Sportvliegtuig op Schiphol
neergestort. I
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Donderdag 4 Juni 1936
1JN/T INI LETTERE
FINANCIEN.
M r. A. J. van Hengel en een Oostenrijksch
sportvlieger gedood.
DE BEELDHOUWER L. ZIJL 70 JAAR.
Stichting van een Zijl-fonds.
Op 13 Juni a.s. hoopt de bekende beeld
houwer L. Zijl zijn zeventigsten verjaardag
te herdenken. Onder leiding van den heer
C. A. Lion Cachet vormde zich een comité
om den kunstenaar op dezen dag te hul
digen, welk comité de steun mocht krij
gen van een Eere-comité. waarin naast
den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, prof. dr. J. R Slotemaker
de Bruine, vele vooraanstaande personen
in den lande zitting namen. De beeldhou
wer verzocht echter op zijn verjaardag
elke openlijke huldebetuiging achterwege
te laten, maar verleende gaarne zijn toe
stemming om een zijner werken, het re-
lief-portret van H. K. H. Prinses Juliana,
af te staan voor het maken van een pla
quette en deze te verkoopen ten bate van
een te stichten fonds, het Zijl-fonds, ten
behoeve van het onderwijs aan schip
perskinderen van alle gezindten. H. K. H.
Prinses Juliana verleende daarvoor Hare
volledige toestemming en medewerking.
BOEKBESPREKING.
Madame de Pompadour, roman,
door Siegfried E. van Praag. Uit
gave Em. Querido, Amsterdam 1936
Wanneer wij Siegfried van Praag in zijn
vorig werk .Julie de Lespinasse" nog heb
ben verweten, dat hij in dit overigens
interessante verhaal van een 18e eeuwsche
vrouwenliefde in Frankrijk, het tijdsbeeld
voor ons neerschreef en dit tijdsbeeld naar
ons, gemakzuchtige lezers, verplaatste
(waarbij we onze 20e eeuwsche aanwezig
heid nimmer konden vergeten), in plaats
van óns naar vroegere tijden mee te
nemen, dan kunnen wij bij dit nieuwe
boek slechts bewondering uitspreken voor
de schitterende wijze waarop de auteur
zich gerehabiliteerd heeft. Hier is weer
een literair vrouwenportret, van een liefde
nogmaals in de 18e eeuw en de plaats
van handeling is opnieuw Frankrijk. Van
Praag zal boos zijn als wij zijn boek tegen
zijn zin toch tot „biografie" bestempelen,
want hij heeft voor alles een historische
roman willen geven, waarin het leven, de
eerzucht en de liefde van de Marquise de
Pompadour de groote inzet zijn. En wan
neer hij de biografie heeft trachten te
vermijden om den roman in de historie de
volle waarde te kunnen geven, dan is hij
niettegenstaande zijn bedoeling, in beide
briljant geslaagd.
Bij het lezen van dit boek worden wij
alles-vergetend meegesleept naar het Ver
sailles in het midden der 18e eeuw, naar
het schitterende maar verdorven hof van
Lodewijk XV. De pralende feesten en
kleurige jachtfestijnen, ook de teedere
tête a têtes van den zwakken koning
worden voortdurend overstemd door steeds
luider klinkend gemor van een ontevreden
volk. In dien tijd leefde, streed en stierf
Madame de Pompadour. Een curieuse
vrouw, wier lot bepaald werd door een
waarzegging toen ze negen jaar oud was.
Eerzuchtige comediante, waar het betrof
haar carrière te maken en te handhaven,
intrigeert ze meedoogenloos tegen haar
vijanden, doch weet haar vrienden harte
lijk te waardeeren. Schrander en begaafd
met een open oog voor alles wat haar
in den weg gelegd wordt, blijft zij ander
zijds blind voor het wankelen der grond
vesten, waarop haar macht en rijkdom
gebouwd zijn. De tragiek van deze vrouw,
dat zij zich altijd anders heeft moeten
voordoen dan ze was om te krijgen en te
behouden wat haar het meest waardevol
in het leven toescheen, om tenslotte te
moeten erkennen, dat deze schijn haar
slechts eenzaamheid en leegheid bracht.
Nog op haar sterfbed weet zij, de veertig
jarige. zich te beheerschen en iedere sen-
timenteele opwelling tegenover den ko
ning te onderdrukken, om hem vooral niet
te mishagen en den schijn na haar dood
nog te laten voortleven.
Dit boek is meesterlijk geschreven. lite
rair knap. boeiend en af; psychologisch
volkomen verantwoord. Jammer dat de
Franschen zelf verstoken blijven van een
dergelijken uitstekenden roman uit hun
landsgeschiedenis.
De Hongertocht, door M. H.
Székely-Lulofs. N. V. Uitgevers-
Maatschappij Elsevier, A'dam '36.
We raken er langzamerhand aan gewend
dat ieder nieuw boek van Mevr. Székely-
Lulofs een soort relletje in Indië veroor
zaakt. Men verwijt haar dat ze uitslui
tend koloniale wantoestanden en uitzon
derlijke periodes, tot onderwerpen van
haar boeken maakt, om daarmede goed
betaalde sensatielectuur aan haar lezers
te kunnen voorzetten. Zoo is de planters
wereld te keer gegaan over haar eerste
ling „Rubber" en zoo maakt de militaire
wereld in Indië zich momenteel boos over
haar laatste pennevruoht „De Honger
tocht". Wij vragen ons daarbij af, waarom
de boeken van deze schrijfster niet zuiver
literair besproken engewaardeerd
mogen worden? Wat doet het aan de
literaire waarde van haar boeken af, of
de geschiedenis waar gebeurd is of ver
dicht? Ja maar, wordt er daarginds aan
de andere zijde van den oceaan geroepen
er bestaat practisch geen goede literatuur
over ons Indië en nu er eindelijk over ge
schreven wordt, kiest de auteur alleen
maar koloniale wantoestanden. En is het
eigenlijk niet het schoonste compliment
dat men mevrouw Lulofs zou kunnen ma
ken, zouden we willen antwoorden, dat
haar boeken zóó goed zijn, dat ze al dien
stof opjagen, dat ze zoo de volle aandacht
genieten? Daarbij komt, dat het overgroote
dieel van het Hollandsche publiek. Indië
niet kent en niet kan beoordeelen wat juist
is over dat land en wat niet en het laat
dezen lezers waarschijnlijk vrijwel koud
of er in 1911 een hongerexpeditie plaats
vond of dat deze slechts aan een fantasie
rijk schrijversbrein is ontsproten. Men
leest het in de allereerste plaats om het
prachtige, levensechte verhaal. Omdat
iedere Hollander die nimmer in de tropen
was, gevangen zal worden gehouden in
deze typische tropensfeer, geboeid door
het harde bivakleven en verteederd door
de warme humor waarmede de schrijfster
een ieder, van den grooten generaal tot
den armzaligsten dwangarbeider, zacht-
kens wzet te hekelen. Dit boek is vol van
menschelljk leed en vel van deernis daar
mee. Alleen over het land waar men als
kind is opgegroeid, over jeugdherinnerin
gen, kan men met zooveel liefde schrijven
en deze roman is ongetwijfeld vol persoon
lijke herinneringen uit de jeugd van de
schrijfster. Wij achten dit haar beste boek.
Knap beheerscht werk is dit!
The Green Ilat, door A. Viruly.
Uitgave Andries Blitz, Amsterdam
1935. Tweede Druk. (De eerste
druk was niet in den handel).
Viruly is een bekend, gevierd en een
knap aviateur. Hij is daarbij ook een pret
tige, vlotte, frissche verteller van de span
ningen en de fascinatie van zijn sportieve
vak. Daarvan getuigen de boeken die hij
schreef en de korte schetsen, die regel
matig in dag- en weekbladen van hem
verschijnen. En nu ontpopt hij zich in
deze novelle ook als droomer. Dat is ge
vaarlijk voor den riëelen mensch, die
ieder vliegenier moet blijven. Men kan
een goed schrijver zijn, een sympathiek
droomer en een slecht droomenultlegger!
Viruly heeft noodgedwongen moeten
landen, 's nachts ergens aan de kust van
Perzië. Tusschen hem en een medepassa-
giere rallen een paar dichtregels van
Omar Khayyam, hetgeen een ouden Pers
lyrische en on-perzische ontboezemingen
ontlokt Deze brengt hen dan naar een
oud Grieksch theater, in de woestijn, 2200
jaar geleden door Alexander den Groote
gebouwd. Zij treffen daar een verzameling
dames en heeren, die zich ontpopfien ais
Don Qulchotte. Gretchen, Nathan der
Weise, Gysbrecht, Hamlet. Roxane en nog
vele anderen; alle heldinnen uit de For
syth Saga en zelfs Iris, de fatale vrouw uit
Michael Arden's „Green Hat", van wie
Viruly's hart en hoofd zoo vol is, zijn daar
aanwezig. Ze zijn daar om den negen
honderdsten geboorte- of sterfdag (dat
weten ze niet precies) van Omar Khayyam
te vieren. En als Viruly bij zonsopgang met
zijn Douglas verder vliegt, is hij er van
doordrongen dat in iederen Perzlschen
kameeldrijver de groote Omar Khayyam
nog leeft en dat 99 procent van ons Hol
landers Vondel amper waardeert.
Het schijnt dat de dame met de Groene
Hoed onzen kwieken aviateur danig van
de wijs heeft gebracht, want het is alles
een beetje verward en onsamenhan
gend. In één woordwij voor ons hebben
liever den ouden, echten Viruly terug,
dien we kennen en apprecieeren als vlotte
vertellende vliegenier. De teekenineen van
Jo Spier zijn geestig.
NIEUWE UITGAVEN.
Verschenen bij de Uitgevers-Mij. te
Alkmaar
„20.000 Jongens op Stap" door A. D.
Hildebrand. met illustraties van Hans
Borrebach. voor oudere jongens. Prijs ing.
f. 2, in prachtband f. 2,90. Een schoen
fabrikant schrijft een snelwandelwedstrijd
uit om reclame te maken voor zijn nieuw
fabrikaat jongensschoen genaamd „De
Overwinnaar", waaraan 20.000 jongens
deelnemen. Van alle hun belevenissen en
avonturen, die zij onderweg hebben, wordt
in dit boek op een aardige onderhoudende
wijze verteld.
„Het meisje, dat op de maan wachtte",
door Vera Robinson, met teekeningen van
Hans Borrebach, voor oudere meisjes
Prijs ing. f. 2. in prachtband f. 2,90.
„Tanden op elkaar" door Margot Warn-
sinck, geïllustreerd door Annie van der
Ruit. voor oudere meisjes. Prijs ing. f. 1,65,
in prachtband f. 2,25.
„De Langerud-kinderen in het dal en
op de zomerwei" door Marie Hamsun,
geïllustreerd door Pol Dom, uit het Noorseh
vertaald door Claudine Bienfait. Een aar
dig frisch kinderboek uit de serie paeda-
gogische boeken.
Bij van Holkema en Warendorff te Am
sterdam
„Liefde doet Wonderen" door Pamela
Wynne, vertaald uit het Engelsch door
Chr. Moresco-Brants.
Culbertson's Compleet Bridgesysteem
met voorbeelden, vragen en antwoorden,
behandeld zoowel bieden als spelen. Prijs
ing. f. 1,50.
Bij Uitgevers-Mij. Schuyt te Velsen:
„Dans des Levens" door Eleanor Smith,
geautoriseerde bewerking uit het Engelsch
van Jan van Zijst.
„Weeldekind" door Ena Price, vertaald
uit het Engelsch door Pieter van der Valk.
„Lachspiegel" een kostelijk studenten-
verhaal door Jan van Zijst.
Bij de Erven F. Bohn N.V.:
„Inleiding tot het Volkenrecht", door
mr. Ch. Kleintjes, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Amsterdam.
Bij Van Putten en Oortmeyer te Alk
maar:
„In welke badplaats zal ik mijn vacantie
doorbrengen?" door J. W. Kockx. directeur
„Noordzeebad Castricum".
Bij N.V. Uitgevers-Maatschappij „Else
vier" te Amsterdam:
„De Gestroomlijnde Wereld" door Leo
nard Huizinga Een beknopt handboek
van de schoone kunst van het reizen.
Bij Bosch en Keuning te Baarn:
„De schoonheid in de schilderkunst",
door Herman Hana.
„Marius Richters, een beeld van zijn
werk" in 15 reproducties met een inlei
ding van Jos de Gruyter.
„Selma Lagerlöfs Levensavond", door
Christine Doorman.
Bij J. B. Wolters, Groningen:
„Cosmografie, sterrenkunde door Mid
delbaar en Gymnasiaal Onderwijs" door
M. L. Kobus en dr. J- J. Raimond Jr.
Bi) H. Veenman en Zonen te Wagenin-
gen:
„Onze Loofhoutgewassen", aflevering
No. 4.
Bij W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, in
de Schuurman en Jordens editie:
Wetboek van Strafrecht, 12e druk.
Gemeentewet, 26e druk.
Bij Moorman's Periodieke Pers N. V. te
Den Haag is verschenen een brochure
door A. G. Jagt hoofdinspecteur der A. S.,
getiteld: De Spoorwegen en het verkeers
probleem. Deze brochure is een nadere
beschouwing van de brochure: Het Ver
keersprobleem. door E. J. Moller, direc
teur der N. V. Bataafsche Import Mij.
Bij W. J. Thieme en Co te Zutphen
is verschenen een brochure van K. H.
Tusenius getiteld: De kansen van het
Nationaal Socialisme, groei en nedergang
der N S B.
Van de Nederlandsche Vereeniging
van distillateurs en likeurstokers en de
Vereeniging „De vereenigde distillateurs"
ontvingen wij als vervolg op „Een bloem
lezing uit de onderwereld" een boek ge
titeld „Wat niemand verantwoorden kan".
DISCONTO-VERHOOGING
NEDERLANDSCHE BANK.
Nadat de Nederlandsche Bank ingaande
Zaterdag 30 Mei haar rentetarieven over
de geheele linie met een vol procent had
verhoogd, waarbij het wisseldisconto van
2'/: procent op 3'/: procent werd gebracht,
heeft zij het raadzaam geoordeeld haar
renteberekening wederom te herzien, ge
lijk wij gisteren nog in een deel onzer op
laag hebben gemeld. Met ingang van
heden zijn de tarieven gewijzigd in dier
voege, dat het wisseldisconto op 4'/t pro
cent is gesteld, en de vergoeding voor het
verleenen der overige faciliteiten met dit
percentage in overeenstemming is ge
bracht.
Toen onze circulatiebank per den laat-
sten werkdag van de achter ons liggende
maand haar rentetarieven op voor het be
drijfsleven ongunstige wijze veranderde,
kon gevoegelijk worden verwacht, dat deze
stap de inleiding zou zijn voor verdere
maatregelen, tenzij de situatie zich als bij
tqoverslag zou wijzigen. Gezien de ont
wikkeling van den toestand In Frankrijk
kon deze mogelijkheid echter wel worden
uitgeschakeld. Nauwelijks toch was het
officieele disconto omhoog geschroefd of
onmiddellijk sloot de open markt zich aan,
zoodat het particuliere disconto zelfs
weer boven het banktarlef kwam. Wan
neer de noteeringen op de wisselmarkt
bovendien aanleiding tot gouduitvoer
mochten blijven geven, kon men dus rede
lijkerwijze veronderstellen, dat onze cen
trale credietlnstelling niet werkloos zou
toezien, dat aan haar goudvoorraad werd
geknabbeld. Toen onmiddellijk na de feest
dagen enkele valuta's van landen, waar
voor geel metaal voor export wordt vrij
gegeven zich op het goud-uitvoerpunt be
wogen, was het duidelijk, dat de Neder
landsche Bank niet lang zou talmen met
het nemen van die maatregelen, welke het
best kunnen dienen ter bescherming van
de goudstock en van den gulden. Dit klemde
te meer, omdat, de goudvoorraad reeds
niet onbelangrijk was geslonken. Per 31
Maart beschikte de bank over f. 714.654.000
aan goud, terwijl de bankstaat per 25 Mei
Jl. een hoeveelheid van f. 683.807.000 aan
gaf, zoodat in het verloop van een goede
maand een vermindering van rond 31 mil-
lioen gulden viel te constateeren. Sinds
dien heeft een verdere reductie plaats ge
vonden en zijn eenige tientallen millioenen
guldens aan geel metaal weggevloeid. Waar
de noteering van het particuliere disconto
intusschen was gestegen tot 4 procent
heeft de Nederlandsche Bank thans zeer
terecht de rem op den goudexport zwaar
der aangezet.
Of het laatste woord in deze thans ge
sproken is, dient voorshands te worden
afgewacht. De „aanval", die ons nationale
ruilmiddel te weerstaan heeft is vrij fel. De
algeheele stemming op de geld- en kapi
taalmarkt is nerveus. Het agio voor ter
mijnwissels spreekt in dit ojozicht meer
dan boekdeelen, terwijl het disagio voor
Fransche francs doet uitkomen, dat het
vertrouwen in het Fransche ruilmiddel tot
een bedenkelijk laag peil is gezakt. Ten
aanzien van de diseonto-verhoogingen van
de Nederlandsche Bank dient in aanmer
king te worden genomen, dat de arbitrage
transacties daardoor kunnen worden be
moeilijkt, doch dat kanitaalvlucht, althans
kapitaalverplaatsing daardoor niet abso
luut kan worden verhinderd. Zooals in het
jongste jaarverslag van de Nederlandsche
Bank echter wordt ongemerkt, doet bij
een gezond en elastisch bankwezen als het
Hollandsche en een sterke positie van de
circulatiebank het a-andraaien van de dis-
contoschroef zich. zij het met eenige ver
traging. krachtig gevoelen, ter beteugeling
van bet wegvloeien en vooral van het
wegblijven van gelden die voor emplooi in
het binnenland in aanmerking komen.
o
N.V. NIEUWE H.A.V.-BANK.
Dividend 13
In de algemeene vergadering van aan
deelhouders van de N.V. Nieuwe H.A.V.-
Bank te Schiedam zijn de balans en winst
rekening goedgekeurd en het dividend be
paald op 13De heer P. van Leeuwen
Boomkamp werd als commissaris herko
zen, terwijl de heer mr. dr. F. L. J. van
Haaien, burgemeester van Schiedam, tot
commissaris werd benoemd in de vaca-
ture-Dubois.
Aan het verslag over 1935 is het vol
gende ontle'end:
Het afgeloopen boekjaar was minder
voordeelig dan het vorige, daar het risico
voor ernstige ongevallen nog steeds toe
neemt. het risico der Auto-W,A.-verzeke
ringen eveneens grooter wordt, terwijl door
de felle concurrentie de premiën steeds op
een lager niveau komen.
Aan premiën werd geboekt f. 406.141,
waarvan aan herverzekering werd betaald
f. 69.604. Aan schadevergoeding werd be
taald f. 175.606. waarvan gedekt door her
verzekering f. 29.829.
Met ingang van 1 Jan. werd een afd.
glasverzekering ingevoerd.
De financieele resultaten zijn door bo
venvermelde omstandigheden minder gun
stig dan vorige jaren. De exploitatiewinst
bedraagt netto f. 44.603. Hiervan werd
Van de N. V. Dekker en Van de Vegt
te Utrecht ontvingen wij
Het Universiteitsvraagstuk, verslagboek
van de conferentie te Woudschoten. In
dit boek zijn opgenomen: De toekomst der
Academisch gegradueerden, door dr. Ph.
J Idenburg; Kan er ten opzichte van de
maatschappij universitaire overbevolking
zijn? door prof. dr. J. van Loon; De waar
de van den academicus afgezien van zijn
specifiek maatschappelijke functie, door
prof. dr. J. Kors; Universiteit en Volk,
door Victor Leemans; Universiteit en
Maatschappij, door mr. N. Stufkens en
Reorganisatie van Universiteiten enHoo-
gescholen, door prof. dr. H. R. Kruyt.
Bij de Uitgevers Maatschappij „De
Amsterdamsche Keurkamer" te Amster
dam is verschenen: Om wille van het
leven, kunst en gemeenschap, door George
Keltmann Jr
Van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rotterdam ontvingen wij
een statiover handel, nijverheid en
verkeer - Rotterdam over het eerste
kwartaal van 1936.
Wachtende familie-leden zagen het ongeluk gebeuren.
Gisteravond om zeven uur is een
binnenkomend Oostenrijksch sport-
toestel boven het vliegveld Schiphol
afgegleden en verpletterd.
De beide inzittenden zijn om het
leven gekomen. Het zijn onze landge
noot mr. A. J. van Hengel, directeur
generaal van de Oesterreichische Cre-
dit-Anstalt te Weenen en de bekende
Oostcnrijksche sportvlieger Brumowsky.
Het verontgelukte toestel was een één-
inotorige Miles Falcon, een gesloten twee-
zitter, gemerkt O.E.D.V.H.
De machine was om 4.12 uur van het
vliegveld te Bazel gestart en verscheen om
één minuut over zeven boven Schiphol.
Toen het vliegtuig een minuut later zou
gaan landen, zag de waarnemer op den
verkeerstoren tot zijn ontsteltenis dat het
toestel snel omlaag gleed, waarschijnlijk
doordat het in een vrille was geraakt, en
tegen den grond te pletter sloeg.
Het ongeluk gebeurde ten Zuid-Westen
van het vliegveld op ongeveer 300 meter
afstand van de grens van het terrein op
het gedeelte, dat voor dc uitbreiding van
de luchthaven bestemd is. Het toestel
viel neer van een hoogte van ongeveer
zeventig meter op een oogenbllk, dat het
weinig snelheid meer had.
Ooggetuigen kregen den indruk, dat de
piloot de machine op 4 a 5 meter boven
den grond nog redresseerde, want het leek
een moment alsof het toestel weer nor
maal vloog. Hierdoor dacht men aanvan
kelijk, dat de gevolgen van het ongeluk
niet zoo ernstig zouden zijn en in dit ver
band werd de alarmsirene slechts een mi
nuut in werking gesteld.
Op dit signaal begaven zich onmiddel
lijk naar de plaats van de ramp de heeren
Van Dijk van den eersten hulpdienst en
Van de Beek, assistent-havenmeester, als
mede verscheidene monteurs en personeel
van de Nationale Luchtvaartschool.
Het toestel bleek geheel te zijn vernield
en tusschen de puinhoop vond men de
deerlijk verminkte lijken van de beide in
zittenden.
De leden van den geneeskundigen
dienst van Schiphol en twee ambulances
van den Gemeentelijken Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst onder de persoon
lijke leiding van den directeur, den heer
L. Heyermans, waren eveneens spoedig ter
plaatse.
Het stoffelijk overschot van de slacht
offers is naar het Wllhelmina-gasthuis te
Amsterdam overgebracht.
Tragische bijzonderheid.
Een tragische bijzonderheid van het on
geval is, dat verschillende familieleden
van de Inzittenden van het vliegtuig op
Schiphol aanwezig waren, toen het onge
luk gebeurde. De inzittenden hadden aan
hun familieleden in Amsterdam kennis
gegeven van het uur van aankomst en
deze hadden zich opgemaakt om hen te
verwelkomen.
Op het terras van Schiphol zaten een
broer van dr. Van Hengel, de heer Van
Hengel, directeur van de Stoomvaart-Mij.
„Nederland", met zijn echtgenoote en
verschillende andere familieleden op de
aankomst van het vliegtuig te wachten.
Tien minuten nadat het ongeval ge
beurd was, arriveerde de schoonmoeder
van dr. Van Hengel met het gewone lijn-
toestel uit Weenen. Dadelijk na aankomst
werd haér de treurige tijding medege
deeld. Men begrijpt hoeveel verslagen
heid deze onheilstijding bij de verschil
lende familieleden teweeg bracht.
Intusschen heeft de vliegramp zich vrij
onopgemerkt voltrokken daar het op
dat uur zeer stil was in de ge
bouwen en op het terrein. Toevallig waren
aanwezig de heeren Fokker en Van Neyen-
hof, welke laatste de „Spin" voor de de
monstratie van Zaterdag a.s. zou gaan
beproeven, nadat dit toestel geheel was
geïmpregneerd
De heer Fokker gaf als zijn meening
over het ongeluk te kennen, dat de Miles
Hawk-toestellen (waartoe ook de Miles
Falcon gerangschikt wordt) voor
meeste sportvliegers veel te snel zijn.
Men was op Schiphol dan ook van oo
deel, dat het ongeluk moest worden V
geschreven aan de omstandigheid, dat
piloot de snelheid te veel had verminde
Hierdoor moet hij zijn afgegleden en
een vlakke vrille zijn geraakt. Dit is
het gevaarlijkste wat een vlieger kan ov
komen, omdat het althans op geri
hoogte uitgesloten moet worden geac
dat het toestel kan worden geredressee
Men nam ook aan, dat op het mom
van het ongeluk, de heer Van Hengel
toestel moet hebben bestuurd en dat
instructeur niet meer heeft kunnen
grijpen.
Men heeft hier te maken'met een fat:
vllegfout, waartegen herhaaldëlijk wo
gewaarschuwd. De Miles Hawk-toestei'
welke een groote kruissnelheid bezit
moeten ook met een groote snelheid
planeerd landen. De fout is.nu, dat d
den vlieger geen rekening schijnt te
gehouden met de minimumlandingss:
held, waardoor het toestel is afgcglede
Het ongeluk kan in geen geval wor
toegeschreven aan de weersomstan
heden, omdat deze zeer gunstig waren.
Wij vernemen nog dat het Miles Fal-
toestel voorzien is van remklappen. we
bij een landing bijzondere voorzichtigh
vereischen. De motor van het toestel h
zich een meter in den grond geboord,
romp is geheel vernield, de propeller
afgebroken, terwijl de vleugels zijn af
knapt.
m
Mr. A. J. van Hengel, die een entir
siast sportvlieger was, heeft deelgeno
aan de Pinkstervlucht van de postenrij
sche Aero Club. welke Donderdag
was begonnen. Ook mevrouw Van Hen
had aan deze vlucht deelgenomen en
met een sportmachine, welke bestu"
wead door den thans eveneens omgekom
kapitein Van Brumowsky.
De loopbaan van mr. A. J. v. Heng
Mr. Adrianus Johannes van Hengel we
in 1886 te Amsterdam geboren. Na in z'
geboorteplaats de H.B.S. te hebben
volgd, legde hij In 1904 staatsexamen
waarna hl) aan de universiteit te Leid
studeerde In de rechtswetenschappen.
In 1911 verwierf hij den graad van ti
ter op het proefschrift „De verhoudi
tusschen gerechtigden en verplichten
papleren van waarde". In 1909 was hij 1
tusschen zijn loopbaan begonnen aan
Amsterdamsche Bank, waarvan hij in 19
tot directeur werd benoemd.
Toen in 1924 de Rotterdamsche Ban
vereeniging behoefte had aan een re
ganisatie, werd de heer Van Hengel
noemd tot directeur dezer bankinstell'
terwijl hij bij de Amsterdamsche Bank 1
lidmaatschap van den raad van toezi
behield. In 1927, na beëindiging der re
ganisatie der Robaver. maakte hij een r
om de wereld. Van 1927 tot 1932 bekle"
hij wederom de functie van directeur
Amsterdamsche Bank.
In 1931 werd hij geroepen om zijn fin
cleele deskundigheid aan te wenden
reorganisator en raadgever van de Oest
reichische Credit Anstalt-Wiener Ba
verein, welke functie hij tot heden
kleedde. In 1932 trad hij af als direct,
van de Amsterdamsche Bank.
De overledene had een internation-
naam als financier en als organisator v
het bankwezen. Voor de saneering van
economisch leven in Oostenrijk heeft
belangrijk werk verricht.
Dc indruk te Ween
Het tragische einde van den heer
Hengel, heeft te Weenen een enormen
druk gemaakt. De piloot van het s:
vliegtuig, Brumowski, die eveneens w
gedood, was een der meest vooraansta
de militaire vliegers van Oostenrijk,
is de piloot geweest van wijlen bondsk
selier dr. Dollfuss
f. 10.000 bestemd ter verhooging der extra
reserve. De extra-reserves bedragen thans
tezamen f. 475.000.
Aan Aandeelhouders wordt wederoml3%
dividend uitgekeerd, terwijl f.1110 als on
verdeeld winstsaldo op nieuwe rekening
overgaat.
N.V. H.A.V.-BANK.
Dividend 28
In de alg. vergadering van aandeelhou
ders van de N.V. H.A.V.-Bank te Schiedam
is de balans en winstrekening goedge
keurd en het dividend bepaald op 28
De heer P. v. Leeuwen Boomkamp werd
als commissaris herkozen, terwijl de heer
mr. dr. F. L. J. van Haaren, burgemeester
van Schiedam, tot commissaris in de va-
cature-Dubois werd benoemd.
Aan het jaarverslag is het volgende
ontleend
In het afgeloopen jaar was van een ver
andering ten goede in de economische om
standigheden nog niet veel te bespeuren.
Waar het levensverzekeringsbedrijf daar
mede nauw verband houdt, stemt het te
meer tot voldoening te mogen constatee
ren, dat de productie zich in stijgende lijn
blijft bewegen en deze ruim f. 14 millioen
bedroeg, zijnde ruim f. 3 millioen meer
dan in 1934. De financieele resultaten wa
ren gunstig. De netto exploitatiewinst be
draagt f. 430.229.
Het nieuwe kantoorgebouw is op 20 Juli
1935 betrokken.
In Indië. waar de leiding in hande
van de N.V. Assurantiekantoor „Holla
Indië" (dir. fa. O. W. J. Schlencker)
Amsterdam, breidde de exploitatie zich
in 1935 weer uit.
De totale productie incl. renteverze
ring tot kapitaal herleid bed
f. 14.147.222 (v. j. f. 11.034.366). Er ver
door overlijden f. 318.873. door afloop
andere oorzaken f. 9.722.710.
Het verzekerd bedrag aan contra-v
kerlngen der Algemeene Spaarverzeke
(Alspaar) verminderde met f. 1.477.339
Het totaal verzekerd kapitaal bedroe
31 Dec. 1935 f. 89.056.668 (v.j. f. 86.328.
Aan premiën werd ontvangen f. 2.3
(v. j. f. 2.223.011), aan koopsom
f. 158.753 (V. J. f. 241.580). De ontv"
renten en huren bedroegen netto f70
(v. j. f. 684.868).
De ultkeerlngen bedroegen f. 1.160 27
De wiskundige reserve steeg
f. 12.956.879 (v. j. f. 12.216.702).
Van de winst ad f. 430.229 wordt na
schrijving bestemd tot verhooging
extra reserve f. 126.758, der reserve
event, verliezen op hypotheken f-S"
der reserve dtv.- en tant.-belasting f-
en voor vorming eener reserve voor
schrijving op onroerende goederen f 18
Er resteert dan f. 88.500 (als v. j.K
van aan aandeelhouders uit te k.
28% (v. J. 28%), winstfonds verzeke,
f 37.575 en tantièmes f. 22.545.
De extra reserves bedragen
t
f. 2.480.000, vormende met het gepla
maatschappelijk kapitaal ad f.'-0
aan extra waarborgen f. 3.480.000.