De Epsom-race Demonstratie van het korps pontonniers De Chineesche Postzegel 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. ii f r r~ i i. i.rin i - i_ i i_ ii i. -i -i -i Li- l --------- m - - - - - ----- - - - - a a n n n n n -> i ~l - Uit het Engelsch door HERMAN ANTONSEN. U) »Hm!" zei Ellery, dat is natuurlijk altijd Sn uiterste mogelijkheid. Maar is het u Met opgevallen, dat de mogelijkheid be staat ook als we mijnheer Kirke op zijn woord gelooven, dat hij dien man nog Mnuner gezien heeft dat de moorde- Jaar éen van degenen, die hier zijn Men man heeft voorgesteld, een bezoek Jmi mijnheer Kirke te brengen, met het ™el. deze in den moord te betrekken?" De forsche jonge uitgever keek vol ont ging naar Ellery. •Maar Queen! Dat kan toch onmogelijk waar zijn?" riep hij uit. „Heb Je geen vijanden, ouwe jongen?" "Mg Ellery. „Kirke sloeg de oogen neer. „Vijanden? ^n, dat ik weet niet." "Onzin!" zei dr. Kirke bruusk, „dat is Woonweg klets, Donald! Jij hebt geen "landenomdat je geen hersens ge- °°og hebt om je vijanden te maken. Wie dan in een moordzaak willen he llemand!" zei Kirke dof. „£"01, dan bent u gemakkelijk uitge- ■Makeld," zei de inspecteur, „voor het ge- I or nog maar eenige twijfel zou zijn. I "»r was u vanavond om zes uur?" „Ik was uit!" zei Kirke langzaam. „Oh!" zei de inspecteur, „ik begrijp u. Waar naar toe?" Kirke gaf geen antwoord. „Donald!" schreeuwde dr. Kirke op eens, „waar ben je dan geweest, jongen? Sta daar toch niet zoo stommetje te spe len, uilskuiken!" Er volgde een dreigende stilte. Macgo- wan verbrak die door een stap vooruit te doen en dringend te vragen: „Don, ouwe jongen, waar zat je ergens? We zullen het geen van allen verder vertellen, als je „Toe, Donald," riep Marcella smeekend, „waarom zeg je het niet?" „Ik ben den heelen middag uit wande len geweest," zei Kirke. „Met iemand?" vroeg de inspecteur vinnig. „Neen." „Waar bent u geweest?" „OchBroad-Wayde Avenue langs en door het Park. „Feitelijk," onderbrak Ellery de stilte, die op die woorden volgde, „ben Ik tegen Kirke aangeloopen beneden in de hal. Hij kwam toen blijkbaar van die wandeling terug." „Oh zoo," zei de inspecteur, „voor van avond is het dan wel genoeg. Ik moet u allen dringend verzoeken, de stad niet te verlaten, voordat u weer iets vari me ge hoord hebt." De inspecteur knikte tegen sergeant Velie en deze opende zwijgend de deur. Ze verlieten het vertrek op een rijtje achter elkaar, ais gevangenen, en werden dade lijk door verslaggevers aangeklampt. „Het wordt heusch tijd, dat we wat te eten krijgen," zuchtte Marcella, toen ze zich aan de klauwen van de pers ont worsteld hadden en weer veilig en wel in den salon van dr. Kirke zaten. „Ja, ja.heel graag zelfs, zei dr. Kirke, zich met moeite wat oprichtend in zijn ziekenwagentje, „dat is een uitste kend idee, liefste. Ik rammel van den honger. We moeten nietMidden in den zin hield hij op, zonder het zelf te be merken en zijn somber gelaat werd door diepe rimpels doorploegd. „Ik heb ook honger, kwam Macgowan er snel tusschen met een gedwongen lach. Hij nam Marcella bij de hand en ver volgde: „Ik denk dat we voor vanavond genoeg narigheid gehad hebben, niet waar schat?" Ze keek hem glimlachend aan, mom pelde een verontschuldiging en snelde de salon uit. Ellery liep het vertrek door en kwam naast Donald zitten. De jonge man keek verschrikt op. „OhQueen't Spijt me, dat ik nu juist geen aangenaam gezelschap ben. Ik kan er. „Onzin, Kirke," viel Ellery hem in de rede en stak een sigaret op, „ik zal rond uit met je praten, ouwe jongen. Er dreigt storm.en die komt van jouw kant. Je hebt iets, dat je verschrikkelijk hindert. Je hebt den geheelen middag niet gewan deld, al kwam ik je dan ook in de hal tegen. Ik heb zoo'n idee, dat jouw ver schijning in de hal slechts een schijn manoeuvre van je was. Kirke hield plotseling den adem in. „Je hebt gelogen, Kirke en dat weet ie zelf ook heel goed. Waarom vertel je de waarheid niet en zuiver je jezelf van die verdenking? Ik geloof, dat je me goed ge noeg kent, om zeker ervan te zijn, dat ik ie vertrouwen niet misbruiken zal." Kirke beet zich op de lippen en staarde met somberen blik op zijn handen Ellery bestudeerde hem eenige oogenblikken en liet zich achterover ln zijn stoel zakken, dikke rookwolken uitblazend. „Nu goed dan," mompelde hij, „het is dus waarschijnlijk een heel persoonlijke kwestieZeg, Kirke, om dan op wat meer gewone dingen neer te komenje hebt je vanmiddag verschrikkelijk ge heimzinnig tegenover me gedragen. Me opgebeld en me gevraagd in mijn smoking te kruipen, hierheen te komën en mijn oogen open te houdenvooral om mijn oogen góed den kost te geven!" De jonge man schoof heen en weer in zijn stoel. „O.ja zei hij ademloos, „dat is waar ook!" „Kun je niet wat duidelijker zijn, ouwe jongen?" zei Ellery, „we hebben elkaar slechts nu en dan toevallig ontmoet nauwelijks goed genoeg met elkaar in kennis gekomen, om een uitnoodiging tot een diner met totaal onbekende gasten te rechtvaardigen „Och waarom?" vroeg Kirke, zijn droge lippen bevochtigend, „nou ja, het zit 'm eigenlijk zóó, dat ik een degelijke en laag bij de grondsche reden had, om je hier te vragen. Ik wilde graag, dat je eens kennis zoudt maken met mijn campagnon, Felix Berne. Ik was bang, dat je het zou weigeren, als ik het ronduit vroeg...." „Zoo.is dat de kwestie, zei Ellery lachend, „dus een meer ambtelijke ken nismaking zal ik maar zeggen." „Precies!" antwoordde Kirke grinne- kend, „we geven verhaaltjes over jullie werk gewoonlijk niet uit. Maar de tijden zijn in zaken niet al te florisant, weet je? Detectiveverhalen zijn altijd goed ver koopbaar en brengen geld „Als je maar niet alles, wat je zoo al hoort, gelooft," zei Ellery mistroostig, „wel, welIk moet zeggen, ik sta er be duusd van!" „Het was maar zoo'n idee," zei Kirke. Glenn Macgowan keek met een vreemde bezorgdheid naar Kirke. Kirke scheen zich die belangstelling bewust en sloot de oogen. „Ik zou wel eens willen weten," mompelde hij na een poosje, „waar Felix toch blijft." „Berne? Groote goedheid! Ik was hem heelemaal vergeten! riep Ellery en zonder de minste waarschuwing gaf hij Kirke een klap op de knie. Het been schokte omhoog en de jonge man keek op met van bloed beloopen en doodelijk ver schrikte oogen. „Kirke," zei Ellery zachtjes, „laat me dat briefje eens zien, dat Macgowan jou geschreven heeft! Wat Osborne je geven moest." „Neen," zei Kirke beslist. „Kirke, geef me dat briefje!" „Neen. Je hebt geen recht, dat te vra gen. Het ishet is strikt persoonlijk. Macgowan is de verloofde van mijn zuster. Hij is praktisch gesproken een van onze familie. Ik kan geen openbaarheid geven aan De deur van de eetkamer werd geopend en Marcella verscheen gevolgd door Hub- bel, die een borrel taf eitje op wielen ach ter haar aanreed. Ei- stond een blad op met door koude witbeslagen glazen Kirke bromde een verontschuldiging en zei: „dat is nou, wat ik hard noodig heb!" (Wordt vervolgd). HET OVERZETTEN VAN GEMOTORISEERDE ARTILLERIE DOOR DE PONTONNIERS OVER DEN RIJN BIJ RHENEN. De demonstratie werd gegeven voor leerlingen van scholen voor reserve-officieren. Een kanon op transport BRITSCH-INDISCHE OFFICIEREN luit. Hamilton en kapitein Probyns (rechts) bij het verlaten van St. James-palace, na een audiëntie bij Koning Edward. DE MOOIE WATERMOLEN VAN HILLEGERS- BERG. Met den molen worden proefnemingen gedaan om te onderzoeken of oude windmolens nog rendabel kunnen worden gemaakt. FEEST OP DE MARKT IN DE ALBERT CUYPSTRAAT IN AMSTERDAM. - De bekende markt koopman D. Davidson vierde zijn 40-jarig huwelijksfeest en werd in verband hiermede op hartelijke wijze gehuldigd. De marktmeester biedt een geschenk aan. DE GROOTE DERBY VAN EPSOM. Winnaar werd ..Mahmoud", eigenaar Aga Khan, gereden door jockey Smirke, vóór „Taj Akbar" en „Thankerton". VRIENDELIJK LACHEND D ANKT H.M. DE KONINGIN DE MENIGTE welke haar en de Prinses bij het bezoek aaji het conservatorium in de hoofdstad, hartelijk toejuichte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5