Het Koninklijk bezoek aan den Bosch - Het jacht voor den sjah van Iran
De Chineesche Postzegel
77ste Jaargang
LEÏDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
BIJ DE RENNEN TE ASCOT wer- UET INSPECTEER! N DOOR DE VIJF JAPANSCHE OFPI-
den de laatste modesnufjes getoond. CIEREN van de hindernissen, in het Stadion; t© Amsterdam,
Groote witte hoed en ,,kelner's jasje". voor het concours hippique.
H.M. DE KONINGIN EN II.K H. PRINSES JULIANA VERLATEN DE ST. JAN'S KATHE
DRAAL TE DEN BOSCH. Tijdens het bezoek aan de Bra.bantsche hoofdstad werd eveneens do
bekende kerk bezichtigd.Rechts mgr. Diepen.
DE PIS TO OL - S GHI ET WEDS TRI J DEN OP DE LEUSDER HEI,
onderdeel van de training voor den Olympisohen vijfkamp. De schutters
in actie.
DE KONINGIN EN PRINSES MET BURGEMEESTER VAÈN LANSCHOT OP HET BORDES HET JACHT VAN DEN SJAH VAN IRAN dat van de helling van de N.V. Boele's scheepswerven te Bolnes
VAN HET BOSSCHE RAADHUIS waar de vereenigingen den te water is.gelaten. Het luxe jacht „Chahsevar" zal in een speciaal daarvoor gebouwd dok naaide Kaspische zee
Koninklijken gasten een zanghulde brachten. worden getransporteerd, via de Russisöhe binnenwateren.
Uit het Engelseh
door HERMAN ANTONSEN.
28)
„Wie daar?O, Hubbelben jij
het?Met Ellery QueenJa, man
Queen, ia meneer Donald thuis?Nou,
haal hem er dan uit! Ah zoo, Kirke..
ja, met Queen. Neen, neen, heelemaal niet
ergik heb juist razend goed nieuws
voor jeJe zult er blij om zijn, dat ik
je heb wakker gemaaktIk heb iets
voor jebij wijze van verlovings
cadeautjeNeen, ik zal het hier wel
beneden voor je achterlaten. En laat ik je
zeggen, dat al je moeilijkheden nu voor
bij zijn. Die over M., weet je?Ja
schreeuw me niet doof, ouwe jongen. En
wat I. L. betreft, die is voor goed gekort
wiekt. Die zal je niet meer lastig vallen.
Blijf haar als een zoete jongen uit de
buurt en wijd al je aandacht aan een
zekere dame, die naar den naam Jo luis
tert! Bof beest, dat je bent! Slaap wel,
hoor!"
Grinnekend gaf Ellery het pakje bij den
portier In bewaring en liep het Chancellor
Hotel uit, waggelend van oververmoeid
heid, maar inwendig gloeiend van vreug
de over zijn goede daad, die zoo uitstekend
gelukt was. Hij deed zijn vader en hun
huisknecht verstomd staan door aan de
ontbijttafel te verschijnen, op het bijzon
der vroege uur, waarop de inspecteur ge
woon was te ontbijten.
„Ik kan gelukkig rapporteeren, dat ik
onverdeeld succes heb gehad," zei hij.
„Hm. Als je me nu wilt vertellen, waar
over je het hebt, dan-snap ik je mis
schien!"
„Het komt in het kort hierop neer," zei
Ellery, achterover leunend en onder zware
rookwolken zijn wedervaren van den vo-
rigen nacht vertellend.
„En op die maniereindigde hij,
„heeft ze zelfs, den buit, dien ze Kirke af
handig had gemaakt, terug moeten
geven."
„Het verwondert me werkelijk, dat je
snugger genoeg bent geweest, daaraan te
denken," gromde de inspeoteur. „Het ging
me vreeselijk aan het hart, haar die din
gen te moeten overgeven. En kom nu eens
gauw voor den dag met die papieren."
„Het is misschien beter, dat u ze niet
ziet," zei Ellery. „Ik kan u wel vertellen,
wat er in staat en dan behoeft u het niet
als üw plicht te gevoelen, zoo'n jammer
lijke geschiedenis aan liet licht te bren
gen, die beter stil blijft."
„Wat 'n verwaande knul ben je toch!"
bromde de inspecteur. „En ik dacht nog
al, dat je me zou helpen. Enfin, vertel
dan maar op."
„Maar blijft het dan onder ons? Zult u
het tegen niemand vertellen en zorgen,
dat het niet uitlekt, zoodat de kranten
zich ervan meester maken?"
„Jongen, dat moet wel Iets heel bijzon
ders zijn," spotte de inspecteur. „Kom nou,
vooruit ermee!"
Ellery trok een paar maal aandachtig
aan zijn sigaret.
„Het gaat over Marcella Kirke," zei hij
dan. „Het is een droeve historie en net
een, die zoo'n harpy als miss Llewes tot
haar voordeel tracht aan te wenden. Mar
cello is niet zoo jong, als ze er uit ziet. Ze
heeft meer ondervonden, dan u denkt.
Toen ze nog heel jong was, zooiets van
zeventien, kreeg ze kennis aan een man,
die Amerika uitgezet was en het grootste
deel van zijn tijd in Parijs doorbracht.
Eoht zoo'n roofgier. Op een reis naar
Engeland ontmoette ze hem, werd verliefd
en liet zich overhalen met hem in het ge
heim ergens in Londen te trouwen. Daar
na gingen ze samen op reis, zonder iemand
te laten weten, waar ze zaten. Het was
dien kerel natuurlijk om het geld van de
familie Kirke te doen. Na een jaar liet hij
haar met haar kindje aan haar lot over
en hervatte zijn vroegere leven van uit
spattingen. In haar nood wendde ze zich
tot haar broer Donald, die naar haar toe
kwam en na vele en moeizame nasporin-
gen ontdekte, dat het huwelijk ongeldig
was, omdat de papieren van dien Kuili-
nan niet in orde waren geweest. Daar wist
Marcella niets van af. Kullinan, die bang
was, dat hij in de gevangenis terecht zou
komen, als het geval uitkwam, beloofde,
dat hij -het geheim zou houden. Om geen
schandaal en praatjes hier in de stad te
krijgen, werd het kindje aan pleegouders
toevertrouwd en op Donalds kosten opge
voed. Marcella zelf keerde met hem naar
New-York terug en niemand kwam er
ooit iets van te weten. Maar ze was in den
eèrstèn tijd zoo overstuur, dat ze nog een
paar maal aan dien schurk in Parijs
schreef en uit die brieven was natuurlijk
voor een kwaadwillende heel wat op te
maken."
„En heeft die Sewell daardoor Kirke nu
in haar macht?"
„Ja, op een verschrikkelijke manier. Hoe
ze er de lucht van heeft gekregen, daar
ben ik niet achter kunnen komen, maar
feit is, dat ze met dien Kullinan aan het
onderhandelen is gegaan en van hem
voor goed geldwant hij was heele
maal op en bezat geen cent meer.die
brieven en het huwelijksdocument, dat
ongeldig was, in handen heeft weten te
krijgen. Daarmee gewapend kwam de
nobele miss Llewes uit Frankrijk naar
New-York met geen ander doel, dan
Donald Kirke tot den laatsten cent uit te
zuigen.
Marcella had zich intusschen van den
ondervonden schok geheel hersteld. Ze
had weer levenslust gekregen, was vroo-
lijk, opgewekt en blakend van gezond
heid. En toen gebeurde het, dat Macgo-
wan, de beste vriend van Donald, tot de
bevinding kwam, dat hij die zuster van
Donald bijzonder knap en aardig vond.
Er kwam ten slotte een verloving van. En
toen kwam miss Llewes op het tooneel en
zat Donald er afschuwelijk tusschen."
„Weet Marcella er niets van af, dat dit
alles gaande is?"
Voor zoover ik te weten kan komen,
heeft ze zelfs geen zweem van eenige ver
denking tegen miss Hewes. Bovendien
schijnt haar geheugen in dien ellendigen
tijd min of meer verstoord te zijn ge
weest. In elk geval denkt ze er nooit meer
aan en schijnt nauwelijks te weten, dat
haar kindje nog leeft. Kirke is natuurlijk
bang, dat ze weer heelemaal van streek
zal raken, als er weer roering in die zaak
zou komen. En bovendien is Macgowan
heel erg benepen en streng in zijn opvat
ting en bang voor alles, wat maar naar
opspraak zweemt. Hij zou in staat zijn de
verloving te verbreken. Die arme Kirke
heeft er de handen vol aan!"
„En waarom gaf hij die juweelen dan
aan die Sewell?"
.Afpersing! Anders niet. Het viel haar
op slot van zaken niet erg mee, wat ze
kreeg, maar ze stelde er zich mee tevre
den. Ze spon er nog wel zijde bij, want ze
kwanselt veel in juweelen en heeft in
Amsterdam en Antwerpen haar helers
zitten.
„En ze dwong hem dus tot het schrijven
van dait huwelijksaanzoek, om gedekt te
zijn, voor geval er iets verkeerds loopen
zou!" mompelde de inspecteur. „Handig!
Bovendienals hij er financieel nog
eens bovenop gekomen zou zijn, dan was
het meteen een appeltje voor den dorst,
want dan kon ze hem aanklagen wegens
verbreken van trouwbeloften! Maar toen
die moord ertusschen kwam, werd ze
bang, dat de politie ook in haar zaken
zou gaan snuffelen en liet ze hem dus aan
miss Temple over!!! Wel, welmaar
hoever zijn we nu eigenlijk gevorderd?"
Ellery stond op en ging voor het raam
staan.
„Ik weet het zelf niet!" zei hij aarze
lend, „heusch niet! En toch heb ik zoo'n
vluchtig idee
„Wacht eens!" riep de inspecteur op
eens, van zijn stoel opspringend. „Luister!
Die man, die in het Chancellor Hotel ver
moord is, moet die Parijzenaar zijn!"
„Hebt u dien spoorloos verdwenen man
dus opgesnord?" vroeg Ellery bedaard.
„Wel, is het niet zoo sluitend als een
bus?" riep de inspecteur met de armen
zwaaiend. „Hier hebben we een vermoor
den man en kunnen niet vinden, waar hij
vandaan kwam. Die man van Marcella
hing ergens in Parijs uit. Best mogelijk.
Hij kwam hierheen, om zelf Kirke de
duimschroeven aan te zetten. Hij slaagt
er in, het Chancellor Hotel binnen te
dringen, om Kirke te spreken te krij
genMooi zoo!"Maar toen trok hij
opeens een lang gezicht. „Maar als hij het
geweest was, dan had Kirke hem moeten
herkennenMisschien
„Anders wel merkwaardig, dat Kirke
dien Kullinan nooit ontmoet heeft"
merkte Ellery nuchter op. „Hij heeft alles
per post afgehandeld met dien schurk."
(Wordt vervolgd).