De fascistische raad te Rome bijeen - Studenten-dag te Stockholm DIE HOUTEN KLAAS 77,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DB LACH VAN HET DIER. VERJAARDAG VAN TWEE MENSCHENREDDERS. —De bekende inwoners Van links naar rechts de zebra, de jonge leeuw, het paard en het nijlpaard. van Den Helder Jaap Been on Janus Kuiper, werden resp. 90 en 80 jaar. Samen Waarom zij lachen redden zij ongeveer 800 menschenlevens. Kuiper wenscht Been geluk. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. X. en E. A. H. 60) „Plicht! Hoe dan, tegenover Her- Dert?Zeker, de jongen heeft zich van een zeer goede zijde laten kennen, in aan- merking genomen, dat het vinden van in zijn eigen nadeel was, maar waarschijnlijk heeft hij zijn roeping als Kolonist gevonden en dit had Northmoor gth best aan hemzelven kunnen over- „Weet je, waar het huis is, waar hij nem gevonden heeft, Bertha?" „Ergens in de buurt van het Winnipeg- me«, is 't niet?" ■Ja, en het heet Northmoor." „Zeker door Herbert zoo genoemd, hè? v Jo^n Tulse niet daarheen gegaan? 5? heeft die het zoo genoemd uit piëteit '«Senover ons?" John Tulse, maar iemand, die aan ü„hert heeft gezegd, dat hij zijn geluk- Aj hagen hier doorbracht." kü! c' haar heb je een bedoeling mee! P:™ mij niet. Is het Fred Adier? En is t«i Tfjendelijk geweest voor den jongen wille van de oude kennis, omdat hij den ouden naam droeg?Dacht hij soms, dat hij jouw Mike was?" Bertha zat nu voorover gebogen. Adela als 't ware met de oogen verslindend. „Het was niet makkelijk voor hem om te begrijpen, wie Herbert was, maar hij is hem van grooten dienst geweest. De man zou zeker niet aan het spreken te krijgen zijn geweest, als hij hem niet op zijn num mer had gezet. Herbert heeft sinds dien steeds bij hem en zijn zwager gewoond en hij zal daar blijven, om het boerenbedrijf te leeren." „Hij is natuurlijk getrouwd met een Yankee?" „Neen." Er volgde een pauze. Bertha trok zich terug in haar stoel, terwijl Adela zich bezig hield met de theekopjes. Opeens hoorde zij de vraag: „Wist Northmoor het?" „Ja, hij wist het." „En was dat de reden van zijn daar heen gaan?" „Herbert was de eene beweegreden, maar ik geloof niet, dat hij gegaan zou zijn, als er nog niet een andere was ge weest, ook." „Jij hebt 't hem toch niet gevraagd?" „Zeker niet." „Ik wil niet, dat iemand tusschenbeide komt," betuigde Bertha nu ineens in een heel andere stemming. „En allerminst zoo'n houten Klaas, als hij is! Hij had er zich liever niet mee moeten bemoeien." „En als je nu hoorde, dat kapitein Adler. een berouwvol „verloren zoon" was, nietwaar?Een kalme, bedaarde, geld- makende Canadees, die volkomen in den smaak valt bij onzen gelijkmoedigen, nooit een streepje van den gewonen weg afwijkenden lord, is 't niet?" „O, Birdie, wat draaf je weer door!" „En dus heb jij er feitelijk zijn lord schap op afgestuurd, om zoete,broodjes te bakken uit mijn naam? Je kon eerst wel eens gewacht hebben, tot je wist, wat ik zelve dacht van dit proces." Bertha sprong op, blijkbaar om haar goed af te leggen, toen er juist op dat oogenblik een paar gedaanten in de sche mering langs het venster gingen en in een seconde trad Adela in den hall, Mary en Frank tegemoet, die zij de eetkamer binnenwenkte. Bertha was haar tot aan de deur ge volgd, toen zij in de portiek een groote, flinke gestalte gewaar werd met een ge baard gelaat. Nog een oogenblik en die beiden waren in den salon. Mary, Frank en Adela stonden in de eetkamer bijeen, bij den haard, en opge togen vroeg Mary: „Ziet Frank er niet best uit?" „Beter dan ooit! Niets zoo goed als de versterkende zeelucht! O, wat ben ik blij, dat je hem hebt meegebracht!" met een aanduiding naar den salon „zoo, dat hij ineens, als 't ware, voor haar stond, want anders kon ze wel weer een weer barstige bui hebben gehad, en zichzelve en ieder ander eindeloos gekweld heb ben." „Denk je, dat alles ln orde zal komen?" vroeg Frank in spanning. „Het was een stout stukje, maar toen hjj hoorde, dat zij op het Douairière-Huis was, was er geen houden meer aan! Hij meent, dat zij evenveel heeft te vergeven als hij. Hij is eerst tot een helder inzicht van den toestand gekomen, sinds hij een heel ander leven leidde met zijn zusje.en later met haar echtgenoot, een door en door goed mensch." „Aan wien je je neef hebt toever trouwd?" „Juist.. Herbert is daar heel gelukkig; hij maakt zich nuttig en voelt zich tot dat werk aangetrokken." „Ik ben blij, dat hij het daar goed zal maken." Ineens deed zich een stoornis op, in den vorm van Amice, die de kamer bin nengevlogen Jrwam met een ontsteld: „O, mama, mama!! Er is een vreemde man; het lijkt wel een zwarte beer, in den salon en hij heeft den arm om tante Bertha heengeslagenOvoegde ze er bij en schrikte alweer op een andere manier, toen ze lord Northmoor zag. „Een Canadeesche beer, dien ik zoo juist meegebracht heb, hè Amy!" lachte Frank, die nu toch ook eens uit de plooi kwam, terwijl lady Adela glimlachte, toen ze dacht aan de „zoete broodjes", die zijn lordschap voor hem zou hebben gebakken. Amy had eenmaal het tête-a-tête ver broken en allen waren nu weldra bijeen. Lady Adela begroette kapitein Adler als eên ouden vriend en als welopgevoed man gaf hij er natuurlijk in 't minst geen blijk van, hoezeer hij zich getroffen voel de door de tegenstelling in uiterlijk van het toen zoo kinderlijke vrouwtje met de zoo verwelkte weduwe ofschoon lady Adela zeker gelukkiger was en beter tot rust gekomen, dan in die dagen. Allen moesten den avond gezamenlijk doorbrengen vonden de Northmoors; Adela en Bertha moesten bij hen komen dineeren en Amice ook. Het was heldere maneschijn en de kapitein zou haar tot geleide dienen. Xntusschen genoten lord en lady North moor van een wandeling in den mane schijn, evenals nu zeven jaar geleden, toen zij nog bruid en bruidegom waren, maar nu nog met dat vreugdevol voor uitzicht te meer op het naar-bed-brengen van hun kleinen jongen, waar Frank zich steeds op de terugreis al op verheugd had. Hun kleine Mite, die nu nog gelukkiger was, omdat zijn Tom en zijn Fanny bij de portierster gelogeerd waren en hij naar hartelust met hen spelen mocht in den tuin. Zes weken later gaf lord Northmoor Bertha ten huwelijk aan kapitein Adler; de plechtigheid werd in alle stilte vol trokken, met Constance en Amice als bruidsmeisjes en de kleine Boadicea ter opluistering; zij ging ook mee naar Canada. Michael was er eveneens, in al de glorie van zijn eerste matrozenpakje, en mrs. Bury ook. Haar laatste woorden, voor de bruid naar beneden ging, gereed en ge kleed voor de reis, waren: „En hoe luidt nu je oordeel over den houten Klaas?" „Dat hij van een goede houtsoort is ge maakt!" (Slot volgt). HET CIRCUIT VAN DRENTE. Het wegdek wordt verbreed en op ver schillende plaatsen vernieuwd. Het werk wordt uitgevoerd in werkverschaffing. STUDENTEN-DAG IN STOCKHOLM van leerlingen der middelbare scho len, die slaagden voor toelating aan de universiteit. Zij droegen witte mutsen en haalden allerhande grappen op straat uit. Straattooneeltje, waarbij een studente in de lucht werd gegooid. DE ZITTING VAN DEN VOLKENBONDSRAAD. Ongeveer 10 minuten pa de opening verliet de Italiaanscfhe gedelegeerde baron Aloisi, de zaaj sis protest tegen de aanwezigheid van den Abessynischen gedelegeerde Isolde Magiajn, In het midden Aloisi. DE FASCISTISCHE RAAD TE ROME BIJEEN. onder presidium van Mussolini. Links van den dictator maarschalk de Bono

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5