Teeken- en Kleurplaat HOE HENK LEERDE GEVEN EEN PRETTIGE PINKSTEREN Dit plaatje is gemakkelijker na te tee kenen dan het misschien op het eerste gezicht wel lijkt Het linker-bovenhoekje (A) helpt je al gauw op de hoogte, want daaraan kun je zien, dat je de figuurtjes met behulp van 3 cirkels van verschil lende grootte (b.v. knoopen) gemakkelijk kunt nateekenen kwam.Hii hurkte naar Japie neer keek aandachtig voelde zitn pols. „Dadelijk naar het ziekenhuis!" zei hij. „Telefoneer de ziekenauto!".... Een dichte drom menschen om Japie heen wacht', de politieagent duwt hen wat terug. JaDie weet het niet JoDDie sluiDt dichterbij snuffelt schuw aan JaaD's stille voeten. Hij wordt weg gejaagd.. JaDie weet het niet. De groote ge e auto komt Japie wordt er. o zoo voorzichtig ingedragen. Joppie wil er ook inspringen Vort toch. hond." eromt de agent. De auto riidt weg Jaoie weet het niet Een meneer komt aan'oopen: de mees ter! Hii schudt verdrietig het hoofd. „Is het héél erg dokter?" vraagt hij. De dokter kijkt bedenkelijkEen hersenschudding' een hoofdwond, 't Kan eenezen: maar.. ..O dokter en hii kende toch de regels van 't verkeer als de beste 'n Aardige jongen: maar zoo spee'sch" „Ja" zegt de dokter.... niet opletten, dat is de oorzaak van duizend ongeluk ken" „Waar woont die longen?" vraagt de politieagent. „Neen" zegt de meester ..laat maar! Ik zal het zijn moeder wel voorzichtie gaan vertel'en „Het arme mensch zou van eer. politieagent zoo vrééseliik schrikken. Die eoeie menschen!. Stakkers!" De gele auto riidt o zoo langzaam verder. Joopie tipoelt er achteraan Soms gaat. zijn kopie wat de hoogte in. en hij snuffelt in de luchtJaap. waarom kom ie er nou niet uit?Mag ik er óók niet in? Waarom niet?" De auto riidt het groote hek van 't zie kenhuis binnen: en 't hek gaat weer .dicht. Joopie moet buiten bliiven: alleen. Joppie gluurde door de tralies. Zijn baas kwam niet. Joppie ging bii den grooten pilaar zitten wachten En hü jankte zacht.... W. G. VAN DE HULST. Wanneer je het grentje op een briel- kaart teekent en het daarna met aardige kleurtjes netjes kleurt, zul je er stellig wel iemand plezier mee kunnen doen, is het niet? Zulke fleurige meisjes uit den ouden tijd, die bezig zijn Pinksterbloemen te plukken, zien we niet elk jaar. Het zonnetje heeft er ook Dat merk je wel aan het lachel „K< zicht, waarmee het dit tooneeltjlens slaat. Bluit< Wij wenschen jullie allen ook Ipmk EEN PRETTIGE PINKSTERItiet i Nadruk ver| „Ji cho 2) „Waar is jouw cadeautje Henk?" vroeg vader. „Heb je 't nu nog niet? „Ja vader, ik heb het in de keuken ge bracht en in de kist gedaan Daar moest het toch in?" „Ja Henk, daar moet het ook in. 't Is goed, jongen". Verruimd haalde Henk adem Dat was een onverwachte meevaller Hij had al gedacht, toen vader naar zijn cadeautje vroeg, dat hij 't uit de keuken zou moeten halen Als straks de kist bij dc familie Holwijk kwam, dan zou 't boek natuur lijk uitgepakt worden. Maar daar behoefde hij niets van te zien. Misschien dachten de menschen wel dat het pakje er per on geluk bij was gekomen. Nu, 't zou hem een zorg zijn wat ze dachten! Ze kregen meer dan genoeg 'n Uurtje later zat het gezin aan tafel. „Heb je er nu al iets op bedacht, man, hoe Je die groote kist wegkrijgt? 't Is nog een heel eind naar de Reewijkstraat". „Ja vrouw, 'k geloof dat ik een fijn plan netje voor elkaar heb. 't Treft goed, dat het vandaag Woensdag is, dan kunnen de kinderen mij helpen" „Hè vader, mag ik mee?" smeekte Nora. ,,'t Zal zoo fijn zijn om te zien hoe blij die menschen zijn". „Ja Noortje, dat zal 't zeker. Maar Jou kan ik vandaag niet gebruiken. Ik moet Henk hebben". „Mij vader?" vroeg Henk verschrikt, „moet ik dan den heelen weg die kist dra gen? Dat is toch te zwaar?" „Daar heb je gelijk in", antwoordde va der. „Maar ik heb er iets anders op be dacht We zetten de kist op de vliegende Hollander van Herman. We binden hem stevig vast en jij trekt de Hollander voort. Ik ga met je mee om te kijken of 't goed gaat, en samen gaan we de familie Hol wijk verrassen". „Ach vader laat mij het toch doen", vroeg Nora nog eens. „Ik kan ook best die hollander trekken" „En ik ook wel. vader", riep Herman „en en 't is mijn hollander Mag ik het doen?" Even keek Henk hoopvol naar zijn va der. Misschien kwam hij van dat verve lende baantje nog wel af. Stel je voor dat vader eens bij 't uitpakken bleef. Wat moest hij dan beginnen als zijn boek te voorschijn kwam? Vader zou direct be grijpen dat het van hem was. En als ze dan thuis kwamen, zou er wat voor hem opzitten, dat was vast. wa va Maar zoodra Henk vader aanktlhem hij wel dat hij zich vergist had. I „z Vader schudde beslist het hoofdjDoa „Niets er van kinderen. Ik kanl K' Henk gebruiken en Henk zal 't doJtrou waar jongen?' 1 O; Wacht, nu vader 't hem vroeg, Jnaa nog een poging wagen. [deu „Ik heb erg veel huiswerk, vaderlhun aarzelde hij. I „O, dat hindert niet", antwoordiGro] der. .,'t Is immers Woensdag. Als I rugkomen heb je nog tijd genoeg werk te maken"- 1 Direct na 't eten bond vader zelf|n€I! de kist op de vliegende hollander w „Ziezoo Henk, ik ben klaar", zei hl k>el nu maar trekken, jongen. Op deze !|m0 is 't heusch niet te zwaar". I °P. Nee, 't was ook niet zwaar. En toa tu' 't Henk alsof hij lood in de schoenei Geen wonder ook! O. wat zag hij erl 03 op, bij de familie Holwijk aan te k Had hij toch maar een goed boek ven inplaats van dat oude, kapoth Af en toe bleef de jongen een achter zijn vader. Maar telkens zei heer Zitman: „Toe Henk, schiet to< beetje op. Je bent toch niet moe? „Nee vader", verzekerde Henk d. slapte weer even wat vlugger voort I ;n „Anders kun je bij de familie H| w wel even uitrusten, jongen", ging voort „Dat 's heelemaal niet noodig We geven de kist toch zeker a deur af?" „Welnee Henk. hoe kom je er bl moet toch naar Piet vragen, of hij beter wordt! En dan, ik wil wel graae| hoe blij die mervschen zijn. Jij jongen?" Juist moest Henk voor een fiets ul ken Gelukkig maar! Dat bespaarde tenminste 't antwoord Maar weg wa! laatste hoop! Nog een minuut of vi toen hadden vader en Henk het doel hun tocht bereikt. Op vaders bellen deed juffrouw Iio| ópen „O, bent u daar weer mijnheer? v naar Piel kijken? Hij knapt gel wat op. Maar komt u binnen." „Graag", zei mijnheer Zitman. Toe Henk, help me even". Samen gen vader en Henk nu de hollander li portaaltje. Daar maakte vader de wen los en zette toen de kist in de kamer op tafel. IWordt veivtl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 16