DIE HOUTEN KLAAS 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE ITALIA ANSUItE OPMARSCH. Eon colorize auto's trekken een dorp door in de omgeving van Harrar. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 57) De menschen keken wat verbaasd naar Qen mageren, al wat ouderen man, met een valies in de eene hand en den kleinen jongen stevig bij de andere hand houdenU, Je'den met stralende uitdrukking op het gelaat; en niet minder treffend werd de aanblik van die twee, toen ze eenmaal in 5en trein gezeten waren en de teere va- aer zich nagenoeg verpletteren liet door jan Hinken, kleinen baas, die op en over nam klauterde en klom, net naar het nam in zijn levendigheid inviel. loen de September-schemering ln duis- «mis overging, ontwaakte Michael met arm e' uit ziln slaaP' sloeg de beide afmen om zijn vaders hals en riep: I''O. Louey! Ik zal niet huilen! Maar than!'* er nie' u^Sooien. O, die booze n«ni z.elfs t0€n allang overtuigd was, m het Papa en niet Louey was, dien hij zoo'n nauwe omarming sloot, bleef hij jT°.,staeds even vlak tegen hem aange- l, titten, terwijl hij enkel tot kalmte örengen was, door het luisteren naar een verhaal. vel+2? Nol'thmoor had nooit goed kunnen vree ljn' het eenige, dat hem nu Inviel, zat i Seschiedenis van Jozef en die aanleiding tot verschillende persoon lijke vergelijkingen en tot de slotverzuclf- ting: „Ik zou graag een broer Benjamin heb ben. Mag Tommy mijn broer niet zijn? Was de Mamma van Jozef niet heel blij?" Michael's „Egypte" was geen huis van slavernij geweest en de sombere oogen- blikken van zijn ontvoering bleven geen kwellende herinneringen voor hem, maar, jaren later, toen hij voor het eerst bier proefde, zette hij zijn glas neer met een huivering, daar de lucht en de smaak een gewaarwording van wanhoop te voor schijn riep, een vaag beeld van een volle gelagkamer en den klank van een ruwe stem. die hem. onder luide bedreigingen, dwong, het vocht te drinken, waar zeker een slaappoeder in gemengd was. HOOFDSTUK XL. Bijna ongelooflijke vreugde. De brieven, die de dames op den mid dag in Malvern ontvingen waren haar een raadsel: „Den heelen dag op pad?" zei Mary. „Dat is mooi! Hij wordt zeker sterk van de boottochtjes." „Ik hoop, dat Herbert maar thuis is, om er Oom eens uit te halen," zei Con stance. „Of hij is misschien met een jacht uit. Ik ben blij, dat hij er van schijnt te ge nieten." Toch kon Mary zich niet zoozeer ver heugen; het leek haar, of Frank haar droefheid niet meer in die mate deelde. En wat kon riu dat groote nieuws zijn? „Herbert zal door zijn examen zijn ge komen," meende Constance. „Ik hoop 't van harte; maaj dan vind ik toch de uitdrukking daarvoor wel wat sterk," zei lady Adela. „Misschien is Ida verloofd met dien mr. Deyncourt. Heette hij zoo niet?" vroeg lady Northmoor mat. „O, dat zou heerlijk wezen!" riep Con stance. „Ida is den laatsten tijd veel be dachtzamer geworden; misschien zou ze dus heel geschikt zijn als domineesvrouw." „Is Ida beter?" vroeg haar tante, die zich sterker tot het jonge meisje aange trokken had gevoeld, sinds zij had ge hoord, dat haar gezondheid geleden had onder haar verdriet over Michael. „Mama spreekt niet van haar in den laatsten brief, maar die arme Ida is veel teerder, dan men zou denken, als men haar zoo ziet. Dit zou verrukkelijk wezen!" „Bijna ongelooflijke vreugde?" zei haar tante peinzend. „Waren dat zóó niet zijn woorden? Het is niets voor je oom, om dit te zeggen, tenzijhet iets nog ver- wonderlijkers zóu wezen, en waarom zou hij het mij dan niet geschreven heb ben?" „O!Het kan maar één ding zijn!" „O, neen, neen!" riep Mary toen weer. „Niet verder uitspreken, Conny!" Constance keek veelbeteekenend naar lady Adela; maar die onuitgesproken ge dachte had een soort rusteloosheid te voorschijn geroepen en even later verliet haar tante het vertrek. Toen begon Con stance. „Lady Adela, mag ik u iets vertellen?., Weet u vast, dat die arme, kleine Mite nooit gevonden is?" „Hij zal ergens opgenomen zijn aan boord van een schip en nu zal hij terug komen." „Stil, Amy," vermaande haar moeder, „Constance heeft meer te zeggen,""' „Ja. Mijn vriendin, Rose RolLstone, die vlak bij ons woont in Westhaven en die naar Londen terugging op den avond, dat ze Mite kwijt raakten, schreef mij, dat zij juist toen zijn gezichtje had gezien. Wij dachten beiden, dat het misschien een soort visioen kon zijn, waar men wel eens van hoort op het oogenblik van den dood. Dus heb ik er nooit van gesproken; maar nu zou ik haast gaan denken. „O, het is wel zéker zoo!" riep Amice. Lady Adela meende, dat het maar het beste zou zijn, de beide jonge dingen er uit te sturen, dat ze op de zig-zagpaden van de heuvelen van Malvern haar ver moedens tegen elkaar zouden kunnen uit spreken; en ze was heel blij, dat ze dit gedaan had, toen na verloop van eenigen tijd haar dat andere telegram overhan digd werd. Toen Mary met trillende leden en een blos op de bleeke wangen de zitkamer weer binnentrad, wees Adela naar het gele papier, dat zij in den bijbel had gelegd, opengeslagen op Lucas XV, vers 32. Mary viel in een stoel. „Het zal toch geen valsche hoop zijn?" hijgde zij. „Dit telegram zou hij nooit gezonden hebben, als hij niet wist,' dat het een zekerheid was," zei Adela, bij haar neer knielend en voor haar herhalend, hetgeen Constance had gezegd. Een paar woorden werden gesproken van verwondering, en van veroordeeling over het stilzwijgen van het jonge meisje onrechtvaardiger, dan de dames dit zeiven wisten, maar toch was het niet kwaad, dat haar beider gedachten even die afleiding hadden. Mary liet zich op de knieën vallen, naast haar vriendin, en toen volgde er een warme dankzegging, die eindigde in een wederzijdsch omhelzen en een uitroep van haar: „O, Adela, wat ben je toch goed! Jij die niet zulk een hoopvol vooruitzicht hebt!" En die gezegende tranenstroom, die haar zoo opluchtte, was ook het beste sympathiebetoon voor de beroofde moeder. Toen volgden kalmeerende woorden en daarna keken de dames de treinen uit Liverpool na, want vandaar uit was het telegram verzonden. Er was geen groote keuze en Lady Adela stelde nu heel practische toebereidselen voor tot het avondeten en het bed van het kind, din gen waaraan Mary nog niet had durvën denken, maar die haar nu weer de kracht schonken, om de trap op en neer te loo- pen en orders te geven aan haar kame nier, die vreugdetranen schreide bij het hooren van het nieuws, waarna zij uit ging, om nog enkele benoodigdheden te koopen. Toen ze hier eenmaal mee begon nen was, kon ze onmogelijk meer blijven stilzwijgen, want ieder oogenblik viel haar weer iets in, dat haar jongen misschien zoo graag zou hebben en dan ging ze weer kijken, of het er wel was. Constance vroeg telkens, of zij de bood schappen niet kon doen, maar Mary wilde dit volstrekt niet hetfben en toen het jonge meisje teleurgesteld keek, troostte Lady Adela haar met een. „Maar, lieve, als zij moest stilzitten, zou dit veel erger voor haar zijn: vermoeienis zal, onder alle omstandigheden, het beste voor haar wezen!" „U is toch niet bang, dat het telegram iets anders beduidt?" (Wordt vervolgd!. nuub ur;/jui'jlv dm ,,11.11? itij.aijfj nu.uriJJiAii irj-v m uei< ocaio.-ulika/ter in ue resiueuuu, ijiuas De ministers Gelissen en Deckers in hun loge; rechts, burgemeester de Moüchy bedankt Buziau na de voorstelling voor het genotene. DE ENGELSCHE MARINE OEFENT ZICH. Dieze drie cadetten van het opleidingsschip „Rembroke" hadden het op den fotograaf gemunt. Ter herdenking van het 300-jarig bestaan van de Utrechtsche Universiteit wordt een tweetal postzegels uitgegeven. HERDENKINGSPOSTZEGELS. OSWALD SPENGLER bekend Duitsch filosoof, is in Miinchen overleden. DE A-S. LI CHTVAARTDAG IN ENGELAND. Op 23 dezer wordt in! Groot-Brittan nië een lucht vaartdag gehouden, wkarop verschillende typen zullen worden geëxposeerd. Het aan land hijschen van een vliegboot. DE NIEUWSTE ENGELSCHE HOEDENMODE. Bovenstaand model doet denken aan een pannekoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5