iim\ DAGBLAD
Koninklijk bezoek öü/i Amsterdam - Défilé in het Stadion
77ste iaargsng
'Tweede Blad
m
FEUILLETON
Door 't wanhopige heen
INTERIEUR VAN HET MAUSOLEUM VAN DE FAMILIE JAC. URLUS TE
NOORD WIJK waarin gisteren het stoffelijke overschot van den.
grooten zanger werd bijgezet.
OP HET BALCON. De menigte hield niet op de vorste- DE KONINKLIJKE FAMILIE IN' AMSTERDAM. Duizenden had-
lijke personen toe te juichen en groot was het enthousiasme den zich opgesteld voor het paleis.op den Dam. Uit bovenstaande foto
toen zij op het balcon verschenen. krijgt men een uitstekenden indruk hoe groot de belangstelling was.
KONINGIN, PRINSES JULIANA, PRINS BERNHARD, DIENS MOEDER EN BROEDER OP DE EERE-TR1BUNE,
luisterende naar het Wilhelmus, dat door duizenden werd
meegezongen.
MARY HASTINGS BRADLEY
door Mi'. H. J. P. H.
12)
.,We zouden het landgoed hier dan in uw
handen kunnen laten, notaris, als onze
zaakwaarnemer en het deel van Nathan
óan vast door u laten uitbetalenWel,
nicht Annezullen we het doenof
niet?"
.Nathan kwam haastig tusschen beiden,
uit vrees, dat Farquahr te veel te hooren
zou krijgen over de voorwaarden van het
testament.
..Anne behoeft me geen helft van de
'ante te geven," zei hij luchtig, maar met
efn gluiperig glimlachje. „Eigenlijk heeft
ze nog
„Ik moet even kunnen nadenken," zei
Anne ademloos.
„Laten we samen denken," zei Farquahr.
■Als we eens. zooals miss Randall daar
even voorstelde, wat ln den tuin gingen
fandelen
„De muggen zouden ons te veel plagen
en hinderen," zei Anne. „Laten we liever
in de eetkamer gaan."
Samen gingen ze de kamer uit naar de
hal en plotseling stak Anne haar neusje in
°e lucht en begon aanstekelijk te lachen.
„Ik voel me toch zoo dwaas, zooals ik
daar nu plechtig de kamer uitga, om te be
vissen, of ik overmorgen met je zal trou
wen of niet!"
..Laten we kruis of munt gooien!"
„Je spot er een beetje te veel mee, neef
Alex! Maar het lijkt toch ook wel op een
ouderwetsche koninklijke verloving, met al
dat dwaze gepraat eromheen, is het zoo
niet?.... Ik wou, dat we wat meer tijd
hadden!"
„Ik niet," zei hij botweg, stilstaande voor
den ingang der flauw verlichte eetkamer.
Ik zou me nog grooter dwaas voelen, als ik
aan al die hofmakerij moest gaan doen
en jij trouwens ook. Komwat stel je
voor. dat we doen zullen?"
Hij leunde achteloos tegen de witgelakte
deurpost en keek haar met zijn donkere
oogen plagend aan.
„Hoe beval ik je?" vroeg hij uitdagend.
„Denk je, dat je me op mijn woord geloo-
ven kunt? Vertrouw je, dat ik mijn belof
ten trouw zal blijven?"
„Wat het geld betreft? Ja, natuurlijk.
„Neen. wat jou zelf betreft," grinnikte
hij. „Dat het bij een schijnhuwelijk zal
blijven en ik niet echt van je zal gaan
houden."
Haar angstige blik gaf hem genoeg te
kennen dat zij daaraan zelfs geen oogen-
blik getwijfeld had en hij had pret in haar
eenvoudigheid.
„Toch wel..^. Natuurlijk!" stamelde zij.
Neen, niet natuurlijk! dacht hij bij zich
zelf. Ze was immers geen meisje, waarvoor
een man lang onverschillig zou kunnen
blijven. Hij vroeg zich af, wat ze doen zou,
als hij haar in zijn armen nam en een kus
gaf. Hij had zoo lang geen omgang gehad
met een welopgevoed meisje. Maar hij zou
haar het spel niet laten bederven. Ze zou
den later nog tijd genoeg hebben, als ze
eerst maar op ziin voorstel inging. Hij kon
echter niet nalaten een beetje den spot
met haar te drijven.
„Waarom natuuflijk?" vroeg hij. „Je
kent me immers heelemaal niet?"
„Welje.... je bent immers mijn
neef. En ik ken je welIk heb je zeven
jaar lang gekend. Zeg eens eerlijk, neef
Alex kun je je mij nu werkelijk nog her
inneren?"
Hij sloot half de oogen en trachtte terug
te denken. Hij kon zich herinneren dat hij
een klein roodharig meisje gekend had, dat
wanhopige pogingen aanwendde om met
hun jongensspelen mee te doen, maar hij
kon haar zich toch niet duidelijk meer
voorstellen. Maar hij kon zich nog wel en
kele voorvallen herinneren. Hij wist nog
van een gestookt vuurtje, dat ze samen
hadden aangestoken en de vernielende
brand, die er het gevolg van geweest was.
Maar daarover kon hij niet praten. Want
dat was een herinnering van Andrew Far
quahr, niet van Alex.
„Ik herinner me nog wel, dat je er was,"
zei hij omzichtig. „Maar een kleinen jon
gen vergeet zoo gauw. Toch weet ik nog
wel enkele dingen."
„Ik geloof, dat je dacht, dat ik een ver
schrikkelijk vervelende baby was," zei ze.
„Maar ik herinner me sommige dingen ook
nog. Ik weet nog heel goed. hoe Nathan
dat schildpadje van je doodtrapte en hoe
we aliebei hadden gehuild. We hebben het
plechtig begraven. Weet je dat nog?"
Hij knikte. Heel vaag herinnerde hij zich
nog, dat Alex schildpadden hield, maar hij
had veel meer opgehad met marmotjes.
„Ik zal je in Dar-Es-Salam schildpadden
laten zien, die Nathan niet zou kunnen
doodtrappen," beloofde hij haar. „Als je
tenminste meekomt.Kom.zullen we
een trouwpermlssie halen en onze koffers
pakken.of gaat het geld naar de lief
dadige instellingen?"
„Instellingen?"
„Krijgen die het dan niet, als jij het
niet krijgtals ik het niet krijg?"
„Weineen! Dan erft Nathan!"
„Vrijwel hetzelfde. Hij is ook een soort
instelling," zei hij langzaam, zonder de
minste verwondering te toonen. Maar wat
had Nathan er voor den drommel mee voor
gehad tegen hem te liegen? Wat voor spel
speelde hij met hem?
Hij sloot half de oogen en leunde loom
tegen den deurpost. Zooals hij daar stond,
vertoonde zijn gelaat alle teekenen van
vermoeidheid en waren diepe donkere
kringen onder zijn oogen duidelijk zicht
baar.
Toen Anne naar hem keek. beving haar
plotseling een groot medelijden.
„Je bent moe en je voelt je niet lekker,"
zei ze hartelijk. „Al dat gepraat en al die
onderhandelingen moeten wel afschuwelijk
voor je zijn!"
Onder zlin zware oogleden door keek hij
haar aan met een loom glimlachje.
„Laten we er dan mee uitscheiden." zei
hij. Laten we zeggen, dat het voor elkaar
is! Wat?"
Haar antwoord was een huiverend glim
lachje. Ze vond het een soort geruststel
ling, dat hij zich ziek en zwak gevoelde.
Met een man als hij was ze natuurlijk
veilig genoeg. En bovendien, hij was
immers haar eigen neef. Ze kon op hem
vertrouwen.
HOOFDSTUK IV.
Anne Harken in haar bruidsjapon zat
boven aan de trap te luisteren naar het
gebabbel der gasten, die beneden bijeen
gekomen waren voor de ulechtigheid. Ze
dacht er over na. ho» afschuwelijk men-
schenstemmen toch eigenlijk klinken. Dat
scheen een heel buiten nissige gedachte, nu
ze zooveei ernstiger dingen had om over
na te denken.
Ze voelde ziqh gedrukt, als lag er een
looden last op haar schouders. Ze voelde
alles als zoo onwerkelijk aan. Het was iets
onwerkelijks, dat ze naar beneden zou gaan
in den salon en daar trouwen met een
man, dien ze nauwelijks kende. Het was
iets onwerkelijks, dat ze met hem mee zou
gaan naar het buitenland. Afrika! Wat
klonk dat onzinnig!
Het leek haar onmogelijk, dat ze er toe
zou kunnen besluiten de trap af te gaan
tusschen al die menschen daar in de ka
mer. Maar toch wist ze, dat ze het doen
zou, onvermijdelijk, als speelde ze een rol
in een drama, waaraan niet te ontkomen
was. Als ze het niet deed, dan zou ze haar
huis en alles, wat haar in het leven dier
baar was geweest, onverbiddelijk verliezen.
Ze zou de oude kanrer van haar moeder en
alle dingen, die haar lief waren, al haar
oude portretten en intieme dingen kwijt
raken. Ze zou alles en alles verliezen.
Nu verloor ze wel tijdelijk haar tehuis,
omdat ze op reis ging, maar ze zou er toch
altijd weer kunnen terugkomen. Nathan
zou er tijdens haar afwezigheid in wonen
en het voor haar bewaren. Alle papieren,
waarin dat beschreven was, lagen klaar om
geteekend te worden en het wachten was
alleen nog maar op een wettigen echtge
noot, die ze voor haar onderteekenen zou.
Haar echtgenoot! Het woord wekte in
haar niets anders dan een gevoel van iets
ondragelijks. Dat kwam, zoo maakte zij
zich wijs. omdat hij niet haar echte man
zou worden Het was geen echt huwelijk.
Het was slechts een voorwendsel dat nood
zakelijk was om te ontkomen aan de haat
gevoelens. waarmee een oude man haar
moeder en haarzelf in het ongeluk had
willen storten.
(Wordt vervolgd).