je Volkenbondsraad tot 15 Juni
verdaagd.
NIEUWE
GROOTERE TUBES
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 Mei 1936
Derde Blad No. 23353
Italie's heengaan een „laatste waarschuwing"
^MJN/T IN HTTERE^
Huldiging van den heer E. J. Kerkhoven
te Ter Aar.
Als onderwijzer der Herv. School.
voor dezelfde lage prijzen
/07o meet Pepicdent
dus nó tf <ped-
köCJWÏ
De Volkenbondsraad heeft gister
middag een resolutie aangenomen
waarin de raad als zijn meening te
kennen geeft dat uitstel van verdere be
handeling van het Abessijnsch con
flict noodig is om zijn leden een on
derzoek van de situatie, zooals die
door de nieuwe belangrijke beslissin
gen der Italiaansche regeering is ont
staan, mogelijk te maken. De raad be
sluit op 15 Juni de beraadslagingen
over de kwestie te hervatten en is van
mecning, dat het niet gewenscht is,
wijziging te brengen in de maatrege
len, die door de leden van den Vol
kenbond gemeenschappelijk zijn ge
troffen.
Bij de debatten over deze resolutie leg-
je de Abessijnsche vertegenwoordiger een
[korte verklaring af, waarin hij zeide. dat
Abessynië vastbesloten is, zijn onafhan
kelijkheid en integriteit te verdedigen. De
Itegenwoordige toestand, aldus Wolde Ma-
Iriam, is beslissend voor het bestaan van
|den Volkenbond.
De vertegenwoordiger van Argentinië
|raklaarde, in het belang van de beginse
len van den Volkenbond met de resolutie
|ln te stemmen, doch een voorbehoud te
moeten maken ten aanzien van de verda
der debatten. De Chileensche gede-
Begëerde zeide zich van stemming te zul
len onthouden, daar naar de opvatting zij
ner regeering de sancties haar beteekenis
hebben verloren, nu de oorlog geëindigd
is. De vertegenwoordiger van Ecuador her
innerde er aan, dat zijn land de toepas
sing der sancties reeds heeft opgeheven,
nadat deze niet meer het juiste middel
ter bereiking van het oorspronkelijk ge-
Istekle doel vormden.
Het vertrek der Italianen.
Het bevel aan Alois! Genève te verla
llen. kwam niet onverwacht.
De officieuse Italiaansche pers zeide
reeds eergisteren dat Italië op de eerste
plaats verwachtte dat de Volkenbond de
louches zou opheffen en het nieuwe lm-
|perium zou erkennen. Op de tweede plaats
i Italië niet de houding van 'n smeeke-
l aannemen, het wil niet zijn „als een
|M dat de vergiffenis van vader af-
lwht", en indien de Volkenbond geen ge-
Ifditigheid doet, zal Italië alle Europee-
Iriie samenwerking weigeren. Dit zal ver-
[boedelijk worden nagevolgd door een an-
irre groote mogendheid.
Men kan dus aannemen, dat het
vertrek van de Italiaansche delegatie
uit Genève een laatste waarschuwing
aan den bond beteekent, voor de be
slissing den Bond te verlaten, wordt
genomen.
De „Tribuna" schrijft, dat het vertrek
tan de Italiaansche legatie uit Genève nog
in het geheel niet beteekent, dat Italië uit
den Volkenbond zal treden. Aangezien
men evenwel voort schijnt te willen gaan
met het toepassen van sancties, moet men
dit zien als een repressaille, geheel in
strijd met den geest van het pact, zoodat
Italië niets anders overbleef, dan zich niet
meer te bemoeien met hetgeen te Genève
geschiedde.
Uit Genève wordt nog gemeld, dat de
Italiaansche delegatie niet kan zeggen
et zij voorloopig of definitief Genève ver
laat, evenwel heeft men in verschillende
kringen den indruk, dat het vertrek van
de Italiaansche delegatie slechts weinig
net uittreden van Italië uit den Volken
bond voorafgaat. Het terugroepen van de
delegatie is een gevolg van de resolutie.
*elke gisteren door den volkenbondsraad
Herd aangenomen, welke in officieele Ro-
meinsche kringen wordt beschouwd als 'n
®ort van repressaille tegen.de proclama
tie van Rome van Zaterdagavond.
Persstemmen.
Tusschen Frankrijk en Engeland blijft
de oude tegenstelling volledig bestaan.
„Toen het duidelijk werd", aldus schrijft
de „Temps", „dat de gevolgen van het Ita-
haansch-Ethioplsch conflict van fünesten
invloed zou worden op de politieke bewa
pening van Europa, hebben wij niet opge
houden te wijzen op de gevaren van een
«weering van Italië.
Men vergisse zich niet: Duitschland
heeft zijn daad van 7 Maart aangedurfd,
*ijl het kans zag de wereld voor een vol
dongen feit te stellen vóór het einde der
Ethiopische crisis. Wij staan thans voor
onze laatste kans, om opnieuw het Euro-
Peesche front, door zoo talrijke fouten
terzwakt, te consolideeren. Die laatste mo
gelijkheid is, Italië terug te brengen aan
de zijde van Engeland en Frankrijk in
het Stresa-front.
Het besluit van Rome om de Italiaan
sche delegatie terug te trekken uit Genève
zei het uur der onvermijdelijke beslissin
gen verhaasten. Alle andere overwegingen
/\n algemeen, zoowel als van particulier
belang, moeten wijken voor Europa's be
lang en Europa's vrede".
p.In de „Journal des Débats" betoogt
rierre Bermus, „dat de eenige verstandige
Politiek thans bestaat in het liqudeeren
•an de Ethiopische kwestie. Die politiek
slechts te verwezenlijken door een ac
cord met Italië. Een dergelijk accoord is
"enwel onbereikbaar, tenzij de sancties
2'ten opgeheven Wij willen hiermede
tres eltt niet zeggen, dat wij Italië's op-
'fden goedkeuren, maar de fouten van
ejh zijn nog geen verontschuldiging
dm 'ou'en van anderen. Men krijgt
,i.,.'"uruk, dat aiie regeeringen als om
♦SI -e °°£en sluiten voor het feit, dat
tv*", "0 geheele internationale situatie
n„ ,ert' de Duitsche dreiging".
Daartegenover schrijft de „Times":
h»«S duidelijk. dat de Volkenbond gelijk
ov" met zijn besluit de besprekingen
De essynië een maand uit te stellen,
in tn dwe Fransche regeering treedt pas
helm1 ?P en haar houding zal van veel
j,„ hij de toekomstige actie van
volkenbond. Er is ook niet de minste
reden meer voor om haastig te handelen;
de oorlog is practisch gesproken voorbij.
Indien de Volkenbond dat ongedaan kan
maken, zou er reden zijn voor snelle be
sluiten; nu zou dit slechts een symptoom
zijn van paniek en wanhoop. Italië
wenscht zoo spoedig mogelijk „de belege
ring door 52 naties" opgeheven te zien.
Als deze gemeenschappelijke actie van den
Volkenbond werkelijk zoo leeg en ondoel
treffend zou zijn geweest, waarom zou
Italië dan zoo spoedig een einde er aan
willen maken?
Maar niemand wenscht een staat van
spanning met eenig land ter wereld te
laten voortduren; de sancties zullen, even
als de oorlog, tot een einde moeten ko
men, zoodra de tijd daar is, maar er is
nog veel te doen, ook in Abessynië, voor
dat die tijd daar is. Op het oogenblik is
er, wat betreft Italië, niets verder te doen.
Laat Italië zelf zijn moeilijkheden, die niet
weinig en geen kleine zijn, maar uitvech
ten zonder speldeprikken, maar zeker ook
zonder hulp van anderen kant. En laat
de andere naties gemeenschappelijk de
grootere vraagstukken in het oog nemen,
waarbij onmiddellijk vooruitgang mogelijk
is. Dat zou een goed begin zijn voor een
sterkeren en gereconstrueerden Volken
bond.
De exploitatie van Abessynië.
De koloniale exploitatie van Ethiopië zal
ondernomen worden volgens de fascisti
sche beginselen. De natuurlijke rijkdom
men van het land zullen niet in beslag
genomen worden door een kleine groep
kapitalisten. De exploitatie zal onder één
centraal beheer staan.
Mussolini heeft gisteren graaf Volpi
ontvangen, den voorzitter van den bond
van industrieelen, wien hij opdroeg studie
te maken van de Ethiopische hulpbron
nen. Het werk zal onder leiding staan van
vertegenwoordigers der corporaties en der
ministeries.
De eerste algemeene vergadering van de
verschillende studie-comité's zal reeds over
een dag of tien plaats hebben.
Italië verwacht in Ethiopië goud te vin
den. platina, ijzer, zwavel, mica, nitraten
en wellicht olie.
Nogmaals wordt er op gewezen, dat Ita
lië op het oogenblik geen behoefte heeft
aan buitenlandsch kapitaal.
Het is waarschijnlijk, dat de Duitsche
industrie zal deelnemen aan de economi
sche exploitatie van Abessynië. De bond
van industrieelen heeft het contact met
de Duitsche industrieën versterkt sedert
de sancties practisch de betrekkingen van
Italië met Frankrijk, Engeland, Tsjecho-
Slowakije en de andere landen verbroken
hebben. Het gebrek aan voldoende mate
riaal in Italië, met name op het gebied
der mijnexploitatie dwingt Italië hulp in
het buitenland te zoeken. De verlengdë
reis van den Italiaanschen minister van
landbouw Rossoni in Duitschland, waar hij
een groot aantal ondernemingen bezocht,
had zeker niet uitsluitend ten doel, de po
litieke nationaal-socialistische organisatie
te bestudeeren.
Het gerucht gaat. dat Rossini, die op 8
Mei dringend naar Italië werd teruggeroe
pen om deel te nemen aan de zitting van
den fascistischen raad, binnenkort minis
ter voor nationale economie zou worden.
De plundering van Harrar.
De speciale correspondent van Reuter-
A.N.P., die zich thans te Harrar bevindt,
seint omtrent de plunderingen van de stad
nog het volgende:
Het is mij thans mogelijk verdere bij
zonderheden mede te deelen omtrent het
gebeurde in Harrar. Van deze stad, de ge
boorteplaats van den Negus, en eens de
tWeede in grootte der Abessijnsche steden,
is niet veel meer over gebleven dan een
ruïne van smeulende puinhhoopen.
Zonder leiding en gedemoraliseerd door
de vlucht van hun aanvoerder, ras Nassi-
boe, trokken de door vier maanden gueril
la uitgeputte legerscharen van het Zuide
lijk front terug voor de gesloten optrek
kende gifgas en bommen verspreidende
.Italiaansche colonnes. Een wanordelijke
en afgematte horde, ziedaar wat overbleef
van de eens zoo succesvol strijdende Zui
delijke verdedigers van Abessynië. In dien
toestand trokken verschillende benden
Harrar binnen, waar zij onmiddellijk aan
vielen op de voorraden levensmiddelen,
uiteraard zonder zich er om te bekomme
ren, van wie deze eigendommen waren.
Ongelukkiger wijze vielen hun bij het
leeghalen van eenige levensmiddelen
winkels ook groote voorraden alcohol in
handen, met alle gevolgen van dien. De
toestand werd nog ernstiger, toen later
aankomende troepen-resten in strijd ge
raakten met de afdeelingen, die bij de
plundering de eerste keuze hadden kun
nen doen. Wel patrouilleerden soldaten
door de stad, maar zij poogden vergeefs
eenige orde te handhaven. Er viel niets uit
te richten tegen de schietende, vechtende,
brand-stichtende, plunderende en in
steeds grooter opwinding gerakende ver
slagen troepen. later sloten de in omstre
ken der stad wonende boeren, toen zij
zagen, dat er toch niets meer te redden
viel, zich bij de muiters aan. Ten einde
raad wierp de Abessijnsche gouverneur
Tesamma, zich met een klein garnizoen
troepen in den strijd. Een kort maar
hevig gevecht volgde. Tegen de overmacht
der muiters was echter niets bestand.
Woensdag moesten ook de afdeelingen die
hardnekkig het magazijn van Mohammed
Ali verdedigd hadden haar weerstand op
geven, daar de muiters toen de beschik
king kregen over een aantal machine-ge
weren. In een oogwenk was de welvoor
ziene winkel leeggeroofd en in brand ge
stoken, zoodat korten tijd later nog slechts
eenige rookende puinhoopen overbleven.
Slechts het goed verdedigde Britsche
consulaat en het buiten de stad gelegen
Noorsche hospitaal waren gespaard ge
bleven.
Maarschalk Graziani is thans bezig met
de organisatie van het weer tot rust ge
komen Harrar en het omliggende gebied.
De koloniale ambtenaar d'Allessandro is
tot buitengewoon commissaris der stad
benoemd. Maatregelen zijn genomen ter
ontwapening van de bevolking en tot het
verzekeren van de handhaving der orde.
Te Diredaoea heeft generaal Navarra tot
dusverre ruim 200 geweren en enkele
mitrailleurs in beslag doen nemen, welke
in de inboorlingen-wijk verstopt waren,
na de ontbinding van het leger van ras
Nassiboe. De gevolmachtigde minister
Parini, de commandant van het legioen
der Italiaansche vrijwilligers uit hét bui
tenland is benoemd tot buitengewoon
commissaris voor Diredaoea. Het post- en
spoorwegverkeer is weer op gang gebracht.
Het Italiaansche oppercommando legt
de laatste hand aan de voorbereidingen
voor systematische bezetting van het ge
heele Abessijnsche gebied. Er zijn verschei
dene colonnes gevormd, die binnenkort ln
verschillende richtingen zullen afmar-
cheeren, teneinde in de eerste plaats de
belangrijkste punten aan alle grenzen te
bezetten.
De bank van Ethiopië blijft gesloten.
Maarschalk Badoglio heeft zijn toestem
ming geweigerd voor het heropenen van de
bank van Ethiopië. Zij zal vervangen wor
den door de bank van Italië. Een der
directeuren van de bank van Italië is op
gedragen zich van deze taak te kwijten.
Verleden week werd de bank van Ethiopië
bij wijze van proef heropend onder den
naam van „Italiaansche bank in Ethiopië".
Inlevering van wapens.
Het Italiaansche oppercommando heeft
een oproep uitgevaardigd tot de bevolking
om de in haar bezit zijnde wapens in te
leveren aan de nieuwe overheid. Tot dus
verre zijn thans 3500 geweren, 80 pistolen,
30 machinegeweren en drie kanonnen in
geleverd.
Telegram van Starhemberg aan
Mussolini.
Starhemberg heeft aan Mussolini vol
gend telegram gezonden:
„In het bewustzijn van fascistische ver
bondenheid, innig medelevend met het lot
van het fascistische Italië, wensch ik uit
naam van de voor de fascistische gedach
ten in Oostenrijk strijdenden en uit eigen
naam uwe excellentie van ganscher harte
geluk met de roemvolle en heerlijke over
winning der Italiaansche fascistische
wapenen over de barbarij, met de over
winning van den fascistischen geest op
democratische oneerlijkheid en huichelarij,
met de overwinning van de fascistische
offervaardigheid en gedisciplineerde vast
beradenheid op demagogische leugenach
tigheid. Leve de doelbewuste leider van het
triomfeerende fascistische Italië. Leve de
overwinning van de fascistische gedach
te in de wereld."
ES WAR EINMAL EIN MUSIKUS
De Fritz Hirsch Operette komt Maandag
25 Mei een enkele, laatste opvoering van
dit seizoen geven in den Stadsschouwburg.
Zij vertoont dan Es war einmal ein Musi-
kuseen echte Weensohe operette, al
speelt zij in het denkbeeldig vorstendom
Thessalië, dat best ergens op den Balkan
zou kunnen liggen. Deze operette is met
muziek van Leo Fall, terwijl Ernst Welisch
en Rudolf Bernauer het libretto schreven.
Fritz Hirsch is weer heelemaal hersteld
en hij treedt in deze voorstelling op als
de kamerdienaar eens vorsten, een buiten
gewoon zachtzinnig man. Paul Harden is
na een lange afwezigheid weer van de
partij in de gedaante van „Der liebe
Augustin", een pianoleeraar. Deze operette
is echt fin de siècle, zij houdt zich aan
de onbezorgde vroolijkheid van om
streeks 1900.
Fritz Hirsch brengt in deze operette een
tweetal nieuwe krachten naar voren. Het
zijn Liesl Frank, een bekende dans-sou-
brette uit Praag, die voor een vriendelijk
kamermeisje zingt en speelt en danst en
haar jjartner, de tanzkomiker Otto Aurlch
uit Weenen, die aldaar in verscheiden ope
rette-theaters heeft gespeeld en het laatst
was verbonden aan het Johann Strauss-
theater aldaar. Zij lahceerden het Schla
gerlied van de operette „Ich mócht' von
Dir ein Photo". Verder treedt hierin
Marta Wagner op als Prinses Helene, een
dergelijke rol heeft zij met veel succes ver
vuld in „Ein Walzertraum". Dan is er
Walter Triebei als Vorst Bogumil van
Thessalië en de verdere gerenommeerde
krachten van de Fritz Hirsch Operette als:
Eman Silten, Leo Reicher en de lange
Gustav Pretsch.
Paul Harden heeft de regie. Gerard
Vroom heeft voor deze echte voorjaars
operette de décors ontworpen, waarbij de
tulpenvelden wel een zeer voorname rol
spelen. Muzikale leiding van Hans Lichten
stein. Sophie Degenhardt droeg zorg voor
de costumes. Dansen van Otto Aurich.
Artistieke visie van Fritz Hirsch. Deze
opvoering valt in het kader van de zomer -
tournee en zal daarom een populair ka
rakter dragen.
PRENTENKABINET DER RIJKS
UNIVERSITEIT.
Nieuwe aanwinsten.
Het Prentenkabinet geeft een tentoon
stelling van de aanwinsten, welke het ge
durende de laatste IV2 jaar mocht ver
werven. Wij zouden over deze belangrijke
verzameling zeer uitvoerig kunnen zijn,
daar verschillende, voor het meerendeel
groote kunstenaars hier met dikwijls ka
rakteristieke uitingen van teekenkunst of
grafiek zijn vertegenwoordigd. Wanneer
wij dus volstaan met een globaal over
zicht, beteekent dit geen geringere waar
deschatting, doch een ernstige opwekking
de nieuw verworven rijkdommen met eigen
oogen te beschouwen.
Er zou op al dit werk uren zijn te stu-
deeren. En wie met het aandachtig bekij
ken der prenten niet tevreden is, dien ad-
viseeren wij, in de leeszaal kennis te ne
men van de literatuur over de kunste
naars, die daar in uitgezochte keuze voor
handen is en met de meeste welwillend
heid wordt verstrekt.
Ik maak u dan in de eerste plaats op
merkzaam op een paar penteekeningen
van Guercino, 15901666. landschappen
ln de klare sfeer van het Zuiden. De eene
teekening vertoont op den voorgrond een
rivier en daarachter een sterk hellende
Hierboven plaatsen wij een foto van
het schoolbestuur en het personeel van de
Herv. School te Ter-Aar, vereenigd in ver
band met het 25-jarig jubileum van den
onderwijzer den heer E. J. Kerkhoven, dat
gisteren werd herdacht. De jubilaris ziet
men zittend vierde van links met zijn
echtgenoote.
Ter gelegenheid van dit jubileum werd
de jubilaris gistermorgen op grootsche
wijze door het schoolbestuur, het perso
neel en leerlingen gehuldigd. Bij het bin
nenkomen der school werd hem en de
zijnen Ps. 134 3, de bekende zegenbede
„Dat 'sHeeren Zegen op U daal" toege
zongen, waarna ds. Heufft van Velzen den
jubilaris op hartelijke wijze complimen
teerde. Namens het personeel en collega's
werd de jubilaris toegesproken door het
hoofd der school, den heer De Man en
namens het schoolbestuur door den voor
zitter, den heer Woudenberg. Deze toe
spraken gingen gepaard met de aanbie
ding van verschillende stoffelijke blijken
van belangstelling van het bestuur, het
personeel, de leerlingen en den Kerkeraad
der Ned. Herv. Kerk te Ter-Aar. Na trak
tatie der kinderen hadden dezen verder
vrijaf, waarna bestuur, het personeel en
de familie met den jubilaris nog langen
tijd gezellig bijeen bleven. In de middag
uren hield de jubilaris vervolgens een zeer
drukbezochte receptie.
bodem, terwijl het in de verte op een heu
veltop gebouwen laat zien. De andere tee
kening vertoont ons op een bergweg een
man met een pakezeltje en 't gebergte op
aen achtergrond. Dit alles is zeer sug
gestief van lijn; er zit ruimte en sfeer in.
We mogen hierbij wel even in herinnering
brengen, dat Guercino in hoofdzaak auto
didact was.
Is Guercino nog al realist, meer nog ls
dit het geval bij den Hollander Tobias
Verhaecht, 15311631, die veel sterker het
detail aangeeft. Zijn landschap is wel een
typisch staal van het Hollandsche nogal
boersche realisme dat geen enkele element
der werkelijkheid verwaarloost, doch te
gelijkertijd zoo sterk uit de landelijke na
tuur is voortgekomen, dat het dit heft op
hooger plan dan het louter toevallige. Een
eendenfamilie in de sloot, de vlonder met
hek, de koeien die worden gemolken, een
kalf dat zuigt, een rustiek minnespel op
den achtergrond en andere elementen aan
het landleven ontleend, dit alles samenge
vat in een mooi landschapsbeeld, het is
meer dan toevallig, het is een verbeelding
van het'landieven, het leven van den boer.
Geheel anders van techniek is de fraaie
teekening van Guillinan de Heer, waar
van een geslachte koe het hoofdmoment
is. serieus geteekend, eigenaardig blank
van stemming, een tafreel zooals men het
tot voor een dertig a veertig jaren jaar
lijks, vooral in October of November, op
bijna elk boerenerf van eenige beteeke
nis kon aanschouwen.
Van geheel anderen aard, doch niet
minder karakteristiek is een klein teeke-
ningetje van Jacob de Wit, 16951754, dat
vrij zeker het voorontwerp van een zijner
plafondschilderingen is geweest. En merk
waardig is het album met 65 teekeningen
van Leonard Bramer, 15941674, rake
krabbels van straatventers en handwerks
lieden. In onzen tijd nu de maatschappe
lijke structuur zoo geheel anders is ge
worden en de techniek van tallooze am
bachten en bedrijven zich in vele opzichten
zoo grondig heeft gewijzigd, nu het hand
werk voor een groot deel is gemechani
seerd. heeft een dergelijke verzameling,
behalve haar artistieke, ook nog haar his
torische waarde.
Na het verscheiden van Isaac Israels
heeft het Prentenkabinet een aantal van
diens schetsboeken in bezit gekregen. Deze
schetsboeken, waarvan enkele losse bla
den zijn tentoongesteld, zijn een merk
waardig bezit. Geboren teekenaar als hij
was, met den levendigen paraten geest
van zijn ras, heeft Israels er zich steeds
op toegelegd met zoo weinig mogelijk lij
nen en krassen een maximum van uit
drukkingskracht te bereiken. En omdat
teekenen volgens een bepaalde zienswijze
de kunst van weglaten is, ziet men hoe hij
naarmate hij ouder wordt, steeds minder
lijnen noodig heeft om zijn indrukken weer
te geven. Het was ondenkbaar, dat deze
kunstenaar ooit zonder schetsboek zijn
woning verliet. En steeds zag hij objec
ten die hem_ inspireerden tot een krabbel.
Daardoor heeft hij zich ontwikkeld tot een
teekenaar van zeldzaam virtuozen zwier.
Zijn hartstochtelijk temperament zette
met nimmer falende zekerheid de con
tourlijnen neer, die onmiddelijk strak ge
spannen en tegelijkertijd vol intens leven
waren. En tenslotte was voor hem de
mensch het voornaamste object der na
tuur Weinigen zijn er in den nieuweren
tijd onder de beeldende kunstenaars ge
weest die zulk een verrassende visie op
den mensch hadden, vooral op straat-
typés, burgermenschjes, straatmadelieven,
en allerlei volkje van den zelfkant der
samenleving. Zeldzaam vlot en overtui
gend zijn die teekeningen, soms met wa
terverf in sprekende kleuren nog wat aan
gezet.
Van de oudere teekenaars der 19de eeuw
noemen we nog den Leidenaar A. H. Bak
ker Korf 1824—1882, van wien een paar
prenten werden verworven. We noemen
hier om houding en expressie der figuren
de teekening van Christus en de rijke
jongeling. Er zijn prenten, waarop men
lang kan studeeren. gelijk die van Aegi-
dius de Sadeler 15701629, vervaardigd
naar de bekende ets van Dürer ,Die Ma
donna mit. vielen Tieren". Men beschouwe
slechts aandachtig de ets van Sadeier
naast die van Dürer.
Naast de mooie geteekende portretstu
die van J. L. Cornet. 18151882, die ge
lijk men weet aan 't Prentenkabinet is
Dc nieuwe Pepsodent
tubes bevatten 10%
meer tandpasta dan
de oude en worden
voor dezelfde prijzen
verkocht. Dit beteekent een groote besparing
voor iedereen,
De samenstelling van Pepsodent is onveranderd
gebleven en is gebaseerd op een wetenschappelijk
feit, dat tandfilm van de tanden verwijderd moet
worden. Want tandfilm neemt verkleurende stoffen
in zich op, het brengt bacteriën in contact met de
tanden, bacteriën, die bederf kunnen veroorzaken,
Pepsodent is „de tandpasta, die tandfilm verwijdert",
bevat geen zeep, geen schurcndebestanddeelcn, kort
om niets dat het tccre glazuur kan beschadigen,
Koopt nog heden een nieuwe grootere tube van
deze beroemde tandpasta.
3537
(Ingez. Med.)
verbonden geweest, vindt men een aller
aardigst gravuretje van dien meester. De
compositie op zichzelf moge op grooter
voorbeeld berusten, de toon, de stemming,
de lichtval in 't interieur is geheel die van
den stillen, aandachtigen kunstenaar die
Cornet was.
Wij vinden hier verder eenige zeer mooie
etsen van den Franschen Hollander J. B.
Jongkind, 18191891, die altijd in den
voorzomer weer naar zijn vaderland kwam
om te werken in de omgeving van Rot
terdam en Dordrecht. Zijn stemmingsvolle
etsen: .Moulins en Hollande", „Rotterdam
1867", „Sortïed de la Maison" zijn fraaie
stalen van dezen prae-impressionist zon
der wien Pissaro, Monet, Isley en anderen
niet zouden zijn geworden, wat zij werden
en die via IYankrijk een enormen invloed
heeft uitgeoefend op de kunst van zijn
vaderland. Zijn etsen zijn vol atmosferi
sche nuances en geven ten deele een beeld
van Hollandsche schoonheid die door de
techniek van latere tijden is verwoest.
Een aantal fraaie etsen in een eigen
aardige, droomerig romantische sfeer van
Thijs Maris, 18391917, moge eveneens de
belangstelling trekken. Een meisje onder
een boom, een meisje met spinrokken, een
meisje met kind, alle even gevoelig, en
niet vrij van Engelsche invloeden.
Bijzonder gracieus en voornaam zijn de
etsen van James Ensor; een cathedraal,
een raadhuis met de tintelende vibratie
van het Gothische lijnenspel; de geestige
schaatsenrijders met den achtergrond van
de wijde, eeuwige natuur in haar ernst en
grootheid; „Grand basin Ostende" met
het prachtige lijnenspel van de masten en
ra's der driemasters.
En eindelijk willen we nog uitdrukke
lijk opmerkzaam maken op het werk van
J. J. Aarts, waarbij vooral de prachtig ge
sneden houtblokken en een koperen ets
plaat de aandachtige bewondering verdie
nen. Er zijn verder nog groote gravures
van Jonas Suyderhoef. 16131686, van I.
Smith, 1652—1742. doch we meenen met
deze korte bespreking tc mogen volstaan.
Van harte hopen wij, dat deze tentoon
stelling, die kosteloos toegankelijk is, de
gewenschte belangstelling moge vinden.