je Volkenbondsraad tot 15 Juni verdaagd. NIEUWE GROOTERE TUBES Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 Mei 1936 Derde Blad No. 23353 Italie's heengaan een „laatste waarschuwing" ^MJN/T IN HTTERE^ Huldiging van den heer E. J. Kerkhoven te Ter Aar. Als onderwijzer der Herv. School. voor dezelfde lage prijzen /07o meet Pepicdent dus nó tf <ped- köCJWÏ De Volkenbondsraad heeft gister middag een resolutie aangenomen waarin de raad als zijn meening te kennen geeft dat uitstel van verdere be handeling van het Abessijnsch con flict noodig is om zijn leden een on derzoek van de situatie, zooals die door de nieuwe belangrijke beslissin gen der Italiaansche regeering is ont staan, mogelijk te maken. De raad be sluit op 15 Juni de beraadslagingen over de kwestie te hervatten en is van mecning, dat het niet gewenscht is, wijziging te brengen in de maatrege len, die door de leden van den Vol kenbond gemeenschappelijk zijn ge troffen. Bij de debatten over deze resolutie leg- je de Abessijnsche vertegenwoordiger een [korte verklaring af, waarin hij zeide. dat Abessynië vastbesloten is, zijn onafhan kelijkheid en integriteit te verdedigen. De Itegenwoordige toestand, aldus Wolde Ma- Iriam, is beslissend voor het bestaan van |den Volkenbond. De vertegenwoordiger van Argentinië |raklaarde, in het belang van de beginse len van den Volkenbond met de resolutie |ln te stemmen, doch een voorbehoud te moeten maken ten aanzien van de verda der debatten. De Chileensche gede- Begëerde zeide zich van stemming te zul len onthouden, daar naar de opvatting zij ner regeering de sancties haar beteekenis hebben verloren, nu de oorlog geëindigd is. De vertegenwoordiger van Ecuador her innerde er aan, dat zijn land de toepas sing der sancties reeds heeft opgeheven, nadat deze niet meer het juiste middel ter bereiking van het oorspronkelijk ge- Istekle doel vormden. Het vertrek der Italianen. Het bevel aan Alois! Genève te verla llen. kwam niet onverwacht. De officieuse Italiaansche pers zeide reeds eergisteren dat Italië op de eerste plaats verwachtte dat de Volkenbond de louches zou opheffen en het nieuwe lm- |perium zou erkennen. Op de tweede plaats i Italië niet de houding van 'n smeeke- l aannemen, het wil niet zijn „als een |M dat de vergiffenis van vader af- lwht", en indien de Volkenbond geen ge- Ifditigheid doet, zal Italië alle Europee- Iriie samenwerking weigeren. Dit zal ver- [boedelijk worden nagevolgd door een an- irre groote mogendheid. Men kan dus aannemen, dat het vertrek van de Italiaansche delegatie uit Genève een laatste waarschuwing aan den bond beteekent, voor de be slissing den Bond te verlaten, wordt genomen. De „Tribuna" schrijft, dat het vertrek tan de Italiaansche legatie uit Genève nog in het geheel niet beteekent, dat Italië uit den Volkenbond zal treden. Aangezien men evenwel voort schijnt te willen gaan met het toepassen van sancties, moet men dit zien als een repressaille, geheel in strijd met den geest van het pact, zoodat Italië niets anders overbleef, dan zich niet meer te bemoeien met hetgeen te Genève geschiedde. Uit Genève wordt nog gemeld, dat de Italiaansche delegatie niet kan zeggen et zij voorloopig of definitief Genève ver laat, evenwel heeft men in verschillende kringen den indruk, dat het vertrek van de Italiaansche delegatie slechts weinig net uittreden van Italië uit den Volken bond voorafgaat. Het terugroepen van de delegatie is een gevolg van de resolutie. *elke gisteren door den volkenbondsraad Herd aangenomen, welke in officieele Ro- meinsche kringen wordt beschouwd als 'n ®ort van repressaille tegen.de proclama tie van Rome van Zaterdagavond. Persstemmen. Tusschen Frankrijk en Engeland blijft de oude tegenstelling volledig bestaan. „Toen het duidelijk werd", aldus schrijft de „Temps", „dat de gevolgen van het Ita- haansch-Ethioplsch conflict van fünesten invloed zou worden op de politieke bewa pening van Europa, hebben wij niet opge houden te wijzen op de gevaren van een «weering van Italië. Men vergisse zich niet: Duitschland heeft zijn daad van 7 Maart aangedurfd, *ijl het kans zag de wereld voor een vol dongen feit te stellen vóór het einde der Ethiopische crisis. Wij staan thans voor onze laatste kans, om opnieuw het Euro- Peesche front, door zoo talrijke fouten terzwakt, te consolideeren. Die laatste mo gelijkheid is, Italië terug te brengen aan de zijde van Engeland en Frankrijk in het Stresa-front. Het besluit van Rome om de Italiaan sche delegatie terug te trekken uit Genève zei het uur der onvermijdelijke beslissin gen verhaasten. Alle andere overwegingen /\n algemeen, zoowel als van particulier belang, moeten wijken voor Europa's be lang en Europa's vrede". p.In de „Journal des Débats" betoogt rierre Bermus, „dat de eenige verstandige Politiek thans bestaat in het liqudeeren •an de Ethiopische kwestie. Die politiek slechts te verwezenlijken door een ac cord met Italië. Een dergelijk accoord is "enwel onbereikbaar, tenzij de sancties 2'ten opgeheven Wij willen hiermede tres eltt niet zeggen, dat wij Italië's op- 'fden goedkeuren, maar de fouten van ejh zijn nog geen verontschuldiging dm 'ou'en van anderen. Men krijgt ,i.,.'"uruk, dat aiie regeeringen als om ♦SI -e °°£en sluiten voor het feit, dat tv*", "0 geheele internationale situatie n„ ,ert' de Duitsche dreiging". Daartegenover schrijft de „Times": h»«S duidelijk. dat de Volkenbond gelijk ov" met zijn besluit de besprekingen De essynië een maand uit te stellen, in tn dwe Fransche regeering treedt pas helm1 ?P en haar houding zal van veel j,„ hij de toekomstige actie van volkenbond. Er is ook niet de minste reden meer voor om haastig te handelen; de oorlog is practisch gesproken voorbij. Indien de Volkenbond dat ongedaan kan maken, zou er reden zijn voor snelle be sluiten; nu zou dit slechts een symptoom zijn van paniek en wanhoop. Italië wenscht zoo spoedig mogelijk „de belege ring door 52 naties" opgeheven te zien. Als deze gemeenschappelijke actie van den Volkenbond werkelijk zoo leeg en ondoel treffend zou zijn geweest, waarom zou Italië dan zoo spoedig een einde er aan willen maken? Maar niemand wenscht een staat van spanning met eenig land ter wereld te laten voortduren; de sancties zullen, even als de oorlog, tot een einde moeten ko men, zoodra de tijd daar is, maar er is nog veel te doen, ook in Abessynië, voor dat die tijd daar is. Op het oogenblik is er, wat betreft Italië, niets verder te doen. Laat Italië zelf zijn moeilijkheden, die niet weinig en geen kleine zijn, maar uitvech ten zonder speldeprikken, maar zeker ook zonder hulp van anderen kant. En laat de andere naties gemeenschappelijk de grootere vraagstukken in het oog nemen, waarbij onmiddellijk vooruitgang mogelijk is. Dat zou een goed begin zijn voor een sterkeren en gereconstrueerden Volken bond. De exploitatie van Abessynië. De koloniale exploitatie van Ethiopië zal ondernomen worden volgens de fascisti sche beginselen. De natuurlijke rijkdom men van het land zullen niet in beslag genomen worden door een kleine groep kapitalisten. De exploitatie zal onder één centraal beheer staan. Mussolini heeft gisteren graaf Volpi ontvangen, den voorzitter van den bond van industrieelen, wien hij opdroeg studie te maken van de Ethiopische hulpbron nen. Het werk zal onder leiding staan van vertegenwoordigers der corporaties en der ministeries. De eerste algemeene vergadering van de verschillende studie-comité's zal reeds over een dag of tien plaats hebben. Italië verwacht in Ethiopië goud te vin den. platina, ijzer, zwavel, mica, nitraten en wellicht olie. Nogmaals wordt er op gewezen, dat Ita lië op het oogenblik geen behoefte heeft aan buitenlandsch kapitaal. Het is waarschijnlijk, dat de Duitsche industrie zal deelnemen aan de economi sche exploitatie van Abessynië. De bond van industrieelen heeft het contact met de Duitsche industrieën versterkt sedert de sancties practisch de betrekkingen van Italië met Frankrijk, Engeland, Tsjecho- Slowakije en de andere landen verbroken hebben. Het gebrek aan voldoende mate riaal in Italië, met name op het gebied der mijnexploitatie dwingt Italië hulp in het buitenland te zoeken. De verlengdë reis van den Italiaanschen minister van landbouw Rossoni in Duitschland, waar hij een groot aantal ondernemingen bezocht, had zeker niet uitsluitend ten doel, de po litieke nationaal-socialistische organisatie te bestudeeren. Het gerucht gaat. dat Rossini, die op 8 Mei dringend naar Italië werd teruggeroe pen om deel te nemen aan de zitting van den fascistischen raad, binnenkort minis ter voor nationale economie zou worden. De plundering van Harrar. De speciale correspondent van Reuter- A.N.P., die zich thans te Harrar bevindt, seint omtrent de plunderingen van de stad nog het volgende: Het is mij thans mogelijk verdere bij zonderheden mede te deelen omtrent het gebeurde in Harrar. Van deze stad, de ge boorteplaats van den Negus, en eens de tWeede in grootte der Abessijnsche steden, is niet veel meer over gebleven dan een ruïne van smeulende puinhhoopen. Zonder leiding en gedemoraliseerd door de vlucht van hun aanvoerder, ras Nassi- boe, trokken de door vier maanden gueril la uitgeputte legerscharen van het Zuide lijk front terug voor de gesloten optrek kende gifgas en bommen verspreidende .Italiaansche colonnes. Een wanordelijke en afgematte horde, ziedaar wat overbleef van de eens zoo succesvol strijdende Zui delijke verdedigers van Abessynië. In dien toestand trokken verschillende benden Harrar binnen, waar zij onmiddellijk aan vielen op de voorraden levensmiddelen, uiteraard zonder zich er om te bekomme ren, van wie deze eigendommen waren. Ongelukkiger wijze vielen hun bij het leeghalen van eenige levensmiddelen winkels ook groote voorraden alcohol in handen, met alle gevolgen van dien. De toestand werd nog ernstiger, toen later aankomende troepen-resten in strijd ge raakten met de afdeelingen, die bij de plundering de eerste keuze hadden kun nen doen. Wel patrouilleerden soldaten door de stad, maar zij poogden vergeefs eenige orde te handhaven. Er viel niets uit te richten tegen de schietende, vechtende, brand-stichtende, plunderende en in steeds grooter opwinding gerakende ver slagen troepen. later sloten de in omstre ken der stad wonende boeren, toen zij zagen, dat er toch niets meer te redden viel, zich bij de muiters aan. Ten einde raad wierp de Abessijnsche gouverneur Tesamma, zich met een klein garnizoen troepen in den strijd. Een kort maar hevig gevecht volgde. Tegen de overmacht der muiters was echter niets bestand. Woensdag moesten ook de afdeelingen die hardnekkig het magazijn van Mohammed Ali verdedigd hadden haar weerstand op geven, daar de muiters toen de beschik king kregen over een aantal machine-ge weren. In een oogwenk was de welvoor ziene winkel leeggeroofd en in brand ge stoken, zoodat korten tijd later nog slechts eenige rookende puinhoopen overbleven. Slechts het goed verdedigde Britsche consulaat en het buiten de stad gelegen Noorsche hospitaal waren gespaard ge bleven. Maarschalk Graziani is thans bezig met de organisatie van het weer tot rust ge komen Harrar en het omliggende gebied. De koloniale ambtenaar d'Allessandro is tot buitengewoon commissaris der stad benoemd. Maatregelen zijn genomen ter ontwapening van de bevolking en tot het verzekeren van de handhaving der orde. Te Diredaoea heeft generaal Navarra tot dusverre ruim 200 geweren en enkele mitrailleurs in beslag doen nemen, welke in de inboorlingen-wijk verstopt waren, na de ontbinding van het leger van ras Nassiboe. De gevolmachtigde minister Parini, de commandant van het legioen der Italiaansche vrijwilligers uit hét bui tenland is benoemd tot buitengewoon commissaris voor Diredaoea. Het post- en spoorwegverkeer is weer op gang gebracht. Het Italiaansche oppercommando legt de laatste hand aan de voorbereidingen voor systematische bezetting van het ge heele Abessijnsche gebied. Er zijn verschei dene colonnes gevormd, die binnenkort ln verschillende richtingen zullen afmar- cheeren, teneinde in de eerste plaats de belangrijkste punten aan alle grenzen te bezetten. De bank van Ethiopië blijft gesloten. Maarschalk Badoglio heeft zijn toestem ming geweigerd voor het heropenen van de bank van Ethiopië. Zij zal vervangen wor den door de bank van Italië. Een der directeuren van de bank van Italië is op gedragen zich van deze taak te kwijten. Verleden week werd de bank van Ethiopië bij wijze van proef heropend onder den naam van „Italiaansche bank in Ethiopië". Inlevering van wapens. Het Italiaansche oppercommando heeft een oproep uitgevaardigd tot de bevolking om de in haar bezit zijnde wapens in te leveren aan de nieuwe overheid. Tot dus verre zijn thans 3500 geweren, 80 pistolen, 30 machinegeweren en drie kanonnen in geleverd. Telegram van Starhemberg aan Mussolini. Starhemberg heeft aan Mussolini vol gend telegram gezonden: „In het bewustzijn van fascistische ver bondenheid, innig medelevend met het lot van het fascistische Italië, wensch ik uit naam van de voor de fascistische gedach ten in Oostenrijk strijdenden en uit eigen naam uwe excellentie van ganscher harte geluk met de roemvolle en heerlijke over winning der Italiaansche fascistische wapenen over de barbarij, met de over winning van den fascistischen geest op democratische oneerlijkheid en huichelarij, met de overwinning van de fascistische offervaardigheid en gedisciplineerde vast beradenheid op demagogische leugenach tigheid. Leve de doelbewuste leider van het triomfeerende fascistische Italië. Leve de overwinning van de fascistische gedach te in de wereld." ES WAR EINMAL EIN MUSIKUS De Fritz Hirsch Operette komt Maandag 25 Mei een enkele, laatste opvoering van dit seizoen geven in den Stadsschouwburg. Zij vertoont dan Es war einmal ein Musi- kuseen echte Weensohe operette, al speelt zij in het denkbeeldig vorstendom Thessalië, dat best ergens op den Balkan zou kunnen liggen. Deze operette is met muziek van Leo Fall, terwijl Ernst Welisch en Rudolf Bernauer het libretto schreven. Fritz Hirsch is weer heelemaal hersteld en hij treedt in deze voorstelling op als de kamerdienaar eens vorsten, een buiten gewoon zachtzinnig man. Paul Harden is na een lange afwezigheid weer van de partij in de gedaante van „Der liebe Augustin", een pianoleeraar. Deze operette is echt fin de siècle, zij houdt zich aan de onbezorgde vroolijkheid van om streeks 1900. Fritz Hirsch brengt in deze operette een tweetal nieuwe krachten naar voren. Het zijn Liesl Frank, een bekende dans-sou- brette uit Praag, die voor een vriendelijk kamermeisje zingt en speelt en danst en haar jjartner, de tanzkomiker Otto Aurlch uit Weenen, die aldaar in verscheiden ope rette-theaters heeft gespeeld en het laatst was verbonden aan het Johann Strauss- theater aldaar. Zij lahceerden het Schla gerlied van de operette „Ich mócht' von Dir ein Photo". Verder treedt hierin Marta Wagner op als Prinses Helene, een dergelijke rol heeft zij met veel succes ver vuld in „Ein Walzertraum". Dan is er Walter Triebei als Vorst Bogumil van Thessalië en de verdere gerenommeerde krachten van de Fritz Hirsch Operette als: Eman Silten, Leo Reicher en de lange Gustav Pretsch. Paul Harden heeft de regie. Gerard Vroom heeft voor deze echte voorjaars operette de décors ontworpen, waarbij de tulpenvelden wel een zeer voorname rol spelen. Muzikale leiding van Hans Lichten stein. Sophie Degenhardt droeg zorg voor de costumes. Dansen van Otto Aurich. Artistieke visie van Fritz Hirsch. Deze opvoering valt in het kader van de zomer - tournee en zal daarom een populair ka rakter dragen. PRENTENKABINET DER RIJKS UNIVERSITEIT. Nieuwe aanwinsten. Het Prentenkabinet geeft een tentoon stelling van de aanwinsten, welke het ge durende de laatste IV2 jaar mocht ver werven. Wij zouden over deze belangrijke verzameling zeer uitvoerig kunnen zijn, daar verschillende, voor het meerendeel groote kunstenaars hier met dikwijls ka rakteristieke uitingen van teekenkunst of grafiek zijn vertegenwoordigd. Wanneer wij dus volstaan met een globaal over zicht, beteekent dit geen geringere waar deschatting, doch een ernstige opwekking de nieuw verworven rijkdommen met eigen oogen te beschouwen. Er zou op al dit werk uren zijn te stu- deeren. En wie met het aandachtig bekij ken der prenten niet tevreden is, dien ad- viseeren wij, in de leeszaal kennis te ne men van de literatuur over de kunste naars, die daar in uitgezochte keuze voor handen is en met de meeste welwillend heid wordt verstrekt. Ik maak u dan in de eerste plaats op merkzaam op een paar penteekeningen van Guercino, 15901666. landschappen ln de klare sfeer van het Zuiden. De eene teekening vertoont op den voorgrond een rivier en daarachter een sterk hellende Hierboven plaatsen wij een foto van het schoolbestuur en het personeel van de Herv. School te Ter-Aar, vereenigd in ver band met het 25-jarig jubileum van den onderwijzer den heer E. J. Kerkhoven, dat gisteren werd herdacht. De jubilaris ziet men zittend vierde van links met zijn echtgenoote. Ter gelegenheid van dit jubileum werd de jubilaris gistermorgen op grootsche wijze door het schoolbestuur, het perso neel en leerlingen gehuldigd. Bij het bin nenkomen der school werd hem en de zijnen Ps. 134 3, de bekende zegenbede „Dat 'sHeeren Zegen op U daal" toege zongen, waarna ds. Heufft van Velzen den jubilaris op hartelijke wijze complimen teerde. Namens het personeel en collega's werd de jubilaris toegesproken door het hoofd der school, den heer De Man en namens het schoolbestuur door den voor zitter, den heer Woudenberg. Deze toe spraken gingen gepaard met de aanbie ding van verschillende stoffelijke blijken van belangstelling van het bestuur, het personeel, de leerlingen en den Kerkeraad der Ned. Herv. Kerk te Ter-Aar. Na trak tatie der kinderen hadden dezen verder vrijaf, waarna bestuur, het personeel en de familie met den jubilaris nog langen tijd gezellig bijeen bleven. In de middag uren hield de jubilaris vervolgens een zeer drukbezochte receptie. bodem, terwijl het in de verte op een heu veltop gebouwen laat zien. De andere tee kening vertoont ons op een bergweg een man met een pakezeltje en 't gebergte op aen achtergrond. Dit alles is zeer sug gestief van lijn; er zit ruimte en sfeer in. We mogen hierbij wel even in herinnering brengen, dat Guercino in hoofdzaak auto didact was. Is Guercino nog al realist, meer nog ls dit het geval bij den Hollander Tobias Verhaecht, 15311631, die veel sterker het detail aangeeft. Zijn landschap is wel een typisch staal van het Hollandsche nogal boersche realisme dat geen enkele element der werkelijkheid verwaarloost, doch te gelijkertijd zoo sterk uit de landelijke na tuur is voortgekomen, dat het dit heft op hooger plan dan het louter toevallige. Een eendenfamilie in de sloot, de vlonder met hek, de koeien die worden gemolken, een kalf dat zuigt, een rustiek minnespel op den achtergrond en andere elementen aan het landleven ontleend, dit alles samenge vat in een mooi landschapsbeeld, het is meer dan toevallig, het is een verbeelding van het'landieven, het leven van den boer. Geheel anders van techniek is de fraaie teekening van Guillinan de Heer, waar van een geslachte koe het hoofdmoment is. serieus geteekend, eigenaardig blank van stemming, een tafreel zooals men het tot voor een dertig a veertig jaren jaar lijks, vooral in October of November, op bijna elk boerenerf van eenige beteeke nis kon aanschouwen. Van geheel anderen aard, doch niet minder karakteristiek is een klein teeke- ningetje van Jacob de Wit, 16951754, dat vrij zeker het voorontwerp van een zijner plafondschilderingen is geweest. En merk waardig is het album met 65 teekeningen van Leonard Bramer, 15941674, rake krabbels van straatventers en handwerks lieden. In onzen tijd nu de maatschappe lijke structuur zoo geheel anders is ge worden en de techniek van tallooze am bachten en bedrijven zich in vele opzichten zoo grondig heeft gewijzigd, nu het hand werk voor een groot deel is gemechani seerd. heeft een dergelijke verzameling, behalve haar artistieke, ook nog haar his torische waarde. Na het verscheiden van Isaac Israels heeft het Prentenkabinet een aantal van diens schetsboeken in bezit gekregen. Deze schetsboeken, waarvan enkele losse bla den zijn tentoongesteld, zijn een merk waardig bezit. Geboren teekenaar als hij was, met den levendigen paraten geest van zijn ras, heeft Israels er zich steeds op toegelegd met zoo weinig mogelijk lij nen en krassen een maximum van uit drukkingskracht te bereiken. En omdat teekenen volgens een bepaalde zienswijze de kunst van weglaten is, ziet men hoe hij naarmate hij ouder wordt, steeds minder lijnen noodig heeft om zijn indrukken weer te geven. Het was ondenkbaar, dat deze kunstenaar ooit zonder schetsboek zijn woning verliet. En steeds zag hij objec ten die hem_ inspireerden tot een krabbel. Daardoor heeft hij zich ontwikkeld tot een teekenaar van zeldzaam virtuozen zwier. Zijn hartstochtelijk temperament zette met nimmer falende zekerheid de con tourlijnen neer, die onmiddelijk strak ge spannen en tegelijkertijd vol intens leven waren. En tenslotte was voor hem de mensch het voornaamste object der na tuur Weinigen zijn er in den nieuweren tijd onder de beeldende kunstenaars ge weest die zulk een verrassende visie op den mensch hadden, vooral op straat- typés, burgermenschjes, straatmadelieven, en allerlei volkje van den zelfkant der samenleving. Zeldzaam vlot en overtui gend zijn die teekeningen, soms met wa terverf in sprekende kleuren nog wat aan gezet. Van de oudere teekenaars der 19de eeuw noemen we nog den Leidenaar A. H. Bak ker Korf 1824—1882, van wien een paar prenten werden verworven. We noemen hier om houding en expressie der figuren de teekening van Christus en de rijke jongeling. Er zijn prenten, waarop men lang kan studeeren. gelijk die van Aegi- dius de Sadeler 15701629, vervaardigd naar de bekende ets van Dürer ,Die Ma donna mit. vielen Tieren". Men beschouwe slechts aandachtig de ets van Sadeier naast die van Dürer. Naast de mooie geteekende portretstu die van J. L. Cornet. 18151882, die ge lijk men weet aan 't Prentenkabinet is Dc nieuwe Pepsodent tubes bevatten 10% meer tandpasta dan de oude en worden voor dezelfde prijzen verkocht. Dit beteekent een groote besparing voor iedereen, De samenstelling van Pepsodent is onveranderd gebleven en is gebaseerd op een wetenschappelijk feit, dat tandfilm van de tanden verwijderd moet worden. Want tandfilm neemt verkleurende stoffen in zich op, het brengt bacteriën in contact met de tanden, bacteriën, die bederf kunnen veroorzaken, Pepsodent is „de tandpasta, die tandfilm verwijdert", bevat geen zeep, geen schurcndebestanddeelcn, kort om niets dat het tccre glazuur kan beschadigen, Koopt nog heden een nieuwe grootere tube van deze beroemde tandpasta. 3537 (Ingez. Med.) verbonden geweest, vindt men een aller aardigst gravuretje van dien meester. De compositie op zichzelf moge op grooter voorbeeld berusten, de toon, de stemming, de lichtval in 't interieur is geheel die van den stillen, aandachtigen kunstenaar die Cornet was. Wij vinden hier verder eenige zeer mooie etsen van den Franschen Hollander J. B. Jongkind, 18191891, die altijd in den voorzomer weer naar zijn vaderland kwam om te werken in de omgeving van Rot terdam en Dordrecht. Zijn stemmingsvolle etsen: .Moulins en Hollande", „Rotterdam 1867", „Sortïed de la Maison" zijn fraaie stalen van dezen prae-impressionist zon der wien Pissaro, Monet, Isley en anderen niet zouden zijn geworden, wat zij werden en die via IYankrijk een enormen invloed heeft uitgeoefend op de kunst van zijn vaderland. Zijn etsen zijn vol atmosferi sche nuances en geven ten deele een beeld van Hollandsche schoonheid die door de techniek van latere tijden is verwoest. Een aantal fraaie etsen in een eigen aardige, droomerig romantische sfeer van Thijs Maris, 18391917, moge eveneens de belangstelling trekken. Een meisje onder een boom, een meisje met spinrokken, een meisje met kind, alle even gevoelig, en niet vrij van Engelsche invloeden. Bijzonder gracieus en voornaam zijn de etsen van James Ensor; een cathedraal, een raadhuis met de tintelende vibratie van het Gothische lijnenspel; de geestige schaatsenrijders met den achtergrond van de wijde, eeuwige natuur in haar ernst en grootheid; „Grand basin Ostende" met het prachtige lijnenspel van de masten en ra's der driemasters. En eindelijk willen we nog uitdrukke lijk opmerkzaam maken op het werk van J. J. Aarts, waarbij vooral de prachtig ge sneden houtblokken en een koperen ets plaat de aandachtige bewondering verdie nen. Er zijn verder nog groote gravures van Jonas Suyderhoef. 16131686, van I. Smith, 1652—1742. doch we meenen met deze korte bespreking tc mogen volstaan. Van harte hopen wij, dat deze tentoon stelling, die kosteloos toegankelijk is, de gewenschte belangstelling moge vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9