LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 14 Mei 1936 No. 20 POPEYE'S GEHEIM. liVMP Slot I En Popeye werd magerder en magerder In soms had hij zelfs geen tabak voor zijn lijpje en zelfs geen scheermesje voor zijn Itoppelwangen. Maar ziet! Toen de nood op het hoogst kreeg hij een baantje als knecht in |en pas geopenden groentewinkel. Wat las Popeye in zijn sas! Hij kreeg een |root voorschoot voor en begon met alles het magazijn recht te zetten en ordelijk |c maken. Toen hij werd aangenomen was hem kezegd, dat hij ook bestellingen zou moe ien rondbrengen, maar daar kwam voor lterst niets van. Omdat er geen bestellin gen kwamen! De nieuwe winkel scheen op een geheel verkeerd punt geopend te zijn, vant er kwamen bijna geen klanten op lagen. O, o! Popeye zag alweer aankomen, Idat hij binnenkort ontslagenzou worden, lü'ant hoe zou de baas hem loon kunnen Ibetalen, als er niets meer verdiend werd? Intusschen echter kon hij het best met Iden baas en diens vrouw vinden. De twee Ihadden spoedig in de gaten, dat onder iPopeye's ruwe uiterlijk een goed hart lichool. en Popeye wist zich met zijn op- Igeruimdheid en gedienstigheid zeer be- |mind bij hen te maken. Maar dat nam niet weg, dat zij hem lop den duur niet zouden kunnen houden. Ivoordat het echter zoover kwam, sprak |Popeye eens ronduit met zijn baas ..Baas", zei hij. „laat me alsjeblieft blij - I ten. Ik voel me hier zoo thuis. Loon hoeft lu mij niet meer te betalen. Met een hap leten en een dak boven mijn hoofd ben ik al tevreden." Nu, dat vond de baas best en ook zijn I vrouw was blij, dat ze Popeye op die ma- luier bij zich konden houden. Intusschen I bleven de zaken slecht gaan, en in het I kleine huishouden werd nu op allerlei ma- luieren bezuinigd. Koekjes bij de thee be- I hoorden allang tot het verleden, maar nu I kwam de thee zelf ook niet meer in huis. I Kleeren werden tot op de laatste draad I afgedragen en vleesch kwam niet meer op I tafel. Het eenige waar zij rijkelijk van voorzien waren, was: groente! Zij hadden I Immers een winkel vol groente! Zoodoende begonnen zij steeds meer I groente te eten, en tenslotte aten ze bijna niet anders, 's Morgens en 's middags groente, en 's avonds weer groente. Den I venen keer spinazie, den anderen keer I doperwten, nu eens snijboonen, dan weer 1 worteltjes. Enzoovoort, noem maar op. Alle soorten groente. Van Brusselsche spruitjes tot Chineesche kool. En dan weer spinazie, i Ja, ze aten nogval vaak spinazie, omdat se toevallig in den winkel erg veel spinazie hadden. Een heerenleventje had Popeye dus niet bij zijn groentebaas. maar klagen deed hij niet. Popeye is nooit een lastig mensch geweest. Kieskeurigheid kende hij niet. En hij wist dat het niet anders kon. En hoewel hij dus wel van een runder lapje of een balletje gehakt hield, at hij Welgemoed groente en nog eens groente. 8pinazie vóór, spinazie na. Toen dat zoo een tijdje was doorgegaan, deed Popeye op een goeden morgen een verrassende ontdekking. Terwijl hij bezig was in het magazijn wat voorraden te ver sjouwen, merkte hij, dat hij een kist sinaasappelen die hij vroeger alleen met heel veel rukken en sjorren van zijn plaats kon krijgen, nu met gemak kon wegzetten. Hij probeerde nog andere kis ten, en werkelijk, tot zijn groote verrassing bemerkte hij ,dat hij beslist veel sterker geworden was Hoe zou dat komen? Van het harde werken? Nee, dat kon niet, want aan boord had hij altijd poot-aan moeten spelen, en in de groentezaak viel nu juist niet zooveel te doen! Dan moest het van ae spinazie komen. Het was een feit, dat Popeye zich sinds drie weken, dat ze enkel groente aten, frisscher en gezonder voelde dan ooit. Wonderlijk! Zou hij nu bij toeval het middel gevonden hebben om een flinke kerel te worden? Van dat moment af wierp Popeye zich met nog meer graagte op zijn groente- ontbijt, zijn groente-twaalf uurtje en zijn groente-middagmaal en hij vroeg steeds meer spinazie. En al gauw stonden zijn baas en diens vrouw verbaasd, dat Popeye zoo sterk werd. Iedereen weet, dat groente-eten erg ge zond is, maar Popeye scheen er wel een speciale groente-maag op na te houden, zoo goed deed het hem. Al gauw kon Popeye, die nu geregeld in het magazijn zijn kracht probeerde, al twee kisten met sinaasappelen tegelijk optillen. En toen hij in die dagen een wreede voerman zijn paard onbarmhartig zag ranselen, omdat het de te zware vracht niet vooruit kon krijgen, trok hij op den vent los en daar gingen zijn vuisten van boem-boem-boem! En waarachtig, voor het eerst van zijn leven kreeg hij zijn tegen stander klein! En de voerman was toch een reus van een vent, zoo'n echte woeste ling met een geweldige hangsnor. Wat pas Popeye in zijn schik! En hij ging voort ijverig groente te eten, en werd steeds sterker. Al gauw kon hij drie kisten met sinaasappelen tegelijk optillen en na een half jaar kon hij alles! Toen ging de groentewinkel over den kop. De baas kon zijn huur niet meer be talen. en moest naar een klein kamertje verhuizen. Met weemoed in het hart nam Popeye afscheid van zijn vrienden en trok de wereld in. Hij slaagde er geregeld in hier en daar wat werk te vinden, dikwijls ook weer in zijn oude vak op zee. Maar al had hij het soms wat arm, het deerde hem niet meer. Hij voelde zich zoo goed, zoo door en door sterk en bestand tegen tegenslagen, dat hij onder de naarste om standigheden nog vroolijk zijn bekend lied zong van: 'k Ben Popeye, de varensgast. Iemand die zich gezond voelt, wordt bijna vanzelf vroolijk gestemd. Net zoo goed als iemand, die tegen alles opziet en die altijd loopt te mopperen, bijna vanzelf allerlei kwaaltjes begint te voelen. Wat Popeye de laatste jaren zoo al be leefde, is allemaal op de film gebracht. Jullie hebben zijn avonturen in de bioscoop kunnen volgen; kunnen zien in wat voor rare baantjes Popeye zijn brood heeft ver diend. en wat voor rare ontmoetingen hij had in zijn vrijen tijd. En hoe vaak hij in de bres gesprongen is voor menschen, die in de verdrukking waren. En je hebt natuurlijk heel goed ge merkt, dat als de nood het hoogst was, Popeye altijd weer enn blikje spinazie voor den dag haalde. Als hij daaruit een hartige hap genomen had, werd hij pas goed! Dan leek zijn kracht verdubbeld, en moest zijn snoode tegenpartij zonder er barmen het onderspit delven! Na wat ik iu lie over Popeye's vroeger leven verteld heb, zul je nu wel begrijpen, waarom hij altijd zijn toevlucht tot een blik spinazie zoekt. Van groente is hij sterk geworden, groente heeft hem gezond en flink gemaakt, omdat hij zoo'n echte groente-maag bleek te hebben. En spe ciaal voor spinazie heeft hij daarom een soort vereering opgevat. Als hij nu ooit nog in benauwdheid komt. is een hap spi nazie voldoende om hem weer moed te geven. Met een hap spinazie in ziin maag verbeeldt hu' zich onoverwinnelijk te zün. En omdat hij het zelf gelooft, is hij ook onoverwinnelijk. Dat is Popeye's geheim. Dat is ook het geheim van ve e menschen, wien alles lukt. Je moet het zelf ook eens probeeren. Als je voor een moeilijk werkje staat, een heel moeilijke som moet uitrekenen, of een heel lange taaloefening moet uitschrijven, zeg dan tegen je zelf: .O dat kan ik best. „Dat is heelemaal niet moeilijk" of „Dat is heelemaal niet lang!" En als je er dan heel hard op gaat werken dan zul je zien. dat de moeilijkheden a!s sneeuw voor de zon verdwijnen. Je kunt er ook een hap spinazie bij eten. Misschien helpt ie dat ook. Een ander zal het misschien meer helpen, als hii een pinda eet. En lmis- schien zal het al gaan. als je alleen maar heel. heel diep adem haalt Als je een groote hap lucht eet. Dat is ook een beproefd middel. En dan maar dapper er op los! Het beste ermee! (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13