DE TWEEDE KAMER OP RECES
GROOTE PRIJSVERLAGING
7?*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Juli 1936
Derde Blad No. 23402
Buitenl. Weekoverzicht.
VRAGENRUBRIEK.
Een bruine zomerteint
LUCHTVAART.
electriciteit doorklieft den
politieken hemel! - voetangels
en klemmen op de ver- i
deelde aarde!
't Was weer een week rijk aan gebeurte
nissen! Het, uit Voikenbondsstandpunt be-
rien. beschamende besluit tot opheffing der
sanctie's tegen Italië, lijkt reeds 'n eeuwig
heid geleden, temeer omdat deze zoo lang
van te voren vaststond. Het Italiaansch-
Abéssynische conflict is nu theoretisch
geregeld. Meldingen Inzake nog voortdu
rende onrust in Abessynië doen vermoe
den. dat Italië het land voorloopig niet
geheel onder de knie zal hebben.
Groote beroering verwekte de opzienba
rende rede van den Danziger Senaatspre
sident Greiser, die, hoe zeer hij ook over
tuigd moge zijn van een in het Volken
bondsmilieu vijandige stemming, hoe sterk
liij ook de belangen wilde verdedigen der
vele rasechte Duitschers in dit van ouds
rasechte Duitsche land, zich niet had mo
gen laten verleiden tot het zeer ongebrui
kelijke „lange-neus-trekken".
Zelfs hoongelach van journalisten, die
tusschen twee haakjes o.l. beter doen op
perstribune's steeds den mond dicht te
houden al leven zij nóg zoo vurig met
verhandelingen mee! had juist hém
zijn waardigheid moeten doen bewaren:
dergelijke grimassen zijn ongepast, vooral
als men ervan overtuigd is in zijn recht
te zijn. Greiser. die zich ongetwijfeld veel
sterker voelde in het verdedigen van zijn
zaak dan een vorige maal, handelde uit
een soort van overmoed, die hem in de
riïet-natlonaal-soclallstische wereld geen
goed gedaan heeft.
Eden hield de waardigheid hoog, toen
hij verklaarde, Greiser's gebaar niet gezien
Ve hebben en er overigens geen notitie van
te willen nemen. Toch dient opgemerkt,
dat Eden's positie veel gemakkelijker was
dhn die van Greiser, wicn de onwelwillende
houding van zijn gehoor ongetwijfeld tot
nog grootere onbezonnen driestheid ge
prikkeld moet hebben, dan waarvan zijn
rede, die bij tijd en wijle grof was, reeds
tóijk had gegeven. In ieder geval viel uit
zijn gansche optreden te concludeeren, hóe
hoog den Duitschers de Volkenbondscon-
tróle op Danzig zit en dat men steeds
„gedurfder" naar een „losmaking" daar
van streeft.
Trouwens: wat hierna geschiedde, wijst
ook in die richting, al bond Greiser ver
moedelijk mede onder Duitschen invloed
in, na een duidelijke verklaring van den
Poolschen commissaris-generaal.
Doch dit schijnt ons een schijnbeweging
van tijdelijken aard. Immers: het algeheel
aan banden leggen der oppositie, waarmee
reeds het Statuut wordt aangetast, stuurt
meer en meer in de richting van een
nieuw „voldongen feit", waarmee Duitsch
land de wereld zal „verrassen", als het
daartoe de kans ziet. Na Danzig volgt dan
de z.g. „Corridor", die aan het „groote
■rijk" gehecht moet worden. Polen, dat nu
nog sterk vertrouwt op Genève en steun
zoekt bij diens Hoogen Commissaris, op
wiens 'heengaan in Duitsche kringen Teeds
weer wordt aangedrongen zal op den
duur hoogstwaarschijnlijk toegeven, want
genoegzaam verlokkende contra-prestaties
zullen vermoedelijk aan Polen gedaan wor
den. De propaganda voor een terugkeer
van Danzig naar het „moederland", zal
zeker met hernieuwde kracht voortgezet
worden.
Loopt het eindelijk op een „voldongen
feit" uit. dan blijft de Volkenbond wel toe
kijkenSteeds duidelijker blijkt in het
heden de juistheid van de sceptische
spreuk „De brutalen hebben de halve we
reld". parool van de moderne intimidatie-
politiek. waarmee inderdaad véél méér be
reikt wordt, dan met eindeloos en ten
slotte toch dikwijls nutteloos onderhan
delen. Intusschen moet ons van het hart,
dat de huidige internationale figuur van
Danzig ons stellig kunstmatig verwrongen
voorkomt. Bij een regeling zal een gevaar
lijk „brandpunt" voor den Europeeschen
vrede opgeheven zijn. Deze is in 't alge
meen gebaat bij spoedige en grondige af
wikkeling van onnatuurlijke situaties, die
zich toch vroeg of laat ten gunste van
Duitschland ontwikkelen zullen. Ten deze
nog struisvogelpolitiek te spelen, heeft
geen zin!
Men mag zich echter niet verhelen, dat
door den huldigen gang van zaken de nog
zeer belangrijke oppositie in Danzig zwaar
in het gedrang zit en, als Danzig's vrij
making inderdaad gekomen zal zijn, de
macht van den Volkenbond een nieuwe
bedenkelijke knauw krijgt.
Overigens is die macht en het vurige
geloof daarin, mede door den steeds meer
beheerschenden invloed van Sovjet-Litwi-
npff op Frankrijk, door alle gebeurtenis
sen van den laatsten tijd wel danig afge-
ifomen.
Op de conferentie te Montreux wil het
nog steeds niet vlotten, ondanks de aan
vankelijk gunstige voorteekenen. Ons
dunkt, dat Turkije tot nu toe niet veel ge
noegen beleeft van zijn eerlijke bereidheid
tot vriendschappelijk onderhandelen, die
in dezen tijd van „daden" gelijk een oase
in de woestijn was. Meer dan ooit komt te
Montreux het „eigenbelang" van ieder land
in de tegenstellingen speciaal tusschen
Engeland en Rusland naar voren.
Men wordt in zijn overwegingen her- en
derwaarts gesleept, en gaat, ten einde raad
instructies halen bij de regeeringen, ter
wijl Turkije begrijpelijk ongeduldig begint
te worden. Mocht een overeenstemming tè
lang op zich laten wachten, dan zal Tur
kije zich ongetwijfeld nog gevoeliger be-
toonen voor het reeds erkend goed-recht
tot versterking der zeeëngten. Zal het dan
ook de in zwang zijnde methode van het
„voldongen feit" toepassen en de militaire
bezetting, alsmede de doorvaartkwestie op
eigen houtje regelen? Vijandelijkheden wil
Turkije zich zeker niet op den hals halen,
evenals het met veel beleid en geduld her
wonnen prestige verliezen.
Daarom zal Turkije pas in het uiterste ge
val tot „zèlf-handelen" overgaan. Intus
schen is ook in Montreux dus onrust te
over; moge de conferentie over het doode
Punt heenkomen!
Bij alle spanningen en snel opeenvol
gende veranderlijkheden, welke laatste
rR.V-ïb.C* A.
En hier sloot de voorzitter de Kamer met de gevoelvolle woorden: „Die rust sterke een ieder
voor den zwaren arbeid, die ons in het najaar wacht."
men vooral bij de politiek der Engelsche
regeering kan opmerken, heeft het besluit
tot terugtrekking der Britsche oorlogs
schepen uit de Middellandsche Zee, ten
minste in zekeren zin eenige ontspanning
gebracht. Er wordt gezegd, dat Engeland
zich door zijn handelwijzen van den laat
sten tijd tegenover Italië vernederd heeft.
Zeer fier is Engeland's houding zeker niet
en zijn prestige heeft klappen gekregen,
die het rijk vroeger van schaamte hadden
doen blozen.
Doch men vergete niet, dat Engeland op
samenwerking uit is. gelijk ook Frankrijk,
door wiens opzegging het Middelland
sche Zee-pact nu vermoedelijk wel aan
duigen ligt gedreven uit angst voor
Duitschland. Wellicht dat Italië nu ver
schijnen zal op de conferentie's te Mon
treux en te Brussel (Locarnomogendhe-
den), al vermoedt men anderzijds, dat
Mussolini nog meer eischen stellen zal en
niet tevreden is, alvorens men de annexa
tie van Abessynië volledig erkend heeft.
Of Engeland's welwillendheid echter oogen-
blikkelijk zóó ver zal gaan?
Frankrijk, Engeland en Italië schijnen nu
nader tot elkaar te kunnen komen. Doch
hoe ver is de verhouding ItaliëDuitsch
land gevorderd? Kennelijk is Engeland's
daad bedoeld tegen de voortschrijdende
intimiteit tusschen de beide dictatoren.
Mocht Italië aan de a.s. Locarno-confe-
rentie deelnemen, dan ligt het voor de
hand, dat het oo'k Duitschland zal bewe
gen, daarbij aanwezig te zijn. Samenwer
king der vier groote mogendheden kan tot
vrede leiden: een voortduren van de
fronten EngelandFrankrijk eenerzijds en
ItaliëDuitschland anderzijds zou onher
roepelijk uiteindelijk tot oorlog voeren.
Men mag dus hopen, dat alle vier binnen
kort te Brussel komen: misschien dat er
iets goeds uit voortvloeit. Doch vóór het
WASCH- en WRINGMACHINES
3347
(Ingez. Mod.)
zoover mocht komen, moet er nog héél wat
afgehandeld worden!
Uit de veelheid van brandende kwestie's
men denke aan een mogelijk accoord
tusschen Duitschland en Oostenrijk, waar
van 't ons zou verwonderen, als 't niet
spoedig tot stand komt, aan de onrust over
het nog steeds uitblijven van het Duitsche
antwoord, aan de besprekingen, die Hitier
te Berchtesgaden achter de schermen voert
en waarvan niemand het rechte weet, in
ieder geval is er véél op til! dienen wij
nog even de vrij chaotische toestand in
Frankrijk te bezien.
De regeering Blum is uiteindelijk ge
zwicht voor de sterke pressie der recht-
schen en beloofde krachtdadig ingrijpen,
wanneer daartoe aanleiding zou mogen
bestaan. Of de practijk hiermee in overeen
stemming zal zijn, is een tweede
De eertijds hoog geroemde eenheid van
het „Volksfront" heeft geduchte veeren
gelaten. Of zij het nog lang houden zal,
wordt steeds twijfelachtiger, getuige ook
de uitspraak van den secretaris-generaal
der socialistische partij, waarin hij er op
zinspeelde, dat de socialisten mogelijk op
den duur het Fransche volk een „zuiver
socialistisch programma" zullen voorleggen.
Anders gezegd: dat men zich dan niet
meer aan de communisten zal storen.
Of de regeering Blum zich op den duur
tegen de communisten zonder strubbelin
gen zal weten te handhaven, lijkt ons
problematisch. Men vergete niet, dat de
communistische invloed in Frankrijk al
zeer sterk is doorgedrongen.
Intusschen móet op al dit geharrewar,
zonder veel lijn en durf, binnenkort een
krachtige reactie van rechts volgen. Wij
vreezen, dat deze dan niet meer zonder
daadwerkelijken strijd zal kunnen verloo-
pen. Reeds de a.s. viering van den 14en Juli
doet in dit opzicht ondanks alle toege
zegde voorzorgsmaatregelen niet veel
goeds verwachten. Mogelijk, dat 't dién
dag nog meevalt.
Onzekerheid, angst, vrees voor oorlogs
gevaren men herinnere zich het woord
„De toestand is even gevaarlijk als vóór
1914" en de steeds krachtiger bewapenin
gen, nu speciaal van Engeland in één
woord „veel bang gerucht" blijft de wereld
beheerschen. Mogen de zomersche luchten
niet te spoedig door uitbarstingen ver
duisterd worden!
staat sportief en charmant en beschut
tevens tegen de brandende ultra-violette
stralen der zon. AMHJDA-zonnebruincrême
'bevordert een snelle, mooie, natuurlijke
huidbruining.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
6445 (Ingez. Med.)
de vliegtocht van barberan
en collar.
Flesch bevat mededeeling. Eerste
bericht sinds 1934.
Uit Gyon in Spanje wordt gemeld, dat
op het strand van Albano een flesch aan
gespoeld is, waarin zich een papier bevond
met de volgende daarop in potlood ge
schreven mededeeling: „Wij bevinden ons
in het Oosten van Mexico in een onbekend
oerwoud. De motor is geheel kapot. Bar-
beran heeft een gebroken been. Collar".
Men zal zich herinneren, dat kapitein
Barberan in het voorjaar 1934 met luite
nant Collar een vliegtocht ondernam van
Sevilla naar Porto Rico. Zij bereikten toen
Cuba, maar verdwenen tijdens den tocht
van Cuba naar Mexico.
de wedstrijden om den
„kings cup".
1
Onder slechte weersomstandigheden
er viel 'n druilerige regen, het zicht was
slecht en de wolken hingen laag zijn
met tusschenpoozen van een halve minuut
de 26 deelnemers aan de jaarlijksehe race
om den Kings Cup van het Hatfield-vlieg-
veld te Londen gestart. Ook werd een uit-
valswedstrijd gehouden over 1224 mijl, be
staande uit twee circuits gaande over een
deel der „Midlands" en Zuid-Engeland.
Het eerste toestel, dat startte was de „Per-
cival Mew Gull" machine van den Hertog
van York, dat bestuurd werd door den ont
werper. kapt. Perceval. De machine kan
een snelheid bereiken van ruim 200 mijl
per uur. De eenige vrouwelijke piloot, die
aan de race deelneemt is Amy Mollison.
De toestellen zijn ingedeeld in drie klas
sen: die van minder dan 150 pk., die van
meer dan 150 pk. en toestellen met meer
dan één motor. De finale vindt heden
plaats, een handicapwedstrijd, bestaande
uit 12 afstanden met een totaal van onge
veer 312 mijl.
Nader wordt gemeld, dat de wedstrijd
van gisteren gewonnen werd door Captain
Perceval, De gemiddelde snelheid van den
winnaar was 171 mijl per uur. Amy Mol
lison had pech en moest opgeven.
lord sempill wil record
engeland—melbourne verbeteren.
Gistermiddag te 4 uur heeft Lord Sem-
pill het vliegveld Hanworth nabij Londen
verlaten, met drie metgezellen. Hij wil in
minder dan 70 vlieguren den tocht naar
Melbourne maken.
K. te L. Voor zoover ons bekend be
staat zoo'n boekje niet.
G. J. K. te L. Leiden, Den Haag,
Delft. Rotterdam, Gouda, Montfoort,
Utrecht, Blauwkapel, Maartensdijk, Hil
versum,
de postvluchten.
De „Rietvink" is hedenmorgen te 6,56
uur van Schiphol vertrokken voor de reis
naar Indië. Voor deze reis hebben de vol
gende passagiers geboekt: Een Amsterdam-
Athene, een Amsterdam-Calcutta, twee
Halle Leipzig-Singapore, twee Halle Leip
zig-Karachi, een Bratislava-Karachi, een
Caïro-Bagdad. Medegenomen is 229 K.F.
briefpost, 1 K.G. pakketpost en 56 K.G.
vracht.
Overzicht onzer belangrijkste
Veemarkten.
De regen der laatste dagen vooral, heeft
de weilanden goed gedaan, al zal het vele
boeren die den hooioogst nog niet binnen
hebben, niet geheel welkom zijn. Intus
schen was het voor het weiland weldadig
en dit geldt vooral voor het hooge land.
Op den veehandel had het wellicht reeds
eenigen invloed, want de aanvoeren van
slachtvee waren op 't einde dezer week
v/eer heel kort.
Bij een beteren groei van 't gras, is men
minder geneigd tot ruimen en nu vooral
omdat het magere vee, dat men terug
moet koopen voor de naweiden, zeer duur
is. Alles was wat duurder wat het rundvee
betreft; ook de melkkoeien ondervinden
weer een iets grootere belangstelling en
eenigszins stijgende prijzen. Nuchtere kal
keren over de geheele linie vlug verkocht
en iets duurder. Met de vette kalveren ging
het niet zoo vlug, maar toch waren de
prijzen niet minder. Een fijn kalf kon men
nog wel ruim prijshoudend verkoopen.
De wolveehandel viel nog niet tegen.
Enkele exporteurs waren nog in 't bezit
van consenten naar Frankrijk en aange
zien de prijzen in de Fransche hoofdstad
momenteel vrij hoog zijn en er niet te
veel aanvoer was, bleven de prijzen hier
op de markten nog op peil.
Ten aanzien van den export van scha-
penvleesch naar Engeland, welke thans
bijna 10 jaar geheel is gesloten, door het
beruchte „embargo", wat voor onzen vleesch
export een ramp beteekende, een tege
moetkomende houding aan te nemen. Al
thans ten opzichte van schapen- en lams-
vleesch. heeft de Engelsche minister van
Landbouw gezegd, dat de invoer uit alle
landen geheel vrij zal zijn. 't Klinkt al
heel mooi. maar de bekendmaking van den
minister hield verband met heffing van
invoerrechten op rund- en kalfsvleesch uit
de Dominions, waaraan hij bovengenoemde
zinsnede over het schapenvleesch en lams-
vleesch toevoegde. Nu kan men ge
makkelijk zeggen, dat er geen invoerrecht
is op dit artikel, maar dan zal toch ook
het embargo moeten worden opgeheven,
want anders is 't een wassen neus. We
zullen er ons tenminste nog maar niet al
te blij mee maken, al zou het voor onze
heele veehouderij in dezen tijd een niet
uit te spreken geluk zijn. De vette var-
kensmarkt sloot deze week met een iets
vluggeren handel, te Leeuwarden en vas
ter in prijs. Elders in den lande was
de stemming echter kalm.