Feestelijke intrede van Nieuwveen's Burgemeester. 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 April 1936 Derde Blad No. 23331 Hartelijke begroeting van den heer J. A. Bakhuizen Diverse welgemeende toespraken. Vlot en elegant Kreymborg KUN/T EN LUIEREN £§IN o De heer J. A. Bakhuizen, burgemeester van Leimuiden en Rijn- saterwoude, die heden tevens geïnstalleerd is als burgemeester van Nieuwveen. Mogen deze drie plaatsen onder zijn bestuur een goede toekomst tegemoet gaan! Na een vacature van. ongeveer 6 weken, kon men hedenmiddag te Nieuwveen weer een burgemeester be groeten en wel de heer J. A. Bakhui zen, tevens burgemeester der gemeen ten Leimuiden en Rijnsaterwoude, in de omgeving reeds lang bekend ais een doortastend en gaarne gezien ma gistraat. De heer Bakhuizen werd met ingang van 15 April j.l. benoemd tot burgemeester van Nieuwveen, als op volger van den heer J. W. Gcesink, die sinds 14 Mei 1927 deze functie had bekleed. Ten teeken, dat de burgerij met dit heuglijk feit van harte medeleeft, was uit veler huizen de driekleur uitgesto ken, zoodat de nieuwe Burgervader feestelijk begroet kon worden! Aan den ingang van het dorp, nJ. by de Kattenbrug begroetten de wethouders, de heeren H. S. Ran en D. T. Joha den nieuwen burgemeester, diens echtgenoote en dochter, waarna gezameniyk per auto naar het Raadhuis gereden werd, waar de kinderen der diverse scholen opgesteld stonden. Deze zongen uit volle borst het „Welkomstlied" en het „Wij willen Holland houwen", waarna deze aardige en spontane zanghulde besloten werd met het „Wilhel mus". De burgemeester bleek deze attentie reeds onmiddellijk op hoogen prys te stel len! Het Hotel Schreuder was voor dezen be- langryken dag als tydeiyk Raadhuis om- getooverd: men had een baldakyn voor den ingang opgericht, waaruit reeds van bulten bleek, dat er daar binnen iets ge wichtigs te gebeuren stond. De ruime zaal was by de aankomst van den heer Bakhuizen reeds gevuld met een groote schare genoodigden en leden van het Comité van ontvangst. Spoedig na de binnenkomst opende de heer H. S. Ran als loco-burgemeester deze buitengewone zitting van den Raad en sprak ongeveer als volgt: Rede van den heer H. S. Ran. Edelachtbare heer Bakhuizen. Nu het oogenblik is aangebroken, waar op U het voorzitterschap van den Raad der Gemeente Nieuwveen zult aanvaarden, wil ik U nogmaals en ook namens den Raad van harte gelukwenschen met Uwe benoe ming tot Burgemeester van onze Gemeente. En ook Mevrouw Uw echtgenoote en doch ter, alsmede Uwe familieleden, vrienden en kennissen bied ik onze welgemeende gelukwenschen aan! Het vreemde in deze benoeming is voor ons alleen het feit, dat wy nu een Burgemeester hebben, die niet in de gemeente woont, hetgeen in de historie van Nieuwveen, naar ik meen, geheel nieuw is. Doch nieuwe tyden brengen nieuwe dingen en aan het feit dat U als onze Burgemeester niet op het dorp zult wonen, zullen wy ons ook weer wel weten aan te passen! Intusschen hopen wy, dat deze om standigheid niet zal leiden tot een minder goede samenwerking, tot een minder goed contact, of tot een slechts gedeeltelyke toewyding. Er gebeuren hier te Nieuwveen wel geen Wereldschokkende gebeurtenissen, doch het gaat er om, dat wij met U als Burge meester op behoorlyke en regelmatige wyze de belangen van onze Gemeente zul- ^h kunnen behartigen en de ingezetenen voldoende in de gelegenheid zullen zijn, .U hunne belangen te bespreken. En uat U hiertoe Uwe volle medewerking zult willen verleenen, hieraan twyfelen wy geen oogenblik! U treft deze Gemeente aan in goede omstandigheden. De belastingen zyn nier u weet het zelf vry laag. De Gemeente beschikt over een flink bedrag algemeene reserve: het eenige bedrijf E. B. levert regelmatig winst op en Deschikt eveneens over een belangrijke j?fïe- Onder leiding van Uw voorganger, {:™„,?en. OP hot gebied van openbare wer- sen kapitale verbeteringen tot stand en de ritol n ke schuld is gering. Dat dus (?em«6nte, financieel gesproken, vrij auüvf i e andere gemeenten af- aV—ipietaid. Niet uit zichzelf foewlidéL, *\ee£t arbeid en jaren van toewyding gekost;, en op dit resultaat zyn trots. Ik wil u nu reeds er op wyzen dat U een Raad krygt, die byzonder zui nig van aard is en die alle niet zeer drin gende uitgaven, zeker niet zal doen. Deze eigenschap heeft de Raad niet. omdat hy dat zelf zoo aangenaam vindt, doch de bedoeling zit hierby voor, om door de moeilijke tijdsomstandigheden heen te komen op een wyze die aan de ingezetenen de minst mogelijke lasten oplegt. Wy ver trouwen dan ook, dat onze gunstige finan- cieele positie ook onder Uw leiding zal mogen voortduren. Ja zelfs zich nog zal mogen verbeteren! Wy treden U vol vertrouwen tege moet an zeggen U onvoorwaardeiyk onze volle werkkracht en steun toe. Moge de goede verstandhouding en aangename samenwerking, die in ons midden bestaat, in de komende jaren ook onder Uw beleid bestendigd bly- ven. Spr. richtte hierop het woord tot me vrouw Bakhuizen. Wij zyn er ons van bewust, zoo ver volgde hy, dat door de taak, die Uw echt genoot thans gaat aanvaarden, menig maal een offer van U zal worden gevraagd in den vorm van afwezigheid van Uw man. Doch ik hoop, dat U zich spoedig gedragen zult weten door de genegenheid van de gemeente en dat prettige overdenkingen van ondervonden vriendschap de uren van afwezigheid van Uw Echtgenoot zullen doen voorby snellen! Vervolgens ging spr. over tot het om hangen van den ambtsketen onder het uitspreken van de bede, dat God den burgemeester mag schenken de noodige wijsheid, kracht en gezondheid en dat de gemeente Nieuwveen onder zyn bestuur rijk gezegend en tot grooten bloei moge komen! De heer Bakhuizen sprak daarna de na volgende intreerede uit: Rede van den heer J. A. Bakhuizen. De heer Bakhuizen bracht eerst naast God, zyn eerbiedigen dank aan H. M. de Koningin voor het groote vertrouwen dat Zy in hem heeft willen stellen, door hem ook nog tot burgemeester van een derde gemeente te benoemen. Tevens betoonde hy zich zeer erkenteiyk jegens Zyne Excel lentie den Min. v. Binn. Zaken en Zijne Excell. den Minister van Staat, Commis saris der Koningin in de provincie Zuid- Holland voor de voordracht. Waar echter in my, aldus spr., zoo'n groot vertrouwen is gesteld, rust thans op my de dure plicht dit niet te beschamen en alles wat in mijn vermogen is, te doen om my dit vertrouwen waardig te maken. In den zomer van het jaar 1917, dus nu bijna 20 jaren geleden, mocht ik myn in trede doen in de voormalige gemeente Spaarndam. Bij die gelegenheid sprak ik over den moeilyken tijd om een gemeente te be sturen daar in die dagen de oorlogsfakkel in Europa brandende was en allerlei inge wikkelde vraagstukken om oplossing vroe gen. Nu nog steeds ondervinden wij de gevolgen van dezen wereldbrand en wie onzer kan zeggen, wat ons nog te wachten staat! Wy leven in een zeer donkeren tyd. De taak van een Gemeentebestuur is moeiiy- ker dan ooit, velen worden reeds langen tyd door den geesel der werkloosheid ge troffen en daarnaast zyn er honderden wier bestaan onvoldoende is. om zelfs te voorzien in het allernoodzakelykste levens onderhoud en daarom aangewezen zyn op steun van Overheid en particuliere lief dadigheid. Zyh oprechten dank betuigde spr. den heer Ran voor zyn hartelyke woorden; hy Had naast een woord van dank, een woord i)ah lof voor de uitstekende wyze waarop déze het ambt van Burgemeester tydelijk heeft waargenomen. Spr. deed een ernstig beroep op de mede werking der wethouders om met hem in eblidracht en oprechte samenwerking steeds de belangen van Nieuwveen te be hartigen. Ook den Raadsleden kon spr. verzekeren, dat zijn ernstig streven zal zyn om de ge- dachtenwisseling te leiden onafhankelyk, met volle onpartydigheid en met waardee ring voor ieders gevoelen, terwyi hij mede zal werken om de te nemen besluiten strikt onpartydig uit te voeren. Verschil van meening zal ook onder ons wel eens voor komen, zoo vervolgde spr.: dat echter slechts één doel ons voor oogen moge staan, n.l. „het waarachtig belang der gemeente Nieuwveen." Nu drie gemeenten door my moeten worden bestuurd is er een zeer ernstig gevaar te duchten en wel dit, dat door my zoo gemakkeiyk kan vergeten worden, dat iedere gemeente zyn eigen aard heeft en dit dus wil zeggen dat door my goed rekening moet worden gehouden met den eigen aard en de eigen zelfstandigheid van deze ge meente. Echter zou ik geen goed A.R. zyn, wan neer dit door my uit 't oog zou worden verloren. Want is het niet juist deze partij die in haar gemeente-program o.m. als grondslag heeft de eigen zelfstandigheid van een gemeente, maar daarnaast ook weder niet over het hoofd ziet het Natio nale verband van alle gemeenten tezamen. Daarom ook wy kunnen toejuichen het optreden van de Landsregeering ten aan zien van de gemeenten in onzen economi- schen moeilyken tyd en dan ook de hulp der Regeering beschouwen als een steun voor de gemeentelyke autonomie. Den Secretaris metwien spr. by na dage- ïyks in aanraking komt en met wien een goede verstandhouding een eerste ver- eischte is, wenschte spr. onder zyn be stuur een aangenamen werkkring toe. Spr. hoopte, dat deze met al zyn krachten en gaven zich zal toeleggen op zyn taak. Alle ambtenaren in dienst dezer ge meente gaf spr. de verzekering, dat indien zij hun plicht verstaan, in hem een chef zullen vinden, die zulks zal weten te waar- deeren. Daartegenover staat, indien zy zich mochten schuldig maken aan ver- waarloozing van hun plichten, zy in hem zullen vinden een persoon, die ook weet op zyn tyd, dit ernstig onder 't oog te brengen. Het was spr. een groote eer ambtgenoo- ten uit naburige gemeenten en van verre aanwezig te zien. Daar in dezen tyd hoe langer hoe meer wordt gestreefd naar onderlinge samen werking is een goede kameraadschap van Collega's een belangryke zaak en daarom is door spr. met vreugde gezien de oprich ting van verscheidene burgemeesters clubs, waar de zoo moeilijke vraagstukken van den dag in vriendschappelijke verhouding met elkander besproken worden. Spr. gaf de verzekering, dat zy in hem een zeer belangstellend collega zullen vinden. De aanwezigheid van wethouders en raadsleden uit zyn beide andere gemeen ten stelde spr. op zeer hoogen prys; hy memoreerde de hartelijke wyze, waarop de zaken der gemeenten steeds behandeld werden. Alle overige aanwezigen werden harte- ïyk dank gezegd voor hun belangstelling. Spr. hoopte, dat de Almachtige God, hem de kracht en de gezondheid moge schenken het bestuur dezer gemeente met aller medewerking zóó te verrich ten, dat het allen tot rijken zegen moge zyn. Geve Hij. die 's werelds lot in handen heeft, dat ook nog eens een tyd van welvaart en bloei moge aan breken Moge my en myn 'gezin ook een plaats verkrygen in het hart van Uw burgerij, de Heere zegene U en my en Hij behoede ons voor alle kwaad, zoowel in Uw gezin nen als in Uw bedrijven! aldus besloot spr. Daarmee verklaarde de heer Bakhuizen het Ambt van Burgemeester der gemeente Nieuwveen van harte te aanvaarden! Vervolgens was het woord aan 't raads lid, den heer Vreeken. Rede van den heer J. Vreeken. Namens de A.R. fractie sprak deze een woord van welkom. Dat H.M de Koningin u uitverkoren heeft aldus spr., in dezen moeilijken tyd nog een gemeente méér onder uw hoede te nemen, is voor ons een bewys, dat gij in ruime mate de capaci teiten bezit om een gemeente te regeeren. Want hoewel we niet kunnen zeggen dat er iets is in dezen tijd, dat gemakkeiyk valt, zeer zeker niet te regeeren, indien men dit werkelyk wil doen tot welzyn van datgene, waarover men gesteld is. Vol maakt overbodig is het de moeiiykheden te noemen, waarvoor men als hoofd eener gemeente komt te staan, want uit eigen ervaring zyn deze u voldoende bekend. Want hoewel iedere gemeente zijn plaat- seiyke moeilijkheden heeft, nood heerscht overal. En nu is juist het byzonder moei lijke ook in de gemeentehuishouding eenerzyds. deze nood zooveel mogelijk te lenigen en anderzyds een zoo gunstig mo gelijk sluitende begrooting te verkrijgen. Ziedaar een van de vragen waarvoor in hoofdzaak gy u als hoofd der gemeente geplaatst ziet En daar we weten dat het kunnen van ieder mensch. ondanks zyn capaciteiten, beperkt is. wenschen wij u toe, dat ook uw zwakheid in Gods kracht volbracht wordt. Indien ge werkelijk, wat we van harte wenschen en vertrouwen, zult regeeren in het belang van gemeente en gemeentenaren en er steeds op bedacht zyt onze gemeentehuishouding in goede banen te lelden, ben ik er van overtuigd, dat, ge de volle medewerking van het Dag. bestuur en den Raad dezer gemeente zult hebben. AanvankeHjk, en dit moet u niet als iets tegen uw persoon beschouwen, waren wy, toen uw benoeming bekend werd, niet zoo heel enthousiast. Nieuw veen. dat altijd zelf een burgemeester in de gemeente heeft gehad, zou nu een bur gemeester welke ln een andere plaats woont, krijgen. Dat was voor ons eerst moeilyk te realiseeren. Doch in aanmer king genomen de richting waarin ln dit opzicht de landsregeering gaat, hadden wij moeilijk anders kunnen verwachten; wy zullen ook daarmee wel verzoend raken Tenslotte sprak de heer Vreeken den wensch uit, dat de heer Bakhuizen met hetzelfde voornemen bezield zal zijn als eens Max Havelaar, waaraan onlangs een schrijver herinnerde. Wanneer Max Ha- velaar zy'n rede tot de hoofden van Lebak houdt, en verklaart, wat hy als regent zyn sal, dan zegt hy: „Ik wil zoo met u han delen, dat men later myn kind met liefde groeten zal, dat men de hand zal leggen op zyn hoofd en spreken: „Zet u neder aan ons maal, bewoon ons huls, want ik heb uw vader gekend". Indien het ook uw voornemen is, zóó leiding te geven, dat men dit later ook van u kan zeggen, dan is spr overtuigd, dat wy een periode tegemoet gaan van vruchtdragenden ar beid. wat leiden zal tot welzyn van onze gemeente en haar inwoners. Het woord was vervolgens aan den ge- meente-secret«»Js <j£ heer J. J. .Roovers. Rede van den heer J. J. Roovers. Na hartelijk dank gebracht te hebben voor de aangename woorden, welke de burgemeester hem en de ambtenaren had willen richten, feliciteerde spr., ook na mens alle overige ambtenaren, den heer Bakhuizen met de onderscheiding welke hem te beurt is gevallen. Het verheugt ons zeer, aldus spr.. in u een chef te zullen hebben, die zelf over een uitgebreide kennis van de gemeente-administratie be schikt, die zelf weet wat van de ambte naren in den tegenwoordigen tijd gevergd wordt en die derhalve volkomen in staat is ons werk te beoordeelen. Want op de ambtenaren in het algemeen genomen is nog steeds het aloude gedicht van vader Cats van toepassing, n.l.: „Die zorgt en waakt en slaaft en [ploegt en zwoegt en zweet, Ten oolrbaar van 't land een lastig [ambt bekleedt, En waant de menschen aan zich [te verbinden, Zal zich te jammeriyk in 't eind [bedrogen vinden, Van 't wispelturig volk, dat veel te [los van hoofd, Genoten dienst vergeet en 't ergste [liefst gelooft". Wy hebben als ambtenaar allen de waarheden van dit gedicht menigmaal on dervonden en zullen dit ongetwyfeld bly- ven ondervinden. Doch niettegenstaande dat alles, gaan wij verder met de meeste toewijding onze taak zoo goed mogelijk te vervullen. En onder uwe leiding zullen wij dit blyven doen en zeggen u zonder eenig voorbehoud onze volle werkkracht zeer gaarne toe. Het is ons een begeerte u by het volbrengen van uw taak zooveel mo gelijk, naar de mate van de ons geschon ken krachten, ter zijde te staan. Spr. hoop te dat de onderlinge verhouding in het belang van de gansche gemeente, bij voortduring gedragen zal mogen worden door een onmisbaar vertrouwen. Dat de Alwyze u en ons de kracht en de gave moge schenken, om op een eeriyke en rechtvaardige wijze te arbeiden tot heil van de gemeente Nieuwveen. Hierop bood de heer Roovers namens de ambtenaren een mooie bloemenhulde aan. Als vertegenwoordiger van het Comité sprak vervolgens de heer P. Sprey den Burgemeester ongeveer als volgt toe: Rede van den heer P. Sprey. Als voorzitter van het comité rust op mij de aangename taak u namens de bur gerij van Nieuwveen. van harte welkom te heeten. Namens de ingezetenen van Nieuwveen wensch ik u van harte geluk met uw benoeming. Wy hopen, dat God u mag schenken lust en kracht en be kwaamheid tot den arbeid, waartoe Hy u roept. Hij make u getrouw in 't vervullen van uw plicht en Hy geve u de noodige wysheid. wanneer de moeiiykheden en zorgen vermenigvuldigen. Spr. verzocht hierop: doe 't ons niet al teveel merken, dat wy één van de drie gemeenten zyn waarover gij bur gemeester zijt. Wij hopen, dat gij met onze bevolking zult meeleven, als een burgemeester, die de nooden en be hoeften van zijn bevolking kent en zoo noodig weet te lenigen. Juist in deze tijden hebben wij noodig, mannen, die toonen een warm hart te hebben voor de nooden van het volk. maar ook die weten, wat zij willen in 't belang van de gemeente Het allen naar den zin maken, daarmee vleien we ons niet, want dat vermag niemand. Maar wél vragen we van u, dat u 't gezag hoog houdt en recht doet aan allen, zonder onderscheid. Wij hopen, dat u voor de armen zult zyn een „Burgervader" met een warm hart, die zooveel in zyn vermogen is, hun nooden lenigt, maar ook voor de belangen der meergegoeden zorgt, zoodat zij door uw beleid niet al te zwaar worden getroffen. In verband met familieomstandigheden heeft u ons verzocht de feesteiykheden sober te houden. Aan uw verlangen mee- nen wy te hebben voldaan. Namens de burgerij bood spr. tenslotte als blyk van sympathie een fraalen bloe menmand aan en noodigde den heer Bak huizen uit 's avonds de gast te zyn van het Comité. Ds. H. G. Brink, wilde eveneens gaarne den Burgemeester toespreken, en deed zulks ongeveer als volgt: Rede van ds. H. G. Brink. Hooggeachte heer burgemeester! Het zy mij vergund, U een woord van welkom toe te roepen. Als vertegenwoor diger van de Nederl. Hervormde Gemeente te Nieuwveen, spreek ik hier voor een be langrijk gedeelte van de bevolking van Nieuwveen. Onze Kerk stelt er een eere in, krachtens hare organisatie de allures van Protestantsche „Volkskerk" te kunnen volhouden, omdat immers hare reglemen ten binnen haar kerkverband plaats gun nen aan Protestanten van zeer verschil lende richting; van uiterst links tot uiterst rechts! De volksmond in ons Vaderland spreekt dan ook veelbeteekenend van „de groote kerk", bedoelende daarmede de Nederl. Hervormde. Welnu, namens deze gemeente, heb ik de eer U thans te mogen toespreken! Ik moge U betuigen, dat, waar gy (wat wy gaarne van U verwachten willen) „recht en ge rechtigheid" by de uitoefening van Uw ambt voor geheel de burgery zult hand haven en bevorderen, gy ons bereid zult vinden, U alle zedeiyke en daadwerkelyke steun te verleenen in zoo sterke mate als wy daartoe maar by machte zyn. Als goede Vaderlanders, als zy die ge hechtheid gevoelen aan het huis van Oranje en byzonderlyk aan Onze geëerbie digde Koningin en als burgers, die hart hebben voor de eer en voor alle de geeste lijke en de stoffelyke belangen van onze dorpsgemeenschap, willen wy U eerbiedi gen als onzen Burgervader! U worde van Omhoog geschonken de wijsheid en de kracht, de verdraagzaamheid en de mild heid van- en de rechtheid en de louterheid van Ziel, die gy van noode zult hebben, om Uw hooge ambt naar den eisch uit te oefenen! Daartoe geve de Almachtige U zynen zegen, aan U en de Uwen schenke Hy dien! Waarhjk, zoo zy het! Alle bekende en beroemde merken: Gabion, Falcon, Shelter, Growncoat alle maten, alle prijzen, alle kleuren Wollen of union gabardine regenjassen in blauw en ^_J beige reeds vanaf 7 2134 (Ingez. Med.) Dan werd het woord gevoerd door ka pelaan Nicolaas. Toespraak van kapelaan W. A. Nicolaas In tyden van uitersten is 't mogelijk, aldus spr., dat er geroepen wordt; „Myn wil is •wet", alsof gezag en macht vereenzelvigd kunnen worden, en het gezag steunt op de wil van één mensch. In een tijd van uitersten is het niet minder onmogelijk, dat alle gezag en macht door overmacht wordt omvergeworpen, alsof een anarchie een vorm van geordende samenleving mag genoemd worden en willekeur van het volk grond voor een gezag zou kunnen zyn. De gemeentenaren waarover u zoo Juist uw ambt hebt aanvaard, zyn in over- groote meerderheid christehjke beginselen toegedaan: dat is verheugend, zoowel voor u. als voor de gemeente. Voor u. omdat u reeds by het begin van uw ambtsperiode de overtuiging met u meedraagt, dat uw nieuwe gemeentenaren dit eene groote principe als richtlijn voor hun maatschap pelijk leven hooghouden: „Alle wettig ge zag komt van God" Omdat gij óók weet, dat voor uw gemeentenaren eerbiediging van het gezag geldt als een elsch van ze delijkheid, en zij dus, wanneer ze hun be ginselen trouw beleven, er-prijs op stellen goede burgers te zijn. De gemeente is ehristelyk; we mogen dit feit eveneens verheugend noemen voor de gemeentena ren zelf. Omdat in een dergelyke gemeente althans de grondslag aanwezig is, waarop een rechtvaardige en zelfs een aangename samenleving mogelyk blijkt te zijn. Het is tenslotte voor de gemeente niet minder verheugend dat u persoonlijk chr. beginse len tot de uwe rekent, want daarin heeft zy een waarborg dat in uwe handen gezag cn macht op de juiste wijze bijeen zullen komen, en dat de uitoefening van uw ambt voor de geheele gemeente weldadig zal zyn. Weest u overtuigd, zoo eindigde spr van de gevoelens van eerbied waarmede het Katholieke volksdeel u ontvangt. Een katholiek immers behoort een goed staatsburger te zyn omdat hy èn het gees telijk gezag èn het wereldgezag van God afkomstig weet, en dus als zoodanig zal eerbiedigen. Nog meerderen maakten van de gelegen heid gebruik den Burgemeester te com plimenteeren, waarna hedenavond nog de door ons geannonceerde huldiging plaats vindt ln Hotel Schreuder. waarby de bur gery in de gelegenheid gesteld wordt met den Burgemeester kennis te maken Velen zullen daarvan zeker gaarne gebruik ma ken! Op een en ander komen wy morgen nader terug. NIEUWE UITGAVEN. Van de drukkerij S. C. van Wieringen te Alphen aan den Ryn, ontvingen wij een brochure getiteld: „Agrarische politiek", door R. P. Sybesma. Van de Algemeene Ned. Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer ontvingen wij een tweetal reclamewerkjes, getiteld: ,Ost Holland en Bonvenon en Holland. De Kamer van Koophandel en Nij verheid te Curacao zond ons: Colorful Curacao, een reclame-uitgave voor West- Indië. DE „WIENER SANGERKNABEN". De beroemde „Wiener Sangerknaben", wier eerste groote film „Singende Jugend" thans in ons land wordt vertoond, zullen binnenkort wederom een groote tournée door ons land maken en daarbij ook onze stad bezoeken. Het door hen hier te geven concert zal plaats vinden op Vrijdag 8 Mei. o IVEEKU» "■"u „De Wereldkroniek" publiceert een artikel van J. J. Moerman over „De Rol zaal". E. J. Smetanic Klinsky schryft over „De Pekineezen en wat de Chineezen over hen zeggen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9