Verspilling bij
landbouw-crisisorganen
MERIJNTJEBOEK EN FILM
EEN ZONDERLINGE GAST
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 September 1936
Vierde Blad
No. 23468
77ste Jaargang
VRAGENRUBRIEK
Wij hebben aldus het Hbld het
jaarverslag van de Alg. Rekenkamer weer
eens nagelezen op de bevindingen van dit
nuttige lichaam voor wat betreft de agra
rische crisisinstellingen. Zij controleert
thans tien crisiscentrales, zes crisjsuit-
vocrburcaux. elf gewestelijke crisisorgani
saties, den Crisiscontvolediensl, den Crisis-
accountantsdienst, de Tarwecentrale, acht
gewestelijke Tarweorganisaties, en het Re-
geeringsbureau voor uitvoering der Lar.d-
bouwcrisiswet.
Allereerst wordt medegedeeld, dat dooi
het omzetten van den Crisisaccountanis-
dienst van „Departcmentalen dienst" tot
„stichting" aan het crisis-personeel „onge
rijmde uitkeeringen zijn gedaan tot een
gezamenlijk bedrag van f. 33.800 waarin de
Rekenkamer (toen het eenmaal gebeurd
was) betreurende heeft berust".
I. 200.a f. 300rijwiclvergoeding
per jaar voor één ambtenaar!
Verder is de Rekenkamer gestuit op
„vaak noodeloos hooge rijwiclvergoedin-
gen", tot f 200.— a f.300 per jaar (voor
f. 50.heeft men een prima fiets' Daar
om is die vergoeding voor de Zulvelcen-
trale teruggebracht tot maximaal f. 50.—
per jaar en voor andere crisisinstellingen
soms nog tot een lager maximum. Bespa
ringvijftienduizend gulden per jaar!
Koffie, thee en sigaren
Aan de gewoonte, die bij verschillende
crisis-organisaties bestond, n.l. verstrek
king van koffie, thee en sigaren, zoowel
aan bestuursleden als aan ambtelijk perso
neel, ls een einde gekomen. Dat hierdoor
vrij groote bedragen worden bespaard,
blijke uit een tweetal voorbeelden: één
provinciale organisatie gaf voor dit doel in
één maand f.325.— uit (dus vierduizend
gulden per jaar!).
BI) één der „centrales" kostte het schen
ken van koffie en thee voor het personeel,
met inbegrip van loon voor het keuken
meisje, uitgaven voor gas, servies, enz-
f. 1600.— a f. 1800.— per jaar.
Geheime uitgaven van de Var
kenscentrale.
Vorig jaar had de Rekenkamer bezwaar
gemaakt tegen het geheim houden van
z.g. „propaganda-uitgaven" der Varkens
centrale. Er is een onderzoek ingesteld,
over welks resultaat niets wordt medege
deeld (behalvegebrekkige admini
stratie en het ontbreken van bewijsstuk
ken"!) Maar wél wordt medegedeeld, dat
toen liet onderzoek begon, het „propagan-
dafonds" terstond werd opgeheven door de
Centrale. Er was toen reeds f. 37.742.
goed geld in verdwenen! Dit zijn opmer
kelijke zaken o i.
Vergoedingen voor bestuursleden bij
2 centrales met f. 21.000.verlaagd.
De Rekenkamer had de aandacht van
den minister gevestigd op dc hooge „be-
stuursuilgaven" van één der crisiscentra-
les (de naam wordt helaas verzwegen).
Daarna werd alléén al op vacantlegelden.
reisvergoedingen e.d. tienduizend gulden
bespaard benevens ecnige duizenden op 't
personeel in den buitendienst!
Bij een andere (evenmin met name ge
noemde) crisiscentrale bereikte de Reken
kamer een besparing van elfduizend gul
den op de vergoedingen voor dc bestuurs
leden. hoe ongelooflijk dit ook moge schij
nen. In een ander geval bewerkstelligde de
Rekenkamer de samensmelting van twee
controle-organen, beperking van auto-ge
bruik en bezuiniging op reis- en verblijf
kosten. Totale besparingf. 20.080.
Onwettige beschikking over gelden
door Varkenscenlrales-
Onder dit hoofd vertelt het verslag o.a.
he', volgende:
„Een gewestelijke varkensorganisatie
keerde uit de opbrengst van oormerken en
vergunningen tot huisslachting sommen
tot een gezamenlijk bedrag van f. 10 000.
uit aan drie vereenigingen van landbou
wers „uit hoofde van de medewerking, ver
leend bij de uitvoering van crisis-maatre
gelen" en bovendien f. 5000.aan een boe
ren- en tuindersbond „ter vorming van een
fonds voor bevordering van den varkens
handel".
De Kamer bracht dit onder de aandacljt
van den minister en uit het antwoord
bleek, dat deze van oordeel was. dat de
organisatie op onwettige wijze over de bo
vengenoemde sommen had beschikt. Ook
zeven andere gewestelijke varkensorgani
saties hadden zich aan dergelijke hande
lingen schuldig gemaakt. Eén haver had
f. 18.260.51 afgezonderd „voor dc oprichting
van een stichting ter bevordering van de
varkenshouderij en varkensfokkerij" Te
dien aanzien schreef de minister in 1935
aan de Rekenkamer, dat reeds zijn ambts
voorganger in 1934 aan den Regeerings-
commissaris voor den steun aan dc var
kenshouderij opdracht had gegeven, de be
doelde centrale te bewegen die fondsvor
ming ongedaan te maken".
De minister stond machteloosi!
Tot groote verbazing van ons en van
velen voegt het verslag er aan toe: „Dat
het n.l. onzeker was of dwangmaatregelen
konden slagen". En zij laat er op volgen:
„Doch hoe te verkrijgen, dat het gebeur
de ongedaan werd gemaakt? Degenen, die
schenkingen ontvangen hadden, konden op
zeenerlei wijze tot terugbetaling worden
verplicht. Dagvaarding van het bestuur
ucr centrale c.q. kon leiden tot veroordee
ling van de vereeniging om te betalen,
doch deze bezat de gelden niet meer. Tegen
dagvaarding van de bestuursleden in privé
zou het verweer worden gevoerd, dat hun
ne handelingen door de vereeniging waren
gesanctionneerd.
De Rekenkamer was na de uiteenzetting
van den minister voor zich zelf overtuigd
dat de onrechtmatig gebruikte gelden voor
het Rijk verloren waren en dat optreden in
rechten tegen de organisaties of tegen de
leden daarvan slechts zou leiden tot hooge
uitgaven zonder nut. Niettemin waren de
sommen, bij de aangelegenheid betrokken,
zóó hoog. dat eenige zekerheid diende te
worden verkregen, of er geen middelen
waren, om het ministerieel vernictigings-
bcsluit practisch effect te doen sorteeren.
De Rekenkamer verzocht daarom den mi
nister. alsnog het advies van den lands
advocaat in te winnen. Aldus geschiedde,
doch ook deze rechtsgeleerde zag geen uit
weg uit de moeilijkheid"-
Na dit ongelooflijke staal van geldver-
morsing en ministerieele machteloosheid
te hebben gelanceerd, laat 't verslag laco
niek volgen, dat bij weer een andere pro
vinciale crisisorganisatie f. 22.500.per
iaar werd bezuinigd opreis- en ver
blijfkosten!
Bestuurslid die tevenscon
troleur was!
Op haar verderen speurtocht kwam de
Rekenkamer bij „een provinciale crisis-or
ganisatie, waar al héél wonderlijke toe
standen en verhoudingen bleken te be
staan. Er werkten 50 man kantoorperso
neel. waarvan er voorloopig direct al 8 (of
16"/o) als overbodig konden worden ont
slagen.
Maar bovendien kregen daar (waar?) de
bezoldigde distncts-secretarissen nog va
catiegeld op den koop toe tot groofere
glorie der tekorten van het boerensteun-
fonds (Landbouwcrisisfonds). Doch dat
was nog niet eens het ergste: één der be
stuursleden had tevens een baantje als be
zoldigd crisiscontrolcur; hij was dus, om
zoo te zeggen, zijn eigen chef. Toen de Re
kenkamer hierop aanmerking maakte, liet
I deze altruïst zijn bestuurslidmaatschap
loopen, klaarblijkelijk omdat het vacatie
geld hem minder opbracht dan het con
troleurssalaris.
Na dan nogmaals een geval te hebben
verteld van bezuiniging op reis- en ver
blijfkosten van provinciale controleurs
(deze werden in één keer per controleur
en per jaar teruggebracht van 300 op 100
gulden per jaar!) meldt zij tenslotte nog.
dat bij den Centralcn Crisis-controledienst
(die in 1935 heeft gekost f1.580.0001 een
besparing werd verkregen van f40.000
Een ton bezuinigd op het oor
merken van biggen!
In haar vorige jaarverslag had de Re
kenkamer voorstellen aan de hand ge
daan ter bezuiniging van f. 225.000 bij de
provinciale landbouwcrisisorganisaties.
Daarvoor merkt zij thans 't volgende op:
„Deze voorstellen zijn niet tot uitvoering
gekomen. Waarom niet, is aan de Reken
kamer niet duidelijk geworden.
Een zijdelingsch gevolg dezer voorstel
len is vermoedelijk geweest het onderzoek
naar de werkwijze bij het oormerken van
varkens, waarbij bleek, dat een geheele ca
tegorie van personen, daarmede belast, kon
worden gemist. Daaruit vloeit, naar de Ka
mer ondershands heeft vernomen, een be
zuiniging voort van omstreeks f. 100.000.
per jaar".
In een kantteekening geeft minister De
ckers toe. dat op de crisisambtenaren, die
een blikje in de biggenoortjes knijpen, een
ton is bezuinigd; dc Rekenkamer had dus
„ondershands" goed vernomen!
HEVIGE HOOFDPIJNEN.
P. L„ te L. Zie voor de adressen van
gymnastiekverenigingen het adresboek
voor Leiden.
Een ajjonné vraagt wat te doen met
jonge kippen, die ontsteking aan de oogen
hebben, het verschijnsel is het wrijven aan
de veeren met dat oog.
Onze medewerker antwoordt:
Waarschijnlijk is dit geen ontsteking
maar „snot". De oogen zijn vochtig en wa
terig. De hennen strijken met haar kop
langs de veeren. Het is een verkoudheid
ontstaan door onguur weer of te groot ver
schil van temperatuur in nachthok en uit
loop-ren.
Plaats de hennen droog en waarm, geef
door het ochtendvoer een weinig fenegriek
en goed mengen. In het drinkwater een
stukje ijzervitriool (2 a 3 gram op 1 liter
water) en af en toe een weinig slaolie aan
de hennen ingeven.
Snot is besmettelijk en wij raden u aan.
alvorens de hennen weer in het hok te
VOOR ALTIJD VERDWENEN.
Een merkwaardig geval van beterschap
door gebruik van Kruschen Salts werd ons
beschreven door mevr. H. E. te S.
„Eiken morgen opnieuw stond ik op met
ondragelijke hoofdpijnen. Ik was altijd moe
en het leven scheen nauwelijks de moeite
waard. Maar ik had zooveel over Kruschen
Salts gelezen, dat ik besloot het ook eens
te probeeren. Toen ik het ongeveer een
maand lang genomen had, merkte mijn
vriendin plotseling op: „Je ziet er veel beter
uit, voel je Je nét zoo goed?" Toen ik ja zei,
en dat het door Kruschen Salts kwam,
schoot zij in den lach, en zei: „Och, waar
schijnlijk zou je je zonder dat goedje wél
zoo goed voelen." Maar ik hield vol en na
ongeveer drie maanden zei ze: „Werkelijk,
ik heb nog nooit iemand zóó zien verande
ren. Je bent een heel andere vrouw, en als
dat door Kruschen Salts komt, ga ik het
ook probeeren."
Kruschen Salts bestaat uit 6 zouten, die
de werking van ingewanden en nieren be
vorderen, en zoodoende voor meer afdoende
verwijdering van afvalstoffen zorg dragen.
Hierdoor wordt de oorzaak weggenomen
van klachten als hoofdpijn, gevoel van ver
moeidheid e.d. Probeer eens een tijdlang
de dagelij ksche dosis Kruschen Salts en U
zult zich in alle opzichten prettiger voelen:
geen hoofdpijnen meer. maar nieuwe levens
lust en een onverstoorbare opgewektheid.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en erkende drogisten
a f. 0.40. f. 0.70 en f. 1.60 per flacon, omzet
belasting inbegrepen. Let op, dat op het
etiket op de flesch. zoowel als op de buiten
verpakking de naam Rowntree Handels
Maatschappij Amsterdam voorkomt. 9601
iflngez. Med.)
plaatsen, alles te desinfecteeren. Tempera
tuur in nachthok en uitloopren moet nage
noeg gelijk zijn en er moeten geen tocht-
plaatsen in zijn.
G. J. K. te L. U moet u persoonlijk
wenden tot het Bureau van Consultatie te
's-Gravenhage.
J. K. te H. Voor het stuk, dat opge
maakt wordt tot bewijs van een privaat
rechtelijke overeenkomst is gebruik van een
zegel van 50 cent noodig.
A. N„ te L. Nader bericht men ons,
dat het secretariaat van het Harmonica
gezelschap D.V.V. is gevestigd bij den heer
J. de Graaf, Potgieterlaan 22 alhier.
Merijntje (Marcel Krols) en Goort Perdams bijg. „De Kruik" (Piet Brou) in de film
„Merijntje Gijzen's jeugd".
Nu de Nederlandsche première van A. M.
de Jong's veelgelezen „Merijntje Gijzen's
Jeugd", verfilmd in „Filmstad" te Wasse
naar, achter den rug ligt, laten wij den
auteur aan 't woord over zijn gedachten
naar aanleiding van de filmbewerking.
Over „Merijntje" als boek, zoo zegt hij,
kan ik u moeilijk iets nieuws vertellen.
Praten over het succes past mij niet. Dat
het mij ten minste eenmaal mlllionnair
gemaakt heeft, is een prikkelende bijzon
derheid. maar reeds bij iedereen bekend
behalve dan helaas bij ondergeteekende.
Dat ik er met groote hartstocht en stijgen
de vreugde aan gewerkt heb, interesseert
niemand dan mijzelf. Dat ieder deel een
aparte kring van bewonderaars heeft, die
bewezen, dat de andere drie er niet bij
halen, is soms aanleiding votr lastige par
ketten, aangezien de auteur dc deelen niet
afzonderlijk kan zien of beoordeelen. maar
ze voelt als één gesloten geheel. En, eerlijk
gezegd: na elf, twaalf jaar belangstelling
van de zijde der lezers ben „ik" min of
meer erover uitgepraat. Al hoop ik, dat dit
mij niet ten kwade geduid zal worden
De film is een ander chapiter. Een geheel
nieuw, spannend en zeldzaam belangwek
kend hoofdstuk. Ten eerste, omdat ik
„Merijntje" niet geschreven, maar opnieuw
„beleefd" heb, en op gansch andere wijze.
Ten tweede, omdat ik in de film één geheel
nieuwe wereld ontdekt heb. Ik voel mij
inderdaad als iemand, die eenige maanden
lang door onbekende landen getrokken is,
in stormachtige vaart. Het is een ontdek
kingsreis geweest, waarvan ik de resultaten
nog niet kan overzien, daar ik nog duizelig
ben van al de verbluffende Indrukken, die
over mij heen gestort werden en die ik nog
geenszins heb verwerkt. De gebieden van
dit wonderlijke land zijn oneindig verschei
den van karakter en zij zijn nog lang niet
alle in cultuur gebracht; dc opwindend
ste mogelijkheden maken zich allerwegen
voelbaar: zij wachten slechts op de komst
van den koenen conquistador, die ze met
de kracht van zijn geest tot volle ontwik
keling zal brengen. De inboorlingen van
deze wereld vormen een ras apart maar
daar spreek ik niet over, want dit moet
een artikeltje worden én geen boekdeel!
Veel heb ik geleerd in deze koortsachtige
weken. Allereerst dit: dat ik nooit het
flauwste begrip gehad heb van wat het
beteekent, een film tot stand te brengen;
al wat ik er van dacht te weten, bleek
valsch. onvolledig of kinderlijk naïef. Die
wetenschap versmolt als sneeuw voor de
zon ln het gloeiende licht van de lampe
parken en er bleef enkel wat timide be
scheidenheid, waaruit dan mogelijkerwijze
de werkelijke wetenschap kan groeien. De
eischen althans zijn mij duidelijk gewor
den. Aan die eischen voldoen is echter nog
iets anders, een ingewikkeld en moeilijk
te beheerschen vak en daarnaast en daar
bovenuit een vervoerende, onbeschrijfelijk
spannende kunst. Of ik tevreden ben over
de resultatenIk weet het allang niet
meer. Ik weet alleen, dat ik opgenomen
ben in een groep dolzinnige, bezeten wer
kers en dat wij met z'n allen weken lang
boven op het boek van een zekeren A. M.
de Jong gezeten hebben, om er een film
uit te smeden. Ongetelde uren hebben we
gezwoegd, we hebben het boek en zijn
autur verwenscht en gevreesd, we hebben
beurtelings gezucht, gevloekt en gejubeld,
we werden tot in onze te korte slaap ver
volgd door de problemen, die deze toch zoo
simpele stof bij de verfilming opriep. De
speljrs werden tot tandenknersende wan
hoop gebracht door de moeilijkheden van
het dialect, de regie door de opmerkingen
van den auteur omtrent wat al of niet
mogelijk was in verband met de speciale
atmosfeer van het Brabantsche land. de
auteur door de onmogelijkheid om alles
wat hij van belang achtte tot zijn recht
te brengen en ten slotte de heele équipe
door de gure. zonlooze herfst, die zich dit
jaar als zomer opwierp en de buitenop
namen tot in het eindelooze rekte. Maar
niemand versaagde, de koortsteinperatuur
zakte niet. de bezetenheid bleef op het
kookpunt tot Kurt Gerron, mijn regis
seur, mijn leermeester en mijn goede
vriend, de verlossende drie revolverschoten
loste na de laatste, de achthonderd-en-
zooveelste opname. Toen zaten we ont
zenuwd, leeg en wrevelig bij mekaar en
spraken aarzelend over de mogelijkheden
om iets nieuws op touw te zetten, een
nieuwe koortsgolf op te- roepen, opnieuw
niet z'n allen in een productie te springen,
het hoofd vooruit, en eindelijk weer eens te
gaanleven en werken
Of ik dus tevreden benZéér. Over
het werk en over wat ik gezien en geleerd
heb. Over de film moeten de toeschouwers
oordeelen. Als zij tevreden zijn, zijn wij
het ookeen beetje. Want tevreden
over eigen werk is men alleen gedurende
dat werk. Voluit tevreden ben ik slechts
over het feit, dat ik zóó geestdriftige mede
werkers gevonden heb, die stuk voor stuk
vrienden werden, naar ik hoop voor het
leven. Van den Toean Besar in zijn privé
kantoor over den staf en de spelers tot de
minste technische hulpkracht toe, allen
hebben ze tot het laatste gegeven om van
deze film te maken wat er van te maken
was. En daarvoor kan ik niet anders dai-
ten diepste erkentelijk zijn; het is de eerste
en laatste voorwaarde tot het slagen van
dezen gigantischen arbeid: een film ma
ken. Want zoo iets, dan is het maken van
een film een stuk collectieve arbeid, dat
niet slagen kan als niet ook het laatste
raadje plichtgetrouw en toegewijd, zorg
vuldig gericht om zijn spil draait.
Dus toch: méér dan tevreden
Een scène uit de film „Een zonderlinge gast".
De Ufa-ateliers in Tempelhof hebben hun
traditie! Men betreedt daar een grond,
waarop de geschiedenis der film geschreven
is. Hoeveel films zijn met reeds bmnen deze
muren opgenomen, welk een snelle ontwik
keling heeft de filmkunst daar doorge
maakt! Men heeft er den tijd gekend, dat
lawaai makende trams en ronkende vlieg
machines de menschen koud lieten, factoren
waarmede ten tijde der stomme film geen
rekening behoefde te worden gehouden. De
ontwikkeling der geluidsfilm heeft er zich,
met alle vérstrekkende gevolgen van dien,
voltrokken en menig insider zal zich nog
wel herinneren, hoe, toen de geluidsfilm
haar intrede deed, een speciale „luisterpost"
den ongeduldigen regisseur en vóór alles
den geluidsmixer voor storende geluiden
waarschuwen moest. Die tijden liggen
achter ons en raken in het vergeetboek.
Thans zijn ook de ateliers in Tempelhof
van dc nieuwste technische snufjes voor
zien, ook daar beschikt men over alles, wat
deze moderne tijd ons biedt. Niets is meer
onmogelijk en men bouwt er even gauw
een moskee in Cairo als Montmartre in
Parijs.
Onlangs had men juist de Fransche
hoofdstad op de terreinen doen verrijzen.
Men nam daar namelijk een sensationeele
detective-film op die onder den titel
„Een zonderlinge gast" nu deze week hier
wordt uitgebracht. In de hoofdrollen spelen
Hermann Speelmans, Ilse Petri, Johanna
Blum, Elisabeth Wendt, Alfred Abel, Kurt
Fischer-Fehling, Aribert Wascher e.a. Zij is
vervaardigd onder regie van Gerhard
Lamprecht die ook films als „Goud", „Bar
carolle" en „Eén te veel aan boord" op zijn
naam heeft staan.
Alfred Abel speelt de rol van een Fransch
kunsthandelaar, Bruneaux genaamd, en
draagt ditmaal een klein puntbaardje.
Spanning biedt deze „zonderlinge gast"
bij overvloed. Wij kunnen onzen lezers de
verzekering geven, dat zij tot kort voor het
einde er geen idee van zullen hebben, wie
de dader van den in deze film gepleegden
moord is. Ook door de typische en scherpe
contrasten der milieux, waarin de hande
ling zich afspeelt, verdient deze Ufafilm <jc
aandacht. Een ouderwetsch, gescheiden,
hotel in een klein straatje van Montmartre
zien we naast groote zalen met elegante
dansparen, kristal en champagne.
PAUL WEGENER.
Paul Wegener, een der knapste Duitsche
karakterspelers, doet vooral den laatsten
tijd als acteur en als regisseur weer veel
van zich spreken. Zijn laatste creatie was
de titelrol in „Der Mann mit der Pranke",
waarna hij voor de Ufa als regisseur werk
zaam is geweest. Hij heeft de opnamen ge
leid van de film „Die Stunde der Ver-
suchung" met Gustav Fröhlich en Lida
Baarova in de hoofdrollen, een spannende,
moderne film. waarin Gustav Fröhlich voor
een bekend advocaat speelt.
Paul Wegener, die met vaardige hand de
opnamen geleid heeft, is in Oost-Pruisen
geboren, en speelde reeds in de eerste ont
wikkelingsjaren der filmindustrie daarbij
een belangrijke rol. Zijn „Student van
Praag" van 1912, zijn „Golem" in 1914 be-
teekenden voor een ieder een openbaring
en openden wijde perspectieven. Uit den
tijd der stomme film dateeren eveneens nog
zijn „Steuermann Holk", „Sumurun",
„Weib des Pharao", „Svengali". „Ramper",
„Die Weber" e.a.
Toen de geluidsfilm haar intrede deed
heeft Wegener zich eenigen tijd uit het be
drijf teruggetrokken. In 1934 betrad hij
weer de Ufa-studio's en sedertdien treedt
hij weer zeer op den voorgrond. Als speler
was" hij betrokken bij „Inge und die Mil-
lionen", „Nur ein Komödiant" en „Der
Mann mit der Pranke". als regisseur bij
„Ein" Mann will nach Deutschland", „August
der Starke" en laatstelijk, zooals gezegd,
bij de spannende Ufafilm ,Die Stunde der
Versuchung".