Leger- en Vlootdag in Rotterdam - Prinses Juliana in Eindhoven De Chineesche Postzegel 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD FEUILLETON. DB HOLLAN'DIA-ROEIWEDSTRIJDBN OP DEN OUDEN RIJN BIJ ALPHEN. Hefc nummer acht riemsgiéken voor dame®, dat door ,,Nereus" (op de foto rechts) gewonnen werd Links ,,de Hoop". PRINSES JULIANA HOONDE TE EINDHOVEN DE VERGADERING BIJ VAN HET NED. ROODE KRUIS H.K.H. inspecteert de Roode Kruiscolonne, welke voor het Philip's ontspa-nnimgsgebouw stond opgesteld. LEGER- EN VLOOTDAG IN ROTTERDAM. Ter gelegenheid van. dep gehouden leger en vlootdag in de Maasstad, had ee n troepen-defilé plaats. Tijdens het voorbij trekken der Gele Rijders op den Coolsingel. EEN BATTERIJ 6 VELDS IN STELLING GEBRACHT. Woudestein hadden als onderdeel van den leger- en vlootdag- demonstraties plaats. DE FINSCHE BARK „PAMIR" aan de Engelsche kust bij het eiland Man, zoo juist van een reis naar Australië teruggekeerd. In den herfst zal 't schip weder om tnaar Australië varen. OM DEN WIG HTM AN TENNISCUP. De wedstrijden worden gehouden op Wimbledon en gaan tusschen de beste speelsters van Amerika en Engeland. Op de foto Helen Jacobs (Amerika) in actie. LUITENANT GRETER OP „TRIXIE" tijdens 't concours hippique, dat onder de auspiciën van de Gooische landbouw sp ortvereeniging te Bussum werd gehouden. Uit het Engelsch door HERMAN ANTONSEN. 24) „Kom, Irene, voor den dag ermee. We weten nu eenmaal alles en alles van je af," bromde de Inspecteur, „we weten bijvoor beeld, dat je een groot aantal zeer kost bare juweelen van meneer Donald Kirke In je bezit hebt. Is dat wat?" Een oogenblik verloor ze haar zelfbe- heersching en sloeg een snellen blik naar de deur aan de andere zijde van het vertrek. Dan beet ze zich op de lippen en glimlachte flauwtjes.' „O, het zou je toch niet veel geven, om ernaar te gaan zoeken in de brandkast op je slaapkamer, want daar liggen ze niet meer in," grinnikte de inspecteur, „we hebben ze vanmiddag, tijdens je afwezig heid. netjes weggehaald. Zeg op, Irene, zul je ermee voor den dag komen, of wou Je graag een paar armbandjes om heb ben?" „Armbandjes?" mompelde ze zuurzoet, ..heusch. inspecteur, ik weet niet, waar u heen wilt. U spreekt zulk onbegrijpelijk bargoensch. Weet u zoo heel zeker, dat die Juweelen het eigendom van mijnheer Kirke zijn?" „Zeker?vroeg de inspecteur ver wonderd. „wat wordt dat nu weer voor 'n spelletje?" „Als ze zijn eigendom zijn, Inspecteur, Waarom zinspeelt u dan op een misdrijf? Js het dan een misdrijf voor een heer, Juweelen aan een dame ten geschenke te geven?Ik dacht werkelijk een oogen blik, dat u bedoelde, dat mijnheer Klrke ze gestolen had. Groote goedheid!" Er volgde een oogenblik van dreigende stilte. Toen zei Ellery: „Welnu Klrke?" Jo Temple trok haar neusje in de on mogelijkste rimpels van verbazing. Ze om knelde Donalds hand steviger. „DonaldHeb je haardie din gengegeven?" Kirke stond onbeweeglijk. Er was op zijn gebruind gelaat bijna geen kleur meer te bekennen. Bijna onwillekeurig maakte hij zijn hand uit die van Jo Temple los en zonder ook maar een oogenblik naar Irene te kijken, antwoordde hij: „Ja!" „Daar dan!" riep miss Llewes opgewon den, „ziet u nu wel? Allemaal drukte om niets! Ik reken er nu op, inspecteur, dat u mij die juweelen onverwijld zult terug geven. Ik heb zulke afschuwelijke verha len over de oneerlijkheid der Amerikaan- sche politie hooren vertellen, dat ik „Schei uit!" beval de inspecteur kortaf, „Klrke. wat moet dit betèekenen? Wil je werkelijk beweren, dat je deze kostbare juweelen aan haar ten geschenke gegeven hebt?" Klrke verloor zijn zelfbeheersching ge heel. Onder de strakke blikken van Jo liet hij zich in een stoel neerzinken en be groef het gelaat in de handen. „Ja.Neenoch, ik weet niet, hoe het eigenlijk gegaan is!" „Niet?" vroeg Irene snel, „arme Donald, je hebt toch ook zoo'n. kort geheugen. En zonder meer snelde ze naar haar slaap kamer en kwam even later terug met een velletje briefpapier. „Heusch, nspecteur, ik ben er zeker van, dat Donald niet be sefte, wat hij daarnet zei. Ik houd er over het algemeen niet van, om met vertrou welijke brieven te schermenmaar ik moet nu wel kiezen of deelen, Is het niet?Donald, je moest Je heusch schamen!" De inspecteur keek haar streng aan en nam den brief uit haar handen. „Lieve Irene," las hij hardop, „ik houd van je en ik weet, dat ik nooit genoeg kan doen, om jou daarvan te overtuigen. Mijn juweelen vormen mijn kostbaarste bezit. Is het nu nog geen bewijs genoeg van mijn oprechtheid, dat ik je de tiara van de Russische Groothertogin heb ge geven en de Roode Broche, die aan de moeder van Christina heeft toebehoord? En dat al die kostbare stukken, zooveel jaren met zorg bewaard! Toch wil ik je ze graag geven, als jij me maar zegt, dat je mijn vrouw worden wilt! Donald." Miss Temple stond zichtbaar te beven. „Welken datum draagt datharte lijke briefje, inspecteur?" vroeg ze. „Arm kind!" zei miss Llewes op mede lijdenden toon, „ik begrijp heel goed, hoe vreeselijk het voor je is. Maar je kunt met eigen oogen zien, dat Donald me dat ge schreven heeft, vóórdat jij hier in de stad bent gekomen. Toen hij jou ontmoette"..: Ze haalde haar schouders op met hoog hartig gebaar, „och, dat gaat nu eenmaal zoo. Ik neem het je heelemaal niet kwa lijk, heusch niet. Het beste bewijs is wel, dat ik Jou en Donald vanavond hier heb uitgenoodigd, is dat zoo niet?" „Dat is erg onhandig!" bromde de in specteur, „als dat een echte brief is van iemand, die tot over zijn ooren verliefd is, dan mag ik een aap worden! Het lijkt veel meer op een opstel uit een brieven boek! En ik moet de waarheid weten, al moet ik er jullie voor uitknijpen als een citroen! Zeg op, Kirke, hoe was die vrouw in staat, jou dat briefje te laten schrij ven, zooals zij het je voorzei?" „Voorzei?" herhaalde miss Llewes met opgetrokken wenkbrauwen, „maar Donald, dat wordt toch wel wat al te stom! Toe vertel het dan toch! Vooruit dan!" riep ze stampvoetend, „zeg het dan toch!" De jonge man stond op en keek de vrouw voor de eerste maal vlak in het ge zicht. Er scheen een nevel over zijn oogen te hangen. En hoewel hij haar aankeek, sprak hij toch tegen den inspecteur. Zijn stem scheen heel diep uit zijn keel te komen, toen hij schor zei: „Ik zie niet in. waarom we deze dwaasheid nog langer moeten volhouden. Ik zit er nu eenmaal in en ik moet het dan maar slikken ook. Ik heb een leugen verteld!" Ellery zag, dat miss Llewes oogenblik- kelijk opgelucht keek, maar ze sloeg ter zelfder tijd haar oogleden neer. „Ik heb dat briefje geschreven en ik heb Llewes, of Sewell, als dat eigenlijk haar naam isdie juweelen gegeven. Ik wist niets van haar verleden af. Wat meer is, ik geef er geen steek om. Dit is een particuliere aangelegenheid en ik zie niet in, hoe die bij dezebij dit onder zoek naar dien moord te pas gebracht moet worden, te minder, omdat die met mijn persoonlijke zaken totaal niets te maken heeft!" „Donald!" vroeg Jo met verstikte stem. „Heb je haar duswerkelijk.... ten huwelijk gevraagd?" Miss Llewes lachte stilletjes om haar overwinning. „Kom, lieve, wees nu niet dwaas. Wat zou dat dan nog? Ik ben toch niet zóó af schuwelijk, wel? Schuif het maar op een dwazen inval van hem. Het is nu immers heelemaal voorbij en jij bent immers met hem verloofd? Je wilt je toch niet klein zielig aanstellen, wel?" „Wat 'n heldhaftigheid!" mompelde El lery in zichzelf. „Donald! Geef jedat toe?" „Ja," antwoordde hij nog steeds schor. „Ik geef het toe. Hoe lang moet ik deza marteling in vredesnaam nog langer ver duren?" „Jawel, Kirkeen die juweelen?" vroeg de inspecteur onbewogen. „Die heb ik haar gegeven!" Jo kwam bedaard voor miss Llewes staan en zei: „Je bent het gemeenste schepsel, dat op de heele wereld bestaat. Zelfs Donald kon je in werkelijkheid nietniet liefheb ben!" En zich omwendend tot den jongen man, vervolgde ze: „Don, je weet heel goed, dat ik geen steek geloof van al dien onzin! Hoe zit het. Don? Wat heeft ze uit gevoerd, liefste? Kun je het niet tegen mij vertellen?" „Je zult me moeten nemen, zooals ik nu eenmaal ben, Jo!" zei hij met vreemd zachte stem. Miss Llewes bleef glimlachend toezien. „Nu moet ik er toch heusch op aandrin gen, meneer de inspecteur," zei ze, „dat u uw bloedhonden terugroep. Ik duld een dergelijke vervolging niet langer. Als u er mee doorgaat, dan moet ik me heusch terugtrekken!" „Zoo denk jij er over," zei de inspecteur norsch. „Maar je gaat hier niet vandaan zonder mijn verlof. Als Je de minste po ging doet, om het land uit te gaan, dan laat ik je dadelijk als verdachte gevangen nemen. En u, meneer Kirke, u zult er nog eens spijt van hebben, dat u niet geheel open kaart tegen ons gespeeld hebt. Het kan me niet schelen, wat die vrouw voor plannen met u heeft, maar ze schijnt u er aardig tusschen te hebben. Dat is kwaad voor 'n jongmensch, als u! Kom, jongens!" Ellery zuchtte. .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5