Humor uit het Buitenland. LEIDSCH DAGBLAD - Zesde Blad Zaterdag 2 Mei 1936 FINANCIEEL OVERZICHT. UIT DE BONTE WAERELD Berooid Jongmensch, een schrïkkelaanzoek ontvangend: Wer kelijk Joan, van een huwelijk kan geen sprake zijn. Wel, lk zou niet eens een muls kunnen onderhouden 1 Joan, zeer vast besloten: Maar natuurlijk wèl, lieveling; lk ben dol od muizen I (London Opinion) Man, van de verkooplng thuis komende: Het was kóó'n koopje, vrouw, efl ik dacht zoo, we zullen hem nog ■wel erls noodlg hebben om appels van dezen boom te plukken. .(Humorist), Eh.... weet U nog, wens kaartje u op één na heb laatste hebt afgegeven,? Nu, mij hetzelfde alstublieft. (Happy Magjj „Ga weg, zeg ik je. We doen niet mee aan dat blinde mannetje spelen(Humorist). De nieuwe domlné„Waarom houdt gU lieden dien deken daar op Kees„Nou, Jan Dlrkse en z'n wijf hebben dik mot met elkaar, en nou verwachte we Jan leder oogenblik." (London Opinion), j Sinds ze een paap: bladzijden uit die encyclopedie op at, Is ze te verwaand om tegen ons te praten. (Sie und Er) Noodzakelijke saneering der Fransche staatsfinanciën Koersdaling van Fran sche staatsfondsen Verkoopbeweging op de New Yorksche Beurs Teleurstellen de kwartaalstaat van de staaltrust Vergrooting der rubberverschepingen in bet tweede halfjaar Ongunstige divi dendverwachtingen voor Handelsvereen. Amsterdam Scherpe koersfluctuaties op de Amsterdamsche Beurs. De stemming ter beurze heeft in de af- geloopen week alles te wenschen overge laten. Op sommige dagen is het tot scher pe koersdalingen gekomen en ook de fondsen, die niet door deze koersdaling getroffen werden, lagen gedrukt in de markt. De factoren, die het marktverloop beheersdhten, waren dan ook wel van zeer deprimeerenden aard. De voorloopige uit slag van de Fransche verkiezingen heeft op de Parijsche beurs de verwachte reactie teweeg gebracht. Vooralsnog is er welis waar nog weinig definitiefs te voorspellen omtrent de vermoedelijke samenstelling der nieuwe regeering en nog veel minder omtrent de houding, welke deze ten aan zien van het valuta-vraagstuk zal aanne men. Er bestaat echter weinig aanleiding, om in dit opzidht optimistisch gestemd te zijn. Het beste, dat men vermoedelijk mag verwachten, is een platonische verklaring ten gunste van handhaving van den franc; zulk een verklaring zal echter geen oplossing vormen voor het moeilijke vraagstuk, waarvoor elk Fransch Kabinet, hoe de samenstelling er van ook zijn moge, zich gesteld zal zien, nJ. de saneering der Fransche staatsfinanciën. Wil deze effect sorteeren, dan zal zij binnen den kortst mogelijken tijd moeten geschieden; anders zal 't aanhoudende wantrouwen 't de re geering hoe langer hoe moeilijker maken de voor voortzetting der staathuishouding be- noodigde middelen te verkrijgen. Een ver dere verhooging van het maximum aan schatkistbiljetten, dat door de regeering mag worden uitgegeven, zou wel een zeer ongustigen indruk maken, nadat reeds eenige weken geleden de grens der uitgifte met Fr. 5 milliard was verhoogd. Het is zelfs de vraag, of een nieuw bedrag plaat sing zou vinden. Van de onderhandelin gen, die met een Nederlandsche bankiers- groep zijn gevoerd over «en guldens- crediet van f. 100 millioen hoort men ook niets meer; het afsluiten van het crediet zoo hiervan nog sprake is zal wel zijn uitgesteld met (het oog op de politieke onzekerheid. Van een consolidatie der sterk opgeloopen vlottende staatsschuld zal zeker geen sprake kunnen zijn, zoolang geen orde op de staatsfinanciën is gesteld. Voor houders van Fransche staatsfond sen is het de groote vraag, ln welke rich ting de oplossing van het moeilijke pro bleem zal worden gezocht. Zelfs wanneer devaluatie achterwege moclht blijven, zul len wellicht offers van houders van staatsfondsen en door den Staat gegaran deerde leeningen worden verlangd, in den vorm van een extra couponbelasting of Iets dergelijks. Het is dan ook geen wbn- der, dat de stemming voor Fransche staats fondsen op de Parijsche beurs zeer ge drukt is. Hierbij aansluitend zijn ook de noteeringen voor Fransche obligatiën op de Amsterdamsche beurs verder afge brokkeld. Tot een overstelpende verkoop beweging is het echter niet gekomen en hiertoe schijnt dan ook weinig aanleiding te bestaan. Men moet niet vergeten, dat ln de koersen van Fransche staatsfondsen reeds heel wat ongunstige verwachtingen verdisconteerd zijn. Voor de 4 leenin gen b.v. bedraagt de noteering nog geen 70 ook de obligatiën der Fransche spoorwegondernemingen hebben reeds een peil bereikt, dat ook in geval van devalua tie nog slechts een geringe marge voor een verdere koersdaling laat. Naar men weet, hebben de leeningen van de Fransche spoorwegmaatschappijen een indirecte garantie van den Staat, doordat de schatkist de tekorten bijpast, van het „Fonds commun", d.i. het gemeen schappelijke fonds der spoorwegen, waarin deze eventueele overschotten storten en waaruit zij eventueele tekorten bijgepast krijgen. Tot dusverre is de Fransche Staat de verplichtingen, die zij uit hoofde van de bestaande overeenkomst met de spoor wegen had aangegaan, stipt nagekomen. Dit heeft de schatkist echter vele millioe- nen gekost en reeds herhaaldelijk is van bepaalde zijden aangedrongen op een nieuwe regeling, die dan stellig ten na- deele van obligatiehouders zou uitvallen. Een verschuiving in de Fransche Kamer naar links zou den aandrang, om in deze omgeving een verlichting voor de Fransche schatkist te zoeken, wel eens aanmerkelijk kunnen versterken. Ter beurze heeft men verband gelegd tusschen den uitslag van de verkiezingen in Frankrijk en de nieuwe scherpe koers daling op de New Yorksche fondsenmarkt. Men beredeneert dit aldus, dat de hausse in Wallstreet voor een belangrijk deel te danken is geweest aan Fransche aankoo- pen van Amerikaansche fondsen, als middel om zich tegen verliezer, door eventueele devaluatie van den franc te vrijwaren. Wanneer de devaluatie een vol dongen feit zou zijn geworden, zou dan een verkoopbeweging intreden, doordien de Fransche hun winsten in papierfrancs zouden gaan binnenhalen. De voorloopige uitslag der Fransche verkiezingen zou volgens deze redeneering de New Yorksche beurs aanleiding hebben gegeven, om op deze ontwikkeling reeds vooruit te loopen; men zou het verwachte internationale aanbod voor willen zijn en daarom op het tegenwoordige, nog betrekkelijk hooge koerspeil tot verkoopen overgaan. Het kan waar zijn, dat dergelijke overwegingen een rol spelen bij de verkoopbeweging, die telkens weer op de New Yorksche beurs de overhand krijgt. Het staat echter wel vast, dat dit niet het eenige motief voor den koersval in Wallstreet vormt. In ons vorig overzicht spraken wij reeds de veronderstelling uit, dat het karakter van de New Yorksche beurs een fundamenteele wijziging heeft ondergaan en het gaat er inderdaad hoe langer hoe meer naar uitzien, alsof de hausse-periode is afgesloten. Men helt steeds meer over tot de meening, dat de algemeenè economische opleving in den koers der industriëele fondsen reeds meer dan verdisconteerd is en dat de con junctuurverbetering, die het voorjaar altijd brengt, reeds haar hoogtepunt heeft bereikt. Dat voor deze veronderstelling symptonen aanwezig zijn, komt tot uiting In het weekoverzicht van „Iron Age", waarin gezegd wordt, dat de verbetering in de staalindustrie tot staan is gekomen. Voor de verdere koersontwikkeling op de New-Yorksche beurs zullen behalve de gebeurtenissen in Frankrijk, voorname lijk beslissend zijn de in den eerstkomen- den tijd te publiceeren resultaten van de ondernemingen, welker aandeelen ter beurze verhandeld worden. De psychologi sche factor der „toekomstverwachtingen'' is vermoedelijk wel uitgewerkt en men ver langt meer dan tot nu toe „reëele" feiten. De kwartaalsresultaten van enkele in dustriëele maatschappijen, die tot dus verre werden gepubliceerd, zijn wederom gunstig. Daartegenover staan eohter ook eenige verslagen, die niet goed zijn uitge vallen. Zoo heeft de General Motors haar winst niet geheel kunnen handhaven op het hooge niveau van 52.74 millioen, dat in het laatste kwartaal van 1935 bereikt was, waarbij echter in aanmerking moet worden genomen, dat in 1935 eerder tot productie en verkoop van de nieuwe mo dellen werd overgegaan dan in andere ja ren, hetgeen de omvang der bedrijvigheid in het volgende kwartaal wel ongunstig moest beïnvloeden. Onder deze omstandig heden is de winst in het eerste kwartaal van dit jaar ad 50.16 millioen zeer be vredigend te achten, vooral wanneer men ze vergelijkt met het zooveel lagere winst cijfer ad $29.21 millioen ln het eerste kwartaal 1935. Direct teleurstellend was de kwartaal- staat van de United States Steel Corpora tion die een vermindering der bedrijfs winst in vergelijking met het voorafgaande kwartaal aantoont van S 20.41 tot 17.66 millioen. Onder deze omstandigheden kan de Mij. nog niet overgaan tot een verhoo ging van de uitkeering op de preferente aandeelen, waarop men van sommige zij den gehoopt had. Het bedrag van 1.57 millioen, dat na afschrijvingen, betaling van rente op obligatiën en extra uitga ven en na aftrek van het preferente divi dend ad 0.50 per aandeel overblijft, wordt aan het surplus toegevoegd. Ook werden geenerlei mededeelingen gedaan omtrent plannen tot regeling van het achterstal lige dividend op de preferente aandeelen, waarover reeds sinds eenigen tijd geruch ten hebben geloopen. Zoowel onder den invloed van de alge meen flauwe houding der New-Yorksche beurs als van den teleurstellenden kwar taalstaat zijn aandeelen U.S. Steel Corpo ration scherp in koers teruggeloopen. Het zelfde geldt trouwens voor de andere Ame rikaansche fondsen, die op de Amsterdam sche beurs verhandeld worden. Hoewel later een licht herstel is ingetreden, ls de grondstemming toch ongunstig gebleven en dit oefende ook op de meeste andere afdeelingen der Amsterdamsche beurs een deprimeerenden invloed uit. Hierbij kwam nog de onaangename verrassing, die het Internationale Rubbercomité aan de rub- bermarkt heeft bereid, door den uitvoer van rubber voor het tweede halfjaar van 1936 vast te stellen op 65% van de stand- aardhoeveelheid, tegen 60% voor de eer ste zes maanden van dit jaar. In rubber- kringen had men stellig rekening gehou den met de handhaving van het percen- tage op het thans geldende niveau. Men geeft weliswaar toe, dat de marktpositie van het artikel verbeterd is, zoowel als ge volg van de vermindering van den aan voer als van de toenemening van het rub- berverbruik in de Ver. Staten, maar men meent, dat deze verbetering toch niet van zoodanige beteekenis is, om een verhooging van den export met 5% te wettigen. In dit verband wordt er uit rubberkringen op ge wezen. dat de wereldvoorraden einde Maart nog ca. 582.000 ton bedroegen, terwijl on geveer 360.000 ton als een „normale" stand beschouwd zou kunnen worden. Het besluit van het Comité is echter waarschijnlijk gegrond op de overweging, dat de wereldvoorraden in de laatste maanden met ca. 10.000 ton per maand zijn afgenomen, doordat het verbruik de productie met ongeveer deze hoeveelheid heeft overtroffen. De vermeerdering van de verschepingen over het tweede half jaar tengevolge van de vaststelling van het nieuwe restrictie-percentage zal in totaal 30.000 ton bedragen, gemiddeld dus ongeveer 5000 ton per maand. Indien het verbruik op het tegenwoordige niveau ge handhaafd blijft, Bullen zich derhalve vermoedelijk geen moeilijkheden voordoen bij het opnemen van deze vergroote ver schepingen. Deze overweging heeft er toe geleld, dat de rubberprijs te Londen na en aanvankelijke scherpe daling in her stel was. Ook op de Amsterdamsche beurs trad voor de meeste rubberaandee- len na de voorafgaande koersverlaging een krachtige verbetering in. De tijdelijk flauwe houding van rubber- fondsen heeft ook de andere cultuurwaar den meegesleept. Van suikeraandeelen daalden vooral Handelsver. „Amsterdam", die aan het eind van de vorige week reeds scherp gereageerd waren, verder in koers. Naar men weet is deze suikeronderneming behalve bij tal van andere producten ook in sterke mate bij rubber geïnteresseerdin haar rubberondernemingen op Sumatra werden in de periode van „hoogconjunc tuur" voor Indische producten aanzien lijke bedragen belegd, waarvan het de vraag is, of zij ooit een noemenswaardig rendement zullen opleveren. Daarentegen hebben de andere z.g. bijproducten van de H.V.A. in de laatste jaren heel wat meer tot de winst bijgedragen dan het eigenlijke hoofdproduct, de suiker. Vooral van de oliepalm- en de sisalondernemin- gen mag men, wat de resultaten over het afgeloopen jaar betreft, gunstige ver wachtingen koesteren, in verband met de prijsstijging, die de beide producten, palmolie en sisal te zien hebben ge geven. Toch begint men zich af te vragen, of de prijsverbetering van deze en andere bij producten voldoende zal zijn, om een dividend uit te keeren, dat eenigszins in verhouding staat tot den tegenwoordigen beurskoers van meer dan 200 Er liepen in den jongsten tijd geruchten, volgens welke er op zijn best een dividend van 5 zou worden uitgekeerd, wat uit een rendementsoogpunt natuurlijk volkomen onvoldoende zou zijn. Hierbij komt nog de minder gunstige otwikkeling van de Java- suikermarkt in de laatste maanden. On danks de tijdelijke opleving van den ex port van Java-suiker blijkt de uitvoer in het campagne-jaar 1935/1936 nog te lig gen beneden de voorzichtige raming, die het Gouvernement voor de eerstvolgende jaren heeft opgemaakt en waarop het plan tot saneering der Java-suikermarkt is gebaseerd. De beurs is ook weer wat minder opti mistisch geworden bij de beoordeeling van de dividendvooruitzichten voor de Ko ninklijke. De financieele resultaten van de meeste harer dochterondernemingen toonen weliswaar een aanmerkelijke ver betering aan en in vele gevallen zijn ook de dividenden gestegen. Zoo werd ln de afgeloopen week een dividendverhooging gemeld van de Venezuelan Oil Conces sions, terwijl de Mexican Eagle en de Ca nadian Eagle Oil de betaling van de achterstallige dividenden op de pref. aan deelen aankondigden. Het is echter be kend, dat de Koninklijke zich bij haar dividendpolitiek ln sterke mate laat leiden door de situatie zoowel op politiek als op economisch gebied, op het tijdstip, waarop het dividend wordt vastgesteld. In verband hiermede bestaat de mogelijk heid. dat de verbetering der financieele resultaten niet ten volle in het te decla- reeren dividend tot uiting zal komen. Ook wat Koninklijke betreft, geldt overigens hetzelfde als voor Handelsver. „Amster dam": het dividend moet wel belangrijk hooger worden dan het vorige jaar (toen het 7bedroeg) om op den tegenwoor digen beurskoers een behoorlijk rendement te geven. Hoewel de verkoopsdrang in aandeelen Philips' is opgehouden, is de koers in de laatste week toch weer wat afgebrokkeld, op het bericht, dat de prijzen voor gloei lampen in Engeland zijn verlaagd. Aan deelen Unilever liepen ln aansluiting op de algemeen flauwe stemming ook wat in koers terug. Het zeer onbevredigende jaar verslag van de Nederlandsche Scheeps bouw Mij. en de stijging van het exploi tatie-verlies weerspiegelde zich in een verdere koersdaling van de aandeelen. Ook scheepvaartaandeelen waren lager, onder den Invloed van het weinig opwekkende jaarverslag van de Stoomvaart Mij. „Ne derland", blijkens hetwelk dit vaste lijn- bedrijf slechts in geringe mate kon pro- fiteeren van de tijdelijke lichte verbete ring op de vrachtenmarkt in het laatste kwartaal van 1935. Tabaksaandeelen heb ben zich al evenmin aan de algemeene koersdaling kunnen onttrekken, hoewel enkele onderhandsche tabaksverkoopen tot goeden prijs gunstige perspectieven openden voor de inschrijvingen aan het einde dezer week. Op de beleggingsmarkt ging weer heel weinig om, maar de ondertoon bleef gun stig. Zoo nu en dan viel er eenige vraag naar pandbrieven waar te nemen, die tot een lichte koersverbetering voor bepaalde soorten leidde. Hieronder volgt een overzioht van het koersverloop:: SCHOLIEREN ALS ONTDEKKINGS REIZIGERS. De expeditie naar Lapland, zal, naar Dit Londen verluidt, begin Augustus van dit jaar plaats vinden. De deelnemers zijn, met uitzondering van de belde leiders, niet ouder dan negentien jaar. Dit is reeds de vijfde expeditie van deze soort, hoeve! de eerste vier kleiner waren en hun s- derzoekingstooht niet zoo ver hebben uit gestrekt als dit thans het geval zal zijn. Deze Lapland-expeditie zal alle vorigs I overtreffen. Het aantal deelnemers be draagt honderdtwintig. De expeditie be staat uit twee afdeelingen, die der se niores en die der juniores. Eerstgenoem- den zijn jongens van zeventien tot negen tien jaar. Zij zullen hun tenten op de ze ventigste breedtegraad opslaan en ver schillende onderzoekingen verrichten, 0.3. ook betreffende het aard-magnetisme. Deze groep bestaat uit zeventig jongens. De andere groep, die der juniores, vijftig in betal, zijn jongens van vijftien en een half tot zeventien jaar. Zij zullen een kamp betrekken ongeveer 250 KM. ten Zuid-Oosten van hun oudere kameraden Het Koninklijke Engelsohe Observato rium alsmede de Brltsche admiralitei- hebben de noodige instrumenten, waar de opmetingen mede zullen geschieden, be langeloos aan de expeditie afgestaan. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat men de jeugdige ontdekkingsreizigers niet ge durende drie weken den geheelen dag „zoet" kan houden met het controleeren van compassen of wat dies meer zij. Daar om zal een groot gedeelte van den dag besteed worden met jagen. Wij mogen aannemen, dat de jongelui dit niet de minst aangename bezigheid tijdens hun verblijf in het hooge Noorden zullen vin den. o DE MAN, DIE HONDERD VIJFTIG DUIZEND OORVIJGEN GEKREGEN HEEFT. Te Boston leeft sinds eenige Jaren de eens zeer beroemde clown Mark Angel, die dezer dagen zijn memoires uitgegeven heeft, die tal van interessante bijzonder heden bevatten. Zoo vertelt Angel o.a., dat hij gedurende de twintig jaren, dat hij ais clown werkzaam was, in totaal honderd- vijftigduizend oorvijgen gekregen heen. Gemiddeld kreeg hi) er per avond twin tig. Het honorarium, dat hij hiervoor ont ving, bedroeg een halven dollar per klap. waardoor het hem dan ook mogelijk was een nauwkeurige boekhouding betreffende de ontvangen oorvijgen er op na te hou den. Anaconda Copper 22 5/16, 18 7/8, 19 7/8. Bethlehem Steel 32 3/8, 27 1/4, 291/8. U. S. Steel 39 3/8, 33 11/16, 34 7/8. General Motors 401/16, 361/4, 371/8. Amsterdam Rubber 119'/i, 109 1/4, 1123/4- Oost Java Rubber 99 3/4, 93, 971/2. Hessa Rubber 95 1/4, 98. 901/2, 911/4- Serbadjadi 62 1/4 ,55 1/2, 59 3/4. Handelsver. „Amsterdam" 216 1/4, 220, 20», 215. Koninklijke Petroleum 24 8 3/4, 2491/2. 2401/4. Philips 173 1/4, 169 1/2, 170 1/2. Unilever 105 1/2, 105 7/8, 103, 105. Ned. Scheepsbouw 241/2, 20. Stoomv. Mij. „Nederland" 35 3/4, 31. Ned. Scheepvaart Unie 40 3/4, 42, 37 3/4. De li Batavia Mij. 177, 178 1/4, 168, 168 3/4 Deli Mij. 205, 207, 195 1/4, 202. 4% Nederland 98 7/8, 99. 2%% N.W.S. 76, 76 1/2, 76 3/8, 761/4. 4'/i% Friesch-Gron. Hyp. Bk. 96 5/1. 97 3/8. 4% Zuid-HoU. Hyp. Bk. 83 7/8, 85. 2-8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 20