Rustdag tijdens de manoeuvres - De nieuwe Indische Landvoogd 77ife Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Door 't wanhopige heen i—1 DE ZITTING VAN I)EN VOLKENBOND. Een verrassing was de verschijning van den Negus in Genève, waar hij per vliegtuig van uifc Londen arriveerde. 't IS VAN DEN KOK IN DE KEUKEN". De inwendinge DE BE8TUURSO VERBRACHT IN NEDEKLANDSCH OOST-INDIE. DE HEVIGE STRIJD 0)1 HET BEZIT VAN HET ALCAZAR. monsch wordt op den rus.tdag evenzeer De nieuwe Gouverneur-Generaal jhr. Tjarda van Starkenhorgh Stachouwer Nog steeds is het verzet der nationalisten niet gebroken. Soldaten versterkt. met zijn echtgenoot© in gesprek met den heer en mevrouw de Jonge. van de regeeringstroepen op wacht op de puinhoopen van 't museum DE LEGEROEFENINGEN IN BRABANT. De rustdag, welke volgde op de oefeningen der lichte brigade werd besteed voor de inspectie van kleeding en materiaal, teneinde bij de groote manoeu vres, welke heden aanvingen, weer goed voor den dag te komen. MARY HASTINGS BRADLEY door Mr. H. J. P. H. 16) Als ze van de reis terugkwam, dan zou haar eerste werk zijn het portret van haar vader van boven den schoorsteenmantel weg te laten halen. Waarom was er nooit ergens een portret van haar moeder In huis geweest? En opeens herinnerde zij zich iets, waaraan ze sedert haar kinder jaren niet meer gedacht had: een oud schilderij op den zolder, dat met de voor zijde tegen den muur stond, het portret van een meisje in een grijsgroene japon, met grijsgroene oogen, die Anne zelfs als kind zoo droevig gevonden had. Dat moest haar moeder zijn geweest kort na haar trouwen. Ze herinnerde zich zelfs den naam van den schilder, Barrow.... den jongen kunstschilder, hun buurman, dien haar vader nooit had kunnen uitstaan. Maar ze moest zich nu gaan verkleeden, om heen te gaan uit haar feestelijk ver lichte huis en uit het midden van haar vrienden, om op reis te gaan met dien vreemden jongen mannaar Afrika! Fantastisch! Ze voelde het weer zoo sterk in alles, hoe onwerkelijk het was. Het in bittere oneenigheid, gesleten leven harer ouders in dit oude, sombere huisdat krankzinnige, hatelijke testament! Dwaas heid was het! Onzinnig! Wat had Nathan haar vreemd aange keken! Zijn oogen schitterden zoo eigen aardig en zijn stem sloeg telkens over, als of 'hij doodzenuwachtig was. En toch kreeg hij nu een half millioen en kon in het huis blijven wonen tot zij terug keerde. Ze had wel kunnen huilen, toen ze het verlaten moest. Op eens scheen Afrika en het geheele avontuur een groote dwaas heid. Maar je werd nu eenmaal door den stroom van het leven meegesleurd Daar was Zeke al, die hen naar Charleston zou rijden en de vrienden kwamen al naar de waranda om afscheid te nemen Zoolang ze nog op de oprijlaan waren, bleef ze achterom kijken naar de verlichte ramen van het huis, die langzaam achter het zware gebladerte verdwenen. En toen de wagen den hoofdweg opdraaide, leunde ze met een zucht achterover in de kussens. „Het is gebeurd!" zei ze met trillende lippen. „Welja!" antwoordde de bruigom achte loos een sigaret opstekend en zoo loom en vermoeid achterover zinkend, dat Anne op eens weer medelijden met hem gevoelde om zijn zwakheid. Hij was niemand anders dan Alex, dacht ze, volwassen geworden en door de koortsen uitgeput; een familielid, dat verzorgd en vergezeld moest worden op reis. Anne sliep als een kind zoo rustig in den trein naar Washington en hield zich daar na bezig met winkelen, terwijl haar man voor de passen en verdere papieren zorgde. Notaris Randall had de zaak door zijn tele gram werkelijk bespoedigd en een tele foontje van Nathan in den vroegen mor gen had alles nog vergemakkelijkt. Want hij had het nummer en den datum van het oude paspoort opgegeven. Hij had Far- quahr namelijk geheimzinnig en met veel omhaal wijs gemaakt dat hij zoo juist van een Mexicaan, die nauwelijks lezen en schrijven kon, de papieren en paspoorten van den gestorven Alexander had ont vangen. Hij gaf hem tevens den raad te zeggen dat hij zijn pas in Mexico kwijt ge raakt was. Het viel Farquahr nauwelijks op, dat de stem van Nathan zoo schril door de telefoon klonk. Die Nathan was eigen lijk een schoft, dacht hij, maar tegenover Anne gedroeg hij zich buitengewoon be zorgd en behoorlijk. Het hooren van de rustige, gewone stem van Farquahr door de telefoon was een soort geruststelling voor Nathan. Zijn zenu wen waren erg geschokt en vreeselijk in de war. De eerste wraakgierige vreugde tijdens zijn rit naar huis ondervonden, had hem totaal verlaten en hij had bijna den geheelen nacht wakker gelegen en zich alle mogelijke manieren voorgesteld, waar op hij in den val kon loopen. De trein had niet gestopt. Dat wilde zeg gen, dat de machinist niets gezien had en dat de wielen recht over het doode lichaam van Alex waren heengegaan of het opzij geschoven hadden. Dat laatste was wel het waarschijnlijkste, omdat niemand eenigen schok had gevoeld. Maar waarom had men het dan nergens gevonden? Er stond nog niets van in de kranten? Maar in geen geval zou iemand hem er mee in verband kunnen brengen. Hoe zou dat kunnen? Niemand had hem dien man naar be neden zien dragen in de auto. Of mis schien toch wel? Negers zien alles, wat ze niet zien mogen! Maar wat zou dat nog? Niemand zou ooit op de gedachte komen dat er in den kelder een zoo wilden strijd was gevoerd. Was het heele geval wel zoo verschrikkelijk? Toen hij over den eersten schok heen was, trachtte hij zich wijs te maken, dat het voor hem toch bijzonder gelukkig was, dat die Alexander uit den weg geruimd was. Deed hij maar niet het beste, nu nimmer eenige moeilijkheid te maken over de persoonlijkheid van den valschen Alexander en tevreden te zijn met zijn half millioen? Toch kostte het hem moeite zich daarvan te overtuigen. De booze geest in zijn binnenste liet hem geen rust, voordat hij Anne totaal uitgezogen zou hebben. Ze moest gaan beseffen, dat ze geheel in zijn macht was geraakt! En zoo deed hij dan ook zijn korte tele fonische mededeelingen aan Farquahr en hing den hoorn op met het geruststellende gevoel, dat de ander zich geen zorg maakte over de wijze, waarop hij die inlichtingen verkregen kon hebben. Andrew Farquahr scheen er zich niet veel van aan te trekken, dat hij in een andersmans schoenen stond, diens naam droeg en getrouwd was met een hem vreemd meisje, dat een half millioen mee bracht! Het braoht Nathan tot de overtuiging, dat Drew niet gemakkelijk te ontmaskeren zou zijn. En verondersteld, dat hij werke lijk van Anne ging houden? En zij van hem? Dan zouden ze hun huwelijk als echt en geldig kunnen gaan beschouwen en bij elkaar blijven, geld of geen geld Na een verblijf van twee dagen in Washington namen Farquahr en Anne den nachttrein naar New-York. Toen de trein het station binnen reed, schrokken ze in de volle coupé wakker en haastten zich naar een hotel, waar ze ieder hun eigen kamer betrokken. Den volgenden dag gingen ze op de boot. Ondanks de volte was Farquahr erin ge slaagd twee dekhutten te bemachtigen. 'n Dure geschiedenis, mevrouw," grin nikte hij, „zoo'n huwelijk voor den vorm! Hier is de sleutel van je hut, zet er het nummer op.511." „Vijfhonderd elf, ja Alex." „Je moet geen Alex tegen me zeggen," zei hij met ongewone scherpte, „zeg Andy!" „Maar je werd toch altijd Alex ge noemd?" „Niet meer na mijn vertrek uit het Zuiden." Denkelijk had zijn vader, zoo dacht ze, toen hij brak met zijn familie, ook alle oude herinneringen zooveel mogelijk willen lütwisschen, zelfs de bijnaampjes der kin deren. „Andy?" herhaalde ze, „dat komt me zoo onbekend voor. Kan ik niet beter beginnen met Alexander te zeggen en dan zoo lang zamerhand me aan Andy gewennen?" „Begin met Andy, jonge dame," drong hij aan. „dan weet ik dadelijk, tegen wien je het hebt." „Ik heb nog nooit iemand gekend, die Andy heette," zei ze, om iets te zeggen, toen hij zwijgend een sigaret opstak, „die kleine jongen, met wien we vroeger speel den, heette Andrew, maar we noemden hem altijd Drew.Herinner je je hem nog?" Hij keek haar aan met een heimelijk spottend glimlachje en zei: „beter dan jij." „Ja, je was ook ouder. Ik weet niet meer, dan dat er een kleine jongen was. Ik ge loof. dat zijn vader gestorven is." „Ja, die arme drommel viel in de klau wen van een oude tante en trok er toen vandoor." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5