Het einde der Vierdaagsche - De Koninklijke familie met üacantie
HET HELSCH COMPLOT
77ste Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Twec'e Blad
FEUILLETON.
DE KOMN kl IJ KE FAMILIE TE IIOHWALD In den tuin van het hotel. Links, jkvr. Baronesse van
Heemstra, geheel rechts de adj. van H.M. de Koningin Q. C. F. de Jonge van der Halen, gen. maj. tit»
Ned. Ind. Leger. Naast Jrinses Juliana, op de bank zittend
Jkvr. Baronesse Schimraelpenniek van der Oye.
DB LAATSTE DAG DER VIERDAAGSCHE.
Bovende oudste looper in de veteranen-groep, de heer Held uit Beemster, wordt gehuldigd
door de jeugd. Onder de soldaten komen binnen met
bloemen op het geweer.
IN GESPANNEN AANDACHT VOOR DEN DOBBER.
Het zwakke geslacht doet ook, waar het visschen betreft, niet onder voor
de mannen.
L L' CHTBESCHERM ING SOEFENIN GEN -
te Amsterdam. Op verschillende punten der
stad werden sirenes opgesteld. De sirene op
het geldkantoor aan den N.Z. Voorburgwal.
EEN DWERG IN DE DIERENWERELD. Bij den paarden
handelaar K. Graves te Loosduinen werd een Shetland Pony
geboren, welke slechts c.M. hoog is.
Moeder en kind aan den wandel.
Vrij naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN.
23)
„Ik zou niet graag willen, dat jij zoo
hard moest werken, Jess," zei hij vriende
lijk. „Heb nog even langer geduld en dan
komt er vast wel wat opdagen."
„Je komt nooit meer bij ons," zei ze
jaloersch. „Ik heb verscheidene dingen
van je gehoord. Ik geloof, dat je verliefd
hent op dat meisje, dat bij die oude
Patiënte van je is komen wonen."
Ruthven bloosde tot onder zijn haar
wortels. Hij wist zelfs niet, dat het meisje
het bestaan van miss Harman ont
dekt had.
„Je denkt waarschijnlijk, dat je erg knap
tent, Jess, maar dit keer heb je het toch
heelemaal bij het verkeerde eind", zei hij
koel. „Want zij haat me als de pest en ik
haar evenzeer en zoolang de oude dame
dek was, hebben we elkaar zooveel moge-
hjk ontloopen."
..Is ze al weer beter?" vroeg ze terloops,
terwijl ze zichzelf nog een kop thee in
schonk.
„Ze is gestorven, Jess en als je nu nog
Waar een paar weken geduld wilt hebben
Ml me niet lastig valt,, dan zal waarschijn-
hjk alles in orde zijn."
•Dus je verwacht geld?"
Hij knikte.
„En heel wat ook, meisje en dat zal al
dit lange wachten vergoeden," zei hij ver
trouwelijk, bij zichzelf overleggend, dat
het zeker het beste zou zijn haar met gifn-
stige berichten naar haar vader terug te
sturen, zoodat hij tijd won om zijn zaken
te regelen.
„Het zal natuurlijk nog wel even duren,
voordat ik het geld werkelijk in handen
heb, maar krijgen doe ik het zeker, daar
behoef Je niet bang voor te zijn. Dus je
wilt me wel beloven, dat je me niet lastig
meer zult vallen, hè Jess, want ik heb al
genoeg aan mijn hoofd gehad, den laat-
sten tijd."
„O, dat wil ik je graag beloven, zoolang
ik nog maar een paar weken moet wachten
en ik zal ze thuis ook wel kalm weten te
houden," zei ze goedhartig. „Je woont hier
erg prettig, Pat en ik vind het echt heer
lijk om weer in de stad te komen wonen.
Corstorphine is ontzettend vervelend voor
al in den winter."
Ruthven liet haar maar doorbabbelen en
moedigde haar zelfs zoo nu en dan aan,
zoodat ze weldra in een opgewekt humeur
naar huis terug ging, terwijl zij zichzelf in
de nabije toekomst de meesteres van
Patrick Ruthven's huis en haard zag.
Hetgeen echter in het geheel niet in zijn
bedoelingen lag.
HOOFDSTUK XV.
Het geheime laatje.
Toen Ruthven Senior het huis op het
George Plein bereikte, zag hij, dat de gor
dijnen naar behooren neergelaten waren,
ten teeken dat een van de inwoners heen
gegaan was. Meikle had zijn gezicht in een
gepaste, droevige plooi getrokken en begon
zijn hoofd te schudden, zoodra hij de deur
geopend had.
„Dus is het afgeloopen, Meikle," zei de
advocaat op gedempten toon. „Vroeg iof
laat treft ons allen hetzelfde lot en miss
Dempster heeft een lang leven achter den
rug gehad."
„Ja, mijnheer, met Pinksteren zou ik
twintig jaren in haar dienst geweest zijn,"
merkte hij op eenigszins sentimenteelen
toon op. „Dat is een langen tijd geleden. Ik
was toen pas achttien en niet groot voor
mijn leeftijd."
„Je bent sindsdien niet veel gegroeid.
Meikle," kon de advocaat zich niet weer
houden te zeggen, ofschoon hij onmiddel
lijk van onderwerp veranderde. „Ik zou
miss Harman graag even spreken, Meikle,"
zei hij. „Waar is zij?"
Meikle schudde zijn hoofd.
„Ik weet het niet, waarschijnlijk boven.
Wilt u naar de eetkamer gaan, dan zal ik
miss Harman halen."
„Ik ga liever naar de bibliotheek, Meikle
en daar die toch aan den achterkant van
het huis is, kunnen we de gordijnen daar
wel ophalen. Ik vind, dat we een sterf
geval heel wat verschrikkelijker maken,
dan noodig is."
Hij duwde de deur van de welbekende
kamer open, liep naar het raam en haalde
de gordijnen zoo hoog mogelijk op. Toen
pookte hij het vuur op en keek de kamer
rond. waar hij zoo dikwijls met de doode
vrouw gesproken had.
Kort daarop ging de deur open en kwam
miss Harman binnen Ze had er zelden zoo
aantrekkelijk uitgezien, vond hij, maar
haar manier van optreden was zeer uit de
hoogte en ze gedroeg zich als een jonge
koningin.
„Goedenmiddag, mr. Ruthven. Het spijt
me, dat ik u heb laten wachten, maar ik
had boven zoo veel te doen en had ge
dacht, dat u me misschien wel tot morgen
met rust gelaten had."
„Ik wil me niet opdringen, mijn lieve
jongedame," zei hij, terwijl hij zijn stem,
die dikwijls heel aangenaam en sympa
thiek kon zijn, een gepasten klank van
eerbiedige deelname gaf. „Maar er zijn
zekere dingen, die in gevallen als deze
direct afgehandeld moeten worden. En
daar ik de opinie van uw arme tante weet
over alles, wat bij haar overlijden gebeu
ren moet, dacht ik, dat het het beste was,
alle schikkingen zoo gauw mogelijk te be
spreken. Misschien vindt u het wel prettig
alles aan mij over te kunnen laten."
„O, ja, tot op zekere hoogte. U kunt mis
schien beter voor een begrafenisonder
nemer zorgen, daar ik een volkomen
vreemde in Edinburg ben en niet weet,
welke ik daarvoor zou moeten nemen,"
antwoordde zij rustig.
„Het familiegraf is op het Greyfriars
kerkhof," begon hij en zij knikte vlug.
„Mijn tante heeft het me een keer laten
zien; het is vlak bij het graf van de marte
laren. Misschien wilt u wel zoo vriendelijk
zijn, bevel te geven om het graf te opener-
Ik had gedacht, dat Vrijdag een geschikte
dag zou zijn voor de begrafenis."
„Dat had ik ook gedacht." zei hij min
zaam. „Zoodra ik van hier wecga. zal ik
naar den begrafenisondernemer gaan, de
overlijdensakte bij mijn zoon halen en
haar overlijden laten aangeven."
Ze gaf geen antwoord, en hij verbeeldde
zich zelfs, dat zij haar hoofd afwendde om
de uitdrukking in haar oogen te ver
bergen.
„Wat zal dr. Ruthven als doodsoorzaak
opgeven?" vroeg ze toen met een heldere
stem.
„De natuurlijke oorzaken, natuurlijk. In
de eerste plaats heeft ze een beroerte ge
had, maar ik heb hem nog niet gesproken,
zoodat ik nog niet kan zeggen, wat hij pre
cies in de overlijdensakte zal zetten. Maar
nu wat de begrafenis aangaat. Ik hoop,
dat u de details aan mij over wilt laten.
U kunt er op rekenen, dat ik ze op de een
voudige, maar solide wijze zal uitvoeren,
die bij miss Dempster's stand en positie
past."
„Ze wenschte, dat alles heel eenvoudig
zou zijn. Kort voordat ze stierf, heeft ze
mij haar instructies heel duidelijk op laten
schrijven. Ik heb ze overgeschreven, hier
zijn ze, mr. Ruthven. Misschien is het niet
noodig, dat ik hier blijf wachten, terwijl
u ze doorleest?"
„Liever wel. miss Harman, als u er niets
op tegen hebt," antwoordde hij, terwijl hij
de enveloppe van haar aannam en het
blad papier en uit haalde.
„Ze zijn inderdaad heel duidelijk, zelfs
de prijs van haar doodkist is niet ver
geten," zei hij op verbaasden toon. „Maar
er zijn hier een paar dingen, die me zeer
verwonderen, haar wensch, bij voorbeeld
dat dr. Guthrie den lijkdienst zal leiden.
Haar pigen dominee zal zich dat erg aan
trekken.
„Miss Dempster dacht van niet. Sinds elf
jaar heeft ze niet meer met nem gespro
ken en ook Is ze al dien tijd niet in zijn
kerk geweest," antwoordde Alice rustig.
(Wordt vervolgd).