Sportvliegtuig op Schiphol neergestort. I LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Donderdag 4 Juni 1936 1JN/T INI LETTERE FINANCIEN. M r. A. J. van Hengel en een Oostenrijksch sportvlieger gedood. DE BEELDHOUWER L. ZIJL 70 JAAR. Stichting van een Zijl-fonds. Op 13 Juni a.s. hoopt de bekende beeld houwer L. Zijl zijn zeventigsten verjaardag te herdenken. Onder leiding van den heer C. A. Lion Cachet vormde zich een comité om den kunstenaar op dezen dag te hul digen, welk comité de steun mocht krij gen van een Eere-comité. waarin naast den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. dr. J. R Slotemaker de Bruine, vele vooraanstaande personen in den lande zitting namen. De beeldhou wer verzocht echter op zijn verjaardag elke openlijke huldebetuiging achterwege te laten, maar verleende gaarne zijn toe stemming om een zijner werken, het re- lief-portret van H. K. H. Prinses Juliana, af te staan voor het maken van een pla quette en deze te verkoopen ten bate van een te stichten fonds, het Zijl-fonds, ten behoeve van het onderwijs aan schip perskinderen van alle gezindten. H. K. H. Prinses Juliana verleende daarvoor Hare volledige toestemming en medewerking. BOEKBESPREKING. Madame de Pompadour, roman, door Siegfried E. van Praag. Uit gave Em. Querido, Amsterdam 1936 Wanneer wij Siegfried van Praag in zijn vorig werk .Julie de Lespinasse" nog heb ben verweten, dat hij in dit overigens interessante verhaal van een 18e eeuwsche vrouwenliefde in Frankrijk, het tijdsbeeld voor ons neerschreef en dit tijdsbeeld naar ons, gemakzuchtige lezers, verplaatste (waarbij we onze 20e eeuwsche aanwezig heid nimmer konden vergeten), in plaats van óns naar vroegere tijden mee te nemen, dan kunnen wij bij dit nieuwe boek slechts bewondering uitspreken voor de schitterende wijze waarop de auteur zich gerehabiliteerd heeft. Hier is weer een literair vrouwenportret, van een liefde nogmaals in de 18e eeuw en de plaats van handeling is opnieuw Frankrijk. Van Praag zal boos zijn als wij zijn boek tegen zijn zin toch tot „biografie" bestempelen, want hij heeft voor alles een historische roman willen geven, waarin het leven, de eerzucht en de liefde van de Marquise de Pompadour de groote inzet zijn. En wan neer hij de biografie heeft trachten te vermijden om den roman in de historie de volle waarde te kunnen geven, dan is hij niettegenstaande zijn bedoeling, in beide briljant geslaagd. Bij het lezen van dit boek worden wij alles-vergetend meegesleept naar het Ver sailles in het midden der 18e eeuw, naar het schitterende maar verdorven hof van Lodewijk XV. De pralende feesten en kleurige jachtfestijnen, ook de teedere tête a têtes van den zwakken koning worden voortdurend overstemd door steeds luider klinkend gemor van een ontevreden volk. In dien tijd leefde, streed en stierf Madame de Pompadour. Een curieuse vrouw, wier lot bepaald werd door een waarzegging toen ze negen jaar oud was. Eerzuchtige comediante, waar het betrof haar carrière te maken en te handhaven, intrigeert ze meedoogenloos tegen haar vijanden, doch weet haar vrienden harte lijk te waardeeren. Schrander en begaafd met een open oog voor alles wat haar in den weg gelegd wordt, blijft zij ander zijds blind voor het wankelen der grond vesten, waarop haar macht en rijkdom gebouwd zijn. De tragiek van deze vrouw, dat zij zich altijd anders heeft moeten voordoen dan ze was om te krijgen en te behouden wat haar het meest waardevol in het leven toescheen, om tenslotte te moeten erkennen, dat deze schijn haar slechts eenzaamheid en leegheid bracht. Nog op haar sterfbed weet zij, de veertig jarige. zich te beheerschen en iedere sen- timenteele opwelling tegenover den ko ning te onderdrukken, om hem vooral niet te mishagen en den schijn na haar dood nog te laten voortleven. Dit boek is meesterlijk geschreven. lite rair knap. boeiend en af; psychologisch volkomen verantwoord. Jammer dat de Franschen zelf verstoken blijven van een dergelijken uitstekenden roman uit hun landsgeschiedenis. De Hongertocht, door M. H. Székely-Lulofs. N. V. Uitgevers- Maatschappij Elsevier, A'dam '36. We raken er langzamerhand aan gewend dat ieder nieuw boek van Mevr. Székely- Lulofs een soort relletje in Indië veroor zaakt. Men verwijt haar dat ze uitslui tend koloniale wantoestanden en uitzon derlijke periodes, tot onderwerpen van haar boeken maakt, om daarmede goed betaalde sensatielectuur aan haar lezers te kunnen voorzetten. Zoo is de planters wereld te keer gegaan over haar eerste ling „Rubber" en zoo maakt de militaire wereld in Indië zich momenteel boos over haar laatste pennevruoht „De Honger tocht". Wij vragen ons daarbij af, waarom de boeken van deze schrijfster niet zuiver literair besproken engewaardeerd mogen worden? Wat doet het aan de literaire waarde van haar boeken af, of de geschiedenis waar gebeurd is of ver dicht? Ja maar, wordt er daarginds aan de andere zijde van den oceaan geroepen er bestaat practisch geen goede literatuur over ons Indië en nu er eindelijk over ge schreven wordt, kiest de auteur alleen maar koloniale wantoestanden. En is het eigenlijk niet het schoonste compliment dat men mevrouw Lulofs zou kunnen ma ken, zouden we willen antwoorden, dat haar boeken zóó goed zijn, dat ze al dien stof opjagen, dat ze zoo de volle aandacht genieten? Daarbij komt, dat het overgroote dieel van het Hollandsche publiek. Indië niet kent en niet kan beoordeelen wat juist is over dat land en wat niet en het laat dezen lezers waarschijnlijk vrijwel koud of er in 1911 een hongerexpeditie plaats vond of dat deze slechts aan een fantasie rijk schrijversbrein is ontsproten. Men leest het in de allereerste plaats om het prachtige, levensechte verhaal. Omdat iedere Hollander die nimmer in de tropen was, gevangen zal worden gehouden in deze typische tropensfeer, geboeid door het harde bivakleven en verteederd door de warme humor waarmede de schrijfster een ieder, van den grooten generaal tot den armzaligsten dwangarbeider, zacht- kens wzet te hekelen. Dit boek is vol van menschelljk leed en vel van deernis daar mee. Alleen over het land waar men als kind is opgegroeid, over jeugdherinnerin gen, kan men met zooveel liefde schrijven en deze roman is ongetwijfeld vol persoon lijke herinneringen uit de jeugd van de schrijfster. Wij achten dit haar beste boek. Knap beheerscht werk is dit! The Green Ilat, door A. Viruly. Uitgave Andries Blitz, Amsterdam 1935. Tweede Druk. (De eerste druk was niet in den handel). Viruly is een bekend, gevierd en een knap aviateur. Hij is daarbij ook een pret tige, vlotte, frissche verteller van de span ningen en de fascinatie van zijn sportieve vak. Daarvan getuigen de boeken die hij schreef en de korte schetsen, die regel matig in dag- en weekbladen van hem verschijnen. En nu ontpopt hij zich in deze novelle ook als droomer. Dat is ge vaarlijk voor den riëelen mensch, die ieder vliegenier moet blijven. Men kan een goed schrijver zijn, een sympathiek droomer en een slecht droomenultlegger! Viruly heeft noodgedwongen moeten landen, 's nachts ergens aan de kust van Perzië. Tusschen hem en een medepassa- giere rallen een paar dichtregels van Omar Khayyam, hetgeen een ouden Pers lyrische en on-perzische ontboezemingen ontlokt Deze brengt hen dan naar een oud Grieksch theater, in de woestijn, 2200 jaar geleden door Alexander den Groote gebouwd. Zij treffen daar een verzameling dames en heeren, die zich ontpopfien ais Don Qulchotte. Gretchen, Nathan der Weise, Gysbrecht, Hamlet. Roxane en nog vele anderen; alle heldinnen uit de For syth Saga en zelfs Iris, de fatale vrouw uit Michael Arden's „Green Hat", van wie Viruly's hart en hoofd zoo vol is, zijn daar aanwezig. Ze zijn daar om den negen honderdsten geboorte- of sterfdag (dat weten ze niet precies) van Omar Khayyam te vieren. En als Viruly bij zonsopgang met zijn Douglas verder vliegt, is hij er van doordrongen dat in iederen Perzlschen kameeldrijver de groote Omar Khayyam nog leeft en dat 99 procent van ons Hol landers Vondel amper waardeert. Het schijnt dat de dame met de Groene Hoed onzen kwieken aviateur danig van de wijs heeft gebracht, want het is alles een beetje verward en onsamenhan gend. In één woordwij voor ons hebben liever den ouden, echten Viruly terug, dien we kennen en apprecieeren als vlotte vertellende vliegenier. De teekenineen van Jo Spier zijn geestig. NIEUWE UITGAVEN. Verschenen bij de Uitgevers-Mij. te Alkmaar „20.000 Jongens op Stap" door A. D. Hildebrand. met illustraties van Hans Borrebach. voor oudere jongens. Prijs ing. f. 2, in prachtband f. 2,90. Een schoen fabrikant schrijft een snelwandelwedstrijd uit om reclame te maken voor zijn nieuw fabrikaat jongensschoen genaamd „De Overwinnaar", waaraan 20.000 jongens deelnemen. Van alle hun belevenissen en avonturen, die zij onderweg hebben, wordt in dit boek op een aardige onderhoudende wijze verteld. „Het meisje, dat op de maan wachtte", door Vera Robinson, met teekeningen van Hans Borrebach, voor oudere meisjes Prijs ing. f. 2. in prachtband f. 2,90. „Tanden op elkaar" door Margot Warn- sinck, geïllustreerd door Annie van der Ruit. voor oudere meisjes. Prijs ing. f. 1,65, in prachtband f. 2,25. „De Langerud-kinderen in het dal en op de zomerwei" door Marie Hamsun, geïllustreerd door Pol Dom, uit het Noorseh vertaald door Claudine Bienfait. Een aar dig frisch kinderboek uit de serie paeda- gogische boeken. Bij van Holkema en Warendorff te Am sterdam „Liefde doet Wonderen" door Pamela Wynne, vertaald uit het Engelsch door Chr. Moresco-Brants. Culbertson's Compleet Bridgesysteem met voorbeelden, vragen en antwoorden, behandeld zoowel bieden als spelen. Prijs ing. f. 1,50. Bij Uitgevers-Mij. Schuyt te Velsen: „Dans des Levens" door Eleanor Smith, geautoriseerde bewerking uit het Engelsch van Jan van Zijst. „Weeldekind" door Ena Price, vertaald uit het Engelsch door Pieter van der Valk. „Lachspiegel" een kostelijk studenten- verhaal door Jan van Zijst. Bij de Erven F. Bohn N.V.: „Inleiding tot het Volkenrecht", door mr. Ch. Kleintjes, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Amsterdam. Bij Van Putten en Oortmeyer te Alk maar: „In welke badplaats zal ik mijn vacantie doorbrengen?" door J. W. Kockx. directeur „Noordzeebad Castricum". Bij N.V. Uitgevers-Maatschappij „Else vier" te Amsterdam: „De Gestroomlijnde Wereld" door Leo nard Huizinga Een beknopt handboek van de schoone kunst van het reizen. Bij Bosch en Keuning te Baarn: „De schoonheid in de schilderkunst", door Herman Hana. „Marius Richters, een beeld van zijn werk" in 15 reproducties met een inlei ding van Jos de Gruyter. „Selma Lagerlöfs Levensavond", door Christine Doorman. Bij J. B. Wolters, Groningen: „Cosmografie, sterrenkunde door Mid delbaar en Gymnasiaal Onderwijs" door M. L. Kobus en dr. J- J. Raimond Jr. Bi) H. Veenman en Zonen te Wagenin- gen: „Onze Loofhoutgewassen", aflevering No. 4. Bij W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, in de Schuurman en Jordens editie: Wetboek van Strafrecht, 12e druk. Gemeentewet, 26e druk. Bij Moorman's Periodieke Pers N. V. te Den Haag is verschenen een brochure door A. G. Jagt hoofdinspecteur der A. S., getiteld: De Spoorwegen en het verkeers probleem. Deze brochure is een nadere beschouwing van de brochure: Het Ver keersprobleem. door E. J. Moller, direc teur der N. V. Bataafsche Import Mij. Bij W. J. Thieme en Co te Zutphen is verschenen een brochure van K. H. Tusenius getiteld: De kansen van het Nationaal Socialisme, groei en nedergang der N S B. Van de Nederlandsche Vereeniging van distillateurs en likeurstokers en de Vereeniging „De vereenigde distillateurs" ontvingen wij als vervolg op „Een bloem lezing uit de onderwereld" een boek ge titeld „Wat niemand verantwoorden kan". DISCONTO-VERHOOGING NEDERLANDSCHE BANK. Nadat de Nederlandsche Bank ingaande Zaterdag 30 Mei haar rentetarieven over de geheele linie met een vol procent had verhoogd, waarbij het wisseldisconto van 2'/: procent op 3'/: procent werd gebracht, heeft zij het raadzaam geoordeeld haar renteberekening wederom te herzien, ge lijk wij gisteren nog in een deel onzer op laag hebben gemeld. Met ingang van heden zijn de tarieven gewijzigd in dier voege, dat het wisseldisconto op 4'/t pro cent is gesteld, en de vergoeding voor het verleenen der overige faciliteiten met dit percentage in overeenstemming is ge bracht. Toen onze circulatiebank per den laat- sten werkdag van de achter ons liggende maand haar rentetarieven op voor het be drijfsleven ongunstige wijze veranderde, kon gevoegelijk worden verwacht, dat deze stap de inleiding zou zijn voor verdere maatregelen, tenzij de situatie zich als bij tqoverslag zou wijzigen. Gezien de ont wikkeling van den toestand In Frankrijk kon deze mogelijkheid echter wel worden uitgeschakeld. Nauwelijks toch was het officieele disconto omhoog geschroefd of onmiddellijk sloot de open markt zich aan, zoodat het particuliere disconto zelfs weer boven het banktarlef kwam. Wan neer de noteeringen op de wisselmarkt bovendien aanleiding tot gouduitvoer mochten blijven geven, kon men dus rede lijkerwijze veronderstellen, dat onze cen trale credietlnstelling niet werkloos zou toezien, dat aan haar goudvoorraad werd geknabbeld. Toen onmiddellijk na de feest dagen enkele valuta's van landen, waar voor geel metaal voor export wordt vrij gegeven zich op het goud-uitvoerpunt be wogen, was het duidelijk, dat de Neder landsche Bank niet lang zou talmen met het nemen van die maatregelen, welke het best kunnen dienen ter bescherming van de goudstock en van den gulden. Dit klemde te meer, omdat, de goudvoorraad reeds niet onbelangrijk was geslonken. Per 31 Maart beschikte de bank over f. 714.654.000 aan goud, terwijl de bankstaat per 25 Mei Jl. een hoeveelheid van f. 683.807.000 aan gaf, zoodat in het verloop van een goede maand een vermindering van rond 31 mil- lioen gulden viel te constateeren. Sinds dien heeft een verdere reductie plaats ge vonden en zijn eenige tientallen millioenen guldens aan geel metaal weggevloeid. Waar de noteering van het particuliere disconto intusschen was gestegen tot 4 procent heeft de Nederlandsche Bank thans zeer terecht de rem op den goudexport zwaar der aangezet. Of het laatste woord in deze thans ge sproken is, dient voorshands te worden afgewacht. De „aanval", die ons nationale ruilmiddel te weerstaan heeft is vrij fel. De algeheele stemming op de geld- en kapi taalmarkt is nerveus. Het agio voor ter mijnwissels spreekt in dit ojozicht meer dan boekdeelen, terwijl het disagio voor Fransche francs doet uitkomen, dat het vertrouwen in het Fransche ruilmiddel tot een bedenkelijk laag peil is gezakt. Ten aanzien van de diseonto-verhoogingen van de Nederlandsche Bank dient in aanmer king te worden genomen, dat de arbitrage transacties daardoor kunnen worden be moeilijkt, doch dat kanitaalvlucht, althans kapitaalverplaatsing daardoor niet abso luut kan worden verhinderd. Zooals in het jongste jaarverslag van de Nederlandsche Bank echter wordt ongemerkt, doet bij een gezond en elastisch bankwezen als het Hollandsche en een sterke positie van de circulatiebank het a-andraaien van de dis- contoschroef zich. zij het met eenige ver traging. krachtig gevoelen, ter beteugeling van bet wegvloeien en vooral van het wegblijven van gelden die voor emplooi in het binnenland in aanmerking komen. o N.V. NIEUWE H.A.V.-BANK. Dividend 13 In de algemeene vergadering van aan deelhouders van de N.V. Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam zijn de balans en winst rekening goedgekeurd en het dividend be paald op 13De heer P. van Leeuwen Boomkamp werd als commissaris herko zen, terwijl de heer mr. dr. F. L. J. van Haaien, burgemeester van Schiedam, tot commissaris werd benoemd in de vaca- ture-Dubois. Aan het verslag over 1935 is het vol gende ontle'end: Het afgeloopen boekjaar was minder voordeelig dan het vorige, daar het risico voor ernstige ongevallen nog steeds toe neemt. het risico der Auto-W,A.-verzeke ringen eveneens grooter wordt, terwijl door de felle concurrentie de premiën steeds op een lager niveau komen. Aan premiën werd geboekt f. 406.141, waarvan aan herverzekering werd betaald f. 69.604. Aan schadevergoeding werd be taald f. 175.606. waarvan gedekt door her verzekering f. 29.829. Met ingang van 1 Jan. werd een afd. glasverzekering ingevoerd. De financieele resultaten zijn door bo venvermelde omstandigheden minder gun stig dan vorige jaren. De exploitatiewinst bedraagt netto f. 44.603. Hiervan werd Van de N. V. Dekker en Van de Vegt te Utrecht ontvingen wij Het Universiteitsvraagstuk, verslagboek van de conferentie te Woudschoten. In dit boek zijn opgenomen: De toekomst der Academisch gegradueerden, door dr. Ph. J Idenburg; Kan er ten opzichte van de maatschappij universitaire overbevolking zijn? door prof. dr. J. van Loon; De waar de van den academicus afgezien van zijn specifiek maatschappelijke functie, door prof. dr. J. Kors; Universiteit en Volk, door Victor Leemans; Universiteit en Maatschappij, door mr. N. Stufkens en Reorganisatie van Universiteiten enHoo- gescholen, door prof. dr. H. R. Kruyt. Bij de Uitgevers Maatschappij „De Amsterdamsche Keurkamer" te Amster dam is verschenen: Om wille van het leven, kunst en gemeenschap, door George Keltmann Jr Van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam ontvingen wij een statiover handel, nijverheid en verkeer - Rotterdam over het eerste kwartaal van 1936. Wachtende familie-leden zagen het ongeluk gebeuren. Gisteravond om zeven uur is een binnenkomend Oostenrijksch sport- toestel boven het vliegveld Schiphol afgegleden en verpletterd. De beide inzittenden zijn om het leven gekomen. Het zijn onze landge noot mr. A. J. van Hengel, directeur generaal van de Oesterreichische Cre- dit-Anstalt te Weenen en de bekende Oostcnrijksche sportvlieger Brumowsky. Het verontgelukte toestel was een één- inotorige Miles Falcon, een gesloten twee- zitter, gemerkt O.E.D.V.H. De machine was om 4.12 uur van het vliegveld te Bazel gestart en verscheen om één minuut over zeven boven Schiphol. Toen het vliegtuig een minuut later zou gaan landen, zag de waarnemer op den verkeerstoren tot zijn ontsteltenis dat het toestel snel omlaag gleed, waarschijnlijk doordat het in een vrille was geraakt, en tegen den grond te pletter sloeg. Het ongeluk gebeurde ten Zuid-Westen van het vliegveld op ongeveer 300 meter afstand van de grens van het terrein op het gedeelte, dat voor dc uitbreiding van de luchthaven bestemd is. Het toestel viel neer van een hoogte van ongeveer zeventig meter op een oogenbllk, dat het weinig snelheid meer had. Ooggetuigen kregen den indruk, dat de piloot de machine op 4 a 5 meter boven den grond nog redresseerde, want het leek een moment alsof het toestel weer nor maal vloog. Hierdoor dacht men aanvan kelijk, dat de gevolgen van het ongeluk niet zoo ernstig zouden zijn en in dit ver band werd de alarmsirene slechts een mi nuut in werking gesteld. Op dit signaal begaven zich onmiddel lijk naar de plaats van de ramp de heeren Van Dijk van den eersten hulpdienst en Van de Beek, assistent-havenmeester, als mede verscheidene monteurs en personeel van de Nationale Luchtvaartschool. Het toestel bleek geheel te zijn vernield en tusschen de puinhoop vond men de deerlijk verminkte lijken van de beide in zittenden. De leden van den geneeskundigen dienst van Schiphol en twee ambulances van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst onder de persoon lijke leiding van den directeur, den heer L. Heyermans, waren eveneens spoedig ter plaatse. Het stoffelijk overschot van de slacht offers is naar het Wllhelmina-gasthuis te Amsterdam overgebracht. Tragische bijzonderheid. Een tragische bijzonderheid van het on geval is, dat verschillende familieleden van de Inzittenden van het vliegtuig op Schiphol aanwezig waren, toen het onge luk gebeurde. De inzittenden hadden aan hun familieleden in Amsterdam kennis gegeven van het uur van aankomst en deze hadden zich opgemaakt om hen te verwelkomen. Op het terras van Schiphol zaten een broer van dr. Van Hengel, de heer Van Hengel, directeur van de Stoomvaart-Mij. „Nederland", met zijn echtgenoote en verschillende andere familieleden op de aankomst van het vliegtuig te wachten. Tien minuten nadat het ongeval ge beurd was, arriveerde de schoonmoeder van dr. Van Hengel met het gewone lijn- toestel uit Weenen. Dadelijk na aankomst werd haér de treurige tijding medege deeld. Men begrijpt hoeveel verslagen heid deze onheilstijding bij de verschil lende familieleden teweeg bracht. Intusschen heeft de vliegramp zich vrij onopgemerkt voltrokken daar het op dat uur zeer stil was in de ge bouwen en op het terrein. Toevallig waren aanwezig de heeren Fokker en Van Neyen- hof, welke laatste de „Spin" voor de de monstratie van Zaterdag a.s. zou gaan beproeven, nadat dit toestel geheel was geïmpregneerd De heer Fokker gaf als zijn meening over het ongeluk te kennen, dat de Miles Hawk-toestellen (waartoe ook de Miles Falcon gerangschikt wordt) voor meeste sportvliegers veel te snel zijn. Men was op Schiphol dan ook van oo deel, dat het ongeluk moest worden V geschreven aan de omstandigheid, dat piloot de snelheid te veel had verminde Hierdoor moet hij zijn afgegleden en een vlakke vrille zijn geraakt. Dit is het gevaarlijkste wat een vlieger kan ov komen, omdat het althans op geri hoogte uitgesloten moet worden geac dat het toestel kan worden geredressee Men nam ook aan, dat op het mom van het ongeluk, de heer Van Hengel toestel moet hebben bestuurd en dat instructeur niet meer heeft kunnen grijpen. Men heeft hier te maken'met een fat: vllegfout, waartegen herhaaldëlijk wo gewaarschuwd. De Miles Hawk-toestei' welke een groote kruissnelheid bezit moeten ook met een groote snelheid planeerd landen. De fout is.nu, dat d den vlieger geen rekening schijnt te gehouden met de minimumlandingss: held, waardoor het toestel is afgcglede Het ongeluk kan in geen geval wor toegeschreven aan de weersomstan heden, omdat deze zeer gunstig waren. Wij vernemen nog dat het Miles Fal- toestel voorzien is van remklappen. we bij een landing bijzondere voorzichtigh vereischen. De motor van het toestel h zich een meter in den grond geboord, romp is geheel vernield, de propeller afgebroken, terwijl de vleugels zijn af knapt. m Mr. A. J. van Hengel, die een entir siast sportvlieger was, heeft deelgeno aan de Pinkstervlucht van de postenrij sche Aero Club. welke Donderdag was begonnen. Ook mevrouw Van Hen had aan deze vlucht deelgenomen en met een sportmachine, welke bestu" wead door den thans eveneens omgekom kapitein Van Brumowsky. De loopbaan van mr. A. J. v. Heng Mr. Adrianus Johannes van Hengel we in 1886 te Amsterdam geboren. Na in z' geboorteplaats de H.B.S. te hebben volgd, legde hij In 1904 staatsexamen waarna hl) aan de universiteit te Leid studeerde In de rechtswetenschappen. In 1911 verwierf hij den graad van ti ter op het proefschrift „De verhoudi tusschen gerechtigden en verplichten papleren van waarde". In 1909 was hij 1 tusschen zijn loopbaan begonnen aan Amsterdamsche Bank, waarvan hij in 19 tot directeur werd benoemd. Toen in 1924 de Rotterdamsche Ban vereeniging behoefte had aan een re ganisatie, werd de heer Van Hengel noemd tot directeur dezer bankinstell' terwijl hij bij de Amsterdamsche Bank 1 lidmaatschap van den raad van toezi behield. In 1927, na beëindiging der re ganisatie der Robaver. maakte hij een r om de wereld. Van 1927 tot 1932 bekle" hij wederom de functie van directeur Amsterdamsche Bank. In 1931 werd hij geroepen om zijn fin cleele deskundigheid aan te wenden reorganisator en raadgever van de Oest reichische Credit Anstalt-Wiener Ba verein, welke functie hij tot heden kleedde. In 1932 trad hij af als direct, van de Amsterdamsche Bank. De overledene had een internation- naam als financier en als organisator v het bankwezen. Voor de saneering van economisch leven in Oostenrijk heeft belangrijk werk verricht. Dc indruk te Ween Het tragische einde van den heer Hengel, heeft te Weenen een enormen druk gemaakt. De piloot van het s: vliegtuig, Brumowski, die eveneens w gedood, was een der meest vooraansta de militaire vliegers van Oostenrijk, is de piloot geweest van wijlen bondsk selier dr. Dollfuss f. 10.000 bestemd ter verhooging der extra reserve. De extra-reserves bedragen thans tezamen f. 475.000. Aan Aandeelhouders wordt wederoml3% dividend uitgekeerd, terwijl f.1110 als on verdeeld winstsaldo op nieuwe rekening overgaat. N.V. H.A.V.-BANK. Dividend 28 In de alg. vergadering van aandeelhou ders van de N.V. H.A.V.-Bank te Schiedam is de balans en winstrekening goedge keurd en het dividend bepaald op 28 De heer P. v. Leeuwen Boomkamp werd als commissaris herkozen, terwijl de heer mr. dr. F. L. J. van Haaren, burgemeester van Schiedam, tot commissaris in de va- cature-Dubois werd benoemd. Aan het jaarverslag is het volgende ontleend In het afgeloopen jaar was van een ver andering ten goede in de economische om standigheden nog niet veel te bespeuren. Waar het levensverzekeringsbedrijf daar mede nauw verband houdt, stemt het te meer tot voldoening te mogen constatee ren, dat de productie zich in stijgende lijn blijft bewegen en deze ruim f. 14 millioen bedroeg, zijnde ruim f. 3 millioen meer dan in 1934. De financieele resultaten wa ren gunstig. De netto exploitatiewinst be draagt f. 430.229. Het nieuwe kantoorgebouw is op 20 Juli 1935 betrokken. In Indië. waar de leiding in hande van de N.V. Assurantiekantoor „Holla Indië" (dir. fa. O. W. J. Schlencker) Amsterdam, breidde de exploitatie zich in 1935 weer uit. De totale productie incl. renteverze ring tot kapitaal herleid bed f. 14.147.222 (v. j. f. 11.034.366). Er ver door overlijden f. 318.873. door afloop andere oorzaken f. 9.722.710. Het verzekerd bedrag aan contra-v kerlngen der Algemeene Spaarverzeke (Alspaar) verminderde met f. 1.477.339 Het totaal verzekerd kapitaal bedroe 31 Dec. 1935 f. 89.056.668 (v.j. f. 86.328. Aan premiën werd ontvangen f. 2.3 (v. j. f. 2.223.011), aan koopsom f. 158.753 (V. J. f. 241.580). De ontv" renten en huren bedroegen netto f70 (v. j. f. 684.868). De ultkeerlngen bedroegen f. 1.160 27 De wiskundige reserve steeg f. 12.956.879 (v. j. f. 12.216.702). Van de winst ad f. 430.229 wordt na schrijving bestemd tot verhooging extra reserve f. 126.758, der reserve event, verliezen op hypotheken f-S" der reserve dtv.- en tant.-belasting f- en voor vorming eener reserve voor schrijving op onroerende goederen f 18 Er resteert dan f. 88.500 (als v. j.K van aan aandeelhouders uit te k. 28% (v. J. 28%), winstfonds verzeke, f 37.575 en tantièmes f. 22.545. De extra reserves bedragen t f. 2.480.000, vormende met het gepla maatschappelijk kapitaal ad f.'-0 aan extra waarborgen f. 3.480.000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 14