I KNUTSELHOEKJE EEN PORTEFEUILLE fa f'J- jba|». <far ho n pa p i Sr j* a v Car h«*. -TT O DE -D i- c c 0/ T- t> r Ditmaal maken we een portefeuille. Hoe groot ie die maakt, hangt er van af. wat er in geborgen moet worden. Zoon portefeuille is altijd langwerpig. Degene, die ie hier afgebeeld ziet. is in werkelijk heid 28 c.M. lang en 20 c.M. breed. Je hebt twee cartons noodig. die precies gelijk moeten zijn. Als je ze op elkaar legt mag er dus geen randje of hoekje uit steken. Aan de hoeken meet je 5 c.M. af op de lange kanten en 2 cM. op de korte kan ten. De teekening laat duidelijk zien. hoe het moet. Die punten worden verbonden met een dunne lijn Bij de vier kruisnun- ten moeten nu met een mesje insnijdin gen gemaakt worden van 1 of VU c M. Het band. waar je de portefeuille later mee dicht -trikt moet er door kunnen Elke insnijding loopt van een kruispunt langs de Hin naar het midden van het carton, dus niet naar den rand. In fig. I zie ie de vier streepjes. Voor den buitenkant gebruik ie marmer papier Je knint twee stukken af. die 31 c.M lang en 23 c.M. breed ziin. Het ditirak verboden). carton bestrijk je met plaksel, legt dat op een stuk marmer. Het papier moet dan aan alle kanten evenveel buiten het car ton uitsteken, zie fig. II. Aan de hoeken knip je een puntje af (het donkere stukje in fig. II en maak ie een vouwtje langs de punt van het carton, zooals de stippellijn in fig. II laat zien. Dat strookje (a) bestrijk ie met plaksel en dan vouw ie het om over de punt van het carton, fig. Hl Zoo doe ie ook met de andere hoekjes. Dan bestrijk je de papierstrook b met plaksel en vouw deze om. De andere kanten evenzoo. De hoeken zien er dan alle uit als fig IV Het tweede carton van de portefeuille 'oeplak je op dezelfde wiize met marmer napier. De binnenkant van de cartons worden met effen papier beplakt. Je kunt daar voor kastpapier of kaftpapier gebruiken W t staat heel mooi. maarhet is gauw vuil. Soms al vóór ie werk af is! Een ge kleurd velletje is daarom wel beter Bruin cf blauw wordt er dkwüls voor gebruikt. Het napier, dat je er tegen plakt, kleiner ziin dan het carton, dus 27 b centimeter. Het papier wordt met plaksel bestr en op het carton gelegd Vooral goed r dat er overal een geliik randje van carton overblijft. Als je papier op ca Plakt, moet het goed glad gestreken den. zoodat er geen plooien in bil zitten. Niet hard wrijven, want dan vochtig papier héél gauw stuk. Voori tig aandrukken met een doekje is beste. Als de twee cartons goed gedroogd moet je de insnijdingen even in het pier maken Het is altijd duidelijk te waar ze in het carton zitten. Daar d< dan met behulp van een mesje het door. De lange einden zitten aan den nenkant. zie fig. V. Dan doe je de p feuille dubbel en laat er de uiteinden hangen, (fig. VI). die lang genoeg zijl er een flinken strik van te maken H er op. dat de portefeuille een ..dik rug krijgt, als er veel papieren in zl INA VAN DEVE1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 18