De oorlog in Abessynië
wrm
E
ii m
In., ib
AARDAPPELMEEL
77^® Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 Aprü 1936
Derde Blad
No. 23335
Van het front weinig nader nieuws.
Ontevredenheid in Engeland en Frankrijk.
VRAGENRUBRIEK.
FAILLISSEMENTEN.
GEMENGD NIEUWS.
voor 't maken van puddin
gen en vla en het binden
van groenten en soepen
i n U
Uw keuken
^HJN/T IN UITEREN
o
Volgens berichten uit Abessljnsche bron
weten de Abessljnsche troepen, die trach
ten den Itallaanschen opmarsch naar Ad
dis Abeba te stuiten, zich in hun stellin
gen te handhaven. De Negus zou bezig
zijn met het concentreeren van troepen,
teneinde de Itallaansche verbindingswegen
met Dessle af te snijden. De Itallaansche
luchtmacht gaat voort met een krachtig
bombardeeren van de streek van Selasse
ten noorden van Addis Abeba.
In Ogaden zet Grazianl, na zijn laatste
overwinning, zijn opmarsch voort. Sasa-
baneh zou reeds zijn gevallen, doch offi
cieel is dit niet.
De correspondent van Reuter-A.N.P. in
de Abessljnsche hoofdstad verneemt uit
het Noorden, dat de keizer uitgebreide
strijdkrachten bijeenbrengt en op deze
wijze een ernstige bedreiging vormt voor
een afsnijding van de Itallaansche troe
pen in Dessie. Toen men in de hoofdstad
bemerkte, dat de Italianen er niet in ge
slaagd waren op den verjaardag van de
stichting van Rome, zooals zij hadden
aangekondigd, Addis Abeba te veroveren,
begon de bevolking in kleine groepen te
rug te keeren. De vluchtelingen leken zich
te schamen de wijk te hebben genomen
voor een nlet-dreigend gevaar. Volgens
nog niet bevestigde geruchten, die hier de
ronde doen, zou een Abessljnsche afdee-
ling, die in het holst van den nacht van
de bergen was afgedaald, de schildwach
ten van het vliegveld bij Dessie hebben
omgebracht en 17 vliegtuigen in brand
hebben gestoken, welke volkomen zouden
zijn vernield.
De correspondent van Reuter-A.N.P. bij
de Italiaansche legers in het Zuiden seint,
dat de Lybische colonne die naar het
noorden oprukt evenwijdig aan de hoofd
colonne van het Ogadenfront, Sagag
heeft bereikt, op 70 K.M. van Bircut. Door
de bezetting van deze laatste plaats had
de Lybische colonne definitief den rech
tervleugel van de Abessijnsche strijdkrach
ten van Sasabaneh gescheiden, waardoor
het lot van deze stad bepaald was. De Ly
bische colonne zet haar opmarsch voort in
de omgeving van Bircut. Gisteren hebben
Abessijnsche afdeelingen een tegenaanval
gedaan op de achterhoede van de Lybi
sche colonne in de omgeving van Bircut,
maar, zooals wordt medegedeeld, zijn zij
met zware verliezen afgeslagen. Men schat
de Abessijnsche troepen, die tegenover de
Lybische colonne stonden op 20.000 man,
waarvan op zijn minst 10.000 in het struik
gewas uiteengejaagd, gedood of gewond
zijn. De Italianen geven toe, dat hun ver
liezen 700 man en 13 officieren, gedood en
gewond, bedragen tengevolge van den
veldslag van Glanagobo van de vorige
week. Zij schatten de Abessijnsche verlie
zen in dezen veldslag op 2000.
De correspondent van Reuter-A.N.P. in
Addis Abeba verneemt verder nog dat de
Italianen gisteren Magalo hebben gebom
bardeerd de hoofdstad van de provincie
Bali. Daarbij werden vier hutten van in
boorlingen vernield, terwijl volgens een in
de hoofdstad ontvangen telegram twee
wouwen gedood werden. Voorts wordt
medegedeeld, dat de Italianen nog niet in
Sjolameda,. op 160 K.M. ten noorden van
Addis Abeba, aan den weg van Dessie, zijn
aangekomen. Gisteravond verdrong zich 'n
groote menigte agenten van politie rond
om het gebouw van de vereeniging van
Ethiopische vrouwen. Zij vroegen uitrei
king van gasmaskers.
In alle deelen van Addis Abeba zijn bil
jetten aangeplakt van den volgenden in
houd:
„Met de bedoeling, een einde te maken
aan het circuleeren van geruchten, die de
vijand rondstrooit over zijn opmarsch naar
Addis Abeba, geeft de regeering de bevol
king de verzekering, dat zij in contact is
gebleven met de volgende steden: Sjola
meda, op 150 K.M. van Addis Abeba aan
den weg naar Dessie, Ankober, Warra.
Helloe, Hawasj, Daggahboer, Djldjiga,
Harrar, Afdeme enz.
De Commissie van Achttien.
De voorzitter der commissie van acht
tien. de Vasconselles, heeft aan de leden
der oommissie 'n schrijven gericht, waar
in hij het volgende mededeelt:
..Na een grondige bestudeering van den
polltleken toestand en na het inwinnen
van informaties bij de leden der commis
sie, welke zich te Genève bevinden, ben ik
tot de conclusie gekomen, dat het niet ge-
wenscht is. dat de commissie op het
oogenblik bijeenkomt. Ik stel voor, de
commissie weer te doen vergaderen in de
periode van zitting van den Volkenbonds-
taad, tenzij een vroegere datum wordt
voorgesteld of ikzelf een vroeger bijeen
komen wenschelijk acht".
De sancties.
De commissie van deskundigen ter con
trole op de toepassing der sanctiemaatre-
?elen, heeft gisteren de mededeelingen
bestudeerd, die door de verschillende re
geeringen verstrekt zijn aangaande de
wetgevende maatregelen, die zij ter uit
voering der sancties hebben genomen. Ook
'tin de gegevens betreffende den handel
met Italië aan een onderzoek onderwor
pen.
Uit de beschikbare documenten blijkt,
bat de Italiaansche uitvoer in Januari 1936
D. V., te V. Ieder overschrijvingsgeval
wordt op zichzelf beoordeeld. Het is daar
om heel moeilijk vergelijkingen te maken,
overigens kennen wij niet de omstandig
heden die er toe geleid hebben dat de één
we. en de ander nog niet mag spelen voor
«enoemde vereeniging.
,.V te K. Verf alleen is onvoldoende.
®°et alle gaatjes zorgvuldig Inspuiten
met petroleum, liefst eenige malen. Uw
Vrees is gegrond.
met 46 procent in vergelijking met Januari
1935 is verminderd, de invoer verminderde
met 39 procent. De Italiaansche uitvoer
naar de landen, die de sancties toepassen,
is zeer gering geworden: in Januari van
dit jaar bedroeg hij nog meer dan 16 pro
cent van de hoeveelheid van Januari 1936
doch in Februari werd nog slechts 6 pro
cent van het quantum van Februari 1935
uitgevoerd. De goudultvoer is tot
1.092.000.000 lire gestegen.
De commissie heeft besloten, opnieuw
bijeen te komen aan den vooravond van
de eerstvolgende zitting der achttien.
Het bestuur der Engelsche arbeiders
partij heeft na afloop van zijn vergade
ring van gisteren een verklaring gepubli
ceerd, waarin wordt gezegd, dat op alle
leden van den Volkenbond den plicht rust
tot strengere toepassing en uitbreiding
van de tegen Italië genomen sanctiemaat
regelen. totdat de Volkenbond zal hebben
gezegevierd.
Het Lagerhuis over het conflict.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
oppositie liberaal Mander het Abessljnsche
conflict ter sprake gebracht. Wanneer in
Mei de Volkenbondsraad opnieuw bijeen
komt, zoo zeide hij, dan moeten wij ver
klaren bereid te zijn alle verplichtingen
na te komen die het Covenant ons oplegt,
dus juist zoo, wanneer er sprake is van
een Dultsche agressie tegen Frankrijk als
tegen iederen anderen aanvaller. Wanneer
Frankrijk echter vindt, dat Abessynië ge
slacht en opgeofferd moet worden ten
bate van de Itallaansche vriendschap, la
ten wij dan het openlijk failliet van den
Volkenbond afkondigen en er ons uit
terug trekken. Dan doen we tenminste iets
dat ons in het oog der beschaafde wereld
weer verheffen zal.
Ook Pee Smith sprak in gelijken geest,
waarop Lord Cranborne namens de regee
ring antwoordde dat de spreker der oppo
sitie 't voorstelde of de Italiaansche over
winning gelijk stond met een Engelsche
nederlaag. In dit geheele conflict heeft
Engeland niet voor zichzelf gesproken,
maar als lid van den Volkenbond, en al
mocht het waar zijn, dat Engeland te Ge
nève de leiding had genomen dan was dit
slechts geschied in het belang van de col
lectieve veillgheidsgedachte, waaraan de
regeering zou blijven vasthouden ondanks
tegenslagen en moeilijkheden, omdat zij
de eenige gedachte was die een werkelij-
ken waarborg voor den uiteindelijken
vrede, dien iedereen wenschte, bood.
Een oordeel van Herriot.
In de „Information" heeft Herriot een
artikel geschreven over den internationa
len toestand, waarin hij begint met te
constateeren, dat de Volkenbond op het
oogenblik machteloos is. Er is geen inter
nationale politie. Er is wel een wetboek,
althans een begin van een wetboek, maar
dat verstoken is van verplichtingen en
sancties. Als er sancties of schijnsancties
zijn, dan zijn die zwak genoeg om de justi
tie, die ze tevergeefs tracht toe te passen,
in discrediet te brengen, maar scherp ge
noeg om dengene op wien ze worden toe
gepast te irriteeren. De Volkenbond vecht
met een houten sabel. Hij is dan ook ver
slagen. Tweemaal verslagen. De eene maal
aan den Rijn, de tweede maal in Ethiopië.
Men kan te Genève deze nederlagen nu
wel zooveel mogelijk verbloemen, dat
neemt niet weg, dat ze in het oog sprin
gen. Als er Franschen zijn, die de verdwij
ning van den Geneefschen bond wenschen,
dan kunnen ze tevreden wezen. Als er
anderen zijn, die niet zonder angst een
groote verwachting zien ineenstorten,
dan is het voor hen tijd te begrijpen".
Herriot haalt dan de woorden aan, die
Baldwin Zaterdag te Worcester gesproken
heeft: „Groot Brittannië zal zich slechts
voor de collectieve veiligheid blijven in
teresseeren, indien de collectiviteit zich
daar zelf voor interesseert" en omschrijft
deze woorden aldus: als de leer van de
collectieve veiligheid door Genève niet
meer wordt in acht genomen, dan zal
Groot Brittannië tot zijn oude politiek van
isolement en arbitrage terugkeeren.
Herriot meent, dat men den ernst daar
van in Frankrijk niet genoeg inziet. De
dubbele nederlaag van den Volkenbond is
een dubbel succes voor de dictatoriale re
geeringen. Hitier wordt in het geheel niet
lastig gevallen voor zijn schending van
Locarno. Mussolini steekt den draak met
Frankrijk er. minacht het waarschijnlijk.
Voor al de concessies, die Frankrijk aan
Italië heeft gedaan, heeft Italië bij de
schending van Locarno niet eens het ge
baar gemaakt, dat de Franschen getroffen
en beloond zou hebben.
Herriot trekt uit dit alles de gevolgtrek
king, dat Frankrijk daarom beginnen moet
een einde te maken aan de Fransch-En
gelsche twisten. Ala de twee landen het
nieuwe uitstel niet gebruiken voor een
toenadering, heeft de geest van vrijheid
en vrede voorgoed afgedaan en overwin
nen geweld en uitdaging.
Df nieuwe Fransch-Engelsche actie mag
tegen niemand een bedreiging zijn, zoo
min tegen Italië, welks vriendschap men
behouden moet, als tegen Duitschland,
met welk land elke redelijke Franschman
toenadering wenscht. Het doel moet slechts
zijn: „strijd tegen den oorlog".
Uitgesproken
J. Burgëmeijer, groentehand., NIeuwveen
No. 9. R.-c. jhr. mr. P. G. M. van Meeu
wen. cur. mr. G. G. A. Dieze, Alphen.
D. Bol Arieszoon, teelder, Valkenburg
Z.H. R.-c. mr. A. B Bommezijn, cur. mr.
F. C. Feuerstein, Leiden.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
W. A. Bergers, Lelden.
BRAND GESTICHT OP VISSCHERSBOOT.
Lafhartige daad op Urk.
Een late wandelaar ontdekte eergister
avond tot zijn verwondering, dat er rook
uit de motorkamer van de U K 78 kwam.
Hij waarschuwde onmiddellijk den eige
naar schipper P. Woort. Deze ijlde zonder
zich den tijd te gunnen zijn bovenkleeren
aan te trekken, naar zijn schip.
Tot zijn groote ontzetting bemerkte hij,
dat de machinekamer in brand stond. Hoe
wel de inmiddels toegeschoten omwonen
den hem trachten tegen te houden, daalde
hij met den moed der wanhoop af in de
met een verstikkenden rook gevulde
ruimte. Overal lekten de vlammen aan het
met olie doordrenkte hout.
Door krachtig met een In de haast ge
grepen rak om zich heen te slaan mocht
het hem gelukken de vlammen te dooven.
Toen het gevaar geweken was, daalden ook
andere visschers af in de motorkamer en
stelden een onderzoek in, naar de oorzaak
van den brand.
Al spoedig bleek, dat hier brandstichting
in het spel was. Overal lagen met benzine
doordrenkte dotten poetskatoen en een
benzinetankje was stuk getrapt. Ook op
het dek vond men met brandbare stoffen
doordrenkte lappen.
Had schipper Woort een oogenblik geaar
zeld met naar binnen te gaan, dan was de
ramp niet te overzien geweest, aangezien
zich in de ruimte eenige gevulde olietanks
en bussen carbid bevonden. Verschillende
koperen leidingen begonnen reeds te smel
ten. Het schip was dan zeer zeker uit el
kaar gesprongen.
Wat dit beteekent, kan men nagaan als
men bedenkt, dat de haven volgepakt lag
met schepen, welke samen enkele duizen
den liters brandbare stoffen aan boord
hebben, zooals olie, benzine en carbid.
„Tel."
EEN KAPITAAL IN EEN OUDE KLOK.
Zoo nu en dan gebeuren er. ook in dezen
nuchteren. realistischen tijd. nog dingen,
die eerder aan een sprookje doen denken,
dan aan werkelijkheid. Dezer dagen is te
Amsterdam in het hartje van de stad.
zoo'n sprookje gebeurd, zoo vertelt de
„Tel.".
In de Nieuwe Nieuwstraa* is een kleine
sliiterii van W. H.. een oppassenden man,
die met ziin vrouw en kinderen een moei
lijk bestaan heeft. Want de tijden zijn
slecht en de klandisie is niet groot. W. H.
heeft een zoon. een jongen van twaalf
jaar. die nog op schooi gaat en in zijn
vrijen tüd af en toe een boodschap doet
voor een paar goede klanten.
Zoo deed Willem, eigenlijk Wimpie. tot
voor kort steeds boodschappen voor een
juffrouw van middelbaren leef tüd, die
dicht in de buurt van de tapperij een
lunchroom dreef. In haar zaak maakte zti
propaganda voor m,?ik maar de juffrouw
zelf kocht voor de .verandering vaak wat
anders uit de tapperij. Wimpie deed voor
de goede klant iederen dag een boodschap,
waarvoor hü dan aan het einde der week
een kleinigheid, kreeg. Een dubbeltje, of
als hij het erg druk met de boodschap
pen had gehad een kwartje.
Wimpie zou nóg boodschappen voor
haar hebben gedaan, als de iuffrouw uit
den melksalon eenige weken geleden niet
uit den melksalon was gegaan, om in een
geheel ander stadsdeel van haar opge
spaarde geld een stil leventje te leiden.
Het gebeurde nu op den laatsten Zon
dagmorgen waarop Wimpie tüdens de
verhuisdrukte de laatste boodschap voor
haar deed. dat de oude tante hem als
aandenken voor de vele gewichtige dien
sten een steenen klok cadeau gaf.
„Neem dat ding meer mee"
De kleine Willem was overgelukkig met
de klok. rende er mee naar zün huis en
met het gelukkigste gezicht van de wereld
liet hij het ding zien aan zün moeder die
minder enthousiast was. Het klokje zag
er een beetje onooglijk uit en het zat dik
onder het stof. Juffrouw H. vond het
eigenüik wat te vies om aan te pakken.
„Breng het maar naar de keuken, dan
zal ik het straks eerst afwasschen". zei ze
tegen den kleinen iongen.
Willem deed het en dacht een uur
later al niet meer aan de klok toen vader
H. het groezelige ding ook eens bekeek.
Zou het uurwerk nog loopen?
Vader Willem draaide het klokje eens
op den kon. trok uit den bodem een stuk
oud krantenpapier weg en ontdekte toen
tot zün grooten schrik, dat het klokje
behalve het uurwerk, een pakbank
biljetten bevatte. Bankbiljetten van tien,
van vijf en twintig, van vijftig en zelfs
van honderd gulden. Er scheen aan de
lawine van banknoten geen einde te ko
men. Eindelijk was het klokje schoon en
toen lag er op de tafel een berg van bank
biljetten die welgeteld een waarde van
drie en veertig honderd gulden vertegen
woordigen
Juffrouw H. en Wimpie stonden bU de
ontdekkingsprakeloos.
Geen oogenblik dacht de familie H. er
aan. deze wonderbaarlijke vondst te ver
zwijgen. Het geld werd zoo snel mogelijk
nageteld en in een krant gewikkeld.
Toen mocht Wimpie. die eerst vele wüze
raadgevingen kreeg, het kapitaal terug
brengen.
Een belooning zou er voor het kereltje
toch wel overschieten, dacht het ouder
paar. Misschien wel een belooning. die den
ouders in dezen kommervollen tüd te pas
zou komen.
Binnen tien minuten was Willem weer
ter.ug.
En?
Maar Wimpie had weinig te zeggen.
Eigenlijk niets. Want de iuffrouw had
„dank ie" gezegd en toen de deur weer
achter haar gesloten
's Avonds verscheen in de kleine
tapperit op den koon toe een zwager van
de juffrouw, die namens zün schoonzuster
even kwam vragen of erniet meer in
de klok had gezeten.
Toen was het uit met het goede humeur
van iuffrouw H Buiten zichzelf van
woede en dat was te begrijpen
rende zij naar haar beste klant om deze
eens iets te vertellen over recht en rede-
lükheid. En het resultaat van dit alles?
Wimpie behoeft geen boodschappen
meer te doen en juffrouw H. is haar beste
klant kwüt.
r
BB
Bi
BI
Bi
Bi
B9
■B
BB
■BI
VEREENIGDE NEDERLANDSCHE AARDAPPELMEEL-INDUSTRIE - VEENDAM
2 374
(Ingez, Med.)
BANKBILJETTEN VAN f.100 IN EEN
AMSTERDAMSCHE TAXI.
Een chauffeur van een taxi te Am
sterdam deed gisteravond, nadat hii een
rit in de stad had gemaakt en zün wagen
inspecteerde, een goede vondst Op den
vloer van den wagen vond hij niet minder
dan vier bankbiljetten van f. 100. Hii be
gaf zich daarmede naar de taxi-centrale
en deponeerde het geld aan de afdeeling
gevonden voorwerpen.
Toen hii daarna wachtende op een
volgende rit. den wagen nog eens goed
doorzocht vond hii in de kussens nog drie
bankbiljetten van f. 100. welke hii toen
ook bü de taxi-centrale bracht.
Tot hedenochtend had de verliezer van
deze zeven bankbiljetten zich nog niet bij
de taxi-centrale gemeld.
MOTORRIJDSTER GESLIPT EN
GEDOOD.
Gisteravond te omstreeks negen uur is
op den Ryksstraatweg onder de gemeente
Diemen de 28-jarige motorrüdster mej. van
S. uit Amsterdam bü het afrijden van den
Westelüken oprit van de brug over het
Merwedekanaai met haar motorrijwiel
komen te vallen, waarschünlijk doordat
dit slipte. Zij bleef bewusteloos aan den
kant van den weg liggen. Inzittenden van
een joasseerende vrachtauto hebben on-
middellük hulp gehaald. De doktoren
Balfoort uit Diemen en Nikerk uit Naar-
den, die spoedig aanwezig waren, con
stateerden een schedelbasisfractuur.
Weinige minuten na de konast van de
geneesheeren is het slachtoffer overleden.
DOODELIJKE VAL.
Gistermiddag is de 62-jarige werkster
mej. N. Koppenol te Naaldwijk bü het
verrichten van werkzaamheden in de ge
reformeerde kerk van een hoogen ladder
gevallen. Zü werd met een ernstige her
senschudding en een schedelbasisfractuur
opgenomen.
Korten tüd later is de vrouw overleden.
HOTELBRAND TE GRUBBENVORST.
Gisteravond te ongeveer half elf werd
brand bemerkt in hotel Breitenbach te
Grubbenvorst (L.) Onmiddellük werd de
brandweer van Blerik gewaarschuwd. Het
vuur bleek te zün ontstaan in de stallen
van het hotel De brand breidde zich vrü
snel uit. Door gebrek aan water werd het
blusschingswerk zeer bemoeilijkt Daar
het hotel tussc'nen andere huizen is inge
bouwd vreesde men voor verdere uitbrei
ding. De brandweer slaagde er echter in
den brand tot het hotel te beperken. Dit
gebouw ging zoo goed als geheel verloren.
Omstreeks 2 uur in den nacht was men
het vuur meester. Het huisraad kon slechts
gedeeltelijk worden gered. Een paard, dat
zich in de stallen bevond, kon met moeite
in veiligheid worden gebracht.
Het gebouw was bij een Belgische maat
schappij verzekerd.
VAN EEN KAR GEVALLEN.
Gistermiddag toen de 70-iarige land
bouwer Minten te Wanssum (L.) bezig was
takkenbossen van een kar te laden gleed
hii uit en sloeg achterover van de kar.
De ongelukkige kwam hierbü op het
hoofd terecht waardoor hii een schedel
basisfractuur opliep. Spoedig na het on
geval is de man overleden.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
BELGISCH POSTVLIEGTUIG
VERONGELUKT.
TWEE INZITTENDEN OMGEKOMEN.
Het driemotorig Belgische postvliegtuig,
dat den geregelden nachteliiken dienst
ParüsBrusselKeulen onderhield. is
gisteravond omstreeks 20.30 uur tusschen
Bussy en Baron in het Fransche departe
ment Olse door een buitengewoon heftigen
windvlaag tegen den grond geslagen.
De Belgische piloot Fecheroles en de
radiotelegrafist Bloots zün om het leven
gekomen. Zij zün levend verbrand. Ook de
post is verbrand, tezamen met het toestel.
KINDER-SPOORWEGEN VAN 1 TOT 7
K.M. LENGTE.
Op initiatief van de „pioniers" te Tiflis,
die verleden jaar voor het eerst in de
Sovjet-Unie kinder-spoorwegen aanlegden,
zullen dit jaar in verschillende steden
en gebieden der Sovjet-Unie 26 kinder-
spoorweeen worden gebouwd, varieerende
van 1 tot 7 K.M. lengte.
WEINIG HOOP MEER VON STOHER
TE VINDEN.
Het zoeken naar den in Egypte ver
misten Duitschen gezant von Stoher is
tot nog toe vruchteloos gebleven. Men
heeft thans nog weinig hoop hem in leven
te vinden.
HETTY NICOLSPEYER.
Oegstgeesterlaan 13
In een kamer aan de straatkant van
Oegstgeesterlaan 13 heeft de jonge schil
deres Hetty Nicolspeyer een tentoonstel
ling ingericht, waarmee zü voor 't eerst
zich in het voetlicht der openbaarheid
plaatst. En we willen er onmiddellijk aan
toevoegen, dat dit debuut, althans in ar-
tistieken zin, gelukkig is en goede beloften
voor de toekomst inhoudt. In de eerste
plaats kent zij reeds in behoorlüke mate
haar „vak" Zij verstaat de techniek van
teekenen en schilderen, wat steeds bij de
beeldende kunsten onvoorwaardelük op
den voorgrond moet worden gesteld.
Flapdas-artisten met veel bedrevenheid
in den mond en weinig in de vingers,
hebben we al veel te veel. Zü evenwel is
een bescheiden meisje, dat heel wat_ kan
en van de züde van het Leidsche publiek
bij dit debuut belangstelling verdient.
Zü heeft voor het behalen van haar tee-
kenacte de Cursus-Veldman in Den Haag
gevolgd, die zooals men weet, goed staat
aangeschreven. En verder heeft zij voor
teckenen en schilderen steeds onder toe
zicht gestaan van Theo Goedvriend. Zü
had het slechter kunnen treffen. Goed
vriend is in de eerste plaats een virtuoos
technicus: verder een veelzijdig meester,
die sterk op de traditie steunt: hü_is een
voortreffelijk colorist, die tal van invloe
den heeft ondergaan, welke hü door zün
ïomantischen aanleg heeft verwerkt tot 'n
eigen wijze van uiting.
Bekijkt men het werk van mej Nicol-
sneyer. dan is de invloed van Goedvricnds
persoonlijkheid en werkwijze onmisken
baar, Dit tast onze waardeering van het
werk niet aan. Het is een goed leerling die
den meester eert en zün voordeel doet met
diens inzichten. Met het rijpen der per-
soonlükheid komen ook de persoonlijke
accenten te voorschün en laten zich steeds
sterker gelden. Van would-be-originaliteit-,
het heldengebaar van geesteüjke onmacht,
wordt de kunst niet rüker.
Geheel in den trant van Goedvriend is
dat groote stilleven met den ouden Bijbel,
een koperen doofpot, een perzisch kleed
en blauwe distels. Dat donkertonige met
een streven naar overtuigende stofuitdruk-
ding, die njke nuanceering van tinten in
het donkere gamma, dat alles doet sterk
denken aan Goedvriend. Zoo ook dat stil
leven met een opengeslagen boek en het
merkwaardig goed geschilderde Chinee-
sche rüstkommetje op een Indische doek.
Zoo is er meer dat aan Goedvriend her
innert. bijv. de theecosy met icoon tegen
een bruingouden achtergrond. Hier en daar
is evenwel een eigen accent onmisken
baar, hetgeen we sterker meenen te be
speuren in een paar bloemstukken, als de
pot met Amaryllen. de begonia's, de gem
berpot met rhododendrons en het sterkst
wellicht in het kleurige stukje met de
tulpen, no. 10.
We knjgen bü al dit werk den indruk
van een ernstige, serieuze persoonlijkheid.
Ei zün verder een groot aantal teekenin-
gen. die blük geven van groote technische
vaardigheid, waarbü al naar den aard van
het onderwerp, veel zorg is besteed aan 't
detail. Ik wijs u op de teekening van een
groepje boomstammen aan den slootkant,
20, op een door den bliksem gespleten
boomknoest en verder op diverse studies
van vogels, aapjes en andere dieren, waar
toe de Haagsche Dierentuin objecten in
overvloed bood; op de aardige sepia-tee-
iccning van de zeepaardjes, op het groote
stilleven in pastel.
En tenslotte ik kan niet alles noemen
liggen er tal van kleine penteekeningen
en gekleurde teekeningen, die uitsluitend
illustratieve bedoeling hebben. Ik noem de
kleurige teekening: „De Chineesche nach
tegaal" en het in zachter tonen gehouden
interieur van een Moorsch paleis, en ein-
delük nog een aantal ftjne penteekenin
gen voor een romantisch sprookje.
Men wijde eindeüjk ook nog even zün
aandacht aan de gekleurde en zwart-wifc
teekeningen op tafel. Het is alles serieuze
arbeid van vrouwelijke geaardheid. Op den
duur zal deze jonge kunstenares zeer zeker
winnen in kracht en oorspronkelijkheid.
De grondslagen zün er en wat reeds werd
bereikt is lofwaardig.
TIJDSCHRIFTEN.
Maandblad voor Hedendaagsche
Muziek.
In het Aprilnummer van bovengenoemd
tüdschrift treffen wij o.a. artikelen aan
over „Ferruccio's Busoni's beteekenis voor
de hedendaagsche muziek" (ter herinne
ring aan zün 70sten geboortedag door
Rudolf Mayer en „Muziek is een taal",
door A. D. Loman Jr.
NIEUWE UITGAVEN.
Bij van Gorcum en Comp. N.V. te As
sen is verschenen een uitgave van de Ne-
derlandsche Ouderraad bü het openbaar
lager onderwüs, getiteld: Gids voor Ouder-
commlssiën. Deze gids is samengesteld
door W. Nieuwhoff Sr.