Een in den oorlog gezonken Duitsch oorlogsschip versleept DIE HOUTEN KLAAS 77s,e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE BRITSCHE KRUISER „EUTERPRISE", welke de Keizer van Abessynië met zijn familie te Djiboeti aan boord heefb genomen, om hen naar Palestina te brengen. EEN HERINNERING VAN DEN GROOTEN WERELDOORLOG. - Ln 1919 zonk bij Scapa Flow heb Duitsche oorlogsschip „König Albert". Thans, na 17 jaar, is de oorlogsbodem gelicht en zal naar een Schotsche werf bij Rosyth worden gebracht, waai- het zal worden gesloopt. Het versieepen had plaats door drie Hollandsche sleepbooten. ALS IN DEN BEEMSTER DE VRUCHTBOOMEN BLOEIEN. - Een SCHEVENINGEN TREFT VOORBEREIDIN GEN VOOR HET BADSEIZOEN. De boerderijtje verscholen in den bloesem. opbouw van het Volkszeebad aan het strand DE PIJLER VAN 2100 K.G., WELKE HET DAK VAN DE CUNERAKERK, waarin enkele dagen geleden bij restauratiewerkzaam heden, instortingen plaats vonden, zal moeten schragen. HET OOG VAN DE BRITSCHE LUCHT VAART. Een nieuw model camera, bij de Royal Air Force in gebruik. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 54) Het was avond, eer hij het huls van zijn schoonzuster bereikte. Zij was alleen en ">en ze opkeek, zag ze, dat hü teleur gesteld het hoofd schudde. „O, het ls verschrikkeiyki!" riep mrs. Morton. „Het heele stadje weet 't al. We kwamen mr. Brady en zyn zusters tegen en die hielden zich net of ze Ida niet *agenze is kapot, wil je wel geloo- ven?" „Heeft ze je dan alles verteld?" ■>Ze kon niet anders. Mrs. Rollstone is ™i] komen vragen of het waar was als een vriendin zei ze, maar ze had beter «innen zeggen: als een vyandin, en mrs. aan is er qqIj geweest, en die wilde Ida ■K* maar ik heb haar toen te woord gestaan. Wat een slechte vrouw toch ook, Tn. Z1) -aar toestemming heeft gegeven! ,,„n. fijn ze vertrokken en hebben het •an iedereen verteld en nu zal de politie raijn arm kind komen halen!" en, dit zal niet gebeuren, tenzy ik act€. van vervolging instel, wat ik nooit zal doen of het moest al de kriit, ®,anier zijn om myn kind weer te enklfn ^idc juist vragen of Ida nog e aanwüzingen zou kunnen geven. T fchljnt nu zeker, dat hij niet naar roronto werd gebracht." eaani lli: n°g eens met llaar praten av£„j 15 200 van streek, dat ze je van- J™ onmogelijk te woord kan staan." niêf j M°rton ging en kwam weldra terug de mededeeling, dat Ida ontzet was, toen ze hoorde, dat kleine Michael niet by de Jones zou zijn. Ze had er vast op vertrouwd, dat Louisa hem vriendeiyk zou behandelen en dat ze hem enkel zou af staan aan een van de Canadeesohe far mers, die steeds zoo graag kinderen aan nemen. De laatste hoop bleef nu, dat dit ook het geval zou kunnen zyn, ofschoon de gelegenheid daartoe op weg naar To ronto niet groot was. Ida had geschreid over die tyding. Het was niet haar bedoeling geweest, dat het kind ooit slecht behandeld zou worden en de schok was groot, zoowel voor haar als voor haar moeder. Mrs. Morton voelde zich verpletterd en door verdriet, en door bezorgdheid over den kleinen jongen, en door de schande en de angst, dat de geschiedenis in de bladen zou komen, waardoor zy dan ook niet langer in Westhaven zou kunnen blijven. Maar haar zwager verzekerde haar, dat hü zou doen, al wat in zyn ver mogen was, om publiciteit te voorkomen en tevens, dat hy haar vrij sprak van alle blaam in deze zaak. „O, beste Frank!" zei ze. „Je bent zoo goed, dat ik een gevoel krijg of ik een groote zondares ben! Daarmee bedoel ik niet, dat ik my ooit heb kunnen vereeni gen met dien onzin van die arme Ida wat tegelyk haar eenig excuus was. Geen vrouw, die ooit moeder is geweest, zou daar geloof aan kunnen slaan, maar daarom zeg ik nog niet, dat ik niet gemord heb, toen myn jongen zyn vooruitzichten benomen werden." „Dat verwondert mij niets." „En ik heb nooit willen luisteren naar jou en naar Mary wat betreft de opvoeding van Ida. Ik heb haar maal laten leegloopen en zich laten kleeden en haar al die romans laten lezen en daardoor heeft zy zich die monsterachtige ideeën in het hoofd gehaalo. Je weet niet, wat ik al niet heb doorgemaakt met dat kind, Frank zoo heel verschillend als zy is van de andere twee! O, als ik" toch opnieuw eens kon beginnen!" „Misschien," zei Frank vol mededoogen, „dat deze verschrikkelyke schok haar de oogen openen moge en dat die door Gods zegen het begin moge zyn van<betere dingen „O, Frank, je bent een engel van goed heid, dat je ons nog kunt zien!!" riep de arme vrouw, heftig als zy altyd was in haar gevoelens en haar betuigingen. „Hoor eensWat is dat? Ik kan nu niemand ontvangen." „Het is miss Rolstone, madam, met een brief voor zyn lordschap." HOOFDSTUK XXXVIII. De oplossing. „Beste Rose, Ik weet niet, waar Oom is. Wees dus zoo goed hem dezen brief te zenden. Ik ben heelhuids in Toronto aangeko men en kon gemakkelyk dien Jones vin den, die een heele heer is, eerste stuur man aan boord van „The British Em press". Hij was heftig ontsteld door myn verhaal en zei, dat zün broer overgeko men was met zyn vrouw, maar niet met een kind. Het bleek duidelyk, dat hij zich erg teleurgesteld voelde in Rattler en dat hy er in het geheel niet mee ingenomen was, dat mrs. Louisa meekwam, want hy noch zyn vrouw hadden iets met haar op. Hy had voor zyn broer een baantje weten te krygen aan een stoomboot, die juist was gaan varen op het Winnipeg-meer, omdat hy zeker biy was, dat hy op die manier af zou zün van den omgang met die vrouw. Hy keek heel zwart, toen hij hoorde, hoe ik er zeker van was, dat hy het kind meegenomen had en dat zij er betaling voor had gekregen. Er zat niets anders op, dan de Rattlers zelf te gaan opzoeken en aan hen te gaan vragen, wat ze met dien armen, kleinen Mite gedaan hadden. De broer is een beste kerel en hy zou graag met my meegegaan zyn, maar hy moest op zyn boot blyven. Hy heeft my een brief gegeven voor Sam; dus moest ik gebruik maken van de Cana- deesche Pacific-Railway en dat zou ik niet kunnen gedaan hebben, als jy my niet die som geleend had. Prachtige stre ken ben ik doorgereden; ik heb nog nooit zulke boomen en zulk wild gezien! Of het geluk 't zoo wilde, zat ik in den coupé met een Engelschman een gen tleman, op en top, dat zag je wel met een half oog en we werden zóó goede vrienden, dat ik hem de reden van myn komst meedeelde. Het was een geweldig joviale kerel; hy vertelde my, dat hy een paar mylen buiten Winnipeg woonde; dat hy een aandeel had in de Stoomvaart- maatschappy en dat ik, als ik op eeniger- lei wyze moeilykheden mocht ondervin den, maar by hem moest komen, mr. Forman op Northmoor. Ik staarde hem aan by dien naam, dat begrijp je wel! Er stond een mooi paard en rijtuig aan het station op hem te wachten en weg was hy! Ik ging eerst in het hotel die vind je overal, wat er nu verder ook niet moge wezen en toen naar de Jones. Eerst kreeg ik de vrouw te spreken; ze zag er fataal slecht uit, of het leven met Rattler haar niet bepaald meegevallen was. Ze huilde emmers vol en zei, dat ze er verder niets van wist, dan dat ze dien kleinen, armen Mite te slapien had gelegd, na het avondeten in een herberg in Liver pool. Ze was doodop, en, toen ze wakker werd, was hy weg, en haar man vloekte haar uit en wilde in het geheel niet zeg gen, wat hy met den jongen gedaan had, behalve dan, dat hy hem geen leed had toegebracht Toen ondervroeg ik Sam Rattler zelf; hy vloog op en zei, dat my- lord hem een leelijke poets had gebakken en dat hy nu het heft in handen had en dat hy hem niet zou laten weten, wat er van zyn kind geworden was, als hij beha tenminste niet ruimschoots vergoedde, hetgeen hy voor hem verloren had laten gaan. Dus toen moest ik wel by mr. Forman aankloppen. Hü heeft een huls prach tig gewoon! met een voortuin en er achter schuren en stallen en roggevelden en dennenaanplantingen. Zoo hebben mr. Forman en zijn zwager, kapitein Adler, het gemaakt; en er is ook een allerliefste dame en zuster van mr. Adler. De kapi tein was ten zeerste verbaasd, dat het de zoon was van lord Northmoor, dien ik zocht. Hy is niet zoo thuis in den adel als je vader, zie je, en dus moest ik het hem uitleggen. Hij dacht, dat lord North moor was, óf de oude heer, óf het zoontje van lady Adela. Hy zei, dat hy zijn geluk kigste dagen had doorgebracht op North moor en hy vroeg naar lady Adela en of miss Morton getrouwd was. Hy ging met my mee en liet mr. Rattler gauw een toontje lager zingen, door er hem op te wyzen, dat hij hem makkelijk zun ontslag kon bezorgen, ook al werd hij dan ook wettelijk vervolgd door myn mededeeling, dat hy het kind gestolen had. De man eindigde met te zeggen dat hij er niets voor voelde om opgescheept te zitten met een andersmans kind, zoodat hy, even voordat het schip uitvoer, den jongen te slapen had gelegd by de deur van het Armhuis in Liverpool. Dus zal die kleine Michael wel daar zyn! Ik zou het dade- lyk getelegrafeerd hebben, maar ik weet niet, waar oom is, of dat hy er misschien al van afweet, maar jy wilt hem zeker wel den ingesloten brief dadelyk doorzen den. Ik heb hem gevraagd of hij je je voorschot weer wil betalen uit myn toe lage: het is alles aan jou te danken, dat het jong nu tenminste niet als een be stedeling van het Armhuis zal moeten opgroeien. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5