n,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 Mei 1936
Derde Blad
No. 23348
BINNENLAND.
De Ondernemersraad voor
Nederlandsch-lndië.
De handel met België.
Vestigingswet
voor vreemdelingen.
Proeft U eens
vv. Paul C. Kaiser
FAILLISSEMENTEN.
kede van den heer welter.
BETERE TIJDEN ZIJN NIET
VER MEER.
De Ondernemersraad voor Neder-
landsch Indië hield In Hotel Wittebrug
te 's-Gravenhage zijn veertiende jaarlijk-
sche algemeene ledenvergadering. Nadat
het jaarverslag was uitgebracht, hield de
voorzitter, de heer Ch. J. I. M. Weiter,
een rede.
In den aanvang daarvan wees spreker
erop, dat het met het jaar moeilijker valt
optimist te blijven.
Er vormt zich. zoo als spr. reeds het
vorige jaar deed opmerken, geleidelijk
een evenwichtstoestand op de basis van
1/3 der prijzen van in- en uitvoer van
1929, wat uiteraard impliceert een belang
rijke daling van de financieele capaciteit
en een inschrompeling van de maat
schappelijke structuur.
De uitvoer, exclusief goud en zilver,
bedroeg in 1935 naar de waarde f.479
millioen, het laagste bedrag sedert de In
trede van de depressie en was ruim f.25
millioen lager dan In 1934. Het export
saldo is van f.213 millioen in 1934 terug
gekropen tot f. 202 millioen in 1935, het is
echter hooger dan het saldo van 1933, ad
f.143 millioen. Naar de hoeveelheid is de
uitvoer weder ongeveer gelijk geworden
nadien van 1928, hoewel natuurlijk ver
schuivingen in den aard van den uitvoer
plaats vonden. Van de belangrijke iilt-
voerproducten als aardoliën, suiker, thee,
rubber, koffie, peper, tabak en cassave,
Is in 1935 de uitvoerwaarde gedaald, ver
geleken bij 1934, van tin, coprah, palm
olie, mais en vezels daarentegen geste
gen.
De voor de geheele economie van
Indië en voor de welvaart der bevol
king op Java zoo uitermate gewich
tige suikercultuur heeft zich voors
hands ingesteld op de productie van
1.400.000 ton suiker, hetgeen voor de
naaste toekomst stellig een verbete
ring van het economische perspectief
beteekent.
In zoover valt echter eenige ont
spanning waar te nemen, dat op het
bereikte lage niveau een zekere sta
bilisatie is ingetreden en hier en daar
een lichte verbetering valt waar te
nemen.
Bij alle waardeering voor de wijze
rorop hier en in Indië de strijd wordt
pvoerd, zal men nochtans goed doen
iskening te houden met een onbemerkt
insluipen van het gevaar, dat zij psycho
logisch zal lelden tot. een i^rslapping van
het geloof in eigen kracht.
Het besef, dat de basis van liet bestaande
maatschappelijk stelsel is de rendabiliteit
van het particuliere bedrijfsleven, Is bezig
geleidelijk te verflauwen.
De staat moet die basis dan ook niet
alleen eerbiedigen, hij moet haar verste
vigen, niet het minst omdat hij daarvan in
mime mate de vruchten plukt onder meer
In den vorm van belastingen.
Die vruchten kunnen echter alleen blij
vend zijn, indien het rendabillteitsprincipe
voor het bedrijfsleven geëerbiedigd wordt
en dit laatste is naar sprekers meening
tiet geschied bij de heffing van het uit
voerrecht op rubber.
Spreker wijdt vervolgens eenige beschou
wingen aan de voor kort in Indië tot uiting
gebrachte ontstemming jegens Nederland,
welke volgens hem moet worden gezien
tegen den achtergrond van de verwTikkin-
gen in de economische structuur en het
maatschappelijk leven van Indië en slechts
oeteekenis heeft In verband met de totale
verarming van het land, met zijn „uitge
beend" budget.
De steun door Nederland in Indië ver
leend bij de afsluiting van het Neder-
landsch Amerlkaansch handelsverdrag, die,
welke het moederland, met een zeer reëele
opoffering, aan de Indische koffiecultuur
verleent en de gedeeltelijke opheffing van
oe financieele gevolgen der contingentee-
'mg van cambrics, zijn even zoovele bewij
zen, dat Nederland er niet over denkt de
sinds 70 jaren gevoerde koloniale politiek,
welke gericht ls op het besturen van Indië
om der wille van Indië zelf, te vervangen
door de vroegere wingewest politiek, zooals
wen ln Indië scheen te vreezen.
Spreker lichtte vervolgens uitvoerig de
melling toe, dat het economisch herstel van
Indië voor een zeer belangrijk deel de
economische depressie in Nederland zou
beeindlgen.
Het wordt dan ook van steeds meer be
lang, dat Nederlandsch kapitaal ook deel
neemt aan de industrieele ontwikkeling
van Indië.
O?11 als afzetgebied van Nederlandsche
f'*» is Indië van beteekenis door de
>T fj .bevolking, al ls de koopkracht per
noord niet groot. Een complex van factoren
K j er toe medegewerkt dat dit afzetge
bied voor Nederland goeddeels ls verloren
o"b&&n.
Sinds 1933 volgde in verband met de be-
ïr™ramg door contingenteering en Reen
tering een lichte stijging.
„.pie stijging is kunstmatig en dus tijde-
Jl, ZlJ aal plaats moeten maken voor een
•atuurlijke stijging, omdat er toch altijd
nÜ ?antal branches zijn, waarin het
'andsch product ongetwijfeld kan
«mpurreeren met het vreemde,
iiiirtl-worden door de Amerikaansche in-
ririè en t'oor be Amerikaansche regee-
wiid 8roo^e zor6 en groote aandacht ge-
,J; aan de verkenning en bewerking van
waü? e markt, en dat is juist het punt,
arop Nederland tekort schiet.
Spreker heeft het gevoel, dat betere
■Jden ook voor ons niet meer heel
*erre kunnen zijn. Indien en zoodra zij
"men, zal men ervaren, dat de op-
fcringen, welke gebracht en het leed,
at daar door geleden is, tenslotte
'ch niet voor niets zullen zijn ge
weest.
DR. C. J. K. VAN AALST
70 JAAR.
hij is oud-president der
nederl. handel-maatsciiappij.
Dr. C. J. K. van Aalst.
Vandaag viert dr. C. J. K. van Aalst te
Hoevelaken, oud-president van de Ned.
Handelsmaatschappij, zijn 70sten verjaar
dag.
Dr. Cornells Johannes Karei van Aalst
werd 7 Mei 1866 te Hoorn geboren. Hij
genoot zijn opleiding aan de Openbare
Handelsschool te Amsterdam, welke hij in
1895 voltooide. Na eerst enkele jaren in
dienst te zijn geweest bij de fa. Gust.
Brlegleb te Amsterdam, trad hij in 1889
in dienst bij de Ned. Handelsmaatschappij,
die hem datzelfde jaar uitzond naar Ned.
Indië. Hij was als handelsagent werk
zaam te Singapore en doorliep snel ver
schillende rangen om in 1902 op 36-jarigen
leeftijd te worden benoemd tot mede
directeur. Tien jaar later, bij Kon. Besluit
van 8 Nov. 1912 werd hij benoemd tot
president, zulks met ingang van 1 Jan.
1913. Deze functie heeft hij met groot
talent bekleed tot 1 Juli 1934.
De thans 70-jarige heeft bestuursfunc
ties bekleed bij de Stoomvaart-Mij „Ne
derland", de Kon. Paketvaart-Mij., dé Ned.
Sdheepvaart-Unle, de Kon, Ned. Stoom
boot-Mij., de Kon. Holl. Lloyd, de Ned.
Zuid-Afr. Stoomvaart-Mij., de Holland-
Zuid Afrika-lijn, de Kon. Ned. Mij. tot Ex
ploitatie van Petroleumbronnen in Ned.
Indië, De Bataafsche Petroleum-Mij, bij
Werkspoor, de Kon. Ned. Hoogovens en
Staalfabrieken, het Ned. Indisch Land-
syndlcaat, de Cultuur-Mij. „Klampok". de
Kon. Ned. Luchtvaart-Mij., de Amsterdam-
sche Bankiersvereen., de Kon. Ver. „Kolo
niaal Instituut", de K.L.M., de K.N.I.L.M.
en de Phohi.
Tal van onderscheidingen zijn dezen
verdienstelijken vaderlander ten deel
gevallen.
In 1920 benoemde de Friedrich Wilhelm
Universiteit te Berlijn hem tot doctor
honoris causa. Dr. van Aalst is comman
deur In de Orde van den Ned. Leeuw, idem
in de orde van Oranje-Nassau en werd bij
Haar zilveren regeeringsjubileum dooi
H.M. de Koningin begiftigd met het Groot
kruis van de Huisorde van Oranje-Nassau.
Van zijn buitenlandsche onderscheidingen
noemen we Knight Commander der Orde
van het Britsdhe Rijk, Groot-Officier van
het Legioen van Eer, van de Kroon van
België, idem van St. Maurius en St. Laza
rus van Italië. Voorts is hij drager van 't
Grootkruis van de Orde van de Kroon van
Roemenië en van het Kruis van Verdienste
van het Roode Kruis.
In 1926 schonk dr. v. Aalst zijn woning
aan de Heerengracht te Amsterdam aan
deze stad om te dienen als ambtswoning
van den burgemeester, terwijl hij zijn
ouderlijke woning te Hoorn aan de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor West-
Friesland ten geschenke gaf
Dr. van Aalst woont thans op Huls te
Hoevelaken te Hoevelaken.
CONTINGENTEERINGSOVEREENKOMST
»IET EEN JAAR VERLENGD.
WIJZIGING
OP VERSCHILLENDE PUNTEN.
De sedert eenigen tijd afwisselend te
Brussel en te 's-Gravanhage gevoerde be
sprekingen tusschen Nederland en de Bel-
giseh-Luxemburgsche Economische Unie
hebben er toe geleid, dat de tusschen
beide landen bestaande, tot 30 April j.l.
verlengde, contingenteeringsovereenkomst
van 7 Maart 1935 aan een herziening is
onderworpen. Bij de aldus gewijzigde re
geling, die gisteren is onderteekend, werd
van weerszijden een aantal contingenten
aan de sedert de sluiting van de vorige
overeenkomst gewijzigde omstandigheden
aangepast. Bij deze gelegenheid zijn te
vens uit den weg geruimd enkele moeilijk
heden, die in de afgeloopen periode waren
gerezen. De gewijzigde regeling geldt van
1 Mei 1936 tot 30 April 1937.
De onderteekening geschiedde van Ne
derlandsche zijde door den heer Lamping,
directeur van de handelsaccoorden en van
Belgische zijde door den heer Suetens,
directeur-generaal, belast met de gene
rale directie van den buitenlandschen
handel.
f. i. h. sassen t
In het R.K. ziekenhuis aan het West
einde te Den Haag is op 52-jarigen leef
tijd, waar hij een maag-oueratie had
ondergaan, overleden de heer F. I. H.
Sassen, hoofd van het Telefoondistrict
's-Gravenhage.
ontwerp in zijn huidigen vorm
te vérgaand?
WAT ZIJN VREEMDE
ONDERNEMINGEN?
Verschenen ls het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het westontwerp tot
regeling van het zelfstandig uitoefenen van
beroepen en bedrijven door vreemdelingen.
Het volgende ls er aan ontleend.
Algemeen erkende men. dat een wet
telijke regeling ter aanvulling van de wet
inzake het verrichten van arbeid door
vreemdelingen noodzakelijk is. Vele leden
hadden evenwel tegen het wetsontwerp, in
den vorm waarin dit is ingediend, ern
stige bezwaren. Het ontwerp zoo betoog
den zij. gaat veel verder dan ter voor
koming van ontduiking van de genoemde
wet noodie is.
De definitie welke het ontwerp geeft
van het begrip „vreemde onderneming",
doet daaronder vallen een geheele reeks
hier te lande gevestigde concerns, aan
welker Nederlandsch karakter in het alge
meen niet getwijfeld behoeft te worden.
Onder het begrip „vreemde ondernemin
gen" zullen verder ook vallen de meeste
Nederlandsche dochtermaatschapbljen van
buitenlandsche ondernemingen.
Eenerzijds zal dus de gekozen definitie
tal van goed-Nederlandsche bedrijven van
een vergunning afhankelijk maken, ander
zijds kan zij nimmer een afdoenden waar
borg verschaffen, dat de ondernemingen,
die buiten de definitie vallen, niet in we
zen vreemde ondernemingen zijn.
Het schijnt voor het behoud van de
werkgelegenheid niet noodig ook het be-
kleeden van commissarisfuncties door bui-
ten'anders aan een vergunning te binden.
Ook wer gewezen oo het gevaar van
repressailles
Op grond van deze overwegingen dron
gen de hier aan het woord zijnde leden
er op aan de werking van het ontwerp te
beperken tot vreemdelingen, die. hetzij
alleen, hetzil in een vennootschap onder
firma of als beheerend vennoot in een
commanditaire vennootschap een beroep
op het bedrijf uitoefenen en haar niet uit
te strekken tot vreemde rechtspersonen.
Verscheidene leden voegden aan deze
beschouwingen nog toe. dat zij de zeer vèr
strekkende bevoegdheid, welke het ontwerp
in den gekozen vorm aan de regeering zal
verleenen. ook daarom niet juist achtten,
omdat de regeering daarvan gebruik zou
kunnen maken om in het algemeen tegen
te gaan. dat hier te lande buitenlandsche
ondernemingen worden ongericht.
Ernstig bezwaar werd ook gemaakt
tegen het voorstel der regeering om het
ontwerp niet alleen te laten gelden voor
nieuw te stichten ondernemingen, doch
ook alle bestaande vreemde ondernemin
gen daaronder te doen vallen.
Van andere zij de .werd dit gedeelte van
het ontwero tegen tie aangevoerde be
zwaren verdedigd.
Verscheidene leden achtten het wen-
schelijk meer waarborgen te scheppen te
gen eventueele onbillijke behandeling van
vreemdelingen die -onder deze wet zullen
vallen
o
EEN BELANGRIJKE OPDRACHT.
Vermindering van werkloosheid.
Naar wij aldus het Hbld. in Sep
tember van 't vorige jaar hebben gemeld,
is toentertijd aan de werf .Gusto" te
Schiedam de bouw opgedragen van twee
mijnenvegers voor de Marine. Een dezer
dagen heeft het Departement van Defen
sie andermaal den bouw van twee mijnen
vegers opgedragen aan deze werf. Twee
schepen zijn dus in aanbouw en met den
bouw van twee andere zal worden be
gonnen.
De machines voor al deze vier schepen
worden gebouwd bij J. en K. Smit te Kin
derdijk.
Mijnenvegers zijn schepen van eenvou
dige constructie; een eigenschap, waar
aan zij moeten voldoen is dat zij weinig
diepgang hebben. De schepen krijgen een
eenvoudige bewapening. Zij zijn bestemd
voor dén dienst in Indië. De inhoud is
ongeveer 500 ton. De snelheid bedraagt
15 mijl. Zij worden uitgerust met machi
nes van 1500 k 1600 P.K.
De twee schepen, welke reeds in aan
bouw zijn moeten in het voorjaar van 1937
worden afgeleverd. Vanouds heeft de ge
noemde scheepswerf, die een tijdlang
vrijwel buiten bedrijf was, zich gespecia
liseerd in den bouw van baggermolens.
Een dezer dagen heeft zij ook nog de
opdracht verworven voor een tinbagger
molen voor de Banka-tinwinning. Daar
naast is haar nog de vervaardiging op
gedragen van een kraan van zeer groote
capaciteit, eveneens specialiteit van deze
werf.
De werkgelegenheid bij dit bedrijf zal
door deze opdrachten sterk toenemen.
Het aantal arbeiders zal, voor een tijd
lang althans, weer op het vroeger peil
komen. De nog altijd groote werkloosheid
in de metaalnijverheid in Rotterdam en
Schiedam (de werf ligt juist op de grens
van de twee gemeenten), zal hierdoor
eenigszins verminderen.
DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN
KOMST IN DE HARINGVISSCHERIJ.
De samenwerkende organisaties in het
zeevisscherijbedrijf hebben besloten voor
1936 een nieuwe collectieve overeenkomst
aan te gaan voor de stoom- en motorsche
pen, welke de drijf net-haringvisscherij
uitoefenen, alsmede voor de motorsche
pen beneden 200 PK., welke de treilvis-
scherij uitoefenen, met de reedersvereenl-
ging voor de Nederlandsche haringvis-
scherij. Ten aanzien van de versche ha-
ringvisscherij en het jaagloon zijn, zoo
men weet, enkele verbeteringen in de loon
regelingen aangebracht, terwijl de loonre
gelingen voor de treilvisscherij voor mo
torschepen beneden 200 P.K. onverandeici
zijn gebleven. Hiermede staat het dus
thans vast, dat op 11 Mei het eerste vier
de deel der vloot, ongeveer 75 schepen, ter
drijfnetharingvisscherij zal uitvaren.
vischventers en toeslagregeling
volgens zuiderzeesteunwet.
Vragen van het (Tweede Kamerlid
den heer Drop.
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan
den minister van Waterstaat de volgende
vragen gesteld:
1. Is het waar, dat aan belangheb
benden in den zin der Zuiderzeesteunwet,
behoorende tot de groep vischventers, via
de gemeentebesturen uiterlijk tot 10 Mei
de gelegenheid zal worden geboden het
verzoek kenbaar te maken om toe te tre
den tot een door den rijksdienst ter uit
voering der Zuiderzeesteunwet voorge
stelde of vastgestelde toeslagregeling?
2. Is de minister bereid mede te deelen,
wat de volledige inhoud van bedoelde toe
slagregeling is en of over den feitelijken
Inhoud overleg heeft plaats gelhad met
de z.g. contactcommissies, de plaatselijke
commissies en de vereenigingen van be
langhebbenden?
3. Indien het laatste deel van vraag 2
ontkennend moet worden beantwoord is
de minister dan bereid dit overleg alsnog
te bevorderen, zoodat over den feitelijken
inhoud der toeslagregeling overeenstem
ming met belanghebbenden wordt ver
kregen en kan in verband daarmede de
uiterste datum van 10 Mei in vraag 1
genoemd, worden verschoven, bijv. voor
loopig tot 1 Juni, in de verwachting dat
dan overeenstemming bereikt zal zijn?
4. Is het waar, dat de aangekondigd#
toeslagregeling neerkomt op een toeslag
van f. 6 per week voor gehuwden en
kostwinners en f. 0.50 per kind beneden
14 jaar gedurende 19 weken per jaar,
terwijl de betrokkenen dan over de overige
33 weken van het jaar geen tegemoet*,
koming. in welken vorm ook, zullen ont
vangen?
5. Acht de minister het in vraag 4 be
doelde een juiste toepassing van artikel 13
der Zuiderzeesteunwet tegenover deze be
trokkenen en is hij in elk geval niet van
oordeel, dat ook volgens de uitkomsten
verkregen bij de verdienstenopgaven over
de op 14 Maart geëindigde periode van
tegemoetkomingstoekenning voor visch-
venters-belanghebbenden waarvan pu
blicatie reeds is gevraagd op 10 Maart en
waaromtrent de minister op 6 April 1936
mededeelde, dat beantwoording niet bin
nen den gebruikelijken termijn kon ge
schieden over een langere periode dan
19 weken tusschen 29 December 1935 en
15 Maart 1936 en tusschen 1 November
1936 en 27 December 1936 toeslag op be-
drijfsinkomsten noodzakelijk moet worden
genoemd, indien deze toeslagregeling vol
gens artikel 6 der Zuiderzeesteunwet zal
vervangen de rechten op tegemoetkoming
bij artikel 13 der Zuiderzeesteunwet be
doeld? En moet dan naar zijn meening
de tegemoetkoming ook niet worden vast
gesteld op een hooger bedrag dan 50% van
f. 12 per week met een toeslag voor kin
deren beneden 14 jaar van f. 1 per week?
6. Op welke gronden is verder de minis
ter van oordeel, dat de vischventers-
belanghebbenden 33 weken per jaar in
staat zouden zijn uit hun bedrijf geheel in
eigen levensonderhoud te voorzien, en is
ook op grond van vroegere ervaringen
tegemoetkoming over het geheele jaar
met geringer percentage over een deel
van het jaar niet meer in overeenstem
ming met de bedoelingen der Zuiderzee
steunwet tegenover de belanghebbenden?
VERLAGING VAN DEN BIERACCIJNS.
Minister Oud en het voorstel der
brouwerijen.
Op de vragen van den heer Teulings,
betreffende afwijzing van een voorstel van
den bond van Nederlandsche brouwerijen
tot verlaging van den bieraccijns heeft de
Minister van Financiën o.m. geantwoord:
Het is juist dat de Bond van Nederland
sche brouwerijen te Amsterdam bij brief
van 22 Februari 1936 aan den minister
een voorstel heeft gedaan met betrekking
tot verlaging van den bieraccijns. De mi
nister heeft geen vrijheid kunnen vin
den een op' het voorstel van den genoem
den bond gegrond ontwerp van wet aan
hangig te maken.
Het komt den minister weinig gewenscht
voor in de accijnswetgeving een element
op te nemen, dat er tot dusver geheel
vreemd aan is, te weten het invoeren van
tweeërlei tarief, waarbij de toepassing van
het eene of het andere tarief niet afhan
kelijk is van de samenstelling van het be
laste artikel of van het doel, waarvoor
het gebruikt wordt. Bovendien rijst de
vraag, of een dergelijke regeling, al moge
zij wellicht niet in strijd zijn met de let
ter van art. 176 van de Grondwet, wel met
den geest van dit voorschrift vereenigbaar
kan worden geacht.
Het scheen den minister voorts niet wel
mogelijk, een regeling te treffen, waarbij
het uitgesloten zou zijn, dat daarvan in
eenigen vorm een niet met de bedoeling
strookend gebruik zou worden gemaakt,
waardoor nadeel voor de schatkist zou
kunnen ontstaan.
Het voorstel gaf bijzondere moeilijkhe
den ten aanzien van nieuwe bouwonder
nemingen, die in 1936 mochten worden
opgericht en ten aanzien van brouwerijen,
die in 1935 buiten werking zijn geweest
doch in 1936 weder in bedrijf worden ge
steld.
Ten slotte zullen de budgetaire gevol
gen eener verlaging van den bieraccijns
niet beperkt blijven tot het jaar 1936.
DE CUNERA-KERK TE RHENEN
BEHOUDEN.
De ijzerconstructie geplaatst.
In den afgeloopen nacht is in de Cu-
nerakerk te Rhenen de ijzerconstructie
der nieuwe pilaar, onder leiding van ar
chitect Kromhout, op haar plaats ge
bracht. Thans heeft dus het betonnen dal:
de hoognoodige steun verkregen en is de
overbelasting van de andere pilaren op
geheven. Twee zuilen waren reeds in ijzer
en bout verpakt en hedenmorgen is men
ook een derde pilaar gaan versterken. Het
ligt in de bedoeling de overige zes pilaren
eveneens van een zware bekisting te voor
zien. Men kan thans wel met zekerheid
zeggen, dat de Cunerakerk behouden is.
zoo'n groote ronde beschuit van Paul
C. Kaiser! Bros en knapperig, zooals
alleen de allerbeste beschuit kan zijn!
Voor een heerlijk, gezond ontbijt bijna
onmisbaar Haal een rol in huis!
9 stuks 9 ct. Met Paula-bon! 0
Groote ronde beschuit
N.V. PAUL C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN - ROTTERDAM
3220
(Ingez. Med.)
VERGADERING VAN „SCHUTTEVAER".
Te Dordrecht begon gistermiddag de
algemeene vergadering van „Schutte-
vaer" onder leiding van mr. W. A. C. van
Dam.
Nadat enkele aangelegenheden van in
ternen aard waren behandeld, kwamen
afdeelingsvoorstellen aan de orde. Deze
bevatten meerendeels wenschen ten aan
zien van betere verlichting, brugopening
enz. in verschillende deelen des lands; zij
werden nagenoeg zonder discussie aange
nomen. Het bestuur zal zich als gevolg
dier aanneming tot verschillende regee-
ringsinstanties wenden.
Vervolgens kreeg mevr. Van Riei—
Smeenge het woord. Zij releveerde, dat
het ruim 45 jaren was geleden, dat wijlen
haar vader, mr. Harm Smeenge. voorzit
ter van „Schuttevaer" werd, en dat zij en
haar zuster meermalen de gast der
vereeniging waren. Mijn vader leerde mij,
nimmer voor een moeilijken plicht op zij
te gaan. Daarom ben ik ook nu in uw
midden. Helaas heeft hij het niet mogen
beleven, dat alle schipperskinderen onder
wijs krijgen, doch wel heeft hij kunnen
constateeren dat het naderde. Spreekster
hoopte, dat de herinnering aan mr. Harm
zou blijven voortleven en er in zijn geest
zou worden doorgewerkt. Zij bood. mede
namens haar zuster, het portret van
wijlen haar vader aan.
Mr. Van Dam aanvaardde voor „Schut
tevaer" het geschenk onder dank en zeide
zeer waardeerende woorden over het werk
en nagedachtenis van den ontslapen
voorzitter. Daarop werd de middagver
gadering die druk was bezocht, gesloten.
Te half acht werden de congressisten
officieel ten Raadhuize ontvangen.
UIT DE LEDER- EN SCHOEN
INDUSTRIE.
Contactcommissie ingesteld.
Gisteren kwamen onder voorzitterschap
van mr, B. van Spaendonck afgevaardig
den der organisaties in de leer-, schoen
en aanverwante branches bijeen, ten ein
de tot de oprichting van een contactorga
nisatie te geraken.
Aanwezig waren ook prof. Kaag, regee-
ringscontactcommissaris en drs. J. H. Gis
pen van het departement van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart. Waar het mee-
rendeel der organisaties zich bereid ver
klaarde aan dit contactorgaan medewer
king te verleenen, werd besloten tot op
richting van de stichting „commissie van
overleg voor de leer-, schoen- en aanver
wante branches.
Een voorloopig bestuur werd gekozen.
Ais voorzitter zal optreden voor dit jaar
de heer W, Donker Pzn., terwijl tot secre
taris werd benoemd mr. H. A. J. C. Muy-
ser.
Uit de vergadering kwamen stemmen
naar voren om zoo spoedig mogelijk leve-
rings- en betalingsvoorwaarden met. een
daarbij behoorende credietregeling in
voorbereiding te nemen.
SPOORWEG GOUDA—SCHOONHOVEN
WORDT OPGEHEVEN.
Het comité van actie tegen de opheffing
van de spoorlijn GoudaSchoonhoven
ontving van den minister van Waterstaat
bericht, dat instandhouding van den
spoorweg GoudaSchoonhoven oecono-
misch niet gerechtvaardigd is, en het ver
voer zonder overwegend bezwaar kan wor
den overgelaten aan de auto, waarvoor de
wegen belangrijk zullen worden verbeterd
of nieuwe wegen zullen worden aangelegd.
De dienst op den spoorweg zal met in
gang van een nader te bepalen dag wor
den gestaakt.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Op zijn weg naar Noord-Amerika is
het luchtschip „Hindenburg" hedennacht
over ons land gevlogen.
Uitgesproken: W. Wagemans, Leiden,
Witte Singel 10. R.c. mr. H. W. E. Klomp.
Cur. mr. H. W. J. A. Averbeck, Leiden.
H. Stolker Cr., los arbeider. Haarlem
mermeer. Aalsmeerderdijk 648. R.c. mr. C.
G. Bijleveld. Cur. mr. dr. A. F. H. Schreurs
Haarlem.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
C. P. Tijssen Thzn., Zoeterwoude.
C. Fangman, Aalsmeer.