Vrijzinnig Democratische Bond.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 April 1936
Zesde Blad
No. 23332
Buitengewone algemeene vergadering te Utrecht.
77ste Jaargang
BINNENLAND.
SIR HENRI DETERDING.
Troepen met klein verlof.
Vandaag is in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht de buitengewone algemeene ver
gadering van den Vrijzinnig Democrati-
schen Bond, welke heden en morgen wordt
gehouden, aangevangen.
De voorzitter van het hoofdbestuur, prof.
mr. R. Kranenburg, uit Leiden, sprak de
openingsrede uit, waarin hij o.m. zeide:
In de korte spanne tijds, die ons van de
laatste algemeene vergadering scheidt,
hebben zich de nieuwe staatkundige en
internationale verhoudingen nog verder
ontwikkeld in ongunstigen zin. Omtrent
verschillende punten ten aanzien waar
van toen nog een onzekerheid bestond is
vrijwel zekerheid gekomen. Geen gelukkige
zekerheid; de dreiging neemt toe.
Dit is, partijgenooten, het noodlottige,
dat meer en meer de openbare meening in
de verschillende landen het verloop der
gebeurtenissen gaat zien als een natuur
gebeuren, dat niet meer door bewust -ge
nomen maatregelen te stuiten is.
En de fatale aarzeling ontstaat om be
slissingen te nemen van verstrekkende ge
volgen, besluiten, waarvan men niet met
zekerheid weet, of zij gesteund zullen wor
den door de publieke meening van het
eigen land. Een toestand, die een onmis
kenbaar voordeel oplevert voor die leiders
van staten, die alles op alles zetten, een
voordeel voor de staatkundige „va-
banque"-spelers, die politiek drijven onder
het motto „alles of niets".
Voor ons, democraten, is dit een menta
liteit, die wij verfoeien. Voor ons is regee-
ren geen spelen, maar moeizame, dage-
lijksche arbeid, geen spasmodische besluit
vorming, maar geregelde vorming van
nieuwe waarden voor allen, het scheppen
van steeds doeltreffender vormen voor de
behartiging van aller belang, met erken
ning van ieders rechtssfeer. Evenwel, wij
hebben nu eenmaal te leven in een wereld,
waarin met die andere mentaliteit te reke
nen valt. Hoe moet men daartegenover
zijn leven inrichten? Hoe bewaart men het
zekerst zijn eigen wijze van bestaan? Hoe
benadert men het best of althans mis
schien juister, hoe raakt men het minst
verwijderd van die levensvormen, die men
als de beste wil nastreven? Dat is de groote
vraag, waarvoor onze bond als staatkun
dige groepeering thans is gesteld. De taak
van een politieke partij is mede te werken
aan de voorlichting der openbare meening,
en deze te maken tot een regelende macht.
Daartoe heeft zij zich telkens volledig re
kenschap te geven van den staatkundigen
toestand van het oogenblik, dus de piacti-
sche politiek te formuleeren, die moet wor
den gevolgd en nu.
In het rapport, dat aan de partij is uit
gebracht, hebt gij een uitvoerige en, naar
ik meen, onbevooroordeelde uiteenzetting
kunnen vinden van den toestand en de op
redeneering gegronde gevolgtrekkingen.
De commissieleden hebben zich opengesteld
voor elk argument, zij hebben beraadslaagd
met volledige erkenning en waardeering
van eikaars standpunt en redeneeringen.
Spr. verwacht, dat de beraadslagingen
op deze algemeene vergadering zullen wor
den gevoerd in denzelfden geest.
In den V. D. bond Is aan onderling ver
trouwen gewoonlijk geen gebrek geweest.
Wij zijn altijd wel overtuigd geweest van
eikaars goeden wil, en van de eerlijke ver
knochtheid aan ons beginsel, al was er niet
zelden meeningsverschil over de te volgen
methoden. Hoe zou het anders mogelijk
zijn in een levende partij, die bij het stre
ven naar het ideaal de realiteit nimmer
uit het oog wilde verliezen?
Goede vrijzinnig-democraten zijn wij
allen en wij beschouwen elkaar ook als
zoodanig, hoop ik. Wij zijn verder allen
goede Nederlanders en wij beschouwen
elkaar ook als zoodanig. En als goede en
vrije Nederlanders zullen wij bij onze be
raadslagingen steeds bedenken, welke ver
antwoordelijkheid op ons, als burgers van
dit ons vaderland met zijn vrije instellin
gen is gelegd, mede-verantwoordelijkheid
voor het bestaan en het welzijn van dit
land en volk, waarmee wij ons met alle
vezelen van ons bestaan verbonden voe
len, voor zijn bestaan en welzijn en voor
zijn instellingen voor zijn recht, van be
staan als zelfstandig en gelijkwaardig deel
der groote staten-gemeenschap, voor zijn
cultuur, wier toekomst afhangt van de er
kenning en verwezenlijking van rechtsbe
ginselen ook tusschen de staten.
Hierna opende spr. de buitengewone al
gemeene vergadering.
NU HET CRISIS-COMITÉ
WORDT OPGEHEVEN.
EEN BELANGRIJKE TAAK DER
BORGSTELLINGSFONDSEN.
Naar aanleiding van de opheffing van
het Nationale Crisiscomité per 1 Mei a.s.
beeft de minister van binnenlandsche za
ten zich tot de burgemeesters gewend met
een circulaire, waarin aanwijzingen wer
den gegeven over de wijze waarop andere
organen de taak van 't opgeheven crisis
comité zouden kunnen overnemen of
voortzetten.
Om na 1 Mei ook te kunnen voortgaan
met het verstrekken van kleine voorschot
ten. waarmee de plaatselijke crisiscomité's
vaak waardevolle hulp aan neringdoenden
tebben verleend, heeft de minister in zijn
circulaire gewezen op het bestaan der z.g.
borgstelllngsfondsen voor den midden
stand, waarbij hij er op aandringt, dat op
richting van dergelijke fondsen niet
plaatselijk zal geschieden doch op den
grondslag van de districten der 36 kamers
van koophandel in ons land.
In verband hiermede wordt, zoo ver
klaarde ons de heer P. A. van Aggelen,
direoteur der Leidsche gemeentelijke hulp
bank, die een der voornaamste promotors
is van de idee der borgstellingsfondsen,
thans allerwege de oprichting er van met
kraoht ter hand genomen. Hoe die fond
sen werken werd reeds herhaaldelijk uit
voerig door ons vermeld.
De heer Van Aggelen zeide, dat per
1 Mei a.s. of zeer kort daarna in 9
districten borgstellingsfondsen zullen
gaan werken, omvattende 275 ge
meenten met 1.360.000 inwoners. Het
zijn de districten van de K. v. K.'s
van Gouda en omstreken (omvatten
de 32 gemeenten), Twente te Hengelo
(26 gemeenten), Noord-Limburg te
Venlo (20), Maastricht en Omstreken
(32), Dordrecht en omstreken (80),
Gooiland te Hilversum (16), Noord-
Holland Noord te Alkmaar (38) en
Zaanland te Zaandam (10). Boven
dien kan verwacht worden dat per 1
Juli a.s. tot stichting van borgstel
lingsfondsen zal worden overgegaan in
de districten der K. v. K. van Drente
te Meppel (52 gemeenten), Noord-
Overijsel te Zwolle (32), Land van
Maas en Waal te Nijmegen (17), Oos
telijk Noord-Brabant te Eindhoven
(34), de Zeeuwsche eilanden te Mid
delburg (68) en Delft en omstreken
(10).
Met verschillende andere K.'s v. K. ver-
beren de besprekingen in een vergevor
derd stadium, evenals met de groote ge
meenten, die zelfstandige districten vor
men. Vele provinciale besturen verleenen
krachtige medewerking, bijv. Gelderland,
waar niet minder dan een ton voor dit
doel beschikbaar is gesteld, en de regee
ring is- bereid met 40 procent in de kosten
bij te dragen, mits ln de stichtingsbestu
ren een vertegenwoordiger van het depar
tement van handel en nijverheid zitting
heeft en de statuten der stichtingen vol
doen aan de voorschriften. Dit is natuur
lijk in de praotijk overal het gevql want
nagenoeg overal wordt het Rijnlandsche
voorbeeld nagevolgd.
Aangezien dus overal de stelregel geldt,
dat de op te richten fondsen slechts borg
stelling mogen geven doch zelf geen voor
schotten verstrekken, zullen tegelijkertijd
parallel met deze fondsen hulpbanken of
riet -commercieele voorschotbanken aan
wezig moeten zijn. Waar deze nog niet be
staan zou men gebruik kunnen maken
van bestaande Instellingen als de gewone
Nuts-spaarbanken, waarvan er ongeveer
70 over het geheele land verspreid zijn.
Ook zouden, evenals in Leiden, gemeenten
die er een bank van leening op na hou
den deze gedeeltelijk in hulp- en voor
schotbanken kunnen omzetten.
Bovendien verdient het in elk opzicht
aanbeveling, gebruik te maken van be
staande instellingen op het gebied der
credietverschaffing en bemiddeling en
deze in het nieuwe werk in te schakelen.
Dit is zelfs noodzakelijk indien men met
Soed resultaat een onderzoek wil instellen
"aar een aanvrager. In kleine plaatsen
zal vaak de burgemeester inlichtingen
kunnen verschaffen, maar ook 't bestuur
van de organisatie, waar de man lid van
's. Als coördineerend lichaam voor 't ge
heele land zou het meest geschikte or-
?aan dan zijn de Nederlandsche vereeni-
Bing voor volkscredietwezen en woekerbe
strijding, die hij de voorbereiding van dit
riles zoo'n belangrijke rol heeft gespeeld
en ook de regeering, de K. v. K.'s, de ge
meente- en de provinciale besturen her
haaldelijk van advies heeft gediend.
„Het is een dankbaar werk", aldus de
h«r Van Aggelen, „omdat het de men-
schen niet afscheept met een gift, waar
mee ze op den duur toch niet geholpen
«uden zijn en die ook in moreel opzicht
«echts van geringe of zelfs negatieve
waarde is, maar omdat het ze in de ge-
eEenl)eid stelt, tijdelijke moeilijkheden te
"verwinnen en door eigen kracht er weer
"oven op te komen. Daarbij moet men
ri aarzelen, hulp te weigeren indien een
vf* hopeloos verloren blijkt te zijn, en
ujt alles elscht tact en inzicht, En de ge
meentebesturen, die tot nog toe niet tot
T™"werklng hebben besloten, mogen be-
vfit11' dat de kleine, in moeilijkheden
ffiWDh neringdoenden, die geholpen
tinv. fi1 kunnen worden doch door nala-
nna van hun gemeentebestuur tot den
Jr"gang zijn gedoemd, zullen behooren
de categorie van armlastigen, die uit
l.Srineentekas gesteund moeten worden,
at voor een kleine gemeente een heel
koii ^faardere last beteekent dan een en-
bedrage in eens aan het stichtings-
m JÜ van de borgsteilingsfondsen, die
J ln net licht van de thans reeds op-
6 .ervarlngen zonder overdrijving or-
te1 voorkoming van verarming of
zs van armlastigheid mag noemen.
o
HIJ WORDT MORGEN 70 JAAR.
Sir Henri Deterding.
Morgen viert de bekende Nederlandsch-
Engelsche petroleum-magnaat Sir Henri
Deterding te Londen zijn 70sten ver
jaardag.
Henri Wilhelm August Deterding werd
19 April 1866 te Amsterdam geboren. Van
18821888 was hij verbonden aan de
Twentsche Bank, om in laatstgenoemd
jaar op te treden als w.n. agent van de
Ned. Handelsmaatschappij, eerst te Me-
dan, later te Penang. In 1896 werd de heer
Deterding inspecteur der Kon. Ned. Petro-
leummaatschappij, om in 1901 directeur
en in 1902 directeur-generaal te worden.
Onder zijn leiding werd de „Royal Dutch"
met de Engelsche Shell-company veree-
nigd en dit concern strekte in 1920 haar
activiteit ook uit tot Egypte, Rusland en
Noord, en Middel-Afrika, alles in con
currentie met de Amerikaansche Standard
Oil Company.
In verband met de door hem in den
jongsten wereldoorlog aan Engeland be
wezen diensten verhief de vorige Engel
sche koning den 70-jarige in den adel
stand, terwijl de Technische Hoogeschool
te Delft hem in 1928 het doctoraat honoris
causa verleende.
Sinds tal van jaren woont de heer De
terding te Londen, maar hij onderhoudt
met zijn vaderland nauwe relaties. Tal
van musea in ons land hebben van hem
schilderwerken van oude meesters ten ge
schenke ontvangen.
WIE HEENGAAN EN WIE BLIJVEN
KUNNEN.
GEEN VRIJWILLIGE OPKOMST
MEER.
Zooals reeds is medegedeeld heeft de
Minister van Defensie bepaald, dat de
dienstplichtigen, die na het einde van de
eerste oefening in werkelijken dienst zijn
gebleven, heden in het genot van onbe
paald klein verlof worden gesteld voor
zooveel zij het zelf wenschen en niet om
een bijzondere reden bij den troep aan
wezig dienen te blijven.
Nader vernemen wij dienaangaande, dat
dit ook geldt voor de vrijwillige dienst
plichtigen, wier verblijf in werkelijken
dienst op denzelfden voet werd verlengd,
voor de dienstplichtigen, die zich krach
tens art. 35 der Dienstplichtwet vrijwillig
in werkelijken dienst bevinden ter ver
vanging van een ander, voor degenen, die
na het einde van de eerste oefening tot
het reserve-personeel zijn komen te be
hooren en in werkelijken dienst gebleven
zijn krachtens art. 5, 2e lid, 6°, der wet,
voor het reserve-personeel der landmacht
1905, en t.a.v. de voor hetzelfde doel vrij
willig in werkelijken dienst zijnde reserve
officieren.
Voorts is bepaald, dat bij elk regiment
voorloopig aanwezig moeten blijven voor
de gevormde 5e compagnie: een comman
dant, een administrateur of als zoodanig
dienstdoend onderofficier, een fourier
of als zoodanig dienstdoend onder-offi
cier, 5 korporaals of soldaten.
Ook is vastgesteld, dat het onbepaald
klein verlof, moet worden verleend onder
de volgende twee voorwaarden:
a. de dienstplichtige moet zorgen, dat
zijn adres voortdurend bekend is, zoowel
bij zijn korpscommandant als bij den bur
gemeester van de gemeente, waar hij
woont, of laatstelijk heeft gewoond;
b. de dienstplichtige mag gedurende het
onbepaald klein verlof zijn uniform niet
anders dragen, dan op den dag, waarop
dit verlof ingaat, op den dag, waarop het
mogelijk wordt ingetrokken en in de ge
vallen, waarin het dragen van uniform
voorgeschreven ls.
Zij, die geen gebruik maken van de ge
legenheid om heden met onbepaald klein
verlof te vertrekken, kunnen desgewenecht
op een lateren datum in het genot van
zoodanig verlof worden gesteld, indien het
aan anderen verleend verlof inmiddels
niet is ingetrokken.
Bij het vertrek met onbepaald klein
verlof wordt ten aanzien van het inleve
ren van wapens en andere goederen ge
handeld als bij vertrek met groot verlof.
Al degenen, die in verband met het
bovengenoemde Kon. besluit verplicht of
vrijwillig in werkelijken dienst zijn
zoowel zij, die onbepaald klein verlof ge
nieten als de anderen worden, behou
dens onvoorziene omstandigheden, in het
genot van groot verlof gesteld:
Voor zooveel zij behooren tot de 4e
divisie, met ingang van 16 Mei 1936.
Voor zooveel zij behooren tot een der
andere divisies, tot het regiment wielrij
ders of tot de 4e artilleriebrigade, met
Ingang van 16 Juni 1936.
Vrijwillige opkomst in werkelijken
dienst krachtens L. O. 1936, no. 99, wordt
niet meer toegestaan.
Ten slotte is nog aan de betrokken mi
litaire autoriteiten medegedeeld, dat de
met onbepaald klein verlof vertrekkende
dienstplichtigen, zooveel noodig, moeten
worden voorzien van een vervoerbewijs of
vervoerbewijzen voor de reis naar huis en
eveneens van een vervoerbewijs of ver
voerbewijzen voor mogelijken terugkeer
van onbepaald klein verlof.
CONGRES „NEDERLAND WEERBAAR".
Discussie over de inleidingen.
De namiddagzitting van het congres
Nederland Weerbaar te Den Haag werd
bijgewoond door den minister van water
staat, jhr. ir. van Lidth de Jeude. den
burgemeester van 's Gravenhage. mr. de
Monchy en verschillende leden der Eerste
en Tweede Kamer.
Op een vraag van een der aanwezigen,
hoe de inleider kolonel Alting von Geusau
bii eventueele mobilisatie de noodige troe
pen aan de greneen in voldoende sterkte
aanwezig wil doen zijn. antwoordde deze:
„wat mijn meening daarover is. zal u
weinig interesseeren en wat ik er van
weet. mag ik hier niet zeggen".
Een andere vraag betrof de taak der
cavalerie. De inleider acht dit wapen ook
in den modernen tlid nog volkomen op
zijn plaats.
Generaal Snijders wees er op. dat on
geveer twee derden van onze jongelieden
bulten de weermacht blijft. Het is eigenlijk
een schandelijke toestand, dat een zoo
belangrijk deel van ons volk zich van onze
weermacht niets aatrekt. (Applaus).
In dit verband bepleitte spreker alge-
meenen weerplicht.
Niet alleen voor onze weermacht, maar
ook voor onze economische en moreeie
weerbaarheid dient te worden gezorgd. In
dit verband uitte spreker den wensch, dat
tot invoering van een weerbeiasting
zou worden overgegaan.
Kolonel Alting von Geusau dankte dén
generaal voor diens belangstelling en
zeide eveneens voorstander van algemee-
nen weerplicht te zijn. doch ten aanzien
van een weerbeiasting met hem van mee-
ning te verschillen.
Dl'. Besangon constateerde, dat wij
eigenlijk ons excuus moeten brengen aan
onze weermacht voor de veel te geringe
belangstelling welke wii voor haar aan
den dag leggen. Een oengres als dit be
hoort te worden gevolgd door biieenkom-
sten van dergelijke strekking in de pro
vincieplaatsen. terwijl een veel gTOotere
offervaardigheid noodig is bii de bevolking
voor onze weermacht.
Ds. Nauta, legeroreddkant. drong er oo
aan. het ideaal hoog te houden, zonder
illusionist te worden.
Prof. ir. J. E. de Quay, die de middag
zitting leidde, sprak woorden van dank tot
inleider en vragenstellers, waarna de bij
eenkomst werd verdaagd tot heden.
o
VERSTREKKING IN NATURA AAN
ONDERSTEUNREN EN BEHOEFTIGEN.
Adres van den Koninkl. Ned.
Middenstandsbond.
Het hoofdbestuur van den Koninkl. Ned.
Middenstandsbond heeft in verband met
het voornemen om uitbreiding te geven
aan de distributie van eerste levensbe
hoeften onder ondersteunden en behoef-
tigen, o.m. door beschikbaarstelling van
goedkoope eieren, een adres gericht aan
de Ministers van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, Landbouw en Visscherij en
Sociale Zaken, waarin o.m, wordt opge
merkt, dat onder de,huidige omstandig
heden hiervoor zeker rechtvaardiging ge
vonden kan worden, zoodat het hoofdbe
stuur zich wil bepalen tot het bepleiten
van enkele wenschen ten aanzien van het
toe te passen systeem.
Bij de distributie van goedkoope groente
werd het middenstandsbedrijf vrijwel niet,
bij die van z.g. volksmargarine en blik-
vleesch slechts in beperkte mate inge
schakeld. Werden hiertegen reeds in den
aanvang uit den kring der betrokken
handelaren bezwaren vernomen, naar
mate de kring van verbruikers, die voor
deze verstrekkingen in aanmerking ko
men, allengs werd uitgebreid, namen de
klachten over benadeeiing in het debiet
onder de arbeidersbevolking gedurig toe.
Daarnevens toonden meermalen ge
meentebesturen in gevallen, waarin zij
van hun bevoegdheid tot inschakeling van
den plaatselijken handel zonder bezwaar
en zelfs met voordeel gebruik konden ma
ken, zich om andere dan zuiver zakelijke
of technische redenen niet bereid om tot
die inschakeling over te gaan. Beroep
tegen zoodanige beslissing was niet mo
gelijk en de betrokken crisis-centrale ver
mocht hierin evenmin iets te veranderen,
omdat nu eenmaal van hoogerhand de in_
schakeling van het middenstandsbedrijf
facultatief en ter beoordeeling van de be
trokken gemeentebesturen blèef.
Het ligt voor de hand. dat deze bezwa
ren nog zwaarder zullen gaan wegen, in
dien meer levensbehoeften op deze wijze
worden verstrekt.
Weliswaar werd met voldoening verno
men, dat by eventueele distributie van
goedkoope eieren inschakeling van den
detailhandel zoo mogelijk zal geschieden,
doch de ervaring heeft geleerd, dat men
daarvan geen groote verwachtingen mag
hebben, indien de gemeentebesturen in
deze vrij mogen beslissen.
Het is daarom, dat het hoofdbestuur de
regeering verzoekt te willen bevorderen,
dat ten aanzien van verstrekingen als
vorenbedoeld de inschakeling van den
handel als regel wordt gesteld en dat de
gemeentebesturen daarvan slechts mogen
afwijken, indien kan worden aangetoond,
dat deze methode ter plaatse onuitvoer
baar is of onbevredigend heeft gewerkt.
Ongetwijfeld zijn de plaatselijke mid
denstands- en vakorganisaties naar in
menig geval de ervaring leerde ten
volle bereid om aan het welslagen van
zoodanige regeling mede te werken.
Aangezien de slechte bedrijfsresultaten
vooral ln den levensmiddelenhandel alom
tot bezorgdheid aanleiding geven waar
toe verwezen moge worden naar de ob
jectieve rapporten van het Economisch
Instituut voor den Middenstand spreekt
het hoofdbestuur het vertrouwen uit, dat
de regeering door het verleenen van de
gevraagde medewerking zal willen bijdra
gen tot het voorkomen van verdere af
brokkeling van debiet met den daarmee
gepaard gaanden achteruitgang van de
toch reeds schamele belooning van de
diensten van talrijke nijvere middenstan
ders.
o
DE BETUWE BLOEIT NOG NIET.
De vereeniging tot bevordering van het
vreemdelingenverkeer te Tiel deelt ons
mede, dat de Betuwe tengevolge van het
gure weer zich nog niet in bloei vertoont.
Om teleurstelling te voorkomen, doet men
goed eventueele tochten naar Tiel uit te
stellen.
H. K. H. PRINSES JULIANA
TE ARNHEM.
H.K.H. Prinses Juliana, die strikt in
cognito eenige dagen te Arnhem logeert
ten huize van den Commissaris der Ko
ningin in de Provincie Gelderland, mr. S.
baron van Heemstra, gebruikte gister
avond het diner in de ambtswoning van
baron van Heemstra, aan welk diner o.m.
aanzaten dr. A. van Schelven uit Velp,
met mevrouw van Schelven, die dezer
dagen uit Abessynjë zijn teruggekeerd.
Prinses Juliana heeft gisteren verschil
lende uitstapjes in de omgeving van Arn
hem gemaakt.
DE JONGSTE SALARISVERLAGING
VOOR DE RIJKSAMBTENAREN.
Opbrengst f. I1/: milliocn meer dau was
verwacht?
De heer Moller heeft aan de ministers
van Financiën en van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen de volgende vragen ge
steld:
1. Is het juist, dat de laatste 5 pet. ver
laging der bezoldigingen van Rijksambte
naren ongeveer anderhalf millioen meer
heeft opgebracht dan de berekening was
van de Regeering?
2. Zoo ja, is de Regeering dan niet van
meening, dat ten minste een deel van deze
gelden zeer nuttig besteed kan worden
voor de tewerkstelling van werklooze on
derwijzers en leeraren, daar voor deze
werklooze personen of in het geheel niets
of buitengewoon weinig gedaan wordt om
hen te werk te stellen overeenkomstig de
opleiding die zij ontvangen hebben?
3. Is de Regeering niet van oordeel, dat
voor dezen werkloozen geen werk behoeft
gezocht te worden, en dat zeer velen van
dezen gemakkelijk, bijv. in de plaats van
hun inwoning of in dicht bij gelegen plaat
sen, te werk kunnen gesteld worden in het
onderwijs tegen betrekkelijk lage vergoe
ding, zoodat zij zich zelf kunnen bedrui
pen?
4. Is ook de Regeering niet overtuigd,
dat niet alleen deze werkloozen veel baat
zullen kunnen hebben van een dergelijken
maatregel maar dat ook het onderwijs zeer
veel voordeel uit deze tewerkstelling zal
kunnen trekken?
5. Is de Regeering voornemens binnen
korten tijd maatregelen te nemen, om zoo-
velen als mogelijk is in bovengenoemden
geest aan passenden arbeid te helpen?
o
BESTRIJDING VAN DE KWAKZALVERIJ.
Vragen van Mevr. de VriesBruins aan
de ministers van Justitie en van
Sociale Zaken.
Het Tweede Kamerlid mevr. de Vries~-
Bruins heeft aan de ministers van Justitie
en van sociale Zaken de volgende vragen
gesteld:
1. Hebben de ministers kennis genomen
van de steeds toenemende gevaren tenge
volge van de kwakzalverij?
2. Zijn de ministers bereid mede te
deelen, op welke wijze en in welke mate
dit euvel met de reeds thans ten dienste
staande middelen wordt bestreden?
3. Zijn de ministers van oordeel, dat te
dien aanzien met de tegenwoordige wette
lijke bepalingen in voldoende mate kan
worden opgetreden?
4. Zoo neen, zijn de ministers den be
reid te bevorderen, dat door wijziging of
(en) aanvulling van de bestaande bepalin
gen dit kwaad tot den kleinst mogelijken
omvang zal kunnen worden terug gedron
gen?
5. Wil de minister van Sociale Zaken in
dit verband mededeelen,. in hoeverre hij
reeds gevolg heeft gegeven aan zijn voor
nemen, op 27 November 1935 in de Tweede
Kamer uitgesproken, om de wijziging van
de Wet regelende de uitoefening der artse-
nilbereidkunst weer op te nemen.?.
H.M. DE KONINGIN SCHILDERDE
EEN BLOEMENVELD.
Onze correspondent te Lisse meldt:
Wij vernemen dat H.M. de Koningin in
de naaste omgeving van Lisse zich heeft
bezig gehouden met het schilderen van een
bloemenveld. Hare Majesteit werd spoedig
opgemerkt.
o
DECENTRALISATIE IN DE BUITEN
GEWESTEN VAN NED.-INDIË.
De desbetreffende wetsontwerpen bij de
Tweede Kamer ingediend.
Bij de Tweede Kamer zijn eenige wets
ontwerpen ingediend ter goedkeuring van
besluiten van den gouverneur-generaal van
Ned.-Indië.
Verhooging van eenige posten wordt om.
daarbij aangevraagd ten behoeve van de
uitvoering van de bestuurshervorming in
de buitengewesten en van de voorbereiding
van een herziening der financieele betrek
kingen tusschen het land en de op Java en
Madoera ingestelde autonome rechtsge
meenschappen.
Minister Colijn zegt in de toelichting o.m.
dat uitvoering van de bestuurshervorming
in de buitengewesten aanvankelijk is af
gestuit op bezwaren, verband houdende
met den toestand der Indische financiën.
De minister is echter tot de 'overtuiging
gekomen, dat de uitgaven voor deze her
vorming moeten worden beschouwd ais
voorafgaande aan de baten. De erkenning
zegt de minister dat deze crisis van
structureelen aard is, moet leiden tot de
gevolgtrekking, dat aan haar uitwerking
op den duur slechts het hoofd kan worden
geboden met behulp van een wijziging in
het overheidsapparaat.
o
DE NIEUWE VERKEERSWEG BIJ
HILLEGOM.
Morgen openstelling verwacht.
Naar wij vernemen zal, behoudens on
voorziene omstandigheden, de nieuwe ver
keersweg bij Hillegom, n.l. de doortrekking
der van den Endelaan, waarover wij reeds
meerdere malen schreven, morgenochtend
te 10 uur voor het verkeer opengesteld
worden. Dan zal men dus van deze inder
daad mooie verbetering, waaraan den
laatsten tijd hard gewerkt werd, kunnen
profiteeren. Het verkeer, komende van de
richting Haarlem, kan buiten1 de drukke
Dorpstraat geleid worden. Bij de pastorie
van de St. Martinuskerk rijdt men dan
rechts de v. d. Endelaan op en komt via
den in het verlengde daarvan gelegen
nieuwen weg weer op den hoofdweg uit. De
fraaie weg, die voorzien is van trottoirs,
en waarop geen zijwegen uitkomen, zal
zeker tijdens de bij mooi weerl te
verwachten bollendrukte, van groot nut en
voordeel blijken te zijn!
o
DE GLASFABRIEK LEERDAM.
Gistermiddag heeft minister Gelissen op
hét departement van Handel. Nijverheid
en Scheepvaart opnieuw een langdurige
bespreking gevoerd met de leiding van de
N.V. Glasfabriek Leerdam en vertegen
woordigers van de Leerdamsche arbeiders.
Vandaag zullen partijen zich respectie
velijk met de glasindustrie te Maastricht
en te Schiedam in verbinding stellen,
waarna Maandag de betrokken groepen
gezamenlijk ten departemente zullen ko
men voor een nieuwe bespreking onder
leiding van den minister Van deze laatste
bespreking wordt gehoopt, dat zij de
definitieve zal kunnen ziin.
Van de directeur der fabriek vernamen
wii nog dat hij zal trachten ook de vol
gende week. evenals deze week is geschied,
met 350 man personeel door te werken.
Zekerheid hieromtrent kon hil echter niet
geven, aangezien dit van de geldmiddelen
afhangt.