Merkartikelen
COU RANTEN
moeten in
worden geadverteerd
Courantenreclame is niet te vervangen
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zaterdag 4 Juli 1936
is de meeniné der winkeliers
Ook de winkeliers oordeelen:
BINNENLAND.
pTen enquête, dit voorjaar onder tal van winkeliers in de voornaamste
steden van Nederland gehouden, toonde aan, dat de winkeliers uit
tien verschillende branches voor de merkartikelen die zij voeren, het
meeste resultaat verwachten van adverteeren in couranten.
Courantenreclame verwierf bijna 4V» maal zooveel eerste stemmen als
het reclamemiddel, dat daarna kwam en bijna 17« maal zooveel als
alle twaalf andere reclamemiddelen tezamen.
En alle tien branches waren eenstemmig in haar voorkeur voor
courantenreclame.
De tien branches omvatten: kruidenierswaren en comestibles, manu
facturen, sigaren, schoeften, rijwielen, parfumerieën en kappers, drogisten,
bakkers, heerenmode, wijn en gedistilleerd.
Een uitgebreide publicatie, waarin versehWeDde Interessante
detail-uitkomsten dezer enqbête worden gepubliceerd en
gecommentarieerd is roof adverteerders op aanvraag ver-
kritgbaar Wj het „CetfVïfco"*. Dam 2a. Amsterdam.
Centraal Bureau voor Courantenpubliciteit van De Nederlandsche Dagbladpers f'Cfebuco")
DE HERTOG VAN KENT
IN ONS LAND.
BEZOEK AAN MUSEA TE ROTTERDAM
EN DEN HAAG.
Gistermiddag tegen 3 uur is de hertog
van Kent, gelijk wij nog in een deel onzer
oplaag hebben gemeld, per vliegtuig op
Waalhaven gearriveerd, vanwaar hij da
delijk per auto naar Rotterdam ls gegaan
voor een bezoek aan 't museum Boymans.
Met groote interesse, de Hertog van
Kent interesseert zich bijzonder voor de
kunst, liet Z.K.H. zich inlichten tijdens
den rondgang, welke door het mooie mu
seum werd gemaakt, Groote bewondering
had de hooge bezoeker ook voor de In
richting van het Museum. Bijzondere aan
dacht wijdde hij aan de schilderstukken,
die reeds waren gearriveerd voor de Jeroen
Bosch-tentoonstelling, die de volgende
week in Boymans zal worden gehouden.
Te kwart over vier vertrok Z. K H.,
hartelijk uitgeleide gedaan door het sa
mengekomen publiek op den openbaren
weg, per Hof-auto naar Den Haag.
Na een rit door Delft, over de markt
en langs het Prinsenhof op het Oude
Delft, volgde de stoet weer den rijksweg
en arriveerde tegen 5 uur aan de woning
van den Engelschen gezant op het West
einde te 's-Gravenhage. Hier heeft de Prins
de thee gebruikt en met den gezant en
lady Montgomery een wandeling in den
tuin gemaakt, bij welke gelegenheid hij
zoo bereidwillig was even voor het leger
tje fotografen te poseeren.
Vele belangstellenden hadden zich voor
de Engelsche legatie verzameld, die den
hertog bij zijn aankomst hartelijk toe-
Juichten.
Tegen zes uur reed de hertog, vergezeld
van den gezant en van jhr. Dc Jonge van
Ellemeet, naar het Mauritshuis. waar hij
door den directeur, prof. dr. W. Martin
werd ontvangen en rondgeleid.
Ook in dit museum vertoefde de Prins
ruim een urn:.
Na dit bezoek hadder wil gelegenheid
enkele woorden met orof. Martin te wis
selen. Deze gaf als zijn meening te ken
nen. dat de Hertog zeer onder den Indruk
was geweest van hetgeen hij gezien had.
Met groote belangstelling had hij de schil
derijen van Rembrandt. Jan Steen en Hol
bein bezichtigd. In de zaal. waar de stier
van Potter hangt, had nrof. Martin hem
verteld, dat hier Karei n. voordat hü naar
Engeland scheep ging. aan een diner had
gezeten, dat hem door de Staten-Generaal
was aangeboden. Met groote aandacht be
keek prins George de prent, die oo deze
episode, die aan de restauratie der Stuarts
vooraf ging, betrekking heeft.
Tegen 7 uur verliet Prins George het
Museum, nadat prof. Martin hem een
nieuwe editie van den Franschen catalogus
had aangeboden.
Vervolgens werd een korte rit door Den
Haag gemaakt. Via de Waterpartij, Vre
despaleis en paleis Noordeinde. keerde de
Prins naar de woning van den Engelschen
gezant terug.
Gisteravond hebben de Engelsche gezant
en Lady Montgomery een diner gegeven
ter eere van de aanwezigheid van den
Hertog van Kent. In verband met den
Engelschen hofrouw is aan dezen maal
tijd geen officieel karakter gegeven.
Rechts van den Hertog had Ladv Mont
gomery plaats genomen, links van hem de
dame du palais. mevrouw Snouck Hur-
gronje. echtgenoote van den secretaris-ge
neraal van het departement van Buiten-
landsche Zaken. Tot de gasten behoorden
"erder de minister-president, dr. H. Co-
lijn. de gezant van de Unie van Z.-Afrika
en mevrouw Van Broekhulzen, de presi
dent van het permanente hof van inter
nationale justitie, sir Cecil Hurst, de vice-
president van den Raad van State en me
vrouw Beelaerts van Blokland. Voorts de
secretaris-generaal van het departement
van Buitenlandsche Zaken, de commissa
ris der Koningin in Zuid-Holland en mevr.
Van Karnebeek. dc groot-officier van H.
M. de Koningin en baronesse van Harden-
broek van Hardenbroek, de gouverneur
der residentie, luitenant-generaal jhr. W.
Röell, de chef van den marinestaf, schout-
bij-nacht J. T. Fiirstner, de burgemeester
van den Haag en mevrouw De Monchy,
jhr. De Jonge van Ellemeet. de le secreta
ris van de Engelsche legatie en mevrouw
Jjf Rougetel, de militaire attaché, major
Paris, de luchtvaartattaché-eskader-com
mandant Thornton. Lord Herbert, stal
meester van den Hertog van Kent en de
luitenant-vlieger Fielden, die piloot is van
den Engelschen koning en het vliegtuig
van Z. M„ waarmede de hertog naar Waal
haven is gevlogen, bestuurde.
KLACHTEN OVER DE
CONTINGENTEERING
VAN DRAADNAGELS.
EERSTE KAMER CRITISEERT
GEVOERDE HANDELSPOLITIEK.
Het voorloopig verslag der Eerste Kamer
over het ontwerp van wet tot regeling van
den invoer van draadnagels, draadkram-
men, spijkers, getrokken IJzerdraad en van
prikkel- en puntdraad behelst een aantal
klachten. Verschillende leden waren van
meening dat de door de regeering gevoerde
handelspolitiek oorzaak is. dat deze con-
tingenteerlng voor de Nederlandsche in
dustrie niet voldoende vruchten afwerpt en
de fabrieken slechts op een capaciteit van
ongeveer 40 pet. kunnen werken.
Terwijl het geheele verbruik van de ver
melde artikelen in Nederland over 1935
21.187.000 Kg. beliep, bedraagt voor 1936
de werkelijk toegestane invoer van draad
fblank getrokken, gegloeid en verzinkt)
niet minder dan 30.811.300 Kg. Bij een zoo
danige handelspolitiek wordt het bestaan
van de Nederlandsche industrie onmo
gelijk.
Ook betreurden deze leden, dat omtrent
het verleenen van steun aan de firma De
Muinck Keizer te Zuilen tot het oprichten
van een waiswerk niet voldoende overleg
is gepleegd met de bestaande Nederland
sche fabrieken.
De genoemde firma heeft in haar jaar
verslag over 1935 reeds te kennen gegeven,
besloten te zijn, om naast de fabricage
van knuppels de vervaardiging van staaf-
Ijzer en kleine profielen, walsdraad en
getrokken draad, blank en verzinkt, ter
6120
hand te nemen. In hooge mate is er thans
het gevaar, dat de reeds bestaande fabrie
ken, hoewel zij de oprichting van een
waiswerk, dat op de juiste wijze met hen
zou samenwerken, zelf ter bevordering van
een beteren gang van zaken hebben ge-
wenscht, nu integendeel in nog veel groo-
ter moeilijkheden zullen geraken.
De hier aan het woord zijnde leden
vreesden zeer, dat op die wijze nieuwe
ondernemingen, met staatsgeld gesteund,
bestaande industrieën, zonder staatssteun
arbeiden, een noodlottige concurrentie zul
len gaan aandoen.
Men laakte en betreurde, dat de minis
ter. die zelf herhaaldelijk ordening be
pleitte. in de Tweede Kamer met instem
ming sprak over het optreden van een fa
briek als die van de firma Nagtegaal en
Bruggenwirth te Klazienaveen, welke eerst
het laatste Jaar op de Hollandsche markt
is verschenen en haar arbeid heeft ver
kregen door onttrekking van werk aan be
staande Nederlandsche fabrieken, daarbij
bedektelijk profiteerende van de ordening,
welke juist die fabrieken, aangesloten bij
de International Wire Export Company
Uweco), met veel moeite en kosten hebben
opgebouwd.
Wat het waiswerk van De Muinck Kei
zer betreft, is men van oordeel, dat, in
dien, voordat aan De Muinck Keizer steun
werd verleend voor de oprichting van een
waiswerk. gevolg was gegeven aan het
advies van de daarvoor opzettelijk inge
stelde draadcommissie, om nl. eerst een
schema van samenwerking tot stand te
doen komen. De Muinck Keizer voor de
Hollandsche fabrieken een steun in den
rug zou zijn geweest én de plannen tot
„verfijnering" niet zouden zijn opgekomen,
althans niet tot verwezenlijking zouden
zijn gebracht, terwijl thans het tegenover
gestelde zich voordoet.
In stede van werkverruiming vindt werk-
verschuiving plaats, de firma De Muinck
Keizer zal tot ..verfijnering" overgaan, ter
wijl de fabrieken daarvoor in overvloed
aanwezig zijn. Deze fabrieken hebben her
haaldelijk getracht steun van de regeering
te verkrijgen, doch zijn in dit pogen nim
mer geslaagd.
ERWTENPLÜKKERSSTAKING
GEËINDIGD.
Gistermiddag heeft op het Gemeentehuis
te Halsteren een bespreking plaats gehad
tusschen het college van B. en W. van Hal
steren, de commissionnairs Bakx en Van
Meer, twee afgevaardigden van den R.-K.
Landarbeldersbond en den leider van de
stakers, Kasteleijn, betreffende de Donder
dag uitgebroken staking in de erwtenpluk-
kerij.
Na langdurige besprekingen werd over
eenstemming bereikt over 'n plukloon, dat
door vele stakers werd aanvaard, zoodat de
staking thans als geëindigd kan worden be
schouwd.
VEREENIGING
„NEDERLANDSCH FABRIKAAT"
DE ALGEMEENE LEDENVERGADERING
TE NIJMEGEN.
Heden is in het concertgebouw „De Ver-
eeniging" te Nijmegen de algemeene leden
vergadering gehouden van de vereenlging
„Nederlandsch Fabrikaat".
De voorzitter der vereenlging, ir. M. H.
Damme. directeur-generaal der P. T. T.
heette de aanwezigen welkom en stelde,
overeenkomstig het gebruik in vorige ver
gaderingen, voor, telegrammen van hulde
re zenden aan H. M. de Koningin en H.K.H.
Prinses Juliana, die op zoo veelzijdige wijze
van haar belangstelling ook In de Neder
landsche industrie blijk geven.
De secretaris-penningmeester, dc heer H.
F. R. Snoek, bracht daarna het jaarverslag
uit, terwijl de heer C J. P. Zaalberg, uit
Den Haag. een lezing hield over „Overheid
en Bedrijfsleven".
Alle kans op herstel van het bedrijfsleven
blijft nihil zoo zeide hij zoolang de
productiekosten in Nederland ver uitsteken
boven die in de concurreerende landen. De
veel gesmade aanpassingen van het levens-
en prijspeil moet voorop staan bij alle
overheidsmaatregelen. Sluitende budgetten
van alle overheidsorganen zijn daartoe on
misbaar. Zoolang de industrie zelve door
financleele uitputting onmachtig is tot het
toepassen van de vindingen van de snel
voortschrijdende technische wetenschap,
zal het helaas noodig zijn, dat de overheid
zich bemoeit met de industriefinanciering,
gelijk reeds eenigermate geschiedt met de
scheepvaart. Bij deze bemoeiing is meer
dan ergens elders de ervaren blik van den
ondernemer noodig en gebeuren er onge
lukken als ook hier van de meer en meer
in economische aangelegenheden ingang
vindende leer wordt uitgegaan, dat de we
tenschap komt met het ambt.
Afdoende redding, vooral ook wat betreft
industrialisatie, kan slechts komen van het
herstel van de rendabele productie, want
op den duur is de totale koopkracht recht
evenredig aan de hoeveelheid verrichte
rendabele arbeid.
Spr. eindigde zijn lezing met de opmer
king, dat Nederland een steeds groeiende
industrie moet en kan hebben, en dat het
ons aller plicht is die industrie in den
feilen strijd om zijn bestaan bij te staan
door het koopen van Nederlandsch fabri
kaat.
o
DE OPENING DER STATEN-GENERAAL.
Aangezien de dag van de opening der
Staten-Generaal meer en meer in het
teeken der nationale eenheid is gekomen
en het van groot belang is dat het geheele
Nederlandsche Volk zich te Den Haag
langs den weg schaart langs welke H. M.
de Koningin zich naar de vergaderzaal be-
flngez. Med.)
geeft, heeft het Nat. Jongeren Verbond
aan de regeering verzocht op dien dag de
schoolgaande jeugd vrijaf te geven.
o
DE ZAAK-MARGADANT.
Aandrang tot herziening van het
vonnis en eerherstel.
De heer Joekes heeft tot den minister van
Koloniën de volgende vragen gericht:
Is het den minister bekend, dat zoowel in
Nederlandsch-Indië als in Nederland ern
stige twijfel is geuit omtrent de juistheid
van het tegen wijlen den heer H. E. J. Mar-
gadant gewezen vonnis, waarbij deze we
gens een hem ten laste gelegde verduiste
ring van landsgelden werd veroordeeld tot
vier jaar gevangenisstraf en dat in verband
daarmede scherpe crltiek is uitgeoefend op
het optreden van overheidspersonen in
Indië?
Is het den minister bekend, dat deze twij
fel in belangrijke mate is versterkt door het
bericht, dat reeds drie getuigen, wier ver
klaringen mede hebben geleid tot de ver
oordeeling van wijlen den heer Margadant,
sindsdien naar aanleiding van die verkla
ringen, wegens meineed zijn veroordeeld en
dat een vierde getuige thans op grond van
een door hem afgelegde bekentenis terecht
staat voor den landraad te Makassar we
gens meineed in bedoeld proces?
Kan de minister mededeelen of door prof
mr. J. van Kan Is voldaan aan de hem reeds
eenige jaren geleden door de Indische re-
geering verstrekte opdracht een onderzoek
ter plaatse in te stellen naar aanleiding
van de reeds toen over de behandeling van
deze aangelegenheid geuite critiek?
Is door genoemden hoogleeraar een rap
port ter zake aan de Indische regeering uit
gebracht en, zoo neen, is de minister bereid
de Indische regeering uit te noodigen op
spoedige indiening van bedoeld rapport
door prof. Van Kan aan te dringen?
Acht de minister het voor het aanzien
van de overheid in Indië niet van 't hoogste
belang, dat al het mogelijke wordt gedaan
om in deze aangelegenheid klaarheid te
brengen en indien gegronde aanwijzingen
worden verkregen, dat in dezen een rech
terlijke dwaling heeft plaats gehad, het
rechterlijk vonnis aan herziening wordt
onderworpen, mede ter verkrijging van eer
herstel voor de .nabestaanden van wijlen
den heer Margadant?
Is de minister. Indien een herziening van
het vonnis volgens het reglement op de
strafvordering in Ned.-Indlë, zooals het
thans luidt, niet mogelijk is, bereid op
grond van het concordantie-beginsel, neer
gelegd in artikel 131 der Indische Staats
regeling, de aandacht van de Indische re-
reering te vestigen op de wenschelijkheid,
de desbetreffend^ beoalingen van het regle
ment op de strafvordering zooveel mogelijk
in overeenstemming te brengen met. de be
palingen in het Nederlandsche wetboek van
strafvordering betreffende herziening van
een strafrechterlijk vonnis, dat in kracht
van gewijsde is gegaan?
DE RIJTIJDENWET.
Ook tegen het gewijzigde wetsvoorstel
zijn ernstige bedenkingen.
Naar aanleiding van de door de Regee
ring aangebrachte wijziging in het ont-
werp-RJjtijdenwet, waarvan de bedoeling
is, dat niet alleen omtrent de tijden, waar
op en gedurende welke auto's mogen
worden bestuurd, maar ook omtrent den
toestand, waarin de bestuurder gedurende
het besturen verkeert, bij algemeenen
maatregel van bestuur een regeling kan
worden uitgevaardigd, heeft de K.N.A.C.
zich andermaal met een adres tot de
Tweede Kamer gericht.
Hierin betoogt zij. dat met volle hand
having van haar zeer ernstige bezwaren
tegen het ontwerp-Rtjtulgenbesluit, waar
van de hoofdbeginselen werden bekend
gemaakt, zij meent met den meesten na
druk ook tegen de voorgestelde wijziging
van het wetsontwerp te moeten waar
schuwen.
De statistische gegevens omtrent d®
verkeersongevallen kunnen geenszins aan
leiding zijn tot zulke vérstrekkende maat
regelen als thans worden voorgesteld,
maatregelen, welke door hun aard zullen
nopen tot steeds verder gaande niet ge
motiveerde overheidsbemoeiingen en on
evenredig hooge kosten. Ook zal het mede
gestelde doel, de verkeersveiligheid te
verhoogen niet in het minst worden be
reikt. Het moet namelijk volslagen ondoen
lijk worden geacht zelfs met de meest
effectieve controle van terzake bevoegden,
een toestand van oververmoeidheid dan
wel van andere factoren, welke tot het
besturen minder geschikt zouden maken,
vast te stellen, hetzij preventief vóórdat
met het besturen wordt aangevangen,
hetzij tijdens het besturen, terwijl uiter
aard elk onderzoek naar den minder goe
den toestand van den bestuurder uit wel
ken hoofde ook, waartoe onderwerpelljke
wijziging machtiging geeft, niet alleen als
gevolg van te weinig slaap, maar ook door
andere oorzaken, ten eenenmale onmoge
lijk wordt geacht.
Het opleggen van beperkingen van de
persoonlijke vrijheid, op de wijze zooals
hier wordt mogelijk gemaakt, is van dien
aard, dat het normale gebruik van de auto
als onmisbaar instrument tot het uitoefe
nen van de dagelijksche werkzaamheid, in
hooge mate zal worden belemmerd.
De K.N.A.C. is daarom ten stelligste
overtuigd, dat onderwerpelljk wetsont
werp veel verder gaat dan voor het be
oogde doel n.l. de arbeidsbescherming en
de bevordering van de verkeersveiligheid
nuttig en zelfs wenschelijk is. weshalve zij
van oordeel ls, dat er geenerlei aanleiding
bestaat voor den wetgever om verder te
gaan dan:
a. het regelen van de werk- en rusttijden
van bestuurders van openbare middelen
van vervoer van personen en goederen,
hetgeen in overeenstemming is met de
artt. 2 en 3 van par. 47 van de Bezuini-
glngswet, waarbij werd bepaald, dat de
regeling betreffende dienst- en rusttijden
van personeel zou gelden voor „het exploi-
teeren van middelen van vervoer van per
sonen en goederen";
b. het regelen van de werk- en rust
tijden van bestuurders van niet-openbare
middelen van vervoer van goederen, die
in dienstbetrekking zijn als bestuurders
van een motorrijtuig, voor zooveel deze
middelen van vervoer worden gebruikt
voor vervoer op de voor het openbaar ver
keer openstaande rijwegen.
Daarom heeft de K.N.A.C. aan de Tweede
Kamer verzocht het ontwerp „Rijtijden-
wet" slechts in bovenaangegeven zir. te
willen goedkeuren.
o
HANDELSBESPREKINGEN
MET FRANKRIJK.
Overeenstemming bereikt.
Reuter seint uit Parijs, dat de Fransch
Nederlandsche handelsbesprekingen, welke,
gelijk bekend, sinds eenige dagen te Parijs
werden gevoerd over de vaststelling van de
contingenten voor het derde kwartaal van
1936 tot een accoord hebben geleid.
o
NED. R.K. BOND VAN HOTEL-, CAFÉ. EN
REST. GEËMPLOYEERDEN.
De Nederlandsche R.K. bond van hotel-,
café- en restaurant-geëmployeerden „St
Antonius" hield in Den Haag een hoofd
bestuursvergadering ter besprekingen van
de richtlijnen, welke od het ordenlngscon-
gres besproken ziln.
Besloten werd ln te gaan op het voorstel
tot vorming van een commissie, welke tot
taak zal hebben de mogelijkheden van
samenwerking te bestudeeren om te komen
tot een economisch en sociaal plan van
opbouw.
Hiervoor zullen voorstellen aan de be
trokken organisaties gezonden worden.
Vervolgens werd de positie van den bond
besproken en in dit verband het gunstige
rapport over den bond. uitgebracht door
den centralen accountantsdienst van den
Ned. Katholieken Boeren, en Tuindersbond
De exploitatierekening 1935 sloot met een
voordeelig saldo ad f. 2.057.68. De aanvul-
lingsziektekas keerde f. 1.337.96. de werk-
Ioozenkas f. 17.522.55 uit.
De bond bevindt zich in een uitstekende
positie, ook wat betreft het ledenaantal,
dat in de laatste drie laren gestegen is met
ca. 135 pCt.
MARINE RAMPENFONDS
1914—1919.
Te Den Haag werd gehouden de alge
meene vergadering van het marine-ram
penfonds 19141919.
De vergadering werd aangevangen met
het herdenken van een drietal bestuurs
leden, die het fonds in het afgeloopen
jaar waren ontvallen en wel den vice-
voorzitter, wijlen burgemeester Driessen,
den heer Stamperlus en den heer M, J.
Heiboer.
Hierna werd het Jaarverslag 1934 en
1935 behandeld, hetwelk met algemeene
stemmen werd goedgekeurd. Het vermo
gen van het fonds bedroeg per ultimo De
cember f. 23.801.84 en per ultimo Decem
ber 1935 f. 22.893.71.
Uitgekeerd werd aan weduwen en wee
zen van de marine-mobilisatie slachtof
fers in de beide jaren respectievelijk
f. 1090.60 en f. 1044. Bij de hierna volgende
voorziening in de bestuursvacaturen wer
den gekozen' tot vice-voorzitter de heer
J. Ritmeester, burgemeester van den Hel
der. de heer G. L. Heeris, secretaris der
Nederlandsche reederijvereenlglng, en tot
algemeen secretaris de heer S. Koning.
2—4