Het vliegtuigongeluk bij Hilversum - De werkzaamheden op Ypenburg"
BET HELSCH COMPLOT
77,le Jaargang
Tweede Blad
LEIDSCH DAGBLAD
FEUILLETON.
MILITAIR VLIEGTUIG NABIJ HILVERSUM VERONGELUKT. Vermoede
lijk door een motorstoring stortte gistermiddag een militair vliegtuig van groote
hoogte omlaag. De beide-inzittenden de sergeants Lemstra en Koeze werden ge
dood. De overblijfselen van het toestel.
HET VLIEGVELD „YPENBURG" BIJNA GEREED. Met man en macht wordt er ge
werkt, om de verschillende gebouwen op den openingsdag, 29 dezer, gereed te doen zijn. Op
den voorgrond het restaurant en seintorenachter de groote hangar.
HET WERELD-SCT! AKTölRNöOI TE NOTTINGHAM. Een
verkwikking voor dr. Max Euwe, in den vorm van een kop koffie.
Evenwel zijn blik houdt hij op het schaakbord gevestigd.
LANDDAG B.V.L. TE ALPHEN. V.T.h,r. de heeren Colijn, burge
meester van Alphen, Duymaer van Twist, voorz, Nat. Landstorm Com
missie, gen.-maj. de Iongh, inspecteur B.V.L.jhr. mr. von Fisenne,
plaatsverv, comm. der Koningin en Royaards, voorz. Gew. Landstorm.
DE GROOTE TENTOO STELLING ,,'T VOLLE PROFIJT" TE
ENSCHEDE. Een gedeelte van het enorme restaurant, dat opge
trokken is in den vorm van een schip.
DE VOOR-AVOND VAN DEN LANDDAG VAN DEN B.V.L. op het
IJsbaanterrein te Alphen. Het verlichtingsbataljon der genietroepen uit
Utrecht zoekt met schijnwerpers naar vliegtuigen boven het terrein.
DE SPAANSCHE BI H jfdR OORLOG. In de gelederen der Regeerings-
troepen strijdt de beroemde stierenvechter Casielles, die zich buitenge
woon onderscheidde. Hij ontvangt de strepen voor kapitein.
Vrij naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN.
47)
„Is de dokter al beneden?" vroeg ze
Memloos.
Het meisje knikte.
„wat is er aan de hand? Je ziet eruit,
-MI je door iets achtervolgd wordt,
meisje!"
„fat word ik ook. Zeg hem, wil je, dat
Ctiristina Caldwell hem graag even zou
spreken over iets verschrikkelijks, dat niet
Mn wachten. Maar misschien weet hij het
voegde zij erbij, want ze bedacht zich
meens. dat hij de ochtendkrant waar
schijnlijk al gelezen had.
Op datzelfde oogenblik opende de dokter
f™ de deur van zijn studeerkamer en toen
m) Christina zag, wenkte hij haar om bin-
te komen. Ze zag aan zijn gezicht, dat
il van de arrestatie van haar meesteres
°P de hoogte was.
mijnheer," riep zij uit en hij zou de
mepe wanhoop in haar stem nooit verge-
„U weet, wat ze gedaan hebben. Wat
ȟ?en we doen 0,111 !iaar weer vrlJ krii-
U zult er haar vandaag nog uithalen,
'e'. u helpt toch immers iedereen?"
„Mijn lieve meisje, Je kunt erop rekenen,
we al het mogelijke zullen doen. Ik wist
uel gisteravond al. Mrs. King is me alles
komen vertellen. Ze waren met haar op
White's Moss, bij haar broer te gast en ze
zijn gisteren allemaal met haar mee naar
Edinburg gekomen."
„Maar het is een leugen, een gemeene
leugen," riep ze uit. „Dat moesten ze toch
airect weten. Zij miss Dempster dooden! Zij
zou zelfs geen vlieg kwaad kunnen doen."
„Dat weten we, Christina en we zullen
het beste hopen. We zullen alles doen om
haar onschuld te bewijzen. Mr. Marchall
King heeft gezegd, dat hij zijn halve for
tuin ervoor over heeft en dat zij de beste
raadgevers en verdediger zal hebben."
Maar Christina luisterde met duidelijk
ongeduld.
„Maar ze moeten er haar vandaag nog
uitlaten. Het zal haar dooden, als ze in de
gevangenis moet blijven," zei ze, terwijl ze
haar handen wrong. „Ik weet, hoe het daar
is, al ben ik er zelf nooit in geweest. Wie
heeft de beschuldiging tegen haar inge
diend, dr. Guthrie?"
„Mrs. Dalgletsh."
„Ja, maar daar zal nog wel iemand
anders achter zitten," merkte Christina
slim op. „Dat durf ik te zweren. Daar is ze
niet brutaal genoeg voor. Ik kan u wel
vertellen, wie haar daartoe aangezet heeft.
Maar ik ben hierheen gekomen om u te
vertellen wat ik gezien heb," voegde zij er
met een veelbeteekenend knikje aan toe.
„Ik heb het al dien tijd verborgen gehou
den, waarvoor, weet ik eigenlijk zelf niet.
Mag ik u vertellen, wat ik den nacht, dat ik
Dalgleish en den dokter bespied heb, ge
zien heb? Het was de nacht, voordat miss
Dempster stierf."
De domme keek haar doordringend aan.
Hij had veel ondervinding van haar klasse
en soortgenooten en wist. dat hun verkla
ringen niet altijd te vertrouwen zijn, om
dat zij dikwijls geneigd zijn te overdrijven.
Maar het kon geen kwaad naar haar ver
haal te luisteren. Hij zei haar dus, dat zij
voort kon gaan en zij gaf hem een kort en
bondig relaas van de gedenkwaardige ge
beurtenissen van dien nacht.
De geestelijke luisterde ingespannen, zon
der zijn oogen ook maar een oogenblik van
het gezicht van het meisje af te wenden.
„Dit is heel belangrijk en waardevol,
Christina," zei hij, toen zij haar verhaal
beëindigd had. „Zoo belangrijk, dat het
waarschijnlijk je meesteres kan redden.
Ben je bereid dit onder eede in het ge
rechtshof te verklaren, wanneer je opge
roepen wordt?"
„Zou ik dat niet willen? Wanneer kan ik
erheen gaan, al gauw, zoodat ze haar vrij
laten?" vroeg ze koortsachtig.
„Nee, nee, in geen weken, zelfs in geen
maanden kunnen wij iets doen. Het hof
houdt op het oogenblik zelfs geen zitting."
„In geen weken of maanden? En moet
zij al dien tijd in de gevangenis blijven?"
„Ik ben bang van wel, tenzij ze haar
tegen borgtocht vrijlaten, maar dat wordt
in een dergelijk ernstig geval meestal niet
gedaan."
„O, het is verschrikkelijk! De wet is heel,
heel hard en onrechtvaardig!" riep ze in
groote verontwaardiging uit.
„Dat vinden wij alleen maar zoo, op het
oogenblik. Tracht kalm te blijven, meisje.
Je bent, geloof ik, heel erg verlangend haar
van dienst te zijn?"
„Ja, ik zou voor haar willen sterven," zei
ze eenvoudig.
„Je kunt je meesteres op het oogenblik
het beste dienen door stil te zijn. Vertel
aan niemand, totdat het juiste moment
gekomen is. wat je vandaag aan mij ver
teld hebt. Je kunt bet gerust aan mij over
laten en er op vertrouwen, dat je gêtuige-
nis op het juiste moment gebruikt zal
worden. Dus, mondje dicht, Christina, zal
je dat niet vergeten?"
Ze knikte en legde haar vinger op haar
lippen.
„Je mag me komen opzoeken zoo dikwijls
je het gevoel hebt, dat je er met iemand
over moet spreken. Ik beloof je, dat ik je
zal laten weten, wat er gebeurt en waar
schijnlijk zal jij het voorrecht hebben het
woord uit te spreken, waardoor alles voor
je meesteres een gunstige wending zal
nemen. Begrijp je dat?"
Christina knikte weer en haar gezicht
gloeide.
„Iets heeft me ertoe gedwongen, dien
nacht naar beneden te gaan," zei ze een
voudig. „Er was iets niet in orde en ik
moest het zien."
„Daar behoeven wij ons nu niet in te ver
diepen," zei dr. Guthrie. „Het was een van
die ingevingen, die slechts heel zelden tot
ons komen. Ga nu rustig aan je werk en
denk er aan, dat je meesteres van je ver
wacht, dat je trouw zult zijn. Als het mo
gelijk is, zal ik zien, of er niet een kans is,
dat je haar eens mag komen opzoeken."
Ze bedankte hem heel hartelijk en ver
dween. Toen zij weer op het plein kwam,
drong de werkelijkheid van alles eerst recht
tot haar door, want voor de deur van
numero 84 had zich een kleine menschen-
menigte verzameld en er stonden twee
politie-agenten op de stoep.
HOOFDSTUK XXXII.
De arm der wet.
Toen Christina de straat overstak, werd
de deur door William geopend, die met een
open mond van ontzetting te kijken stond.
De agenten letten niet op hem, maar lie
pen direct door naar binnen en William
wou net de deur weer dichtdoen, toen
Christina ademloos de stoep opgehold
kwam.
Ze smeet de deur voor den neus van de
starende menigte dicht en liep achter de
agenten de hall in. De twee oude dametjes
waren nu ook verschenen en waren met
schrik en ontzetting vervuld. Een van de
twee mannen richtte zich natuurlijk tot
haar.
„Het spijt me, dat wij u lastig moeten
vallen, maar ik heb het bevel gekregen om
het huis te doorzoeken." Hij haalde een
stuk papier uit zijn zak en hield dat haar
verschrikte oogen voor, maar zij schenen
het niet te begrijpen. „Het is ons voorna
melijk te doen om de kamer, waar miss
Dempster in gestorven is," legde hij met
een soort geduldige goedgeluimdheid uit,
zonder eenig vertoon van arrogantie of
tirannie.
„Ik ben bijna een vreemde in dit huis,
mijnheer en ik was niet hier, toen miss
Dempster stierf," zei miss Cummings be
vend. Op dat oogenblik kwam Christina
tusschenbeide.
„Mijn meesteres heeft mij de zorg van
haar huis opgedragen," zei ze rustig en on
bevreesd, wat miss Cummings met verba
zing vervulde. „Als u mij vertelt, wat u
hier komt doen, kan ik u misschien van
dienst zijn."
(Wordt vervolgd).