SWIFT f. 3.95 J. M. KROL ZONNEBADEN Crisis in een Crisisorganisatie 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 Juni 1936 Derde Blad No. 2339Ö Negus: Wie sprak ook weer van de superioriteit van het „blanke" ras? KUN/T EN LETTEREN Het besluit der zuivel- organisaties om niet meer mede te werken aan een regeling van de uitvoer- contingenten. WAT ZAL ER VERDER GEBEUREN? ZOMERSNITTEN VAN BREESTRAAT 149 Vreest geen Examen FAILLISSEMENTEN. ONDERSCHEIDING VOOR BUITENL WEEKOVERZICHT WAARHEEN? Weer ls eens alle aandacht op Genève gericht. Ditmaal In een weinig eervolle positie! Na de beide groote Westersche mogendheden In Europa hebben nu ook de z.g. neutrale mogendheden zich uitge sproken voor opheffing der sancties, ü>aarmede de laatste twijfel over deze op heffing is weggevallen. De formule, waar in dit geschiedt, zal nog moeten worden gezocht, doch dit is slechts bijzaak. De sancties zijn ter ziele daaraan kan zelfs de persoonlijke komst van den Negus naar de Volkenbondsstad niets meer verande ren. Het pleidooi van den onttroonden heerscher van Abessynië, die tenslotte toch besloten heeft om zelf den laatsteu gang te gaan, zal het echec van den Vol kenbond nog te scherper doen uitkomen, maar in wezen niets meer wijzigen. Droe vig, edoch maar al te waar! Moeilijkheden voor den Volkenbond zal de Abessijnsche affaire in dit opzicht niet meer opleveren. Een oorlog ter wille van den Negus wordt niet ontketend; sir John Simon, de vroegere Brit-sche minister van buitenlandsche zaken, zeide het wel wat erg cru in het Engelsche Lagerhuis: geen schip heeft Engeland over voor Abes synië De Volkenbond heeft Abessynië niet kunnen redden en neemt het verlies uit vrees voor de meer dan verwarde toestan den in Europa. Helaas, vanuit het gezichtspunt van den Volkenbond gerekend, zal daarmede nog niet het einde daar zijn van dit avontuur. Weliswaar jubelt de Italiaansche pers, dat na de overwinning te velde, nu ook een groote diplomatieke overwinning op het punt staat te worden bevochten, doch daarmede is men er nog niet. Over blijft immers nog de erkenning van de annexa tie van het Abessijnsche keizerrijk en daarmede gaat het minder vlot. Italië zal zich desnoods bij een niet-erkenning neer leggen, wanneer deze ongemerkt voorbij gadt, maar zal dit mogelijk blijken, nu Argentinië juist de bijeenroeping van de Assemblee heeft doorgezet om deze te voorkomen? Argentinië schijnt beslist te willen doen vastleggen, dat iedere verovering door middel van geweld nooit zal worden er kend; zou dit anders zijn, dan dreigt ge heel Zuid-Amerika den Volkenbond den rug te zullen toekeeren. De vraag is nu geworden, hoever Argentinië dit wil doqr- drijven. Wordt genoegen genomen met een formule, die de kwestie blauw-blauw laat al is van erkenning dan geen sprake Italië zal er mee accoord gaan, doch zoo beslist zwart op wit uiting wordt gegeven aan deze niet-erkenning, dan dreigt Italië met uittreding uit den Bond, hetgeen impleciet zou beteekenen een samengaan met Duitschland, al zouden daarvoor groote offers moeten worden gebracht, gelet b.v. op de Oostenrijksche kwestie. In dit opzicht staat Genève voor een moeilijke beslissing! Hoe moeilijk in menig geval de positie in Europa is geworden, misschien blijkt dat wel het duidelijkst in een kwestie, die aanvankelijk algemeen om het hardst is geroemd: de Turksche eisch van herzie ning van het vredesverdrag van Lausanne betreffende herbewapening der zee-eng ten. Na alle „voldongen feiten", waarvoor anderen de wereld hadden geplaatst, was het als een oase in de woestijn, dat Tur kije den wettelijken weg bewandelde en, in plaats van zonder meer tot herbewape ning over te gaan, volgens de regelen van het verdrag daarvan herziening vroeg. Groote lof is deswege Turkije gebracht en, v/ij moeten het volmondig erkennen, vol komen terecht. Ware deze procedure door allen in alles gevolgd, de wereld zou thans niet het beeld van verwarring toonen als het geval is! Zooals alles, heeft deze gang van zaken echter ook een keerzijde en die doet zich geducht gevoelen in de Turksche aange legenheid. In wezen wordt vrijwel door alle betrokkenen erkend, dat Turkije, gezien den loop van zaken, tot herbewapening moet overgaan, wil het zich ten allen tijde met vrucht kunnen verdedigen tegen een aanvaller, doch deze erkenning is daar nevens gebonden aan vele en belangrijke neven-kwesties ennauwelijks aange roerd, blijkt weer een verschil van mee ning, die scherp belicht, hoe ver men af staat van het ideaal van een werkelijken Volkenbond. Italië heeft zich afzijdig gehouden on der motief, dat het voorloopig niet aan Volkenbondswerk kan deelnemen, zoolang het als „gestrafte" fungeert, doch is waar schijnlijk dankbaar, dat het zoo'n goed klinkend motief heeft, want het vertrouwt de gansche aangelegenheid niet. waar sovjet-Rusland den eisch heeft gesteld, om zijn Zwarte Zee-vloot ten allen tijde de zee-engten te mogen doen passeeren, wanneer de Volkenbond daarvoor toe stemming geeft ter bijstand van een an- deré mogendheid, of ter wille van eigen vlootbelangen, hetgeen reeds een protest van Japan tengevolge had, waarmede overigens weinig rekening behoeft te wor den gehouden, daar Japan geen lid van den Volkenbond meer is en in Europa de macht mist om zijn wil kracht bij te zetten! Op het ontbreken van macht in het Verre Oosten heeft het zelf zijn hou ding inzake Mandsjoekwo gebaseerd, dus zou Japan slechts eigen trekken thuis krijgen! Dientengevolge heeft de eerste bijeen komst te Montreaux met het oog op de Volkenbondsaangelegenheden is deze conferentie tot na afloop van de bespre kingen te Genève verdaagd weinig resultaat gehad, trots alle waardeering voor de Turksche houding en de erken ning van Turkije's goed recht. Wantrouwen overheerscht de gansche situatie, waarheen men den blik ook wendt! En in zulk een atmosfeer zal in Sep tember de hervorming van den Volken bond, die als beslist noodzakelijk alge meen wordt erkend, onder oogen moeten worden gezien. Dit uitstel tot het najaar geeft tenminste nog eenig respijt, doch wie durft in zulk kort tijdsbestek hoopen op een wending ten goede? Te meer. waar de diverse landen in wendig met tal van gevaren moeten reke nen. De nieuwe Fransche regeering heeft in het parlement eenige mooie overwin ningen behaald in Kamer en Senaat, zoodat de eerste economische wetten met record-snelheid 't Staatsblad hebben be reikt. doch de stakingen hebben een revo lutionair lintje aangenomen dat straks het ergste doet vreezsn wanneer de regeering gedwongen zal worden de LOUIS DE VRIES. De president van de Fransche republiek heeft den heer Louis de Vries bericht ge zonden van zijn onderscheiding tot ridder in het Legioen van Eer wegens zijn ver diensten als tooneelspeler voor de Fran sche kunst. WEEKBLADEN. In de „Wereldkroniek" zet J. J. Moer man zijn historische verhalen over de re sidentie voort; ditmaal heeft hij 't Lange Voorhout als onderwerp gekozen. Van de Utrechtsche lustrumfeesten zijn een aan tal fraaie foto's afgedrukt. Sprint schrijft in de sportwereld een artikel over: „Om een fractie van de seconde". Zooals wel van zelf spreekt is de filmwereld gewijd aan Grace Moore. TIJDSCHRIFTEN. Het R.K. Bouwblad begint ditmaal met een artikel getiteld: Bij Jos. Cuypers' ver jaardag. J. Jans schrijft vervolgens over: Hoe moeten architecten teekenen. Nies. Molenaar bespreekt een drietal Duitsche buitenhuizen, terwijl van dr. K. Smits een artikel over St. Hildegardis en de aanbid ding van het lam is gepubliceerd. grondwettelijke vrijheden te handhaven. België geeft, zij het iets gematigder, daar de regeering daar direct de grond wet overeind hield, toch een zelfde beeld. Spanje glijdt meer en meer af naar de revolutie, Engeland ziet de oppositie in volle wapenrusting om uit het echec in het Afrikaansche conflict de grootste pro fijt te trekken bij den kiezer. En Duitschland, zijn antwoord op de Engelsche vragen in petto houdend, ziet kalm toe, waarheen dit alles leiden zal. Engeland heeft 't tevergeefs tot eenigen spoed aangezet, ook de Fransche aandrij ving, hoewel heel toeschieteliik ingekleed, zal het wel r.lct beter vergaan. De tijd werk' immers ten gunste van een toezien zonder zich bloot te geven,-... (Van onzen reisredacteur). Er is een crisis uitgebroken in een der crisisorganisaties. Het Crisis Zuivelbureau, een stichting van den Alg. Ned. Zuivelbond (F. N. Z.de Ver. voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne en den Bond van Kaasprodu centen, heeft zijn medewerking opgezegd aan de regeling van de uitvoercontingen- ten, als gevolg van een conflict met den minister van handel, nijverheid en scheep vaart over de verdeeling ervan. Dat bericht is niet als een donderslag uit een helderen hemel gekomen. Reeds lang rommelde het er en in de verschillende organen der be trokken vereenigingen waren daarvan de verschijnselen te bemerken. Een gelijksoortig verschijnsel was het eervol ontslag, dat den heer J. A. Geluk onlangs verleend is als gemachtigde van den minister van handel tot het afgeven der uitvoercertificaten voor den gecontin- genteerden export van zuivelproducten. De heer Geluk was in deze functie de opvol ger van dr. A. F. Posthuma; hij is zelf nu opgevolgd door den heer De Vos, tot nu toe secretaris van het bureau. De heer Geluk heeft zijn heengaan ge motiveerd in een artikel in het Officieel orgaan van den Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.), waarin hij aldus te velde trekt tegen het besluit van den minister tot wijziging van de tot nu toe gevolgde werk methode „Het huidige stelsel heeft een vastliggen de basis in de jaren, die aan de contingen- teering vooraf gingen, en deze jaren zijn met zorg zóó gekozen, dat abnormale om standigheden zooveel mogelijk worden uit gesloten, terwijl niemand weten kon, dat daarop later zijn export „bevroren" zou worden. Het Crisis Zuivelbureau heeft er met zorg voor gewaakt, dat aan deze basis nimmer incidenteel getornd werd, daar men, door ook maar de kleinste afwijking toe te staan, een onbillijkheid tegenover alle anderen zou begaan. Aan het systeem, dat de minister nu zal gaan toepassen, ontbreekt elke redelijke basis en het opent de deur voor willekeur, om van erger niet te spreken. Het is aan ieder van degenen, die van eind 1931 af bij de administratie der uitvoercontingenten voor zuivelproducten betrokken zijn geweest, meer dan voldoende bekend, dat er onder nemingen zijn, die geen moeite hebben ge spaard om te trachten aan te toonen, dat zij door het toegepaste systeem toch eigen lijk zoodanig benadeeld waren, dat zij recht op een, van de andere afwijkende, behan deling hadden. Er zal wel geen crisisrege ling kunnen worden bedacht, waarbij dit niet voorkomt. Wee echter den „regelaar", die meent daaraan tegemoet te moeten komen, want dit toegeven kan geen ander gévolg hebben dan dat men tracht één onbillijkheid weg te nemen, waarvoor men er vele in de plaats krijgt. In het onder havige geval is dit in sterke mate zoo, om dat hieraan elke vaststaande basis ont- DIE LEUKE 683» m. hooge en lege hekken in groote verscheidenheid bij (Ingez. Med.) breekt, terwijl het bestaande stelsel dan toch altijd een basis heeft, ook al kan men erover van meening verschillen, of deze basis wel de juiste is. De minister wil nu een stelsel van toeval lige verdeeling gaan toepassen. Hij moet echter wel goed beseffen, dat hij elke kg. product, dat hij op deze wijze toedeelt, van de anderen moet afnemen, en dat hij, door iets aan A te geven, omdat deze daartoe energieke pogingen heeft aangewend en omdat hij mogelijk politieke of andere vrienden bezit, die hem daarbij krachtig hebben gesteund, tegenover B, die mis schien in den grond van de zaak xgel meer recht zou kunnen doen gelden, maar die mogelijk meer bescheiden van aard ls ge weest of wel zoo aan de onwrikbaarheid van het stelsel heeft geloofd, dat hem elke poging, om hierop een uitzondering te trachten te verkrijgen, vruchteloos leek, een grove onbillijkheid begaat. Wij achten dit funest voor de goede ver houdingen en een goede moraal in den zuivelhandel en het noodzakelijk gevolg hiervan moet zijn; dat iedereen, die zich door de contingenteering op eenigerlei wijze benadeeld voelt, zich tot den minister wendt en daar met klem van argumenten betoogt, dat hem een aandeel in het gere serveerde contingent toekomt. Kan hij zich daarbij door invloedrijke relaties doen bij staan, zooveel te beter," Hiermede is het conflict duidelijk ge steld. De minister is, zoo verzekerde men ons, gezwicht voor den aandrang van en kele belanghebbende groepen, tegen de meening van de betrokken organisaties in. Hij stelt nu aan deze groepen eerst eenige hoeveelheden van de beschikbare contin genten beschikbaar, waarna de rest op de gebruikelijke wijze door het Crisis Zuivel bureau zou mogen worden verdeeld. De waarschuwingen van dit bureau heeft hij in den wind geslagen en nu heeft dit er verder den brui aan gegeven. Wat zal er nu echter verder gebeuren? We hebben deze vraag voorgelegd aan de betrokken organisaties en ontvingen daar op ten antwoord, dat de verdere ontwikke ling van deze aangelegenheid geheel van den minister zal afhangen. De Crisis Zui- velcentrale zal ook na 1 Juli haar werk voortzetten, ofschoon dan zonder de uiter aard belangrijke bemoeiingen met het con- tingenteeringsstelsel, en zij zal blijven op komen voor de belangen van den zuivel- export. De centrale, is in December 1931 op gericht op een bijéénkomst, die onder lei ding stond van dr. Posthuma. ten einde beter te kunnen waken voor de belangen van den zuivelexport, welke in het gedrang dreigden te komen. Onmiddellijk daarop kwam het contingenteeringsstelsel in het buitenland in zwang en het bureau heeft toen aan den minister van economische za ken voorgesteld, deze materie voor den export te regelen, op welk voorstel de mi nister is ingegaan Nu dit ophoudt, zijn er nog wel andere dingen te doen. Zoo zal waarschijnlijk de propaganda krachtig ter hand worden genomen. We hebben ook de vraag gesteld, of niet de vrees moest bestaan, dat de belangen van den zuivelexport door het besluit der centrale eerder geschaad dan gediend zou den zijn. Of dat zoo is, zal de toekomst moeten leeren. De minister houdt in ieder geval zijn bureau, waarmede de organisa ties tot nu toe steeds hebben samengewerkt en dat als het ware door de centrale is „opgevoed". Dit bureau beheerscht deze in gewikkelde materie voldoende en de orga nisaties blijven tot samenwerking bereid. Het is niet de eerste maal, dat de regee ring over de uitvoering der crisismaatrege len met de agrarische organisaties in con flict komt. Wel zijn thans voor het eerst de booze woorden door een daad gevolgd, welke misschien verstrekkende gevolgen kan hebben. Welke consequentie de regee ring hieraan zal verbinden, konden wij in Den Haag niet te weten komen. want er is een middel dat U kalm houdt en waardoor Uw geest helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U .voor zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers v. 75 ct. bij Apoth. en Drogisten. 5784 (Ingez. Med.) Uitgesproken: De N.V. Beekmans Dames- en Heeren- kleedinghandel, te Leiden, Breestraat 107a. R.-c.: mr. H. Haga. Cur.: mr. H. Burgers- dijk te Leiden. Vernietigd: Het faillissement van J. War merdam Chr.zn. te Noordwijk. Dagbladreclame beduidt met de minste verkoopkosten het meeste verkoopen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9