Wielercriterium op Schevenitigen - Olympische dag in het Stadion De Chineesche Postzegel 77ite Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Uit het Engeisch door HERMAN ANTONSEN-. 18) „O, neen, Donald is op dat punt erg ge- Moten en houdt zijn schatten zelfs voor ®lj geheim. Je snapt toch wel, dat we in oberen zin eikaars mededingers zijn? En jtoidat ik zelf verzamel, heb ik me natuur- l'Jk nooit in1 zijn geheimen op dat punt rollen indringen. Nu en dan laat hij of Osborne me wel eens een bijzonder exem plaar zien. Maar dezen zegel heb ik nog Pooit eerder gezien. Zoo'n plaatselijke Boldzaamheid als dit is...." Hij zweeg plotseling., ..Wat is er voor bevreemdends in het «lt, dat Donald Kirke een zeldzamen Waatselijken postzegel heeft? Het is tonners een Chineesche en hij speciali- zich immers in Chineesche zegels?" ..la, maar je begrijpt het niet goed. Uit gezonderd de verzamelaars, die zich toe lagen op het bijeen brengen van zegels oer Vereenigde Staten, zijn er weinig ver- ïjtoelaars, die zich speciaal op plaatse- w zegels toeleggen. De meesten zijn al- Jen gesteld op zegels, die uitgegeven wor- ?en en in gebruik zijn geweest in een ge- oeel land, in een rijksgebied. Kirke is net |'s de rest. Hij verzamelde altijd nationaal «Kende en in gebruik zijnde postzegels China in het bijzonder. Ik ben een 'an die gekken, die zich voor de meer on gewone zegels interesseerenik ver zamel plaatselijke zegels uit alle mogelijke landen, zegels van steden of provincies. Hoe kam Donald er dus toe, den zuiver plaatselijken zegel in zijn bezit te hebben? Een zegel van Foochow!" „Wat ik graag weten wou, hoeveel is die Foochew-zegel wel waard?" vroeg El- lery als terloops. „Waard?" herhaalde Macgowan voor zich. heen, „die Foochow-zegel heeft me niet minder dan tien duizend gekost!" „Wat?Tien duizend dollar?" „Ja, dat is de prijs, door Varjan ge vraagd en waaraan hij stokstijf bleef vasthouden. Ik heb hem een cheque voor dat bedrag uitgeschreven. Hij is het geld waard, al moet ik erkennen, dat het eèn hooge prijs is." „Dan ben je in elk geval afgezet," mom pelde Eliery, Zoowe zijn er!" Ze stegen uit en toen ze hun jas ophin gen in de vestibule der apartementen van de familie Kirke, hoorden ze Donalds stem uit den salon. „Jolk heb je iets te vertellenje iets vragen „Jadat is?" vroeg Jo zachtjes. „Ik wou je zoo graag zeggen," zei Kirke snel en gejaagd sprekend, „dat ik je boek prachtig.schitterend vind, Jo. Stoor je niet aan Felix. Hij is een nurksche kerel en erg verbitterd door het leven; en als hij te veel gedronken heeft, dan is hij heusch niet verantwoordelijk voor wat hij zegt. Ik heb je manuscript niet aangeno men, omdat het.omdat.alleen om dat jij het geschreven hèbt „Wel bedankt," zei Jo heel zachtjes. „Ik bedoel.... het was niet om de laat ik zeggengewone redenen ln zoo'n gevalIk wilde je boek graag hebben „En mij niet, meneer Kirke?" Blijkbaar was er iets gebeurd, want het volgend oogenblik ging hij met gesmoor de stem voort: „Trek je niets aan van wat Felix zei. Ook al verkoopen we er geen duizend exemplaren van, dan blijft het nog een schitterend mooi boek, Jo! Als.." „Als er zelfs geen duizend van verkocht worden, Donald Kirke," zei ze met beheer- sching, „dan ga ik naar China terug als een vrouw, die wijzer en treuriger gewor den is. Ik stel me een verkoop van hon derdduizend voor!Maar wat wilde u daareven zeggen?" Macgowan scheen niet op zijn gemak en Eliery haalde zijn schouders op. Ze sche nen beiden onhoorbaar verder te willen gaan, maar ze hielden zich tegelijkertijd doodstil, want Kirke zei schor en trillend van opwinding: „Ik ben van je gaan hou den! Ik had nooit gedacht aan die moge lijkheid. Ik had nooit kunnen denken, dat ooit een vrouw mijn hoofd op hol zou kunnen maken „ZelfsIrene Llewes niet?" vroeg ze koeltjes, maar met trillende stem. Er volgde een oogenblik stilte en Eliery en Macgowan keken elkaar aan, kuchten dan luid en gingen de salon binnen. Kirke stond daar met gebogen schou ders. Jo Temple zat in een gedwongen houding voor zich uit te kijken Ze keken beiden verwonderd op en Kirke zei vlug: „Hm! Zoo.jullie daar? Ik wist niet, dat jullie er waren. Zijn jullie samen ge komen? Ga zitten, Queen.... toe ga zitten." Eliery ging zitten en zette zijn lorgnet met rechterlijke deftigheid vaster op zijn op zijn neus. ,Jk heb je een vrij ernstige vraag te stellen, Kirke!" Jo stond meteen op. „Jullie zullen zeker liever alleen praten. Neem me dan niet kwalijk, dat ik „Ik geloof, dat u beter doet met te blij ven, miss Temple," zei Eliery ernstig. Ze ging zonder een woord te zeggen weer zitten. „Wat voor een vraag?" vroeg Kirke, zijn lippen bevochtigend. „Wel," zei Eliery duidelijk en helder, „deze: Heb je een handelaar, Varpan ge naamd, opdracht gegeven om aan je vriend Glenn Macgowan een zeldzaam waardevollen postzegel van Foochow te verkoopen?" De stoere jongeman liet zich in een stoel neervallen en kreunde: „Wat ben ik toch een zot geweest!" „Dat antwoord geeft niet veel ophelde ring," merkte Eliery droogweg op. „Met je zaken wil ik me niet bemoeien, Kirke. Maar die Foochow-zegel is toevallig een misdrukachterstevorenzie je weer diezelfde aanhoudende onbegrijpe lijke aanduiding. En dat zijn mijn zaken!" Eliery was er vast van overtuigd, dat hij in Donald's oogen een onbeschrijflljken angst las. Was die misschien slechts voor gewend? „Maar ik heb geenbegon Kirke en hield dan weer op. „Zie je," zei Eliery langzaam, „Je zult van twee dingen een verklaring moeten geven, ouwe jongen. Ten eerste, waarom je dien Foochow-zegel op dit oogenblik en nog wel zoo heimelijk verkocht en ten tweede, waar je dien zegel oorspronkelijk vandaan hebt!" Het was stil in den salon, toen Hubbell er langs kwam en een snellen, nieuws gierigen blik in het voorbijloopen naar binnen wierp. „Ik veronderstel, dat ik er wel mee voor den dag moet komen," zei Kirke somber en wanhopig. „Het gaat met ons niet zoo goed, als je wel zoudt opmaken uit onze woning hier en uit onze levenswijze. Dat is ook voor jou van beteekenis, Jo. Ik had het je misschien moeten vertellenIk zit geldelijk op het oogenblik wel heel erg in de knoei." Miss Temple zei geen woord. „Oh!" zei Eliery en vervolgde dan meer opgewekt en vriendelijk: „Och. in den tegenwoordigen tijd is dat nu juist niet zulk een ongewoon verschijnsel, Kirke. Staat de Mandarin Presse soms op sprin gen?" „Het staat er slecht voor. Credieten worden opgezegd, boekhandelaars trekken zich bij hoopjes als klanten en afnemers terug antwoordde Donald hoofd schuddend. „We hebben ontzettende be dragen uitstaan. Ik verschaf nu al gerui- men tijd kasgeld aan de zaak, in de hoop den boel drijvende te houden. Beme is natuurlijk totaal op. Zoodoende ben ik genoodzaakt geworden enkele exemplaren van mijn verzameling te gelde te maken. En dat is de reden, dat ik er toe kwam, om dien Macgowan keerde zich om en zei op staalharden toon: „Dat begrijp ik alle maal heel duidelijk, Donald, maar wat ik niet inzie is, waarom je hem op die slink- sche manier verkocht hebt, zoodat je me in de ellendige positie hebt gebracht van schijnbaarWaarom ben je in vredes naam niet regelrecht naar me toegeko men, Donald?" (Wordt vervolgd). MINISTER JHR. 0. C. A. VAN LIDTH DE JEUDE COMPLIMENTEERT ANTHONY FOKKER die in ver band met zijn zilveren jubileum op Schiphol werd gehul digd. Fokker in zijn eerste vliegtuig ,,de Spin". DE OLYMPISCHE DAG IN HET STADION. Zondag werd te Amsterdam de jaar- lijk6che Olympische dag gehouden. Moment uit de estafette 4 x 100 meter voor heeren. „SCHOLLEVAER" VAN W. BRUYNZEEL, WINNAAR IN DEN WEDSTRIJD RONDE EN PLATBODEM JACHTEN in de Hollamd-week 1936. IN HET KADER VAN DE RESIDENTIE WEEK WERDEN IN DE OMGEVING VAN DE RESIDENTIE ZATERDAG EN ZONDAG WANDELTOCHTEN GEHOUDEN. Er hadden voor dit wandelfestijn niet minder dan 2300 deelnemers ingeschreven. Groep deelnemers op marsch. DE AANKOMST VAN DE BE- KENDE AMERIKAANSCHE FILM ACTRICE ANN HARDING IN ENGELAND. - - Ann Harding met den kapitein van het schip, dat haar naar Engeland bracht. HET GROOTE INTERNATIONALE WIELERCRITERIUM TE SCHEYENINGEN. Begunstigd door fraai zomer weer werd Zaterdag op den boulevard deze groote mon sterwedstrijd gehouden. De renners in den strijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5