Hoog water bij Nijmegen - Groote brand te Amsterdam DIE HOUTEN KLAAS 77sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. EET WASSENDE WATER. De laatste dagen is de Waal bij Nijmegen zeer snel ge stegen. De Waalkade staat tengevolge hiervan geheel onder water. De auto's, welke de pont willen bereiken, ontkomen niet aan een onvrijwillig bad. HET DUITSCHE OPLEIDINGSSCHIP VOOIC DE KOOPVAARDIJ „CARL VINNEN", EEN VIJFMASTER heeft ligplaats gekozen in een der dokken van Rotterdam. DE HERTOG VAN KENT (LINKS), BROEDER VAN DEN ENGELSCHEN KONING EN ADMIRAAL BROMLEY vei^ laten de St. Paul's Cathedraal te Londen na afloop van dea dienst ter eere van Engeland's schutsheilige St. George. DE BEKENDE FILMSPELER CHARLES LAUGHTON IN AMSTERDAM. Met den filmarchitect Vincent Korda, treft hij maatre gelen voor de binnenkort te verschijnen film Rembrandt". Laughton (rechts) en Korda. FONtVlEJLU EEN „ALPHONSE DA UDET"-POSTZEGEL uitgegeven door de Fransche posterijen. De molen, waarin de bekende schrijver heeft gewerkt, is er op afgebeeld. UITKIJKPOST MET KORTEGOLF- ZENDER op het Hilversumsche stadhuis tijdens de gehouden lucht beschermingsoefeningen. FELLE BRAND IN DE HOOFDSTAD. De gebouwen van de Nederlandscbe poetsdoekanfabriek ,,Walco' te Amsterdam, werden geheel door het vuur vernield. Foto genomen tijdens het blusschingswerk. aan den Omval Naar het Bngelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 44). Als zij bijvoorbeeld met veel moeite en inspanning een fort van zand hadden ge bouwd, kon hij met één slag van zijn schopje het geheel ineen doen storten en dan smadelijk lachen bij de „putnhoopen van Carthago", zich niet storend aan de kreten van woede van de belegerden en waarschijnlijk nog meenend, dat hij een heel verdienstelijk iets bedreven had! Eens toen een verontwaardigde jongen van acht den lastigen spelbreker eens ilink dooreen gerammeld had, of hij een jonger broertje was, hadden de meesten van degenen, die dit tooneeltje bijwoonden de partij gekozen van den aanvaller en hadden „ach en wee" geroepen over den deugniet, die den armen, kleinen jongen, die zoover af was van zijn doodzieken vader, zoo geducht onder handen had kunnen riemen. Om der wille van den vrede en uit zelf verdediging nam nu in het vervolg de familie Lincoln ijlings de vlucht bij het naderen van Mite en stelde zich verdekt op tusschen de rotsen, waar hij niet licht zou doordringen. Bij mr. Rollstone vond Eden grooten troost Zij ontdekten, dat ze eens op het zelfde landgoed in betrekking waren ge weest en dat ze een groot aantal kennis sen gemeen hadden en ze waren het roe rend eens in hun oordeel over mrs. Morton en Ida, die mr. Rollstone, „visch noch vleesch' 'noemde, ofschoon miss Constance op en top een lady was en ook altijd was geweest. En mr. Herbert had ook nog wel een echte gentleman kunnen worden, als hij maar geslaagd was voor cadet. Gewoonlijk zat Eden 's middags bij mr, Rollstone, die den laatsten winter veel last had gekregen van rheumatlsche pijnen, terwijl zij zich niet In staat voelde, om zoo lang met master Michael op het strand te wandelen, zoodat ze dit wel moest overlaten aan het kindermeisje Ellen. De oud-butler wilde graag „miss Eden" eens laten kennis maken met zijn doch ter, die met de Pinksterdagen haar ouders kwam opzoeken, ofschoon zij het volgend kwartaal voor goed zou thuis komen Het speet haar, dat zij dan weg zou zijri van haar vriendinnen In Londen, maar ze voelde dat haar ouders haar zoo noodig hadden, dat ze dan thuis haar werk zou voortzetten. Op dien eersten Pinksterdag waren ze allen heel bezorgd en Rose was geheel vervuld van het gevoelen van Constance, toen zij met tranen in de oogen keek naar den kleinen vent, in de kinderkerk, die bij zijn juffrouw stond, met wijd-open oogen. hoofdzakelijk gericht op Willy Lincoln, die zijn held was. Met de voorliefde van Jonge meisjes, om zich te verdiepen in naderend verdriet, voelde Rose een over weldigend meelijden met den kleinen, blonden jongen, die zij reeds vaderloos waande en dat terwijl hij nog zoo totaal niet in het besef was van de zware ver antwoordelijkheid. die hem dan op de schouders zou zijn gelegd. Nog een paar oogen waren op het ventje gericht, echter niet meelijdend, maar ver ontwaardigd. Die jeugdige pretendent was de eenige sta-in-den-weg tusschen Her- bert en het kroontje tusschen Ida zelve en Ida was van de school naar de kerk gewandeld met dominee Deyncourt en die had zóó gevoelig gesproken van het leed in de familie en was zóó deelnemend ge weest voor haar, dat zijn sympathie haar *t hart sneller kloppen deed; vooral toen hij haar meedeelde, dat zijn zusters bij hem kwamen logeeren, mrs Rollstone had plaats voor haar weten te maken en zij zouden haar dan, beter nog dan hij dit kon, op de hoogte brengen van enkele vfin de plannen, die hij met de kleinste kinderen had. Dus hij wilde haar voorstellen aan zijn zusters! Wat beteekende dit? Al waren de Deyncourts nu ook nog zoo hoog in hun wapens, ze zouden toch niet kunnen neer zien op iemand zóó na familie van Lord Northmoor. Later op den dag kwam Tom Brady aan op Northmoor Cottage, en, terwijl hij met den eenen elleboog op de vensterbank geleund ging staan en met de andere hand zijn pijp weghield, die hij juist uit den mond had genomen, vroeg hij, of ze hem ook een kop thee wilde geven: de heele haven was zoo vol leegloopers en balie kluivers, dat hij daar niet blijven kon. Dat was altijd zoo op Pinksteren „Ja, dat begrijp ik wel,"zei Ida en haastte zich, thee te zetten. ..Kornt u liever binnen, mr. Brady!" riep mrs. Morton. „U kunt daar niet makkelijk drinken; u zult het kopje nog omgooien. We zitten vandaag in de eetkamér, om dat De reden ging echter voor hem verloren daar Ida hem binnenliet en hij toen on middellijk plaats nam op de sofa, waar hij zich beklaagde over de saaiheid van de feestdagen. Zijn scheepsvolk zou nog in staat zijn geweest tot staken als hij ze uit de haven had laten gaan, anders zou hij de dames wel hebben gevraagd, of ze ook een eindje met hem gingen op en neer kruisen. „Heel vriendelijk van u, mr Brady, maar in verband met den toestand van mijn zwager, lord Northmoor, zou dat toch geen pas geven". „Hoe is het met hem?" „Heel min: de krachten nemen steeds af. Ik verwacht haast niets anders, dan morgen het ergste te hooren." Reeds hield mrs. Morton haar zakdoek gereed. „Och! Ja, dat is wel treurig! Zou het voor u nog eenige verandering brengen?". „Als die kleine jongen er niet was, dan wél voor mijn armen Herbert." „Dat moet een leelijke tegenvaller voor hem zijn geweest!" ,.Ja," nam Ida nu het woord, „en som migen denken, dat er wel iets vreemds mee moet zijn geweest: het kind werd ge boren in de Dolomieten en niemand was er bij!!" „Praat toch niet zoo, Ida!" vermaande haar moeder „Dat kan ik niet goed heb ben". „Een ondergeschoven kind dus?." Dan zou ik hem maar een kopje kleiner maken!" viel mr, Brady uit, met ruwen lach. maar daarom zeker toch niet zoo erg bedoeld. HOOFDSTUK XXXII. Een Schok. Op den Donderdag van de Pinksterweek kwamen Lady Adela. en Bertha eenigszins hoopvoller gestemd terug van haar bezoek op Northmoor dan den vorigen dag, of schoon nog niet bepaald uitgesproken was, dat er herstel was ingetreden. Maar een groote schok wachtte haar. Het meisje trad haar al bij de deur tege moet, bleek en ontdaan. „O, mij lady, mrs. Eden is gekomen en" Die arme Eden was in den hall en er werd van haar niets anders gehoord, dan JO. mij Lady!"waarna weer een nieu we stortvloed van tranen volgde. „Ga binnen, Eden," zei Bertha ongedul dig. „Houd ons niet zoo lang in spanning. Wat is er met het kind gebeurd? Voor den dag er mee! Het ergste, of je zoudt hidr niet zijn!" Tot eenig antwoord hield Eden een schopje omhoog, een matrozenhoed en een schoentje, dat sporen droeg van zand en zeewater. „Dus dan is het zoo!" zei lady Adela. „O, zijn moeder!" Maar na dien uitval dacht zij aan de arme vrouw daar vóór zich „Ik ben zeker, dat jou geen verwijt treft, Eden". .O. mij lady! Als ik zelve dit ook maar denken kon! Maar dat ik dien armen lie veling ook maar één moment uit mijn oogen heb laten gaan!" .(.Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5