TEEKENPLAATJE Donderdag 9 Juli 1936 No. 28 DE NIEUWE JUFFROUW door AMBER. Juffrouw Baanders, die les gaf in de klas van Mies, had een betrekking gekre gen in een andere plaats en het hoofd der school had toen de meisjes een tijd lang onderwezen. Maar op den duur moest er natuurlijk n nieuwe leerkracht komen. Mies en haar vriendinnetje zaten ge ducht in spanning. Zoo het net zoo'n schat zijn als juffrouw Baanders? Dat kon haast niet, zeiden sommigen. Maar Mies was daar nog zoo zeker niet van. Z\j had juffrouw Baanders ook wel erg aar dig gevonden, maar dat kon de nieuwe onderwijzeres immers óók best zijn! In ieder geval redeneerde zij moest je L: die dingen maar afwachten en zeker niet uitgaan van de veronderstelling, dat „de j: nieuwe" wel zou tegenvallen. Lang zou de spanning nu niet meer duren, want 's Donderdags had het hoofd meegedeeld, dat hij van Maandag aan- staande af geen les meer zou geven in de klas van Mies. „Hoe heet de nieuwe juffrouw?" had Lize Elshout gevraagd, die altijd zoo'n beetje de woordvoerdster van de klas was. „Jonker", antwoordde het hoofd, en hij lachte er zoo'n beetje bij. Natuurlijk! dacht Mies. Wat had je nu ook aan zoo'n naam? Zij had veel liever geweten, of het een aardig iemand was, zooals juffrouw Baanders. Maar dat dorst ze niet te vragen. En toch was ze daar zoo benieuwd naar. „Vraag eens. of ze aardig is!" fluisterde zU tegen Lize. Maar die haalde haar schouders op. „Ben je nou mal? Zooiets kan ik toch niet vragen! Doe jij dat maar, als je zin hebt!" Nu, zin had Mies er wel in, maar ze durfde het toch niet te doen. „Heeft ze ook lang haar?" vroeg toen Jo Bergsma op eens, blijkbaar denkend aan de algemeen betreurde juffrouw Baanders. „Nee, kort haar", zei het hoofd, en lachte opnieuw. En hij had alweer gelijk vond Mies. Wat kwam het er nu op aan, of iemand lang of kort haar had. Als ze maar aardig was; dat was de hoofdzaak. „Zoo, en de rest zullen jullie Maandag zelf wel zien", sneed het hoofd verdere vragen naar de uiterlijke verschijning van de nieuwe onderwijzeres af. De les ging weer door en hoewel Mies anders altijd goed oplette, betrapte zij er zich toch een paar maal op, dat zij er over zat na te denken, hoe de nieuwe juffrouw, die Jonker heette en kort haar droeg, er wel zou uitzien. En daar ergerde v zij zich over, omdat ze immers juist had uitgemaakt, dat het uiterlijk er niet veel toe deed. Ook Vrijdag, Zaterdag en Zondag hield Mies zich nog herhaaldelijk met dit pro bleem bezig. En het was dan toch ten slotte ook wel iets gewichtigs, als je een nieuwe juffrouw kreeg, verdedigde Mies «ichzelf. Eindelijk was het dan toch Maandag- naar School V01 verwachtinS stapte Mies Onderweg haalde zij Jo Bergsma in, die Met behulp van cirkeltjes kun je dl', aar dige poesje teekenen. Je begint met twee cirkels te maken. Het eenvoudigst is: zc om een paar knoopen van verschillende grootte te trekken. Daarna maak je het kopje af en teeken je den staart en de pootjes, kkh als het voor beeld aangeeft. Het is niet moeilijk het plaatje nu af te maken. (Nadruk verboden), bijzonder op juffrouw Baanders gesteld was geweest en daarom voor de zoo veel- st-e maal betoogde, dat „de nieuwe" wel lang zoo aardig niet zou wezen. „Dat is onzin", zei Mies, „je weet nog niets van haar af! Wacht in ieder geval, tot je haar gezien hebt". Jo mompelde nog wat terug, maar ze voelde toch wel, dat Mies eigenlijk ge lijk had. Vóór de school stond de heele klas van Jo en Mies verzameld en natuurlijk ver diepten alle meisjes zich in gissingen, hoe „de nieuwe" zijn zou. Dat de kwestie aller belangstelling had, bleek wel uit het feit, dat zelfs de laatkomers nu reeds present waren. „Zou ze al binnen zijn?" vroeg één van de meisjes en Lize Elshout antwoordde: „Dat denk ik wel. Ik ben hier tenminste al van kwart vóór negen af en ik heb geen enkel vreemd gezicht gezien. Mis schien heeft zij binnen nog wel wat met de andere juffrouwen te bespreken. Die zullen haar dan wel uitleggen, dat zij Jo Bergsma erg in de gaten moet houden, die nu al het land aan haar heeft omdat zij haar vriendin Baanders heeft durven op volgen". „Dat is flauw!" protesteerde Jo, toen het gelach der anderen bedaard was. „Als het blijkt, dat „de nieuwe" net zoo...." Maar verder kwam zij niet, want de bel ging en dp schooldeuren werden door een onderwijzeres geopend. Vooral de meisjes uit de klas van Mies haastten zich om binnen te komen. Mies zelf raakte in het gedrang wat achteraan, en toen zij nog bezig was haar muts en mantel op te hangen, waren de meeste andere meisjes al in het lokaal. De deur stond open en telkens, als er iemand binnenging, meenden zij een uiting van verbazing te hooren. Zou „de nieuwe" er zoo raar uitzien? Eindelijk stapte Mies naar binnen en ook zij kon haar verbazing niet heelemaal onderdrukken: voor de klas stond het hoofd en naast hemeen mijnheer. De nieuwe „juffrouw" was een man! Daarom had het hoofd dus zoo geheim zinnig geglimlacht, toen de meisjes vroe gen, hoe de nieuwe „onderwijzeres" heette en of „zij" lang haar had! (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 11