De oorlog in Abessynië wrm E ii m In., ib AARDAPPELMEEL 77^® Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 Aprü 1936 Derde Blad No. 23335 Van het front weinig nader nieuws. Ontevredenheid in Engeland en Frankrijk. VRAGENRUBRIEK. FAILLISSEMENTEN. GEMENGD NIEUWS. voor 't maken van puddin gen en vla en het binden van groenten en soepen i n U Uw keuken ^HJN/T IN UITEREN o Volgens berichten uit Abessljnsche bron weten de Abessljnsche troepen, die trach ten den Itallaanschen opmarsch naar Ad dis Abeba te stuiten, zich in hun stellin gen te handhaven. De Negus zou bezig zijn met het concentreeren van troepen, teneinde de Itallaansche verbindingswegen met Dessle af te snijden. De Itallaansche luchtmacht gaat voort met een krachtig bombardeeren van de streek van Selasse ten noorden van Addis Abeba. In Ogaden zet Grazianl, na zijn laatste overwinning, zijn opmarsch voort. Sasa- baneh zou reeds zijn gevallen, doch offi cieel is dit niet. De correspondent van Reuter-A.N.P. in de Abessljnsche hoofdstad verneemt uit het Noorden, dat de keizer uitgebreide strijdkrachten bijeenbrengt en op deze wijze een ernstige bedreiging vormt voor een afsnijding van de Itallaansche troe pen in Dessie. Toen men in de hoofdstad bemerkte, dat de Italianen er niet in ge slaagd waren op den verjaardag van de stichting van Rome, zooals zij hadden aangekondigd, Addis Abeba te veroveren, begon de bevolking in kleine groepen te rug te keeren. De vluchtelingen leken zich te schamen de wijk te hebben genomen voor een nlet-dreigend gevaar. Volgens nog niet bevestigde geruchten, die hier de ronde doen, zou een Abessljnsche afdee- ling, die in het holst van den nacht van de bergen was afgedaald, de schildwach ten van het vliegveld bij Dessie hebben omgebracht en 17 vliegtuigen in brand hebben gestoken, welke volkomen zouden zijn vernield. De correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Italiaansche legers in het Zuiden seint, dat de Lybische colonne die naar het noorden oprukt evenwijdig aan de hoofd colonne van het Ogadenfront, Sagag heeft bereikt, op 70 K.M. van Bircut. Door de bezetting van deze laatste plaats had de Lybische colonne definitief den rech tervleugel van de Abessijnsche strijdkrach ten van Sasabaneh gescheiden, waardoor het lot van deze stad bepaald was. De Ly bische colonne zet haar opmarsch voort in de omgeving van Bircut. Gisteren hebben Abessijnsche afdeelingen een tegenaanval gedaan op de achterhoede van de Lybi sche colonne in de omgeving van Bircut, maar, zooals wordt medegedeeld, zijn zij met zware verliezen afgeslagen. Men schat de Abessijnsche troepen, die tegenover de Lybische colonne stonden op 20.000 man, waarvan op zijn minst 10.000 in het struik gewas uiteengejaagd, gedood of gewond zijn. De Italianen geven toe, dat hun ver liezen 700 man en 13 officieren, gedood en gewond, bedragen tengevolge van den veldslag van Glanagobo van de vorige week. Zij schatten de Abessijnsche verlie zen in dezen veldslag op 2000. De correspondent van Reuter-A.N.P. in Addis Abeba verneemt verder nog dat de Italianen gisteren Magalo hebben gebom bardeerd de hoofdstad van de provincie Bali. Daarbij werden vier hutten van in boorlingen vernield, terwijl volgens een in de hoofdstad ontvangen telegram twee wouwen gedood werden. Voorts wordt medegedeeld, dat de Italianen nog niet in Sjolameda,. op 160 K.M. ten noorden van Addis Abeba, aan den weg van Dessie, zijn aangekomen. Gisteravond verdrong zich 'n groote menigte agenten van politie rond om het gebouw van de vereeniging van Ethiopische vrouwen. Zij vroegen uitrei king van gasmaskers. In alle deelen van Addis Abeba zijn bil jetten aangeplakt van den volgenden in houd: „Met de bedoeling, een einde te maken aan het circuleeren van geruchten, die de vijand rondstrooit over zijn opmarsch naar Addis Abeba, geeft de regeering de bevol king de verzekering, dat zij in contact is gebleven met de volgende steden: Sjola meda, op 150 K.M. van Addis Abeba aan den weg naar Dessie, Ankober, Warra. Helloe, Hawasj, Daggahboer, Djldjiga, Harrar, Afdeme enz. De Commissie van Achttien. De voorzitter der commissie van acht tien. de Vasconselles, heeft aan de leden der oommissie 'n schrijven gericht, waar in hij het volgende mededeelt: ..Na een grondige bestudeering van den polltleken toestand en na het inwinnen van informaties bij de leden der commis sie, welke zich te Genève bevinden, ben ik tot de conclusie gekomen, dat het niet ge- wenscht is. dat de commissie op het oogenblik bijeenkomt. Ik stel voor, de commissie weer te doen vergaderen in de periode van zitting van den Volkenbonds- taad, tenzij een vroegere datum wordt voorgesteld of ikzelf een vroeger bijeen komen wenschelijk acht". De sancties. De commissie van deskundigen ter con trole op de toepassing der sanctiemaatre- ?elen, heeft gisteren de mededeelingen bestudeerd, die door de verschillende re geeringen verstrekt zijn aangaande de wetgevende maatregelen, die zij ter uit voering der sancties hebben genomen. Ook 'tin de gegevens betreffende den handel met Italië aan een onderzoek onderwor pen. Uit de beschikbare documenten blijkt, bat de Italiaansche uitvoer in Januari 1936 D. V., te V. Ieder overschrijvingsgeval wordt op zichzelf beoordeeld. Het is daar om heel moeilijk vergelijkingen te maken, overigens kennen wij niet de omstandig heden die er toe geleid hebben dat de één we. en de ander nog niet mag spelen voor «enoemde vereeniging. ,.V te K. Verf alleen is onvoldoende. ®°et alle gaatjes zorgvuldig Inspuiten met petroleum, liefst eenige malen. Uw Vrees is gegrond. met 46 procent in vergelijking met Januari 1935 is verminderd, de invoer verminderde met 39 procent. De Italiaansche uitvoer naar de landen, die de sancties toepassen, is zeer gering geworden: in Januari van dit jaar bedroeg hij nog meer dan 16 pro cent van de hoeveelheid van Januari 1936 doch in Februari werd nog slechts 6 pro cent van het quantum van Februari 1935 uitgevoerd. De goudultvoer is tot 1.092.000.000 lire gestegen. De commissie heeft besloten, opnieuw bijeen te komen aan den vooravond van de eerstvolgende zitting der achttien. Het bestuur der Engelsche arbeiders partij heeft na afloop van zijn vergade ring van gisteren een verklaring gepubli ceerd, waarin wordt gezegd, dat op alle leden van den Volkenbond den plicht rust tot strengere toepassing en uitbreiding van de tegen Italië genomen sanctiemaat regelen. totdat de Volkenbond zal hebben gezegevierd. Het Lagerhuis over het conflict. In het Engelsche Lagerhuis heeft de oppositie liberaal Mander het Abessljnsche conflict ter sprake gebracht. Wanneer in Mei de Volkenbondsraad opnieuw bijeen komt, zoo zeide hij, dan moeten wij ver klaren bereid te zijn alle verplichtingen na te komen die het Covenant ons oplegt, dus juist zoo, wanneer er sprake is van een Dultsche agressie tegen Frankrijk als tegen iederen anderen aanvaller. Wanneer Frankrijk echter vindt, dat Abessynië ge slacht en opgeofferd moet worden ten bate van de Itallaansche vriendschap, la ten wij dan het openlijk failliet van den Volkenbond afkondigen en er ons uit terug trekken. Dan doen we tenminste iets dat ons in het oog der beschaafde wereld weer verheffen zal. Ook Pee Smith sprak in gelijken geest, waarop Lord Cranborne namens de regee ring antwoordde dat de spreker der oppo sitie 't voorstelde of de Italiaansche over winning gelijk stond met een Engelsche nederlaag. In dit geheele conflict heeft Engeland niet voor zichzelf gesproken, maar als lid van den Volkenbond, en al mocht het waar zijn, dat Engeland te Ge nève de leiding had genomen dan was dit slechts geschied in het belang van de col lectieve veillgheidsgedachte, waaraan de regeering zou blijven vasthouden ondanks tegenslagen en moeilijkheden, omdat zij de eenige gedachte was die een werkelij- ken waarborg voor den uiteindelijken vrede, dien iedereen wenschte, bood. Een oordeel van Herriot. In de „Information" heeft Herriot een artikel geschreven over den internationa len toestand, waarin hij begint met te constateeren, dat de Volkenbond op het oogenblik machteloos is. Er is geen inter nationale politie. Er is wel een wetboek, althans een begin van een wetboek, maar dat verstoken is van verplichtingen en sancties. Als er sancties of schijnsancties zijn, dan zijn die zwak genoeg om de justi tie, die ze tevergeefs tracht toe te passen, in discrediet te brengen, maar scherp ge noeg om dengene op wien ze worden toe gepast te irriteeren. De Volkenbond vecht met een houten sabel. Hij is dan ook ver slagen. Tweemaal verslagen. De eene maal aan den Rijn, de tweede maal in Ethiopië. Men kan te Genève deze nederlagen nu wel zooveel mogelijk verbloemen, dat neemt niet weg, dat ze in het oog sprin gen. Als er Franschen zijn, die de verdwij ning van den Geneefschen bond wenschen, dan kunnen ze tevreden wezen. Als er anderen zijn, die niet zonder angst een groote verwachting zien ineenstorten, dan is het voor hen tijd te begrijpen". Herriot haalt dan de woorden aan, die Baldwin Zaterdag te Worcester gesproken heeft: „Groot Brittannië zal zich slechts voor de collectieve veiligheid blijven in teresseeren, indien de collectiviteit zich daar zelf voor interesseert" en omschrijft deze woorden aldus: als de leer van de collectieve veiligheid door Genève niet meer wordt in acht genomen, dan zal Groot Brittannië tot zijn oude politiek van isolement en arbitrage terugkeeren. Herriot meent, dat men den ernst daar van in Frankrijk niet genoeg inziet. De dubbele nederlaag van den Volkenbond is een dubbel succes voor de dictatoriale re geeringen. Hitier wordt in het geheel niet lastig gevallen voor zijn schending van Locarno. Mussolini steekt den draak met Frankrijk er. minacht het waarschijnlijk. Voor al de concessies, die Frankrijk aan Italië heeft gedaan, heeft Italië bij de schending van Locarno niet eens het ge baar gemaakt, dat de Franschen getroffen en beloond zou hebben. Herriot trekt uit dit alles de gevolgtrek king, dat Frankrijk daarom beginnen moet een einde te maken aan de Fransch-En gelsche twisten. Ala de twee landen het nieuwe uitstel niet gebruiken voor een toenadering, heeft de geest van vrijheid en vrede voorgoed afgedaan en overwin nen geweld en uitdaging. Df nieuwe Fransch-Engelsche actie mag tegen niemand een bedreiging zijn, zoo min tegen Italië, welks vriendschap men behouden moet, als tegen Duitschland, met welk land elke redelijke Franschman toenadering wenscht. Het doel moet slechts zijn: „strijd tegen den oorlog". Uitgesproken J. Burgëmeijer, groentehand., NIeuwveen No. 9. R.-c. jhr. mr. P. G. M. van Meeu wen. cur. mr. G. G. A. Dieze, Alphen. D. Bol Arieszoon, teelder, Valkenburg Z.H. R.-c. mr. A. B Bommezijn, cur. mr. F. C. Feuerstein, Leiden. Opgeheven wegens gebrek aan actief: W. A. Bergers, Lelden. BRAND GESTICHT OP VISSCHERSBOOT. Lafhartige daad op Urk. Een late wandelaar ontdekte eergister avond tot zijn verwondering, dat er rook uit de motorkamer van de U K 78 kwam. Hij waarschuwde onmiddellijk den eige naar schipper P. Woort. Deze ijlde zonder zich den tijd te gunnen zijn bovenkleeren aan te trekken, naar zijn schip. Tot zijn groote ontzetting bemerkte hij, dat de machinekamer in brand stond. Hoe wel de inmiddels toegeschoten omwonen den hem trachten tegen te houden, daalde hij met den moed der wanhoop af in de met een verstikkenden rook gevulde ruimte. Overal lekten de vlammen aan het met olie doordrenkte hout. Door krachtig met een In de haast ge grepen rak om zich heen te slaan mocht het hem gelukken de vlammen te dooven. Toen het gevaar geweken was, daalden ook andere visschers af in de motorkamer en stelden een onderzoek in, naar de oorzaak van den brand. Al spoedig bleek, dat hier brandstichting in het spel was. Overal lagen met benzine doordrenkte dotten poetskatoen en een benzinetankje was stuk getrapt. Ook op het dek vond men met brandbare stoffen doordrenkte lappen. Had schipper Woort een oogenblik geaar zeld met naar binnen te gaan, dan was de ramp niet te overzien geweest, aangezien zich in de ruimte eenige gevulde olietanks en bussen carbid bevonden. Verschillende koperen leidingen begonnen reeds te smel ten. Het schip was dan zeer zeker uit el kaar gesprongen. Wat dit beteekent, kan men nagaan als men bedenkt, dat de haven volgepakt lag met schepen, welke samen enkele duizen den liters brandbare stoffen aan boord hebben, zooals olie, benzine en carbid. „Tel." EEN KAPITAAL IN EEN OUDE KLOK. Zoo nu en dan gebeuren er. ook in dezen nuchteren. realistischen tijd. nog dingen, die eerder aan een sprookje doen denken, dan aan werkelijkheid. Dezer dagen is te Amsterdam in het hartje van de stad. zoo'n sprookje gebeurd, zoo vertelt de „Tel.". In de Nieuwe Nieuwstraa* is een kleine sliiterii van W. H.. een oppassenden man, die met ziin vrouw en kinderen een moei lijk bestaan heeft. Want de tijden zijn slecht en de klandisie is niet groot. W. H. heeft een zoon. een jongen van twaalf jaar. die nog op schooi gaat en in zijn vrijen tüd af en toe een boodschap doet voor een paar goede klanten. Zoo deed Willem, eigenlijk Wimpie. tot voor kort steeds boodschappen voor een juffrouw van middelbaren leef tüd, die dicht in de buurt van de tapperij een lunchroom dreef. In haar zaak maakte zti propaganda voor m,?ik maar de juffrouw zelf kocht voor de .verandering vaak wat anders uit de tapperij. Wimpie deed voor de goede klant iederen dag een boodschap, waarvoor hü dan aan het einde der week een kleinigheid, kreeg. Een dubbeltje, of als hij het erg druk met de boodschap pen had gehad een kwartje. Wimpie zou nóg boodschappen voor haar hebben gedaan, als de iuffrouw uit den melksalon eenige weken geleden niet uit den melksalon was gegaan, om in een geheel ander stadsdeel van haar opge spaarde geld een stil leventje te leiden. Het gebeurde nu op den laatsten Zon dagmorgen waarop Wimpie tüdens de verhuisdrukte de laatste boodschap voor haar deed. dat de oude tante hem als aandenken voor de vele gewichtige dien sten een steenen klok cadeau gaf. „Neem dat ding meer mee" De kleine Willem was overgelukkig met de klok. rende er mee naar zün huis en met het gelukkigste gezicht van de wereld liet hij het ding zien aan zün moeder die minder enthousiast was. Het klokje zag er een beetje onooglijk uit en het zat dik onder het stof. Juffrouw H. vond het eigenüik wat te vies om aan te pakken. „Breng het maar naar de keuken, dan zal ik het straks eerst afwasschen". zei ze tegen den kleinen iongen. Willem deed het en dacht een uur later al niet meer aan de klok toen vader H. het groezelige ding ook eens bekeek. Zou het uurwerk nog loopen? Vader Willem draaide het klokje eens op den kon. trok uit den bodem een stuk oud krantenpapier weg en ontdekte toen tot zün grooten schrik, dat het klokje behalve het uurwerk, een pakbank biljetten bevatte. Bankbiljetten van tien, van vijf en twintig, van vijftig en zelfs van honderd gulden. Er scheen aan de lawine van banknoten geen einde te ko men. Eindelijk was het klokje schoon en toen lag er op de tafel een berg van bank biljetten die welgeteld een waarde van drie en veertig honderd gulden vertegen woordigen Juffrouw H. en Wimpie stonden bU de ontdekkingsprakeloos. Geen oogenblik dacht de familie H. er aan. deze wonderbaarlijke vondst te ver zwijgen. Het geld werd zoo snel mogelijk nageteld en in een krant gewikkeld. Toen mocht Wimpie. die eerst vele wüze raadgevingen kreeg, het kapitaal terug brengen. Een belooning zou er voor het kereltje toch wel overschieten, dacht het ouder paar. Misschien wel een belooning. die den ouders in dezen kommervollen tüd te pas zou komen. Binnen tien minuten was Willem weer ter.ug. En? Maar Wimpie had weinig te zeggen. Eigenlijk niets. Want de iuffrouw had „dank ie" gezegd en toen de deur weer achter haar gesloten 's Avonds verscheen in de kleine tapperit op den koon toe een zwager van de juffrouw, die namens zün schoonzuster even kwam vragen of erniet meer in de klok had gezeten. Toen was het uit met het goede humeur van iuffrouw H Buiten zichzelf van woede en dat was te begrijpen rende zij naar haar beste klant om deze eens iets te vertellen over recht en rede- lükheid. En het resultaat van dit alles? Wimpie behoeft geen boodschappen meer te doen en juffrouw H. is haar beste klant kwüt. r BB Bi BI Bi Bi B9 ■B BB ■BI VEREENIGDE NEDERLANDSCHE AARDAPPELMEEL-INDUSTRIE - VEENDAM 2 374 (Ingez, Med.) BANKBILJETTEN VAN f.100 IN EEN AMSTERDAMSCHE TAXI. Een chauffeur van een taxi te Am sterdam deed gisteravond, nadat hii een rit in de stad had gemaakt en zün wagen inspecteerde, een goede vondst Op den vloer van den wagen vond hij niet minder dan vier bankbiljetten van f. 100. Hii be gaf zich daarmede naar de taxi-centrale en deponeerde het geld aan de afdeeling gevonden voorwerpen. Toen hii daarna wachtende op een volgende rit. den wagen nog eens goed doorzocht vond hii in de kussens nog drie bankbiljetten van f. 100. welke hii toen ook bü de taxi-centrale bracht. Tot hedenochtend had de verliezer van deze zeven bankbiljetten zich nog niet bij de taxi-centrale gemeld. MOTORRIJDSTER GESLIPT EN GEDOOD. Gisteravond te omstreeks negen uur is op den Ryksstraatweg onder de gemeente Diemen de 28-jarige motorrüdster mej. van S. uit Amsterdam bü het afrijden van den Westelüken oprit van de brug over het Merwedekanaai met haar motorrijwiel komen te vallen, waarschünlijk doordat dit slipte. Zij bleef bewusteloos aan den kant van den weg liggen. Inzittenden van een joasseerende vrachtauto hebben on- middellük hulp gehaald. De doktoren Balfoort uit Diemen en Nikerk uit Naar- den, die spoedig aanwezig waren, con stateerden een schedelbasisfractuur. Weinige minuten na de konast van de geneesheeren is het slachtoffer overleden. DOODELIJKE VAL. Gistermiddag is de 62-jarige werkster mej. N. Koppenol te Naaldwijk bü het verrichten van werkzaamheden in de ge reformeerde kerk van een hoogen ladder gevallen. Zü werd met een ernstige her senschudding en een schedelbasisfractuur opgenomen. Korten tüd later is de vrouw overleden. HOTELBRAND TE GRUBBENVORST. Gisteravond te ongeveer half elf werd brand bemerkt in hotel Breitenbach te Grubbenvorst (L.) Onmiddellük werd de brandweer van Blerik gewaarschuwd. Het vuur bleek te zün ontstaan in de stallen van het hotel De brand breidde zich vrü snel uit. Door gebrek aan water werd het blusschingswerk zeer bemoeilijkt Daar het hotel tussc'nen andere huizen is inge bouwd vreesde men voor verdere uitbrei ding. De brandweer slaagde er echter in den brand tot het hotel te beperken. Dit gebouw ging zoo goed als geheel verloren. Omstreeks 2 uur in den nacht was men het vuur meester. Het huisraad kon slechts gedeeltelijk worden gered. Een paard, dat zich in de stallen bevond, kon met moeite in veiligheid worden gebracht. Het gebouw was bij een Belgische maat schappij verzekerd. VAN EEN KAR GEVALLEN. Gistermiddag toen de 70-iarige land bouwer Minten te Wanssum (L.) bezig was takkenbossen van een kar te laden gleed hii uit en sloeg achterover van de kar. De ongelukkige kwam hierbü op het hoofd terecht waardoor hii een schedel basisfractuur opliep. Spoedig na het on geval is de man overleden. BUITENLANDSCH GEMENGD. BELGISCH POSTVLIEGTUIG VERONGELUKT. TWEE INZITTENDEN OMGEKOMEN. Het driemotorig Belgische postvliegtuig, dat den geregelden nachteliiken dienst ParüsBrusselKeulen onderhield. is gisteravond omstreeks 20.30 uur tusschen Bussy en Baron in het Fransche departe ment Olse door een buitengewoon heftigen windvlaag tegen den grond geslagen. De Belgische piloot Fecheroles en de radiotelegrafist Bloots zün om het leven gekomen. Zij zün levend verbrand. Ook de post is verbrand, tezamen met het toestel. KINDER-SPOORWEGEN VAN 1 TOT 7 K.M. LENGTE. Op initiatief van de „pioniers" te Tiflis, die verleden jaar voor het eerst in de Sovjet-Unie kinder-spoorwegen aanlegden, zullen dit jaar in verschillende steden en gebieden der Sovjet-Unie 26 kinder- spoorweeen worden gebouwd, varieerende van 1 tot 7 K.M. lengte. WEINIG HOOP MEER VON STOHER TE VINDEN. Het zoeken naar den in Egypte ver misten Duitschen gezant von Stoher is tot nog toe vruchteloos gebleven. Men heeft thans nog weinig hoop hem in leven te vinden. HETTY NICOLSPEYER. Oegstgeesterlaan 13 In een kamer aan de straatkant van Oegstgeesterlaan 13 heeft de jonge schil deres Hetty Nicolspeyer een tentoonstel ling ingericht, waarmee zü voor 't eerst zich in het voetlicht der openbaarheid plaatst. En we willen er onmiddellijk aan toevoegen, dat dit debuut, althans in ar- tistieken zin, gelukkig is en goede beloften voor de toekomst inhoudt. In de eerste plaats kent zij reeds in behoorlüke mate haar „vak" Zij verstaat de techniek van teekenen en schilderen, wat steeds bij de beeldende kunsten onvoorwaardelük op den voorgrond moet worden gesteld. Flapdas-artisten met veel bedrevenheid in den mond en weinig in de vingers, hebben we al veel te veel. Zü evenwel is een bescheiden meisje, dat heel wat_ kan en van de züde van het Leidsche publiek bij dit debuut belangstelling verdient. Zü heeft voor het behalen van haar tee- kenacte de Cursus-Veldman in Den Haag gevolgd, die zooals men weet, goed staat aangeschreven. En verder heeft zij voor teckenen en schilderen steeds onder toe zicht gestaan van Theo Goedvriend. Zü had het slechter kunnen treffen. Goed vriend is in de eerste plaats een virtuoos technicus: verder een veelzijdig meester, die sterk op de traditie steunt: hü_is een voortreffelijk colorist, die tal van invloe den heeft ondergaan, welke hü door zün ïomantischen aanleg heeft verwerkt tot 'n eigen wijze van uiting. Bekijkt men het werk van mej Nicol- sneyer. dan is de invloed van Goedvricnds persoonlijkheid en werkwijze onmisken baar, Dit tast onze waardeering van het werk niet aan. Het is een goed leerling die den meester eert en zün voordeel doet met diens inzichten. Met het rijpen der per- soonlükheid komen ook de persoonlijke accenten te voorschün en laten zich steeds sterker gelden. Van would-be-originaliteit-, het heldengebaar van geesteüjke onmacht, wordt de kunst niet rüker. Geheel in den trant van Goedvriend is dat groote stilleven met den ouden Bijbel, een koperen doofpot, een perzisch kleed en blauwe distels. Dat donkertonige met een streven naar overtuigende stofuitdruk- ding, die njke nuanceering van tinten in het donkere gamma, dat alles doet sterk denken aan Goedvriend. Zoo ook dat stil leven met een opengeslagen boek en het merkwaardig goed geschilderde Chinee- sche rüstkommetje op een Indische doek. Zoo is er meer dat aan Goedvriend her innert. bijv. de theecosy met icoon tegen een bruingouden achtergrond. Hier en daar is evenwel een eigen accent onmisken baar, hetgeen we sterker meenen te be speuren in een paar bloemstukken, als de pot met Amaryllen. de begonia's, de gem berpot met rhododendrons en het sterkst wellicht in het kleurige stukje met de tulpen, no. 10. We knjgen bü al dit werk den indruk van een ernstige, serieuze persoonlijkheid. Ei zün verder een groot aantal teekenin- gen. die blük geven van groote technische vaardigheid, waarbü al naar den aard van het onderwerp, veel zorg is besteed aan 't detail. Ik wijs u op de teekening van een groepje boomstammen aan den slootkant, 20, op een door den bliksem gespleten boomknoest en verder op diverse studies van vogels, aapjes en andere dieren, waar toe de Haagsche Dierentuin objecten in overvloed bood; op de aardige sepia-tee- iccning van de zeepaardjes, op het groote stilleven in pastel. En tenslotte ik kan niet alles noemen liggen er tal van kleine penteekeningen en gekleurde teekeningen, die uitsluitend illustratieve bedoeling hebben. Ik noem de kleurige teekening: „De Chineesche nach tegaal" en het in zachter tonen gehouden interieur van een Moorsch paleis, en ein- delük nog een aantal ftjne penteekenin gen voor een romantisch sprookje. Men wijde eindeüjk ook nog even zün aandacht aan de gekleurde en zwart-wifc teekeningen op tafel. Het is alles serieuze arbeid van vrouwelijke geaardheid. Op den duur zal deze jonge kunstenares zeer zeker winnen in kracht en oorspronkelijkheid. De grondslagen zün er en wat reeds werd bereikt is lofwaardig. TIJDSCHRIFTEN. Maandblad voor Hedendaagsche Muziek. In het Aprilnummer van bovengenoemd tüdschrift treffen wij o.a. artikelen aan over „Ferruccio's Busoni's beteekenis voor de hedendaagsche muziek" (ter herinne ring aan zün 70sten geboortedag door Rudolf Mayer en „Muziek is een taal", door A. D. Loman Jr. NIEUWE UITGAVEN. Bij van Gorcum en Comp. N.V. te As sen is verschenen een uitgave van de Ne- derlandsche Ouderraad bü het openbaar lager onderwüs, getiteld: Gids voor Ouder- commlssiën. Deze gids is samengesteld door W. Nieuwhoff Sr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9