zoover betreft verkoop voor verbruik ter plaatse van verkoop. Dit geldt dan niet alleen voor den ver koop door middel van automaten, doch ook voor dien langs niet-au torna tischen weg, aangezien het geen zin heeft, te dezen on derscheid te maken. Een desbetreffende ré geling is thans in het gewijzigde ontwerp opgenomen. De minister acht de vrees niet denkbeel dig, dat, indien het exploiteeren van auto matische winkels onbeperkt wordt toegela ten, zich allengs een categorie van „winke liers" zal gaan vormen, die feitelijk met het normale distributiebedrijf niets te ma ken heeft, en dat aldus het doel, dat de wet zich wil stellen, niet zal worden be reikt. De symptomen daarvan zijn reeds aanwezig. Zoo treft men hier en daar reeds open hallen aan, „winkels" in den zin der Winkelsluitingswet, waarin niet anders dan verkoopautomaten zijn geplaatst, zonder dat daaraan feitelijk een winkelbedrijf an nex is. Met den Middenstandsraad is de minister van meening, dat deze wijze van exploitatie niet in het belang is van den middenstand, en dat er dan ook aanleiding bestaat daartegen maatregelen te nemen, zij het dan, dat uiteraard, door een behoor lijke overgangsbepaling, met de belangen van tegenwoordige exploitanten van zulke gelegenheden moet worden rekening ge houden. Tegen een bepaalde categorie van deze automatische „winkels", namelijk de auto matische café's en restaurants, geldt het hiervóór geschetste bezwaar niet of althans in veel mindere mate. Van deze inrichtin gen. die overigens in een bepaalde behoefte voorzien, kan niet gezegd worden, dat zij rechtstreeks den middenstand benadeelen. en een maatregel om de exploitatie daar van onmogelijk te maken acht de minister dan ook niet op zijn plaats. Bijvulverbod. Handhaving van een algeheel bijvulver bod zou wellicht tengevolge hebben, dat de exploitatie van sommige loket-automa ten onrendabel zou worden. Hierbij heeft de minister meer speciaal die loket-automaten op het oog, door middel waarvan aan spoe dig bederf onderhevige eetwaren worden verkocht. Mede omdat vele winkeliers zich daarmede een niet onbeteekenend debiet hebben weten te verschaffen, hetwelk door een bijvulverbod ernstig zou worden getrof fen, wil de minister door het openstellen van een beperkte mogelijkheid van bijvul ling ten aanzien van bovenbedoelde eet waren tegemoet komen aan het bezwaar, aan een algeheel bijvulverbod verbonden. De mogelijkheid, den verkoop gedurende den winkelsluitingstijd althans door middel van automaten voort te zetten, werd bij een algeheel bijvulverbod reeds niet geheel uitgeschakeld en zal met de beperkte bij- vulregeling, zooals die thans wordt voor gesteld, in versterkte mate blijven bestaan; slechts kan niet worden toegestaan, dat de regeling van de Winkelsluitingswet, krachtens welke den winkelier gedurende bepaalde tijdvakken, rust gewaarborgd is, langs een anderen weg geheel zou worden teniet gedaan. De minister is van meening, dat bij de automatenwet de belangen van het publiek niet uit het oog zijn verloren; deze belan gen moeten echter, evenals bij de door de Winkelsluitingswet geregelde materie, tot op zekere hoogte achterstaan bij het zwaar der wegende belang van derf winkelier. De verschillende vrijstellingen en uitzonderin gen houden overigens terdege rekening met de belangen van het publiek. Al deze wijzigingen houden dus verband met het streven om den verkoop met auto maten in handen te laten van den typi- schen détailverkooper Als men de auto maat als een „verlengstuk van den winkel" beschouwt, ligt het voor de hand, ook dit beginsel gelding te doen vinden bij de soort van waren, welke door middel van een automaat worden verkocht. Dit tot uiting te brengen. Is mede het doel van de voor gestelde wijzigingen. WEEKBLADEN. In de „Wereldkroniek" worden artikelen gepubliceerd over: Oranje boven In Ber lijn, De tragedie van Mayerling, Tranen en enthousiasme in de sport. Een monteur met negatieve caster en Kolibri's. NIEUWE UITGAVEN. Van het bestuur van het Jong-Llberaal- Propagandafonds ontvingen wij een bro chure, getiteld „Staatshervorming of Grondwetsherziening". Werklooze Leidenaar. Uw bedoeling is ons alleszins sympathiek, doch voorbarig. Vermoedelijk zult U over deze aangelegen heid binnenkort wel meer hooren. DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST IN 1935. WEDEROM GUNSTIGE RESULTATEN. Aan het verslag van den directeur van den postcheque- en girodienst wordt het vol gende ontleend: Bij een objectieve beschouwing van den algemeenen economischen toestand in ons land wordt de indruk verkregen, dat in 1935 daarin geen verbetering van eenige beteekenis is gekomen. Bij de voortdurende onzekerheid od politiek en monetair gebied en de voortgaande bemoeilijking van de internationale handelsbetrekkingen, waar door de toestand van isoleering bestendigd blijft, kon ook moeilijk worden ver wacht. dat de liin van de algemeene con junctuur zich od duidelijke zichtbare wiize in eunstigen zin zou hebben bewogen. De zoo zeer begeerde algemeene opleving is helaas uitgebleven, zoodat in vele takken van handel en bedrijf de ongunstige om standigheden zich vrijwel onverminderd hebben doen gelden. Ondanks deze omstandigheden geeft de postchèque- en girodienst over het afge- loopen jaar wederom gunstige resultaten te zien. Het aantal postrekeningen bedroeg bii den aanvang van het jaar 245.044. In 1935 wer den 27.854 rekeningen geopend en 6508 op geheven. Het aantal steeg derhalve met 21.346. zoodat er od 31 December waren 266.390. Gemiddeld bedroeg het aantal nieuwe rekeningen per maand 2321 tegen 2190 in 1934. In het aantal opgeheven rekeningen zün er 301 begrepen, waarvan de opheffing ambtshalve geschiedde overeenkomstig het bepaalde bii artikel 41. lid ld. van het girobesluit 1934. De geldelijke omzet is in 1935 met 7.2 Vo tot rond f. 14.190.000.000 gestegen, welke stijging voor 6.8 komt op rekening van het glroverkeer. Het totaal aantal boekin gen od de postrekeningen vermeerderde met 9.8 "It tot rond 74.950.000. waarmede een daggemiddelde van 244.943 werd bereikt. Aan de rekeninghouders werden in to taal 21.203.639 afrekeningen gezonden, dat is gemiddeld Der werkdag 69.293. welke cilfers in vergelijking met 1934 een ver meerdering van 1.866.540 resp. 5685 doen zien. Op de postkantoren vonden plaats 15.139.568 stortingen tot een bedrag van f. 1.360.633.110.59. Uitbetaald werden: 4.516.324 post- chèques. tez. f 849.649.600.02 1.297 reispost- chèques. tez. 109.708.99 Totaal 4.517.621 uitbetalin gen bedrag f- 849.759.309.01 zoodat de beschikbare gel den vermeerderden met I. 510.873.801.58 Daartegenover vloeide af naar de Nederlandsche bank. de schatkist en het hoofd bestuur der P.T.Tf. 523.795.761.07 De vermindering van de beschikbare gelden bedroeg per saldo derhalve f. 12.921.959.49 De exploitatie-rekening sluit met een voordeelig saldo van ongeveer f. 3.785.000. dat is f. 103.162 hooger dan dat over 1934. Het personeel bij het centrale girokan toor bestond od 31 December 1935 uit 1161 (332 mannelijke en 829 vrouwelijke) per sonen. o PETROLEUM IN GELDERLAND EN OVERIJSSEL? De Bataafsche verricht een voor-onderzoek Op de vragen van den heer Van der Waerden in verband met het verzoek van het Economisch Technologisch Instituut van Overijssel om een vergunning tot het opsporen van delfstoffen door middel "an boringen in de provinciën Overijssel en Gelderland, luidt het antwoord van den minister van Waterstaat: Op het bedoelde verzoek, alsmede op een soortgelijk verzoek van andere zijde, wordt heden afwijzend beschikt, onder verwijzing naar de wet van 1 November 1933 (Staats blad no. 568) tot tijdelijke beperking van de vrijheid van opsporing van delfstoffen door boringen, welke blijkens de memorie van toelichting de strekking heeft door het uitsluiten van concurrentie een stelselmatig onderzoek naar het voorkomen van olie in de door de wet genoemde provinciën moge lijk te maken. Inderdaad bestaat de mogelijkheid, dat ontginbare afzettingen van aardolie of aardgas in de provinciën Overijssel en Gelderland voorkomen, doch die afzettin gen zullen, indien zij al aanwezig zijn, in elk geval op groote diepte liggen De mo derne ontwikkeling van de diepboortech- niek en ontginningsmethoden van petro leum wettigen het instellen van een onder zoek daarnaar, doch deze opsporingen zijn uiterst kostbaar, met zeer onzekere uit komst, zoodat het risico slechts kan wor den aanvaard na een grondig en stelsel matig, eveneens zeer kostbaar geologisch en geophysch vooronderzoek. Blijkens het ambtsbericht van den hoofdingenieur der mijnen wordt zulk een vooronderzeok thans op zeer deskundige wijze verricht door de Bataafsche Petro leum Maatschappij zooals reeds werd medegedeeld bij de beantwoording van de vragen, op 1 Februari 1.1. door den heer Van der Waerden ingezonden welk vooronderzoek, Indien de uitkomsten zulks wettigen, naar mag worden aangenomen, te zijner tijd tot het verrichten van de vereischte boringen zal leiden. Met verwijzing naar de bovengenoemde wet vindt de minister geen vrijheid om in dit stadium van bedoeld vooronderzoek aan andere gegadigden een vergunning inge volge artikel l dier wet te verleenen, te minder, daar betwijfeld moet worden, of dezen daarvoor inderdaad zoo volledig uit gerust zouden zijn en of zij voor de uit voering van zulk een kostbare en riskante onderneming wel aangewezen moeten ge acht worden. Opmerking verdient, dat werkverruiming van eenige beteekenis slechts verwacht mag worden, indien de opsporingen zou den leiden tot ontginning van petroleum- afzettlngen. Zoowel het vooronderzoek als de diepboringen, die daaraan moeten voor afgaan, zullen slechts aan enkele personen werk verschaffen. GROENTE IN BUK. DE MAATREGELEN TEGEN VERNIETIGING VAN GROENTEN. Od d,e vragen van mevrouw Bakker-Nort betreffende het aan werkloozen uitreiken van groenten, welke od de veilingen de mi nimum-prijzen niet kunnen opbrengen heeft de Minister van Sociale Zaken ge antwoord Inderdaad ziin den laatsten tiid nog al en niet alleen te Venlo. doch ook wel op andere veilingen groenten vernietigd moeten worden. De minister is van oordeel, dat vernieti ging van groenten, voorzoover mogelijk, dient te worden voorkomen. Zijnerzijds werden daarvoor dan ook reeds voor eenigen tiid maatregelen genomen. Het blijkt ech ter onmogelijk geheel te voorkomen, dat van tiid tot tijd een hoeveelheid noodwen dig vernietigd moet worden De minister meent goed te doen de oorzaak daarvan in het kort uiteen te zetten. De distributie van versche groenten kan slechts beperkt ziin. omdat, indien in be paalde gemeenten versche groenten worden gedistribueerd, er voldoende zekerheid moet bestaan dat het benoodigde quantum met regelmaat beschikbaar, gesteld zal worden. Er moet daarom mede worden rekening gehouden .dat bii deze versche groenten- distributie niet meer gemeenten worden ingeschakeld dan de hoeveelheid groenten, die in doorsnee z.g. „doordraait" toelaat. Heeft er nu plotseling een buitengewoon groote aanvoer van groente plaats, dan bliift er steeds een hoeveelheid over. die niet in de distributie kan worden opge nomen. Uit het oog moet niet worden verloren, dat het niet vooruit bekend is. wanneer een hoeveelheid groenten zal „doordraaien", voorts dat versche groente een product is, dat vrii spoedig aan bederf onderhevig is. althans niet meer voor consumptie ge schikt is. Deze twee factoren maken het ondoenlijk om het surplus te doen vervoeren naar ge meenten, die niet bij de regelmatige distri butie kunnen worden betrokken en daarom niet over een behoorlijk distributie-appa raat beschikken. Waar derhalve naar andere maatregelen moest worden omgezien, besloot de minister voor eenigen tijd om de groente, die door- draalde en niet in de versche-eroenten- distributie kon worden opgenomen, voor zoover deze daarvoor geschikt was. te doen inblikken, daartoe in staat gesteld door den Minister van Landbouw en Vlsscherij. die deze groente ter beschikking van den Mi nister stelde. Practisch kan worden gezegd dat alle groente, die in den laatsten tijd doordraaide en voor conserveering geschikt was. voor de distributie bestemd is geworden. Behoudens enkele kleinere hoeveelheden moeten dan ook de groenten, die in den laatsten tiid ziin vernietigd, als ongeschikt voor conserveering worden gequalificeerd. Hierbij zii voorts opgemerkt, dat tomaten en augurken niet tot de producten kunnen worden gerekend, die voor distributie in aanmerking komen Van de doorgedraaide 'Sla is een hoeveel heid geconserveerd om den komenden winter te worden gedistribueerd. „SPELLINGVREDE" BESTRIJDT HET STELSEL-SLOTEMAKER DE BRUINE, Iedere minister z'n eigen spelling? Onder voorzitterschap van mr. dr. E. W. Catz heeft het hoofdbestuur van „Spel- lingvrede" te Amsterdam, bijna voltallig vergaderd inzake de plannen van minis ter Slotemaker de Bruine. De denkbeelden van den huidigen bewindsman aan het de partement van onderwijs, kunsten en we tenschappen hebben in de vereeniging veel critiek ontmoet. Gesproken werd over een onafgerond stelsel over de „evident manlijke" zelfstandige naamwoorden zal een, nog niet eens benoemde, commissie van deskundigen het eens moeten worden dat practisch onuitvoerbaar zal blijken en bovendien, door zijn gemis aan duide lijkheid, tal van vragen opwerpt, waarop vooraanstaande Neerlandici in ons land, en anderen, reeds hebben gewezen. Ten slotte zijn, te midden van de bekende spel lingsantithese binnen onze landpalen „kool" en „geit" al te zeer gespaard, aldus de leden der vereeniging. In het belang van het onderwijs, dat weer wat de schrijfwijze betreft op losse schroeven zou komen te staan, behoort de methode-Slotemaker niet verwezenlijkt te worden. De eenvoudige regels van het compromis-Marchant hebben aldaar, in elke beteekenis des woords, „school" ge maakt en hun bruikbaarheid volkomen be wezen. zonder de taal zelve te schaden. Het bedrijfsleven neemt de schrijfwijze- 1934 evenzeer in toenemende mate op en heeft zich tot dusver naar is komen vast te staan weinig of niets aangetrok ken van plannen, die behoudens de raadselachtigheid van evldent-manlijke substantieven veelal facultatief stellen, hetgeen mr. H. P. Marchant obligatoir had voorgeschreven. Bovendien maakt het systeem „elke minister zijn eigen spelling" te midden van de nooden en groote vragen van onzen tijd, een pijnlijken, zelfs ont- moedlgenden indruk. Op die gronden is het hoofdbestuur van „Spellingvrede" hoezeer het uiteindelijke rust en stabilisatie zou toejuichen van oordeel, dat zijn voorkeur voor de spelling- 1934 ongewijzigd dient te blijven. In dien zin zullen derhalve leden en geestverwan ten worden geadviseerd, terwijl met alle gepaste middelen het gestelde doel zal worden nagestreefd. De vereeniging con stateert overigens met voldoening, dat in alle „kampen" de wensch levendig is ge worden de materie, althans in hoofdzaken, neer te leggen in een wet, terwijl dan een of meer koninklijke besluiten de bijzonder heden zouden kunnen regelen. Staats rechtelijk bezien is dat trouwens de voor de hand liggende oplossing. De gebruikelijke propagandabijeenkom- sten zullen ook dezen winter voortgang hebben, naar alle waarschijnlijkheid aller eerst te Hilversum, waarvoor o.m. de taal kundige adviseur der vereeniging, prof. dr. N. J. H. Gerlaeh Royen O. F. M.. hoog leeraar aan de rijks-universiteit te Utrecht, als spreker zal worden uitgenoodigd. Het standpunt van „spellingvrede" zal tijdens dat samenzijn, en in vergaderingen elders, nader worden uiteengezet. «n Son ooo-tyeScAarJan 9600 (Ingez. Med.i DE KONINKLIJKE FAMILIE TERUG OP HET LOO. Gistermiddag om half vier is de Konink lijke Familie met een extra trein uit Nij megen te Apeldoorn aangekomen. Bij het station stond een auto gereed, die het hooge gezelschap naar het Paleis op het Loo bracht. Daar de tijd van aankomst slechts wei nigen bekend was, was er niet veel publiek bij het station aanwezig. ÉÉN BELASTINGPLAATJE VOOR DE TANDEM. Bij ontbreken echter dubbele boete. Men vestigt er onze aandacht op. dat voor een tandem slechts één rijwielbelas- tingplaatje noodle Is. Ontbreekt het belas- tingplaatje echter, dan worden beide be rijders van het riiwiel bekeurd en is dus een dubbele boete verschuldigd. Hbld. DE NIEUWE ELECTRIFICATIE DER NED. SPOORWEGEN. Onze spoorwegmedewerker schrijft: Over een groot gedeelte tusschen Rot terdam (Maas) en Gouda zijn reeds de palen voor de electrificatie lanzs de spoor lijn geplaatst. Daar op elke 7075 meter twee palen komen te staan zullen voor de nieuwe electrificatie ongeveer 7500 palen noodig ziin behalve nog die welke op de emplacementen zullen komen. Eerst wordt het traject MaarnArnhem afgemaakt en daarna zullen op dit baanvak de eerste proefritten plaats hebben. Vervolgens wordt het baanvak Den Haag s.s.. Gouda en Rot terdam afgemaakt en zullen voor het begin van den nieuwen zomerdienst tusschen 1 en 15 Mëi de eerste proefritten gehouden worden. o DE TIENDE BOND3IDAG VAN HORECAF TE GRONINGEN. Na afloop van de middagvergadering van den tienden bondsdag van Horecaf te Gro ningen. werden de congressisten officieel door het gemeentebestuur ontvangen. Des avonds verzamelden zich de gasten aan een gemeenschappeliiken maaltijd in huize Maas. Heden wordt een excursie door de pro vincie Groningen gemaakt. BOTERNOTEERING. De commissie-noteering voor Nederland sche boter is voor de week van 28 Sep tember tot 3 October vastgesteld op 53 cent per kg. VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den minister van Financiën zal op Maandag 28 Septem ber niet worden gehouden. UIT NED. OOST-INDIK. AUTO IN RAVIJN GESTORT. Twee dooden een zwaar gewonde. MEN ADO, 24 Sept. CAneta). Bij Kota Mobagoe is een auto in een ravijn van circa 30 meter diepte gestort. Hierbij zijn de Inzittenden, de techni sche leider van de veldpolitie te Menado J. K. L. Carstens, en de opzichter van de landschapswerken te Belangmondow, de heer Rombóuts gedood. De radja van Belangmondow Is hierbij zwaar gewond. Een politieoppasser werd licht gewond. EEN ALGEMEEN WEERMACHT-COMITÉ GEVORMD. BATAVIA, 25 Sept. (Aneta). In den loop van deze dagen is in Ned.-Indlë een alge meen weermacht-comité gevormd. Hierin hebben zitting verschillende leidende figu ren uit de Europeesche inheemsche en Chineesche samenleving, zoodat de geheele Indische burgerij hierin is vertegenwoor digd, leiders van politieke partijen heb ben in het comité echter geen zitting. Het comité is voornemens tot de Staten- Generaal en den Volksraad petitionnemen ten te richten, waarin met klem wordt aangedrongen om maatregelen te nemen, teneinde de Indische weermacht zoo spoe dig mogelijk in redelijke verhouding te brengen tot den omvang en de beteekenis van de zoo groote Nederlandsche en Ned.- Duitsche belangen en met de internatio nale positie van het rijk der Nederlanden. Deze petitionnementen zijn heden in alle Indische dagbladen op de frontpagina af gedrukt. De inzameling van de handteekeningen geschiedt -door geheel Ned.-Indië en wel door middel van gewestelijke en plaatse lijke comité's. Het comité zamelt ook persoonlijke bij dragen in, welke de bedoeling hebben ge tuigenis af te leggen van de ernst waar mede de onderteekenaars zijn bezield.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9