Uitden Leidschen Raad.
77"tc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 23 Juni 1936
Derde Blad
No. 23386
De Slachthuis-plannen aanvaard
Midden in de interpellaties is men blijven steken.
4o. Voorstel tot aanstelling ln vasten
dienst van A. M. W. Pltlo, als opzichter bij
den Gemeentelijken Reinigings- en Ont-
smettlngsdlenst. (90)
De heer ROMIJN is verwonderd en te
leurgesteld over de houding van B. en W.
in dit voorstel belichaamd. Het geeft z.i.
blijk van een wankel bestuursbeleid, al
houdt het rekening met alle egards tegen
over den raad. De jongste beslissing van
deh raad heeft men toch niet te erkennen
ha het krachtig verzet van B. en W. en
van een deel van den raad. Hoe moet de
buitenwereld op zoo'n houding als B. en
W. aannemen .reageeren? Ook betreurt
spr. deze houding ten aanzien van betrok
ken hoofdambtenaar, te meer waar deze
houding van B. en W. absoluut niet gemo
tiveerd is. De hoofdambtenaar zal er ten
slotte wel overheen komen, doch de hou
ding van B. en W. is niet bevorderlijk voor
het hoog-houden van het gezag.
De heer v. ECK meent, dat B. en W.
staatsrechtelijk niet anders konden han
delen. De raad heeft toch beslist en B.
en W. hebben deze beslissing uit te voeren
Vandaar, heel eenvoudig dit voorstel. Wil
de heer Romljn dan terugkomen op het
genomen raadsbesluit? En de directeur
heeft zich met dit voorstel vereenigd.
De heer COSTER meent dat de minder
heid van destijds zich bij de beslissing van
de meerderheid heeft neer te leggen.
De heer BEEKENKAMP steunt den heer
v. Eek. De beslissing is gevallen en daar
aan is niets meer te doen. Hadden B. en
W. dan een 2e echec moeten riskeeren?
De gekozen weg is z.i. de eenig juiste Welke
indruk wordt naar buiten gewekt door den
heer Romijn? Had hij gezwegen, dan zou
de zaak niet meer opgerakeld zijn, het
geen beter en verstandiger ware geweest.
Voor een gevoel van gekrenktheid mag
men niet uit den weg gaan.
Wethouder SPLINTER zeg, dat de raad
beslist heeft dezen ambtenaar te hand
haven in zijn functie. Konden B. en W.
dan anders doen dan zijn vaste aanstelling
voorstellen, nu de tijd daarvoor is geko
men? Ook de bedrijfsdirecteur neemt dit
standpunt in.
B. en W. doen beter royaal het besluit
van dén raad uit te voeren, dan daartegen
te mokken. Van wankel beleid is geen
sprake.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W, na
tuurlijk niet veranderd zijn van meening,
doch zij moeten het raadsbesluit toch uit
voeren.
De heer ROMIJN meent, dat B. en W.
toch de zaak aan den raad hadden kun
nen overlaten en niet zelf komen met een
voorstel.
Z. h. st. wordt het voorstel dan aange
nomen. De heer Romijn wil geacht worden
tè hebben tegengestemd.
5o. Praeadvies op het verzoek van Me
vrouw Dra. M. E. JonkerWesterveld om
ontslag als leerares in wis-, natuur-,
rftrktuigkunde en cosmographie aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes (91)
Conform besloten.
6o. Praeadvies op het verzoek van mej.
A. Kok om ontslag als onderwijzeres in de
lichamelijke oefening bij het openbaar
lager onderwijs. (92)
Conform besloten.
Bli het volgend punt (aangaan van kas-
gelflieeningen) wordëh de deuren op ver-
ïfeek van wethouder Verwev gesloten.
Reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplaag.
Na een klein uur worden de deuren
heropefid,
HAMERPUNTEN.
7o. Voorstel inzake het aangaan van
kasgeldieeningen gedurende het 3e kwar-
t&al 1936. (93)
Z. h. st aangenomen.
8o. Voorstel tot aankoop van eenige
strookjes voortuin aan het Noordelnds-
plein. In verband met de verbetering van
de Haagbrug c.a. (94)
Conform besloten.
9o. Voorstel tot overneming in eigen-
doba bij de gemeente van eenige strookjes
ghmd aan den Witte Singel, in verband
met de verbetering van dien singel, tus-
sthen de Witte Rozenstraat en de Koe-
poortdbrug. (95)
Conform besloten.
lOo. Voorstel tot verkoop van het per
ceel Breestraat No. 114c., aan J. Sligter,
q.q. te Leiden. (96)
Conform besloten.
12o. Praeadvies op het verzoek van de
Leidsche Geitenfokkersvereeniging om
haar een subsidie uit de gemeentekas te
verleenen. (98)
Conform besloten.
13o. Voorstel inzake vaststelling van de
exploitatie-vergoeding en vergoeding voor
vakonderwijzers ex art. 101 van de L. O-
wet, over het jaar 1933. (99)
Conform besloten.
14o. Voorstel tot vaststelling van de bij
drage in de kosten van het bijzonder ver
volgonderwijs over het jaar 1933 (100)
Conform besloten.
15o. Voorstel tot vaststelling van een
verordening, houdende bepalingen, met
betrekking tot den rechtstoestand van
kweekelingen met akte, verbonden aan
openbare lagere scholen der gemeente
Leidea (101)
Na enkele opmerkingen van de heeren
Vos en v. d. Voort beantwoord door wet
houder Tepe en den heer Goslinga wordt
de verordening goedgekeurd.
16o. Voorstel:
a. tot wijziging van de met de gemeen
te Valkenburg (Z.-H.) gesloten overeen
komst betreffende lèvering van electrici-
teit in die gemeente door de Stedelijke
Electriciteitsfabriek te Leiden;
b. tot het aangaan van een overeen
komst met de gemeente Valkenburg (Z.-
H.), betreffende de levering van gas in
die gemeente door de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden. (102)
Conform besloten.
17o. Voorstel tot wijziging van de ver
ordening, houdende voorwaarden van op
neming en verpleging van lijders in het
Krankzinnigengesticht „Endegeest" en de
afdeeling voor Jeugdige zwakzinnigen
„Voorgeest" te Oegstgeest, nabij Leiden, in
verband met het verlagen van de ver-
pleegprijzen in die inrichtingen, alsmede
tot het treffen van de met een en ander
samenhangende financieele maatregelen.
(103)
De heer GOSLINGA vraagt eenige
nadere financieele inlichtingen, die wet
houder VERWEY verstrekt. Het betrof de
gevolgen voor de gemeentebegrooting (een
verlies van f. 9.5001
Conform wordt dan besloten.
VEE- EN ZUIVELTENTOONSTELLING.
18o. Voorstel inzake het verleenen van
een subsidie en een garantie ten behoeve
van de alhier te houden Vee- en Zulvel-
tentoonstelling 1936 en tot vaststelling van
den desbetreffenden begrootingsstaat
(104)
De lieer ROMIJN heeft bezwaar tegen de
gedachte positie van een directeur van den
Markt- en Havendienst als bestuurslid en
vertegenwoordiger der gemeente. Daaraan
kunnen bezwaren verbonden zijn. Spr. zou
hem liever in het bestuur zien alleen als
vertegenwoordiger der gemeente. Voorts
vraagt hij, of de vereeniging rechtsper
soonlijkheid zal ontvangen?
De heer DE REEDE heeft alleen dit be
zwaar dat een subsidie wordt toegekend,
ongeacht de vraag, of deze noodig is.
Daarom stelt hij voor, dat een garantie
zal worden uitgekeerd van ten hoogste
f.3000. Finantieel blijft het hetzelfde, doch
de gemeente blijft vrijer in de toekomst.
De heer GOSLINGA sluit zich aan bij de
vorige sprekers.
Voorts wijst hij er op, dat het voorstel
niets bevat aangaande kosten der gemeen
te voor terrein-inrichting etc. Zijn die er
niet? Zou een regen-verzekering bovendien
geen aanbeveling verdienen?
De heer LOMBERT wijst er op, hoe bij
de begrooting telkens subsidies verminde
ren of verdwijnen. We zijn dus nu wel
royaal! In ieder geval dringt spr. aan op
uiterste soberheid, opdat er inderdaad
kans op reserveering is en niet geheel
wordt gesteund op de subsidie der gemeen
te, zooals deze begrooting reeds doet. Het
voorstel de Reede geeft spr. de voorkeur
boven dat van B. en W„ mede gelet op de
ervaring van vorig jaar.
De heer WILBRINK steunt de heer
Romijn. Het bezwaar van den heer de
Reede ziet spr. niet in. Volgens het voor
stel van B. en W. voelt hij zich even vrij,
terwijl z.i. de vereeniging juist meer gele
genheid krijgt voor het vormen van een
stam-kapitaal en dus krachtiger te wor
den.
De heer BERGERS oordeelt de vorming
van deze vereeniging zeer gelukkig voor
onze stad. Hij voelt meer voor het voor
stel van B. en W. dan voor dat van den
heer de Reede.
De begrooting is natuurlijk rekbaar voor
mee- en tegenvallers.
De heer VALLENTGOED sluit zich aan
bij den heer Wilbrink.
Wethouder VERWEY verwijst naar het
geen elders geschiedt tot steun en bevor
dering van het marktwezen. Spr. zag daar
om met genoegen, dat tegen een strekking
van het voorstel geen bezwaar is gemaakt.
Des directeur's positie komt hierop neer,
dat het een groot practisch belang is voor
het bestuur het hoofd van den tak van
dienst in zijn midden te hebben. Finan-
tieele consequenties zijn er voor de ge
meente alleen aan verbonden voor zoover
de raad zelf beslist. De bezwaren van den
heer Romijn worden z.i. te zwaar gezien.
De heer Mennes zal integendeel als een
soort dwarskijker kunnen optreden voor de
gemeente als gewoon bestuurslid. De gang
van zaken te Utrecht heeft geleid tot hel
voorstel inzake subsidie en garantie, evenals
daar hoopt men ook hier te kunnen reser
veeren op den duur. Wij hopen de commis
sie te paard te helpen.
De gemeente zal geen gelden hebben te
voteeren voor inrichting enz. zooals vorig
jaar, slechts zal wellicht eenige hulp van
ambtenaren worden verleend.
Aan verzekeringen zal alle aandacht
worden gewijd, kan spr. verzekeren.
Royaliteit is niet betracht, verzekert hij
den heer Lombert. De begrooting is zoo
sober mogelijk. Spr. hoopt echter dat
voortaan geen subsidie meer noodig zal
zijn.
Rechtspersoonlijkheid zal worden aange
vraagd.
De heer ROMIJN dient een motie in, dat
de raad de wenschelijkheid uitspreekt, dat
de directeur slechts in het bestuur zitting
zal nemen als vertegenwoordiger der ge
meente met adviseerende stem. Dit zoowel
in het belang der gemeente als van den
directeur zelf.
Dit voorstel Romijn zijn B. en W. bereid
over te nemen.
De heer WILMER ziet daarvoor geen
reden. Zoo de heer Mennes kan meestem
men, kan hij z.i. meer bereiken. De heer
v. ECK steunt den heer Wilmer, evenals de
heer BERGERS.
Wethouder VERWEY was tot overnemen
bereid, daar de heer Mennes volgens de
statuten toch niet zou mogen meestem
men.
Het voorstel de Reede wordt verworpen
met 29—5 stemmen.
Voor de heeren Goslinga, Beekenkamp,
Lombert, de Reede, Eikerbout.
Het voorstel Romijn wordt verworpen
inet 286 stemmen.
Voor de heeren Goslings, v. Stralen, de
Reede, v. d. Reyden, Romijn en Lombert,
Het voorstel wordt daarop z.h.st. goed
gekeurd.
HET SLACHTHUIS.
19o, Voorstel om, ten behoeve van de
verbouwing en uitbreiding van 't Open
baar Slachthuis, alsnog een bedrag van
f. 100.000,aan het bedrijf als kapitaal te
verstrekken door vaststelling van de des
betreffende begrootingsregelingen. (105)
Wordt samengevoegd met punt 20.
20o. Interpellatie van den heer Goslinga
inzake de verbouwing van het Openbaar
Slachthuis.
De heer LOMBERT meent, dat de raad
recht heeft op betere informatie in deze,
daar veel duister en onverklaarbaar is. De
begrooting van den Directeur van Ge
meentewerken, bedroeg in overleg met den
directeur van den dienst f. 287.000, hetgeen
is afgerond tot f. 300.000. Is Juist, dat deze
raming slechts een schets was, gebaseerd
op oppervlakkige berekeningen? Van een
ernstig voorbereid plan is z.i. in ieder ge
val geen sprake geweest, dat heeft de uit
voering van den beginne af aan bewezen.
Bij het le gedeelte was al een overschrij
ding van f. 25000 en zoo gaat het verder.
Spr. geelt een opsomming en waarom
kwam het rapport van den Directeur van
Gemeentewerken daarover pas vorig
jaar af?
Voor het algemeen gemeentebeleid is
de zaak z.i ook van groot belang. Niet voor
de eerste maal wordt hier een begrooting
zoo ernstig overschreden, zie o.a. H.B.S. en
politiebrandweer
Hoe moet het bij den Stadhuis-bouw bij
zulke ramingen? Mag de burgerij dan nog
vertrouwen stellen in groote werken, die
moeizaam uit de belastingen moeten wor
den opgebracht?
De heer GOSLINGA zal als vorig wet
houder eenige opmerkingen moeten ma
ken, daar algemeen zijn naam is genoemd
in deze onverkwikkelijke materie en zulks
op grond der stukken. Spr. gaat in op de
historie. In 1931 was verbetering reeds
zeer hard noodig geoordeeld onder
wethouder Reimeringer dus reeds. De
verbetering was een zeer omslachtig
vraagstuk. Naast bouwkundige vragen
stonden slachttechnische en koeltechni-
sche! De raming bedroeg aanvankelijk
4 ton, doch daarvoor schrikte men terug.
Aan alles zit toch ook een financieele
zijde, vooral voor een gemeente.
De commissie heeft de aangelegenheid
bekeken en oordeelde 3 ton mogelijk, zon
der nieuwe kapitaallasten op het slacht
huis te leggen. Toen is door den directeur
van het slachthuis een nieuw project uit
gewerkt, dat aan den directeur van ge
meentewerken werd voorgelegd. Deze oor
deelde uitvoering mogelijk, mits veel werd
vereenvoudigd en verkleind, zooals nader
werd aangegeven. (Waarom mankeeren
deze hem ontlastende gegevens bij de
stukken vraagt spr.). De directeur van 't
Slachthuis ging daarmede accoord. Men
kwam toen op f. 285.500, afgerond tot
3 ton. Krap aan, zeide de directeur van
gemeentewerken, doch er was dus nog een
speling van een f. 14.500 !En dit was alles
goed gefundeerd, van een aftrekken van
een ton zonder meer. is geen sprake ge
weest.
De commissie vajii beheer was dan ook
zeer in haar schik met deze regeling, dat
laat zich begrijpen. Er was aan het noo-
dige niet geraakt, alleen maar vereen
voudigd. De raad heeft dat bedrag van
3 ton in 1933 toegestaan.
In 1934 werd de fundeering aanbesteed
van het varkensslachthuis en gereed ge
komen in November Spoedig volgde be
richt van overschrijding van den past
met f. 25.000. De commissie heeft in 1934
aan B .en W. overgelaten die f. 25.000
meer, aan te vragen bij den raad. De
directeur wilde liever het mes er nog wat
inzetten, doch dit wilde de commissie niet.
Spr. was voor direct aanvragen doch in
het college van B. en W. werd door wet
houder Splinter, die een goeden kijk er op
bleek te hebben, aangeraden niet direct
aan te vragen, daar de heer Splinter
vroeg: komt er dan geen verdere over
schrijding meer? Na lang getalm kwam
de directeur van gemeentewerken pas
met een volledige verdere berekening der
kosten, in welken tijd intusschen de bouw
voortging. Vandaar zijn vragen, die aldus
luidden:
1 Is het juist, dat de nieuwe varkens-
slachthal van hetgemeentelijk abattoir
reeds voor enkele weken geheel gereed is
gekomen?
2 Indien vraag 1 bevestigend kan wor
den beantwoord, kunnen B en W. dan ook
meedëelen, hoeveel deze hal gekost heeft,
resp. hoeveel van het op 4 Dec. '33 aan
hun college toegestaan crediet ad f. 300.000
voor „Verbouwingskosten Slachthuis"
reeds is verbruikt
3. Om welke reden wordt de nieuwe
slachthak indien deze gereed is, niet in
gebruik genomen?
4. Om welke redenen wordt geen voort
gang gemaakt met de verbouwingswerk
zaamheden, die uit het in vraag 2 bedoel
de crediet zouden worden bestreden?
5. Acht het college de bestaande werk
loosheid in de bouwvakken niet een zeer
ernstige prikkel om met de verwerking
van een toegestaan crediet ernstig voort
te varen?
6. Tegen welken datum kan de aanbe
steding van het eerstvolgend onderdeel
der verbouwing worden tegemoet gezien?
Toen kon spr. niet weten, dat vanaf
16 Mei 1935 de directeur van gemeente
werken zou rekenen tot 27 April j.l.
Het spijt spr., dat B. en W. niet in
krachtige termen hun ongenoegen heb
ben geuit over deze overschrijding, haar
integendeel vergoelijken.
Spr. acht den gang van zaken zeer te
betreuren en te meer waar B. en W. niet
alleen de overschrijding ad f. 91.500 aan
vragen, doch nog f. 8,500 meer, hetgeen
zal bevorderen, dat het slachthuis een
kapltaallast van 1 ton meer spoedig zal
moeten dragen.
De heer MANDERS kreeg ook den in
druk uit de stukken, dat de schuld op oud
wethouder Goslinga werd gelegd, doch spr.
huldigt deze voor zijn gevoerd beleid, doch
tevens beide directeuren dat zij hebben
doorgezet, zonder te veel te bezuinigen,
daar dat zou zijn geweest in het nadeel
der gemeente.
Hierna schorsing.
AVONDVERGADERING.
De heer HESSING meent, dat het betoog
van den heer Goslinga niet verhelderend
heeft gewerkt. Zijn vragen zijn in den
geest van: de beste verdediging is de
aanval. Natuurlijk Is bij groote werken
de kans op overschrijding grooter dan bij
werken, waar alles vaststaat. Er is z. i. allé
reden tot ernstige kritiek inzake de voor
bereiding. Vroegen B. en W. in 1933 wel
een crediet voor een plan? Z. i. niet, maar
voor een experiment. Willekeurig werd een
bedrag aangevraagd. Willekeurig werd een
ton besnoeid, spr. is het eens met den di
recteur van Gemeentewerken: 't was een
slag in de lucht. Behalve voor den toen-
mallgen wethouder van financiën, die 3
ton in zijn hoofd had. 't Werd een schets-
plan, dat met 3 ton moest worden gedekt.
Mag men dan nog zoo hoog van den
toren blazen als de heer Goslinga deed?
Er zijn momenten geweest, dat de wet
houder den weg terug had kunnen vin
den, doch hij heeft het niet gedaan. Nu
schuift hij de schuld af op ambtenaren
hoewel hij door den directeur van Gemeen
tewerken eenige malen voor overschrijding
werd gewaarschuwd bij niet-matigen der
eischen van den directeur van het Slacht
huis. Spr. geeft telkens citaten uit de stuk
ken. Het was een zuivere speculatie van
den heer Goslinga. die anders altijd zoo
zakelijk zich uitte en zich zoo voordoet.
Daarom zijn zijn vragen een „vrijmoedig
heid" van bijzonder karakter, parlemen
tair gesproken.
Slechts noode zullen wij onzen stem ge
ven aan dit voorstel, dat opnieuw bewijst,
dat de zuinigheid de wijsheid bedriegt.
De heer DE REEDE erkent, dat de eer
ste lezing van de stukken een onaangena-
men indurk maakt: op de commissie, op
de directeuren, op B en W. zijn aanmer
kingen te maken, doch we doen verstandig
elkaar niet onaangenaam te zijn. Vele
uitgaven zouden ook het 4 ton's plan heb
ben overschreden! De commissie heeft den
ernstigen wil gehad voor minder klaar te
komen; de plannen waren niet scherp ge
noeg uitgewerkt, waar het geen nieuw
bouw doch een ombouw betrof, dus veel
gevaarlijker terrein. Er werd niet met een
3 tons-plan gekomen omdat het 4-tonsplan
geen meerderheid in den raad zou hebben
gekregen, dat is onwaar. Het ging alleen
om bezuiniging en de ton is gehaald, want
daarmede zou het 4-tonsplan ook zijn
overschreden. Vroeger kwamen wel eens
tegenvallers, als er niets meer aan te doen
was. Zóó is het hier niet: B. en W. hebben
op tijd nieuw crediet gevraagd, er kan nog
gestopt worden. Maar voor degenen, die
dat durven aanvaarden, neemt hij zijn
hoed af.
Bij kalm inzicht zal men zien, dat er
geen reden is om elkaar fel te laken.
De heer v. WELZEN wil alleen eenige
algemeene kanten naar voren brengen. Be
halve een technische en een financieele is
er ook nog een commercieele zijde! Een
oud spreekwoord zegtde kost gaet voor de
baet uit.
De heer Goslinga heeft zich in dezen een
slecht financier getoond, meent spr. Het
slachthuis kon schuldenvergrooti ng best
dragen, in tegenstelling tot politiebureau,
enz. De directeur van het slachthuis heeft
bij zijn adviezen ook steeds de commer
cieele zijde belicht, waarmede de directeur
van Gemeentewerken niet had te maken,
vooral niet, gelet op de bezuinigingspolitiek
die werd gevoerd, zulks ten nadeele van
het slachthuis.
Afgezien van alle detailpunten heeft deze
eaak geleerd de les dat de raad scherp cri-
tisch heeft toe te zien en dat alle voor
lichting dient te worden benut.
Bij het 4-tons-plan zou het percentage
der overschrijding heel wat minder zijn
geweest!
De heer BERGERS wijst op den slechten
grond, waarop het slachthuis staat.
Het spijt spr., dat ex-wethouder Goslinga
met zijn vragen is gekomen, zooiets oordeelt
spr. niet sympathiek van een oud-bestuur
der. Bij het 4-tonsplan zou ook een belang
rijke overschrijding hebben plaats gehad.
Terloops zegt spr. te vreezen, dat het
Slachthuis spoedig geen winst-object meer
zal zijn, als de tarieven niet verlaagd
worden.
Bij gebruik van een architect zou men
z. i. ook goedkoooper uit zijn geweest.
De heer SCHONEVELD vraagt of bij ver
dere aanbesteding geen concentratie is toe
te passen.
Wethouder VERWEY zegt, dat het voor
het college geen aangename taak is dit
voorstel te verdedigen.
Spr. geeft een kort geschiedkundig over
zicht. Hoe meer het varkensslachthuis zijn
voltooiing naderde, des te zekerder bleek,
dat de som werd overschreden. Men had
die f. 25000 direct kunnen vragen, doch
men moest rekening houden met twee
mogelijkheden: lo. dat het totale werk
nog verder zou uitloopen, 2e. dat het ove
rige werk de overschrijding zou goedma
ken. Nader rapport werd gevraagd en
daarvan is dit voorstel het gevolg; het
college meent, dat met den verderen
bouw spoed moet worden betracht in het
belang van het bedrijf.
Zeker, men kan gaan critiseeren, doch
dit heeft weinig zin, daar alleen aan den
aard van het werk de overschrijding is te
wijten. Bij werken als deze hebben vaak
overschrijdingen plaats of valt het mee,
doch dan hoort men er niet van.
Spr. komt dan tot een opsomming der
factoren voor de overschrijding. Vele pos
ten waren geschrapt bij het 3-ton-plan,
die niet geschrapt hadden mogen worden.
Doch dan komen drie oorzaken: de be
langen van slachthuis en gebruikers, de
koeltechnische werkzaamheden en de
slechte grond daar ter plaatse. Nader
gaat spr. op een en ander kortelings in
ter verklaring.
Van verschillende kanten is gezocht
naar een zondenbok. Spr. werpt n.l. die
verwijten verre van zich: ze passen niet
voor personen of diensten; alleen de aard
van het werk is oorzaak.
Beter ware geweest als gemeentewerken
direct gezegd had: van het 4-tons-plan
kan ik geen 3-tons-plan maken, doch een
verwijt is niet te maken, daar B. en W.
opdracht gaven, die weer zich lieten lei
den door zuinigheidsoogmerken, die op
zich zelf niet te veroordeeien zijn.
De VOORZITTER wijst er op, dat de
commissie opdracht gaf, niet B. en W.
De WETHOUDER wijst er den heer
Lombert op. dat er geen fait accompli is.
Slechts uitgevoerd is het le gedeelte, de
rest moet nog geschieden, zoodat de raad
in principe verderen bouw kan beletten,
hetgeen spr. echter ten zeerste zou be
treuren.
Spr. antwoordt dan op de vragen:
Ad 1: Ja.
Ad 2: Gebruikt is f. 122.500.
Ad 3: De belangen der gebruikers ver
zetten zich tegen gebruik zonder uitvoe
ring der rest.
Ad 4: Verdere voortgang is slechts doen
lijk na beslissing van den raad over ver
dere credieten.
Ad 5: Natuurlijk.
Ad 6: Zoo spoedig mogelijk.
Wethouder SPLINTER geeft ook een
kort historisch overzicht. Er ls een se-
5579
(Ingez. Med.)
rieuze voorbereiding geweest. Zoo erg is
de overschrijding niet, overigens, spr.
geeft daarvan een gedetailleerde opgave.
De klacht van den heer Goslinga over te
weinig stukken is onjuist en hij is de
zondebok niet, met of zonder die stukken.
Spr. geeft dan een meer technisch over
zicht: bij het 3-tons-plan was te zwaar
bezuinigd met het oog op de belangen
van het slachthuis. De f. 25000 meer voor
het Varkensslachthuis is niet direct ge
vraagd hoewel de heer Goslinga dat
wilde om eerst een volledig zuiver
rapport over het geheel af te wachten,
en dat moest geruimen tijd duren. Daar
voor is 10 maanden niet te veel. De com
missie had ook wel 1 jaar noodig voor de
studie van het eerste plan.
Er was voor het college van B. en W.
geen reden om verwijten te richten tot
eenigen dienst. Anders zou het gelijkelijk
moeten zijn verdeeld.
De f. 8500 boven het tekort is gevraagd
voor zekerheid en ook om in het belang
van het slachthuis in de bestaande ge
bouwen de noodige voorzieningen te kun
nen treffen ter verbetering.
Van het tekort ad f. 91.500 gaat ruim
f 25.000 geheel buiten gemeentewerken om,
dat vergete men niet; die overschrijdin
gen komen voor rekening van ir. Koop
man. Spr. wil echter geenszins zeggen,
dat de uitgave niet noodig was; f. 14.000 is
verder aan het Varkensslachthuis uitge
geven voor verbeteringen, buiten de ra
ming om, zoodat de overschrijding feite
lijk slechts f.8500 is.
Ook spr. verzekert, dat van een fait
accompli geen sprake is, de raad is vrij
inzake stopzetten of doorgaan. Maar het
eerste ontraadt hij ten stelligste.
Alles bij elkaar genomen heeft gemeen
tewerken zich op het geheele plan slechts
een f.26000 vergist, dus nog geen 10 pCt.!
En dat is nu alles.
Sinds 1 Jan. 1934 is door den raad
f. 1.126.310 gevoteerd, waarop f. 110.929 is
bespaard; slechts voor f.4020 is bij enkele
werkjes het geraamde overschreden!
En daarvoor? Na 1913 hebben slechts
twee groote overschrijdingen plaats: het
politiebureau met f. 77.000 in 1927 en de
H.B.S. voor Meisjes (oud gebouw!) met
f. 10.000 een paar jaar geleden.
De heer WILMER kan zich teleurstelling
en ontstemming begrijpen, doch een twee
tal feiten geven z.i. alle aanleiding om
deze te temperen:
I le dat er geen cent is uitgegeven, die
niet noodzakelijk is geweest:
2e dat de gang van zaken geen nadeel
heeft gebracht aan de gemeente, integen
deel. voordeel, want bij vasthouden aan
het 4 ton-plan zou ook dit bedrag zijn
overschreden. En nu haalt men de 4 ton
zonder overschrijding.
De heer GOSLINGA moet met klem op
komen tegen eenige uitlatingen van den
heer Hessing. die geen streven vinden in
de stukken, naar hij tracht aan te toonen.
Spr. heeft niets aan zijn opvolger over
gelaten. dat staat vast. Een oud-wethouder
hoeft toch niet ziin mond te houden; na
Sept. was hij niet meer op de hoogte,
i Laag houden van de lastert van een be-
i drijf beteekent geenszins over het hoofd
zien van het commercieele belang! Kan de
wethouder de extra f. 8.500 niet terug
nemen?
Wethouder SPLINTER: zijn ze niet noo
dig. dan blijven ze toch over.
De heer GOSLINGA is overigens dank
baar voor den loop van het debat.
De heer HESSING is door beide wethou
ders niet bevredigd. De heer Goslinga
heeft aan zijn opvolger deze eaak moeten
overlaten door de portefeuille-wisseling,
doch hij blijft er bij dat hem deze vragen
niet pasten, waar hij volledig ingelicht
was. Voordeel opgeleverd heeft deze zaak
niet. dat is slechts schiin. want men dacht
toch met 3 ton uit te komen.
De heer DE REEDE is het een voordeel,
dat de heer Hessing in 2e instantie vast
■hield aan zijn ongelukkige rede van le
instantie. Laat hij liever eerlijk erkennen
er naast te zijn geweest, dat is geen
schande.
Wethouder VERWEY meent het verstan
diger de f. 8.500 extra te handhaven, gelet
op bodemgesteldheid en een nog nood
zakelijke grondruil al zullen de lasten
daarvan grootendeels voor de Lichtfabrie
ken komen. Meer dan noodig is. zullen B.
en W. niet besteden, integendeel
Het voorstel van B. en W. wordt dan
z. h. st. aangenomen
WERKVERSCHAFFINGSLOONEN.
De heer SNEL stelt de volgende vragen:
le. Is het juist dat door den Minister
van Sociale Zaken de uurloonen in de
werkverschaffing binnenkort met twee
cent per uur zullen worden verlaagd.
2e. Indien bovengenoemde waag beves
tigend wordt beantwoord, willen B. en W.
den Raad dan mededeelen. welke redenen
den Minister tot bovengenoemde verlaging
hebben doen besluiten.
3e. Zijn door B. en W bij den Minister
nog pogingen gedaan om dit besluit in te
trekken.
4e. Indien vraag 3 bevestigend wordt
beantwoord, welk antwoord is dan door den
Minister hierop aan B en W. gegeven.
5e. Indien vraag 3 ontkennend wordt
beantwoord, ziin B. en W. dan niet van
meening, dat alsnog tegen dit besluit be
zwaar moet worden gemaakt.
Wethouder VAN STRALEN antwoordt.
Ad 1: dat is juist (38 ct. per uur): ad 2:
de loonen in het nart. bedrijf als anders
zins bli werkverschaffing elders ad 3: B.
en W. besloten in meerderheid geen stap
pen te doen: ad 4: vervalt daardoor- ad 5:
daarvoor zien B. en W. in meerderheid
geen reden
De heer SNEL betreurt in hooge mate
de houding van B. en W. en doet een voor
stel, dat de raad alsnog B. en W. vraag!
er bij den Minister op aan te dringen d«