Het Koninklijk bezoek aan Amsterdam - Kanowedstrijden op de Zaan De Chineesche Postzegel 77sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. OM DEN ZILVEREN VLEUGEL. Door de Amster- DE NATIONALE 10 K.M. KAN O-PAG A AI-WED STRIJDEN - welke gehouden LUCHTBESCHERMINGSOEFENINGEN IN TOKIO. Bij de modena damsdhe Aero-club werd op Schiphol de jaarlijksclie werden door de Z.W.V. ,,De Stormvogels" te Zaandijk. Een-persoons beschermingsmiddelen, draagt de Japajmei} wedstrijd om den zilveren vleugel gehouden. Mevr. kano,s de Zaan_ de traditioiieeia kimono, van Alphen-Roos krijgt een mascotte. OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. Spelmoment tijdens den wedstrijd AjaxN.A.C. Keyzer doet een aanval op zijn eigen achterspelers. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA IN AM STERDAM. De aankomst van de hooge bezoeksters aan het Diaconessenhuis aan den Overtoom aan welke inrichting een bezoek werd gebracht. HET AFSCHEID VAN DEN BURGEMEESTER VAN BREDA. In verband met zijn benoeming tot commissaris der Koningin in de provincie Limburg heeft mr. dr.. W. G. A. van. Sonsbeek als burgemeester van Breda afscheid genomen.; Het groote défilé der vereenigingen op de Markt. KNIERTJE" OP REIS. Mevr. Esther de Boer-van Rijk heeft zich met haar dochter en schoonzoon ingescheept aan boord van het vrachtschip Stella" voor het maken van een reis naar de Middellandsche zee en om Palestina te bezoeken. Aan boord van de Stella". Y Uit het Engelsch door HERMAN ANTONSEN. 8) „Die is aan het einde van de gang daar, inspecteur. Langs de gang tegenover de achterzijde van de kamers van Kirke. De deur, waardoor je op die trap komt, ligt feitelijk vlak tegenover de slaapkamer van den ouden heer Kirke. Iedereen kan die trap op of afkomen, de gang begluren, langs de kamers van Kirke naar deze deur sluipen, zijn slag slaan en dan langs denzelfden weg weer terugkeeren." „En in dat geval kon mrs. Shane van liaar plaats uit niets gezien hebben, wél? Zij kan die zijgang heelemaal niet zien, behalve dan den hoek, waar de gangen bij elkaar komen." „Juist. Ze zegt ln elk geval, dat ze ■demand heeft gezien op dat deel van deze verdieping, nadat die vermoorde bo- Jengekomen Is, behalve dan de verpleeg ster, miss Temple de sergeant raad pleegde zijn notitieboekje een dame, Eenaamd Irene Llewes en een zekeren ■deneer Macgowan, 'n vriend van meneer kirke en verloofd met zijn zuster Mar- eella. Die zijn allen op hun beurt hl het kantoor geweest, hebben daar met Os borne gepraat en zijn weer weggegaan. Macgowan ging met de lift naar beneden, pie dame Llewes begaf zich naar de ver velen van Kirke. Maar ze ging er niet binnen, zoodat zij waarschijnlijk langs die trap omlaag is gegaan, want haar ka mers liggen een verdieping lager. Miss Temple ging terug naar de vertrekken van Kirke, ze is daar te gast. De verpleegster ging er ook heen. Het schijnt dat miss Diversey hier in de wachtkamer is ge weest, voordat ze naar het kantoor ging; ze zei, dat het hier keurig in orde was. Dat is alles, inspecteur. Niemand anders is gezien. Het heeft er dus allen schijn van, dat degene, die het gedaan heeft, gebruik heeft gemaakt van die brandtrap en zich niet om den hoek heeft laten zien, zoodat mrs. Shane hem niet bemerkt heeft." ,Dat wil zeggen, zei inspecteur Queen, als de dader niet behoort tot de huishou ding van Kirke!" „Zoo zie ik het ook," bromde de ser geant, „en ik veronderstel, dat de moor denaar die deur gegrendeld heeft, om te zorgen, dat hij niet gestoord werd door Osbome, of iemand anders, die zich in het kantoor kon bevinden, toen hij dien hokuspokus met de meubels hier uit haalde." „En om dezelfde reden de gangdeur ook gesloten heeft, zou ik zeggen," knikte de inspecteur, „maar dat komen we denkelijk nooit te weten. Toen hij klaar was, is hij langs dien kant weggegaan en liet hij de deur wel gesloten, maar niet op slot, net zooals we het gevonden hebben. Gaf zich geen moeite, om die deur naar het kan toor te ontgrendelen. Denkelijk veronder stelde hij, dat hij zoo een betere gelegen heid had om er van door te gaan. Hm!.. Enanders niets?" „Toch wel mijnheer. Mrs. Shane en Os bome hebben me nog een en ander ver teld over de anderen, die in en uit zijn gegaan. Mrs. Shane bevestigde de bewe ring van Osborne, dat vanaf het oogen- blik, dat die stumperd daar kwam, totdat meneer Kirke met meneer Queen kwam, hijdat wil zeggen Ossle, zooals ze hem noemengeen oogenblik van kantoor is geweest. Dus „Ja, ja," mompelde Ellery, „het ligt voor de hand, dat de moordenaar die wacht kamer moest binnenkomen en verlaten door die deur van de gang." Er klonk een zeker ongeduld in zijn stem. „En wat weet je nu van den man zelf af, Velie? Je zult toch wel iets op hem gevonden hebben?" „Er zat niets ln zijn zakken, mijnheer Queen. Geen snipper van wat ook. Geen fijne tabak zelfs. Hij rookte blijkbaar niet. Heelemaal niets niemendal. En alle merk- teekens waren uit zijn kleeren gesneden." „Verdraaid nog an toe!" „Het wordt hoe langer hoe gekker, zei Ellery nadenkend, „ik begin een diep res pect te krijgen voor den dader. Door kneed in zijn vak. Meen je heusch Velie, dat je volstrekt niets gevonden hebt? Wat droeg hij voor ondergoed?" „Gewoon twee stuks. Geen enkel merk te vinden. Weggesneden." „En zijn schoenen?" „Ieder nummer is óf uitgekrabd óf on leesbaar gemaakt met onuitwischbare inkt van den lessenaarvan die Indische inkt „Wonderlijk! En zijn boord?" „Net hetzelfde. Ik kon met geen moge lijkheid het merk of nummer van de was- scherij ontcijferen. In het hemd ook niet. Ik zeg u, het is krankzinnigenwerk." „Alles is blijkbaar aangewend om te zorgen, dat we er niet konden achterko men, wie het slachtoffer is," mompelde Ellery, „en dat is toch eenig gegeven. Waarom is dat gebeurd?"En het goed is heelemaal nieuw en van een goedkoop soort. Missohien zegt dat ook wat Héwat moet dat beteekenen?" Ze keken hem verwonderd aan. Hij had zijn bril afgezet en keek ongeloovig naar den doode. „Zijn dasIs wegl Waar 13 die?" „Ois dat alles," zei Velie, „ja, dat hebben we ook al opgemerkt. U niet?" „Neen, ik heb hem niet omgekeerd. Hij lag voorover op zijn gezicht. Maar dat kan van groote, zeer groote beteekenis zijn!" „Het ziet er wel naar uit," meende de inspecteur, „als die das weg is, dan moet de gek of misdadiger, wat hij dan ook is, die de daad bedreven heeft, die das heb ben meegenomen. Maar voor den drom mel, waarom zou hij dat gedaan kunnen hebben?" „Moet u mij niet vragen," zei sergeant Velie botweg, „voor mij is de geheéle zaak een onbegrijpelijk raadsel." „Maar toch is het niet zoo krankzinnig als jij schijnt te denken, Velie," zei Ellery geprikkeld, „het is niet gek, maar verba zend handig. Het moet een beteekenis hebben. Waarom nam.hij die das weg? Denkelijk omdat die, al tornde hij het merk er ook uit, toch aanwijzing kon ge geven hebben wie de vermoorde is. We zouden ten minste dan een spoor gehad hebben. Die das had ons het kunnen be zorgen. „Maar hoe is dat mogelijk?" bromde de inspecteur, „dat is geen gezonde redenee ring. Hoe wil je erachter komen, waar een goedkoope das gekocht is? Wat zeg jij ervan Hesse?" Die detective mompelde iets onver-1 staanbaars en de inspecteur ging heen. Ellery en de sergeant stonden zwijgend bij elkaar. Toen de inspecteur terug kwam, was hij erg opgewonden. „Hoor eens, hij is heelemaal niet bij die deur daar neergeslagen!" riep hij uit, „we hebben op den vloer bij dien stoel daar bloed gevonden. Hij moet bij dien stoel, daar bij de tafel neergeslagen zijn." „Zoo, is u dat ook opgevallen, dat is be langrijk," meende Ellery, „maar wat doet hij dan wel daar vlak bij de kantoordeur en achter die boekenkast?" „Drommels," snauwde de oude heer, „het wordt nog krankzinniger dan ik dacht! Laten we eens hooren, wat dokter Prouty te vertellen heeft." Dr. Prouty stond juist op en sloeg het stof van zijn knieën af. De inspecteur snelde naar hem toe en begon druk tegen hem te praten. Ellery slenterde naar zijn vader en den dokter toe. Halverwege bleef hij opeens stokstijf staan. Iets glinsterends had zijn blik getroffen. De schaal met fruit, was net als de rest, ondersteboven gekeerd. Naast die schaal lagen de schillen van een gepeld mandarijntje en enkele ver droogde pitjes. Vaag herinnerde hij zich, die te voren ook al gezien te hebben Hij lichtte de omgekeerde schaal op en bestudeerde de zichtbaar geworden vruch ten. Peren, appelen en druiven. Zonder zich om te wenden, riep hij; „Sergeant Velie kwam naar hem toe. „Heb je niet gezegd, dat die verpleegster, miss Diversey verklaard had, dat zij enkele minuten voor den doode in deze kamer was gekomen?" „Jazeker." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5