De verdediging van Indië Hollanders uil Berlijn uilgewezen 0! die zenuwhoofdpijn! AKKERTJES 77,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 26 Augustus 1936 Derde Blad No. 23441 Geen nieuwe kruiser Aanschaffing van klein materiaal voor de zeemacht Bommenwerpers voor de landmacht GEMENGD NIEUWS. Repressaille van de Duitsche regeering jegens de Nederlandsche Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van het dertiende hoofdstuk der rijks begrooting voor 1936. Hierbij wordt de post „tegemoetkoming aan Nederlandsch-Indië in de bestrijding ran de uitgaven voor de Marine" verhoogd met f. 1 millioen, terwijl als nieuwe post wordt opgenomen „vergoeding aan Neder landsch-Indië van rente en aflossing van kapitaal, opgenomen voor bekostiging van materieel voor de weermacht", waarvan J. 35.000 voor rente en een memoriepost voor aflossing. Bij deze gelegenheid geeft minister Co- lijn levens gevolg aan zijn toezegging om nog voor het einde van dit zittingsjaar mededeeling te doen van de voornemens der regeering met betrekking tot de In dische defensie. Na' de conclusies der twee stroomingen ln de commissie-Kan te hebben gememo reerd, zegt de minister, dat de vraag, of de eene of de andere dezer meeningen zal moeten worden gevolgd, er mede een is van financieelen aard. Het zal zelfs vooral van de ontwikkeling van den financieelen toestad in de naaste toekomst afhangen, in hoeverre op den duur in de exploitatie eener vloot en luchtmacht van een bepaalde samenstelling zal kunnen worden voorzien. Uiteraard zal daarbij mede van invloed lijn, in hoeverre men er in zal kunnen slagen de exploitatiekosten door het tref fen van maatregelen op het stuk der per soneelsvoorziening in gunstigen zin te beïnvloeden. Het nemen van een beslissing dienaangaande is thans nog niet noodig, omdat, hoe die beslissing ook uitvalt, in de naaste toekomst op het stuk der krui sers toch geen bijzondere maatregelen be hoeven te worden genomen, daar de „Java" en .Sumatra" eerst in 1925/26 in dienst zijn gesteld en de ,X>e Ruyter" pas in dezen nazomer aan de vloot zal worden toegevoegd. Op stapel zetten van een nieuwen kruiser behoeft op dit oogenblik der halve niet overwogen te worden. De regeering acht het daarom doelmatig de in het licht der tegenwoordige in ternationale verhoudingen, urgente versterking der Indische maritieme defensie allereerst te doen plaats heb ben door voort te gaan met den aan bouw van het kleine materiaal, dat, onverschillig of men de meerderheid of de minderheid der commissie-Kan volgt, er in ieder geval zal moeten zijn. Dit kleine materieel, waarvan de sterkte volgens beide plannen dezelfde Is, betreft 12 jagers en 18 onderzee- booten. Indien men dit kleine materiaal eind 1940 op sterkte wil hebben moeten er vóór (ten tijd vier nieuwe jagers en negen on- derzeebooten waarvan de K. 19 en 2ü reeds op stapel staan voltooid zijn. Intusschen verdient het, vooral met hei oog op de personeelsvoorziening, geen aan beveling om het totaal der ontbrekende vaartuigen dadelijk en dus met eenige overhaasting op stapel te zetten. Voorzich tigheid hierbij is mede geboden wijl zoo weinig zekerheid bestaat met betrekking tot de financieele perspectieven. Het is in verband met deze overwegin gen, dat de regeering voor het oogenblik niet verder wenscht te gaan dan te beslui ten tot aanbouw van twee jagers en vier onderzeebooten (boven de reeds in aan bouw zijnde K. 19 en 201 waarvoor de noo dige gelden echter eerst in 1937 beschik baar behoeven te zijn. De toestand van de luchtmacht is in menig opzicht ongunstiger dan die van de scheepsmacht. In den loop van de vier jaren is nagenoeg algehcele vernieuwing van het luchtmaterieel der zeemacht noodzakelijk, terwijl dat van de landmacht uitbreiding behoeft. Afgezien van de vraag, aan welke zijde Bon de grootste waarde voor de weer- Bacht zal hebben te zoeken kruisers of SWote gevechts-vliegtulgen (bommen werpers) zoolang er groot bovenwater- Bateriaal in dienst gehouden wordt en dat dat fe op het oogenblik het geval, kan aan de aanschaffing van een zoo omvangrijke Bchtvloot niet gedacht worden, terwijl eok de opleiding daarvoor in korten tijd te «oge eischen zou stellen. Echter kunnen ae bommenwerpers voor de landmacht in "ederlandsch-Indië ook niet ten eenen- Bale achterwege worden gelaten, wijl zij aak voor de maritieme defensie vooral B de min of meer blootgestelde gebieden jan dan buitenomtrek van Nederlandsch- indië en meer in het bijzonder voor de rerdediging van belangrijke, afgelegen ™iecten onmisbaar zijn te achten. hi verband daarmede is gedacht aan de geleidelijke aanschaffing van rioote gevechtsvliegtuigen (bommen werpers) voor de Indische landmacht, voorioopig tot een aantal van 3 maal 19 is 39. JkhVijl in 1930 nog aan 72 groote zee- erkenners gedacht werd en er, uitgaande /b dit aantal, voor einde 1940 niet min- udari 54 vernieuwd moeten worden, ver- de regeering, in verband met de aanschaffing van bovenbedoelde gevechts vliegtuigen voor de landmacht, mét een kleiner aantal vermoedelijk een 60-tal groote zeeverkenners te kunnen vol staan. Daarvoor is onlangs, gebruik ma kende van een principepost van f. 10.000 op de Indische begrooting, een bestelling van 6 Dorniers geplaatst. Het ligt in het voornemen om boven dat aantal dit jaar nog 12 zeeverkenners te bestellen en de voorbereidingen te treffen voor de bestel ling in 1937 van een verdere groep van 18 dergelijke verkenners, waarvan een deel hier te lande zal kunnen worden gebouwd. Ter voorziening in de behoefte aan groote gevechtsvliegtuigen voor de land macht laat de Indische begrooting voor 1936 slechts ruimte voor de aanschaffing van 7 Glenn Martin-bommenwerpers. Toen de Indische regeering evenwel, in verband met de ontwikkeling der internationale omstandigheden, verzocht om een bestel ling van 13 dezer vliegtuigen te plaatsen, heeft de minister daaraan gevolg gegeven, ook wijl daardoor de prijs per vliegtuig niet onbelangrijk daalde. Voor 6 dezer vliegtuigen zullen derhalve nog de noodige gelden bij suppletoire begrooting zijn aan te vragen, evenals voor de hooger bedoelde 6 Dorniers. Boven hetgeen reeds door den begroo- tingswetgever werd beschikbaar gesteld voor den aanbouw van de K. 19 en 20 en voor de aanschaffing van 7 Glenn Martin vliegtuigen, zullen de gelden voor de uit voering van 't bovenuiteengezet bouwplan, behoudens een bedrag van f. 4.000.000 voor vliegtuigbouw, dat suppletoir zal worden aangevraagd op den dienst 1936, achter eenvolgens worden gebracht ten laste van de dienstjaren 1937 tot en met 1940. Voor de financiering van deze uitgaven is de regeering te rade geworden, dat het aanbeveling verdient, gezien den budgetai- ren toestand zoowel van Nederlandsch- Indië als van Nederland, die uitgaven te brengen ten laste van den buitengewonen dienst der Indische begrooting met vergoe- ring van rente en aflossing althans zoo lang de financieele toestand van Nederl.- Indië dit noodig maakt ten laste van de Rijksbegrootlng. Het wordt juister geacht deze kapitaals uitgaven niet dadelijk in haar volle zwaarte, doch eerst geleidelijk ten laste van den ge wonen dienst te brengen, waarbij door een regeling van de amortisatie in overeen stemming met den gebruiksduur van de verschillende soorten van materieel er voor gewaakt dient te worden, dat uit dien hoofde geen lasten meer op den gewonen dienst zullen drukken wanneer tot vervan ging van dit materieel moet worden over gegaan. De hiervoor aan te nemen amor tisatie-termijnen zijn 7 jaar voor de ge vechtsvliegtuigen van de landmacht, 10 jaar voor de zeeverkenners en 16 jaar voor de torpedojagers en onderzeebooten, zul lende de eerste termijn ingaan met het jaar volgende op dat van indienststelling. De regeering acht het gewenscht deze regeling al dadelijk te doen ingaan voor het bedrag van f. 4.000.000, dat alsnog op de Indische begrooting voor 1936 suppletoir moet worden uitgetrokken voor de zeever kenners en bommenwerpers, welke zoo als boven reeds werd vermeld zijn of moeten worden besteld boven het aantal van respectievelijk 6 en 7. waarvoor op de loopende begrooting de noodige fondsen beschikbaar zijn. De voorgestelde regeling van de finan ciering der kapitaalsuitgaven voor het hoo. ger aangegeven Indische defensie-materieel zal in afwachting van een nieuwe rege ling komen naast de in de Memorie van Toelichting bij het 11de hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1935 ontvouwde rege ling van verdeeling der kosten van de ma ritieme Defensie van Indië tusschen de Rijksbegrooting en de Indische begrooting. Volgens deze regeling worden de bedoelde uitgaven in haar geheel gebracht ten laste van de Indische begrooting met een bij drage ten laste van de rijksbegrooting. waarvan het bedrag telken jare door den begrootingswetgever wordt bepaald met inachtneming van den financieelen toe stand van beide deelen van het koninkrijk, behoudens dat ten minste 50 »/o dier uit gaven aan Indië zal worden vergoed. Op dezen voet bedroeg de bijdrage van Nederland in 1935 f. 12.000.000, terwijl voor 1936 een gelijk bedrag werd uitgetrokken, doch indirect de bijdrage met f. 2,000.000 werd verhoogd, doordat de op de Indische begrooting uitgetrokken gelden voor den 2den termijn van aanbouw van de K 19 en 20 niet besteed behoeven te worden, aan gezien daarin werd voorzien door de be grooting van het Defensiefonds. Als gevolg van een en ander bleven in 1935 van de netto f. 18 millioen bedragende uitgaven voor de zeemacht in Indië per saldo rond f. 6 millioen op de Indische be grooting drukken (voorloopige uitkom sten), terwijl de raming voor 1936 een stijging van dit laatste bedrag tot f. 8,7 millioen te zien geeft. Daarbij is evenwel nog geen rekening gehouden met de te verwachten stijging van de bedrijfsuitga- ven als gevolg van eenige maatregelen, die geen uitstel kunnen lijden, waartoe de regeering zich in verband met den inter nationalen toestand onlangs genoopt ge zien heeft. Het komt den minister redelijk voor, dat Nederland 80 °/o van die meer dere uitgaven, welke op f. 1.250.000 wor den geraamd, door verhooging van de bij drage voor zijn rekening neemt. In ver band hiermede is in het ontwerp een ver hooging van de moederlandsche bijdrage van f. 1 millioen opgenomen. Tegenover deze verhooging kan echter een verminde ring van personeeluitgaven worden ge steld op de defensiebegrooting voor 1936 ad f. 355.300. Een wetsontwerp tot verla ging van deze begrooting is in voorbe reiding en zal zoo spoedig mogelijk bij de Staten-Generaal worden ingediend. NEDERLANDSCH REISGEZELSCHAP IN DUITSCHLAND ZIEK GEWORDEN. Nog tien patiënten worden te Honnef verpleegd. Vrijdagavond J.I., toen een reisgezelschap van de N.R.V. onder leiding van den heer J. Schreuder te Groningen, bestaande uit dertig personen, zich te Honnef bij Keulen bevond, werd een der reisgenooten plotse ling ernstig ongesteld, zoodat overbren ging naar een ziekenhuis gewenscht was. Zaterdagochtend openbaarden zich in min dere of meerdere mate dezelfde verschijn selen: buikpijn, diarrhee en koorts, bij het grootste deel van 't gezelschap. Op last van den geneesheer werden negen van de ern stigste patiënten naar het ziekenhuis ver voerd. terwijl aan de overige twintig per sonen verboden werd te vertrekken, zoo dat het laatste deel van het programma, bestaande uit wandeltochten in den om trek, niet kon worden uitgevoerd. Het bacteriologisch onderzoek wees ge lukkig uit, dat men hier niet met een kwaadaardig geval van besmetting te doen had, zoodat de deelnemers, die zich goed genoeg gevoelden, hun reis konden vervol gen en Zondag met den leider naar Ne derland mochten vertrekken. Wat de oorzaak van de vergiftigingsver schijnselen was, is nog niet vastgesteld kunnen worden. De andere gasten in het hotel, waar het gezelschap vertoefde en waar zich de vergiftigingsverschijnselen openbaarden, bleven allen gezond. Onder weg hadden de meeste leden van het gezel schap slagroomgebak gebruikt. Onmiddel lijk is een onderzoek in die richting inge steld, maar het resultaat daarvan was den leider nog niet bekend. De tien zieken die nog te Honnef worden verpleegd, zijn bui ten gevaar. De leider zelf ondervindt nog de naweeën van de vergiftigingsverschijn selen. FAMILIE DOOR BIJEN OVERVALLEN. Een Amsterdamsche familie, die haar vacantie op de Veluwe doorbrengt is gister middag een onaangenaam avontuur over komen. De familie, dr. Weydland. zijn echt- genoote en hun vijfiiarie dochtertje, maak ten per auto een uitstapje naar de om geving van Teriet, waar men ging pick nicken. Op haar wandeling over de heide is de familie plotseling overvallen door een biien- zwerm die door een of andere oorzaak, die onbekend is gebleven, woedend was en de drie vacantiegasten te liif ging Ieder van de slachtoffers kreeg een 60-tal bijen steken Een Amsterdammer, die toevallig per auto passeerde, heeft de drie slachtoffers in ziin auto onmiddellijk naar het Diaco- nessenhuis te Arnhem vervoerd, waar hun toestand dusdanig ernstig bleek te ziin, dat opneming noodzakelijk was. Vooral het dochtertje is er vrii ernstig aan toe. Ge lukkig was de toestapd gisteravond van alle drie de slachtoffers vrii gunstig al zullen zii nog geruimen tijd verpleging in het ziekenhuis behoeven. „Tel." MOTORDRIEWIELER RAMT EEN WINKELPUI. Od het Purmerplein in Tuindorp Nieu- wendam te Amsterdam heeft een motor driewieler in de winkel „Het Noorden" gisteravond vrii groote schade aangericht. Doordat de zadelbrug van het voertuig brak, raakte de bestuurder de macht over het stuur kwiit. De wagen reed met groote vaart tegen het trottoir op. tegen de etalage van de zaak in huishoudelijke artikelen. Door den schok ging de groote vensterruit in scherven en de in de uitstalling gelegde artikelen ondervonden daarvan de nadee- lige gevolgen. Een achttienjarig meisje uit „s Zomers Buiten" dat op het trottoir liep te wan delen. werd door den driewieler gegrepen en tegen den grond geworpen. Zii bleek er echter vrii goed afgekomen te ziin. De ge neeskundige dienst heeft het slachtoffer naar het Binnengasthuis gebracht, waar de beenwonde, welke het meisle had opge- loopen, is gehecht. Later is zij naar haar woning vervoerd EEN BRANDSTICHTER IN EEN KLOOSTER. Dezer dagen brak voor de derde maal in enkele weken tiids brand uit op de ter reinen van het Trappistenklooster De Kie viet te Schijf bti Zundert. Ditmaal ging op nieuw een groote houtmijt van 2000 tak kenbossen in vlammen op. aldus de Tel. In dit verband werden ook na de brand stichtingen van eenige dagen geleden de onderzoekingen in een andere richting ge leid en wel met een voorioopig verrassend resultaat. Vanzelfsprekend trokken deze herhaalde brandstichtingen ten zeerste de aandacht en werden tal van veronderstellingen ge opperd. Aanvankelijk was het algemeene oordeel, ook van de politie-autoriteiten, dat deze herhaalde brandstichtingen op reke ning geschoven moesten worden van min der goed-willende elementen van het nabij gelegen Sint Willibrord. of wel het Heike. Deze Heikemenschen zouden dan uit wraak handelen, omdat hun. in verband met ver schillende wandaden, door den prior van het klooster de toegang tot de landerijen van het klooster was ontzegd. Hoe de justitie echter ook speurde, eenigerlei bewijs kreeg men in deze rich ting niet. terwijl het daarenboven vreemd aandeed, dat de bewoners van St. Willi brord, dat nog eenige K.M. van het klooster afligt, zouden weten wanneer precies het klooster niet bewaakt werd door de mare chaussees. Het schünt n.l. dat zich onder de leden van het kloostergemeenschap een „pyro maan" bevindt, die de kloostereigendommen als doelwit van ziin abnormale neigingen zou gebruiken. Wel heeft de man nog geen bekentenissen afgelegd en heeft men nog geen positieve bewiizen tegen hem doch het onderzoek in deze richting wordt voort gezet. terwijl maatregelen ziin getroffen, dat niet een vierde maal een brand met wellicht noodlottige gevolgen zou worden gesticht o De regeeringspersdienst meldt: In den loop der laatste jaren hebben de Nederlandsche autoriteiten zich meermalen genoopt gezien, hier te lande gevestigde Duitschers uit te wijzen, daar zij bleken te hebben ge handeld in strijd met de regelen die de regeering had gesteld ten aanzien van de organisatie van vreemdelingen hier te lande in verband met het te hunnen aanzien geldend verbod van politieke actie. Kortelings moesten op dezen grond weder vier Duitschers, werkzaam bij de steenkolenmijnen in Limburg, uit het land worden verwijderd. Voordat aan het be sluit tot uitwijzing gevolg was gegeven, werden door het Duitsche gezantschap bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken stappen ondernomen, strekkende om de uitzetting te doen opschorten en een nader onderzoek terzake te doen instellen. Er zouden wellicht termen zijn geweest om aan dit verzoek tot een nader onder zoek te voldoen, ware het niet, dat van Duitsche zijde de bedreiging werd geuit dat, werd niet aan het verzoek voldaan, vier willekeurige Nederlanders uit Duitsch- land zouden worden uitgewezen. De ambte naar van het Ministerie van Buitenland sche Zaken bij wien de démarche werd ge daan, had nog, alvorens de regeering met den Duitschen stap in kennis te stellen, er met nadruk op gewezen, dat de bedreiging wel haast onmogelijk zou maken, het Duitsche verzoek in overweging te nemen, doch men bleek te Berlijn niet bereid die bedreiging terug te nemen. De Nederlandsche Regeering harer zijds was niet bereid, onder bedreiging verdere besprekingen te voeren, en de uitzetting van Duitschers uit Neder land heeft hierna conform het besluit plaats gevonden. De uitwijzing van Nederlanders te Ber lijn is dus als een represaille op te vatten, als hoedanig zij ook door de Duitsche regeering ter kennis van de betrokken Nederlanders is gebracht. Aan Hr. Ms. Gezant is opgedragen te Berlijn tegen de voorgenomen uitzetting, als zijnde in strijd met de bestaande ver dragen, te protesteeren en op intrekking ervan aan te dringen. De namen van de vier Nederlanders aldus vernemen wij nader van wien is aangezegd Duitschland te verlaten, zijn: A. Hes, tandarts. W. de Heer, accountant, P. E. Peters, kunsthandelaar en E. F. L. van Lith Harrebomee, redacteur-vertaler van het Niederiandisches persbureau te Berlijn, allen woonachtig te Berlijn. Het bevel tot uitwijzing heeft volgens de „Tel." uit den aard der zaak bij de Neder landsche kolonie veel opzien gebaard en een zekere nervositeit veroorzaakt. Het dagelijksch bestuur van ..Hollandia" te Berlijn heeft reeds een onderhoud ge had met den Polizeiprasident, den heer Koek. Het bestuur zou den indruk gekregen hebben, dat het besluit niet als onherroe pelijk moet worden beschouwd. De vier uitgewezenen zijn, behalve de heer Hes, die Israëliet is, allen „Ariërs". De heer P. E. Peters drijft den bekenden kunsthandel op den hoek van de Fried- richstrasse en de Leipzigerstrasse te Ber lijn. Hij is tot de Deutsche Kulturkammer toegelaten. De galerij „Pepeters" geldt als een van de drukste kunsthandels te Ber lijn. De heer W. A. H. de Heer was in Neder land op kunstgebied werkzaam, behaalde de akte M. O. boekhouden en vestigde zich als accountant te Berlijn. Hij was o.m. accountant van het Mansfeld Concern en leidde de reorganisatie van deze Duitsche kopertrust. De heer De Heer, die aan den Kaiserdamm zijn kantoor heeft, wordt ge noemd als de propagandaleider van de N.S.B. te Berlijn. De heer S. van Lith Harrebomée is de zoon van een Nederlandschen zeeofficier en sedert 1934 tweede secretaris van de Ned. Staatsburgersvereeniging „Hollandia". De heer A. Hes is een van de talrijke Nederlandsche dentisten, die naar Duitsch land trokken om een eigen praktijk uit te oefenen. Hij is reeds vele jaren te Ber lijn gevestigd. ONREGELMATIGHEDEN OP EEN NOTARISKANTOOR. Omtrent de onregelmatigheden op een notariskantoor te Princenhage verneemt de N.R.Crt. dat gisteren een arrestatiebevel tegen den notarisklerk, die in het buiten land vertoeft, is uitgevaardigd. Bebleken is dat deze klerk, verschillende hypotheek- acten valschelijk heeft opgemaakt en de aldus ontvangen gelden te eigen bate heeft aangewend De zaak kwam uit toen tijdens afwezigheid van den notaris iemand uit Breda zich bii den eersten candidaat ver voegde en zijn verwondering te kennen gaf dat hem de rente van een bepaalde hypo theek niet was overgemaakt. Toen den candidaat bleek, dat deze hypotheek niet in de boeken voorkwam, vroeg hij de acte ter inzage. Daarbij bleek dat deze geheel en al valsch was en dat ook de handtee- keningen van den notaris en de getuigen valsch waren. Hij waarschuwde onmiddel- lilk den notaris, die zijn reis onderbrak en naar Princenhage terugkeerde. Inmiddels waren nog andere gevallen van fraude ont dekt. Notaris E. heeft onmiddellijk maat regelen genomen en heeft de valsche acten. voor zoover deze op dit oogenblik bekend zijn. ingenomen en de gedupeerden volko men schadeloos gesteld. Hoe groot het totale bedrag van de fraude is. is op het oogenblik nog niet bekend. De gelden, die tot op dit oogenblik ziin terugbetaald, be- loopen een bedrag van ongeveer f. 10.000. WIELRUDSTER DOOR AUTOBUS GEGREPEN. Gistermiddag is tijdens een verkeers opstopping te Ede de ongeveer 15-jarige mej. Anbeek uit Veenendaal uit de file van wielriiders geraakt en tegen een auto bus. welke naar het station ging. gebotst. Zit werd ernstig gewond naar het Juliana Ziekenhuis te Ede vervoerd, alwaar zii kort daarna aan de gevoleen van het ongeluk is overleden. BUITENLANDSCH GEMENGD. DE ONTPLOFFING AAN BOORD VAN DE „GORIZIA". Met betrekkina tot de ontploffing aan boord van het oorlogsschip „Gorozia" is een officieel communiqué uitgegeven, waarin wordt meegedeeld, dat in den voorsteven een ontploffing heeft plaats gevonden, waarschiindlik in de benzine-opslagplaats. De bepantsering werd daarbij beschadigd, doch het schip kon oo eigen kracht naar Gibraltar opstoomen. De Britsche admiraliteit heeft daar de hulp van het arsenaal ter beschikking ge steld. Na voorloooig herstel zal het schip, dat via Tanger uit Kiel oo weg naar Italië was. ztin basis in de Tyrrheensche zee weer bereiken. Bij de ontploffing vonden geen persoonlijke ongelukken plaats AUTO-ONGELUK. Tengevolge van een botsing tusschen een autobus met deelnemers aan een uitstapje en een particuliere auto bij Chambery, in Frankrijk, is de bus ln brand gevlogen. Naar tot nu toe vernomen werd zijn acht personen omgekomen en een dertigtal gewond. Tusschen Bautzen en Dresden is een auto die mei groote snelheid een bus voor bijreed, daarmee in aanraking gekomen en omgeslagen. Van de vier inzittenden zijn drie gedood, de vierde gekwetst. maar daartegen zijn immers die "AKKERTJES" een ware uitkomstl Ondervindt 't zelf en neem 1 of 2 Volgens recept van Apotheker Dumont 8103 (Ingez. Med.) Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. De slachtveehandel is deze week weer tamelijk vlot ingezet en nog steeds ziin de korte aanvoeren oorzaak van „hooge" prii- zen. Het ziin uitsluitend de slagers en de vleeschgrossiers die klagen over de hooge slachtveepri.izen. We hoorden dan ook thans van deze ziiden dat de 10 extra crisis belasting nu buitengewoon drukt od het slagersbedrijf en een behoorlijke winst marge momenteel niet is te maken. Door de besturen der organisaties wordt dan ook te Den Haag een vergadering gehouden waaroD de ministers van Landbouw en Sociale Zaken ziin uitgenoodigd. teneinde de slechte toestand in het slagersbedriif uit een te zetten en eenige verlichting te ver krijgen van drukkende lasten. Zoo zien we dus de rollen omgekeerd Het vorige iaar nog abnormaal lage veeprijzen en alar- meerende boeren, thans behoorlijke vee- prijzen en alarmeerende slagers Of de crisisheffing on rundvleesch echter direct zal worden opgeheven is zeer twijfelachtig, maar mogelijk wordt ze met de helft ver laagd Intusschen is er deze week over de geheele linie nog een kleine verhooging en ook het gebruiks- en weidevee was flink prijshoudend, a] verliep de markt in het algemeen weer stroef. De vette kalverenmarkt was zeer kalm gestemd, met iets gedrukte prijzen. Nuch tere kalveren bii zeer korte aanbiedingen vlugge handel en flink prijshoudend. Ook het wolvee kan weer vlot en tot hooeere orlizen worden verkocht. Er werd veel ge ëxporteerd. De varkensmarkt toonde zich ook tamelijk vast in prijs. De goede soorten deden 19'/- ct. enkele 20 cent oer pond en de lichtste soorten lS'/i19 ct. per pond levend. TREIN RIJDT DOOR STATIONSMUUR. Naar de bladen melden ziin in het station Opatowitz. nabij Koeniggraets (Tsjecho-Slowakiiei rangeerende goederen wagens door een stootblok gereden en door den muur van een goederendepot gedron gen. Er bevonden zich in deze ruimte iuist een aantal soldaten, van wie er vier zwaar en een aantal lichter gewond werden. GEVANGENISOPROER. Een aantal gevangenen in de gevangenis te Milledheville (Georgia V. St.) heeft vannacht gepoogd uit een slaapzaal uit te breken door onder luid rumoer de zaal deuren met lizeren 'cedstiilen in te slaan cn de zaal in brand te steken De cipiers schoten oo de gevangenen met schroot, daarbij één hunner gedood en 15 gewond werden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9