De oorlog in Abessynië.
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 16 April 1936
EEN REPE VAN SARRAUT.
FAILLISSEMENTEN.
SCHEEPSVERBINDINGEN.
LAND- EN TUINBOUW.
Jifooie tuitte tonelen.
IV© ROL
SPREEKCEL.
VRAGENRUBRIEK.
KERK- EN SCH00LNIEUWS
OVER DE FRANSCHE BUITENLANDSCHE
POLITIEK.
De Fransche minister-president Sarraut
heeft gisteravond aan een banket van den
bond der provinciale pers een rede gehou
den. welke hij, gelijk hij het uitdrukte,
beschouwde als een voorrede van de ver
klaringen, welke hij binnenkort over den
politiekcn toestand zou afleggen. Sarraut
begon met lof te brengen aan de Fransche
provinciale pers, die voortgaat in deze zeer
ernstige oogenblikken tot kalmte, gezond
verstand en wijsheid aan te manen. De
opmerkelijke rust, welke den verkiezings
strijd kenmerkt, zoo vervolgde de minister
president, is geen teeken van onverschil
ligheid en zorgeloosheid. Zij beteekent, dat
deze dagen ernstig zijn en in de hoogste
mate koelbloedigheid en evenwichtigheid
eischen. Frankrijk is zich ervan bewust,
dat het staat tegenover de hevigste crisis,
welke de vrede ln de laatste twintig jaar
heeft doorgemaakt. Iedereen in Frankrijk
wenscht den vrede. Ik zeg iedereen, omdat
ik geen partij de beleediglng zou willen
aandoen te denken, dat zij den vrede niet
zou willen. Waarom den vreemdeling, die
ons beschouwt, den indruk te geven, dat
wij op dit kapitale punt verdeeld zijn
door conflicten van secten en partijen, die
elkander beschuldigen den oorlog te wil
len?
In ieder geval heeft, boven de partijen,
de regeering, waarvan ik het hoofd ben,
geen vuriger wensch dan den vrede De
regeering wenscht dezen vrede, doch in
veiligheid en waardigheid. Zij zoekt hem
langs den weg van een traditie die haar
ideaal blijft. Ons ideaal sedert den oorlog
is onveranderd hetzelfde gebleven. Geen
hoofd eener regeering, die haar ontkend
of verraden heeft, geen volksvertegen
woordiging. die er zijn goedkeuring aan
heeft onthouden.
Dit ideaal is duidelijk en logisch.
Het is belichaamd in het systeem van
collectieve veiligheid: de vrede voor
allen en door allen. Om dit systeem
op te bouwen hebben wij ons alle
opofferingen willen getroosten. Wij
hebben ervoor de herstelbepalingen en
de veiligheid van het verdrag van Ver
sailles opgegeven. Wij hebben minder
den vrede voor onszelf gezocht, als
den vrede voor allen. Zelfs voor ome
oude tegenstanders.
Deze geest houdt ons nog altijd verbon
den aan het Volkenbondscovenant. Zullen
de groote teleurstellingen ons geloof ln het
hooge ideaal wegnemen en ons eens af
brengen van den weg naar Genève? Moe
ten wij tegenover de onmacht van den
een en het egoïsme van den ander afstand
doen van onze hoop op een Internationaal
systeem van bijstand en slechts bedacht
zijn op zelfbehoud? Deze vraag sluit een
drama in waarvan ik op dit oogenblik met
den meesten nadruk wil zeggen, dat het
voor ons niet den meesten angst oplevert.
Deze is voor de landen, die geen weer
stand kunnen bieden bij een eventueelen
aanval en waarvan de veiligheid afhanke
lijk is van de internationale veiligheid. Aan
deze volken hebben wij gedacht bij het op
bouwende vredesplan, dat wij aan den
Volkenbondsraad hebben voorgelegd.
Frankrijk streeft er naar, met de mid
delen des vredes het conflict, dat ont
staan is uit de schending van Locarno, op
te lossen Het had ook den druk der
wapenen kunnen gebruiken. In dit ver
band keerde Sarraut zich tegen binnen-
landsche critici, wien hij verweet slechts
onrust in het binnenland en vijandigen
overmoed in het buitenland op te wekken.
De Fransche defensie is op de hoogte van
haar taak. Sarraut zeide dit met groote
verzekerdheid, na een nauwkeurig onder
zoek en met de overtuiging, dat Frankrijk
zich van zijn groote kracht bewust kan
zijn. Het is goed dit te weten, want duur
zame vredesregelingen zullen slechts doel
matig, vruchtbaar en stabiel blijven en
gerespecteerd worden, wanneer bekend is.
dat deze aangegaan worden met een
krachtige verdragspartij. Bovendien steunt
Frankrijk op de aanhankelijkheid van de
rassen in het overzeesche gebied. De
vriendschap van Frankrijk blijft een waar
de houden, die de wereld heeft leeren ken
nen en die niemand mag onderschatten.
Zelf heeft het bondgenootschappen, welke
het niet mag ontmoedigen. Het streeft
naar een oplossing der moeilijkheden door
een poging tot verzoening, die het de keuze
zal besparen tusschen gelijkelijk kostbare
vriendschappen.
Sarraut besloot zijn rede met een in
drukwekkende opsomming van de taken,
waarvoor de volgende wetgevende periode
zich geplaatst zal zien en waarvoor zoowel
een binnenlandsche als een bultenland-
sche vrede een vereischte is.
De laatste woorden van zijn rede waren:
„Ik heb vertrouwen in de bewonderens
waardige Fransche wijsheid en standvas
tigheid in het vermijden van alle avontu
ren".
De Fransche pers.
De „Ere Nouvelle" schrijft, dat deze
rede verstandig is. en geïnspireerd op het
meest verheven nationaal gevoel en liefde
voor den vrede.
Ook de rechterzijde schrijft waardee-
rend over deze rede.
Verder is de pers niet tevreden over de
taktiek van Engeland, welke volgens de
„Journal" bestaat ln het vermijden van
geïsoleerd initiatief en in het pogen de
verantwoordelijkheid voor het mislukken
van dwangmiddelen op anderen te schui
ven.
De .Petit Journal" schrijft, dat de Brit-
sche regeering haar houding ten aanzien
van de schending van het verdrag van
Locarno tracht te verbergen door Frank
rijk te verwijten, dat het het collectief
systeem heeft getorpedeerd, door ge-
meene zaak met Italië te maken. Men
verlangt thans, dat Engeland zich te
Genève duidelijk uitspreekt, zoodat
Frankrijk vrij kan oordeelen. Op gelijke
wijze schrijft de „Matin". Ten aanzien
van de besprekingen te Genève schrijft
„Oeuvre", dat Mussolini den Itallaanschen
afvaardigden heeft gelast de kwestie op
de lange baan te schuiven, opdat de veld
tocht in Abessynië bekroond wordt met
de inname van Addis Abeba, welke tus
schen 20 en 30 April wordt verwacht. Het
zuidelijke leger rukt thans op om de res-
Slag begonnen aan het
Zuidelijk front
Aan het front van Ogaden wordt
een hevige slag geleverd.
De Abesstjnsche troepen worden aange
voerd door den Turkschen generaal Wahib
Pasja en Dedjasmatst Nasiboe.
Van Abesstjnsche zijde wordt medege
deeld dat de activiteit van de Italiaansche
luchtmacht zeer groot Is Desondanks
houden de Abessyniërs stand.
Een ander bericht van het zuidelijk
front luidt, dat de Italianen ten Zuiden
van Sasabaneh. na een geweldig lucht
bombardement tot den aanval zijn over
gegaan. Zij schijnen een omtrekkende be
weging te willen maken en speciaal de
belde vleugels van het Abessyr.ische leger
krachtig aan te vallen.
De bezetting van Dessie.
Intusschen is Rome vol overwin
ningsvreugde over de bezetting van
Dessie.
Mussolini heeft bevel gegeven, dat ter
gelegenheid van dezen triomf heden in
het geheele land zal worden gevlagd van
zonsopkomst tot zonsondergang.
De geheele pers levert opgetogen com
mentaren op het binnentrekken van de
Italianen te Dessie. De .Tribuna" schrijft,
dat Dessie thans en voor alle tijden
Itallaansch is. Het blad voegt hieraan toe.
dat het interesant is. dat de bezetting een
feit is geworden Juist op het oogenblik. dat
men de plannen van de commissie van
dertien gaat vernemen.
Vandaag worden vaderlandslievende
betoogingen verwacht.
De stad Dessie was bijna uitgestorven,
toen de Italianen er 's morgens ln door
drongen. In den loop van den middag
begon de bevolking echter terug te keeren.
Het Abesstjnsche garnizoen, bestaande
uit eenlge honderden manschappen, die
achtergebleven waren na de nederlaag
van het keizerlijke leger trok zich terug
naar het Zuiden, voordat de Italianen
aangekomen waren zoodat deze slechts
enkele schoten ontvingen
Dinsdagavond hadden de Italianen de
stad reeds bijna omsingeld. Zit wachtten
echter met het binnenrukken tot het aan
breken van den dageraad
De correspondent van Reuter, die zich
bil de Italiaansche legers ln het Noorden
bevindt, seint, dat de val van Dessie dit
belangrijke centrum dat gedurende zoo
langen tijd de zetel is geweest van het
hoofdkwartier van den Negus, niet kan
nalaten een ernstige slag toe te brengen
aan het keizerlijk prestige.
Zal Badogllo thans Add's Abeba weten
te bereiken? Nog 200 K.M. scheidt hem
van de hoofdstad, die in een 10-tai daeen
zouden zijn af te leggen wanneer er inder
daad geen Abessijnsch lezer meer bestaat.
De Italianen hebben twee wegen tot hun
beschikking, waarvan de eene eenigszlns
kapotgereden is door de transporten
Abessijnsch oorlogsmateriaal der laatste
maanden, maar die toch nog bruikbaar is
voor pantserauto's en vrachtwagens.
Abessijnsche tegenspraak.
De Ethiopische regeering spreekt cate
gorisch den val van Dessie tegen. Het
dementi doet veronderstellen, dat de
troepen van den Negus zich nog ten Noor
den van Dessie bevinden, ofschoon geen
nauwkeurige aanduidingen over de positie
van den Negus en zijn garde worden ver
strekt. ten einde den keizer niet bloot te
stellen aan de luchtaanvallen der Ita
lianen.
Eenige nog niet bevestigde berichten
van 't Noordelijk front wekken Inderdaad
den indruk, dat de situatie der Abessiin-
sche strijdkrachten de laatste dagen beter
is geworden. In Abessijnsche kringen is
men van meening dat de tactiek der Ita
lianen om sterke afdeelingen langs bepaalde
wegen snel voorwaarts te doen rukken, den
Abessljnen weer gelegenheid geeft tot het
voeren van een guerillla.
Volgens een dezer berichten uit Abes
sijnsche bron zou de Italiaansche bezet
ting van Gondar nog voor Paschen on
verwachts zijn aangevallen en vernietigd.
Voorts gaat het gerucht dat de Negus
een belangrijke overwinning op de Ita
lianen zou hebben bevochten op Zondag
j.l. ten Zuidwesten van het Asjanghlmeer.
(De troepen van den Negus telden
20.000 man, de Italiaansche macht was
een geïsoleerde colonne).
2000 Askaris en 400 Italianen zouden
zitn gedood.
Doch erg betrouwbaar lijken ons deze
berichten niet Italië geeft trouwens al
een tegenspraak! en aan den val van
Dessie valt o.l. moeilijk te twijfelen.
De besprekingen te Genève.
Aloisi. de Italiaansche vertegenwoordi
ger, is gistermiddag om 16 uur 45 te Ge
nève aangekomen, vergezeld van Rocco
en den chef van den persdienst, Mascia,
in verband met de belangrijke zitting van
de commissie van dertien, die heden een
aanvang neemt.
Te 18 uur 10 had Aloisi een onderhoud
met de Madarlaga in tegenwoordigheid
van Avenol. Deze besprekingen zullen he
denochtend wordtn voortgezet, waarna
een communiqué zal worden uitgegeven.
In Italiaansche kringen wordt ontkend,
dat een aanzienlijke ontspanning ln den
toestand was ingetreden, en in diploma
tieke kringen te Rome worden onwaar
geheeten zekere in de bultenlandsche pers
verschenen optimistische berichten, vol
gens welke rechtstreeksche onderhande
lingen gaande zouden zijn tusschen Ita
lië en Engeland om te geraken tot een
regeling van het Itallaansch-Abessijnsch
conflict.
De „Stampa" meent zelfs de Italiaan
sche publieke opinie te moeten waarschu
wen voor de z.g. gematigdheid, welke de
Italiaansche pers sinds gisteren meende
te kunnen constateeren ln de Brltsche
houding.
„Men moet voorzichtig zijn", betoogt
het blad, „en oppassen voor de hinder
laag, waarin men Italië met zachtheid of
met geweld lokken wil. Alvorens een de
finitief oordeel uit te spreken zal men
goed doen de ontwikkeling af te wachten
van de partij, die thans te Genève gaat
gespeeld worden".
Het blad ziet ln de houding van Enge
land een manoeuvre. „Aanvankelijk pro
beerde Engeland het met Intimidatie.
Toen het gewaar werd, dat Italië bereid
was, alles te trotseeren, om te voorkomen,
dat men het zijn militaire overwinning
zou ontnemen, terwijl anderzijds bleek,
dat in Frankrijk de antl-oorlogsstemmlng
triomfeert en ook aanzienlijke llnksche
kringen meesleept, wijl zij rekening moe
ten houden met de openbare meening aan
den vooravond der verkiezingen, heeft
Engeland het opportuun geoordeeld, zijn
pressie te verminderen, maar de Geneef-
sche sanctie-machine is Intusschen nog
steeds niet stil gezét.
Eden is naar Genève vertrokken, ver
gezeld van Petersen, chef van het Abes
sijnsche departement aan het Foreign
Office en twee andere raadslieden.
Flandln zal niet te Gnevèe aanwezig
zijn in de huidige phase der onderhande
lingen.
De Fransche pers doet nog eens scherp
naar voren komen welk een afstand er
heerscht tusschen het Fransche en En-
gelsche standpunt.
De „Petlt Parisien" schrijft: De onder
handelingen ter regeling van het Abes
sijnsche conflict moeten niet beginnen
onder het dreigement van nieuwe sanc
ties. Engeland, dat zoo geduldig is tegen
over Duitschland, dat het verdrag van
Locarno geschonden heeft, kan geen doc
trinaire argumenten naar voren schuiven
om tot gestrengheid aan te sporen jegens
Italië. Italië moet blijk geven van gema
tigdheid, polltieken geest en edelmoedig
heid ten gunste van den overwonnene.
Frankrijk moet „Pas op!" roepen tot zijn
Engelsche en Italiaansche vrienden en al
zijn invloed aanwenden, opdat de politiek
van Stresa eindelijk van de Abessijnsche
zaak bevrijd, haar waarde hervinde tot
herstel en pacificatie van Europa.
Het „Journal" stelt de vraag, of de En-
gelschen eindelijk zullen willen begrijpen,
dat Frankrijk niet van plan is de kastan
jes uit het vuur te halen.
De „Figaro" schrijft onder den titel
„Laat ons den Volkenbond verlaten":
Wij zullen weldra weten of er iets kan
voortkomen uit de door de Madariaga ge
leide onderhandelingen of dat men in een
slop blijft steken. Het is mogelijk, dat de
Britsche regeering dan de commissie van
achttien zal vragen nieuwe sancties toe
te passen. Het is waarschijnlijk, dat zij
dien weg zal inslaan om anderen haar
echec in de schoenen te schuiven. Dat zal
het haar mogelijk maken uit de moeilijke
positie te geraken, waarin zij gekomen is,
toen zij de openbare meening is gaan vol
gen, in plaats van haar te leiden. Wij zijn
bang, dat Engeland zal gaan insinueeren,
dat Frankrijk door het stelsel der collec
tieve veiligheid te saboteeren, een doode-
lijken slag aan den Volkenbond heeft toe
gebracht. Vandaar, dat ik met d'Ormesson
van oordeel ben, dat het beter geweest
zou zijn Genève te verlaten zoodra er ze
kerheid was verkregen, dat de breuk van
Locarno eenvoudig op de rekening van
winsten en verliezen geboekt zou worden.
Het is nog tijd.
In het commentaar op de besprekingen
te Genève schrijft de „Daily Telegraph",
dat niettegenstaande de overwinningen
van Mussolini de economische positie van
Italië steeds zwakker wordt. De sancties
hebben hard getroffen en moeten eensge
zind worden gehandhaafd tot het einde
van de vijandelijkheden.
De „Daily Express" schrijft, dat het
Britsche volk niet bereid is tegen Italië
te vechten om Abessynië te helpen. De re
geering, die dit zou willen probeeren, zal
zich niet kunnen handhaven.
Van Engelsche zijde wijst men erop, dat
bij de toepassing der sancties de grootste
offers door den Engelschen handel zijn
gebracht. Terwijl de andere staten hun
uitvoer naar Italië gemiddeld met 44"/»
zagen verminderen, is de Britsche uitvoer
naar Italië tot 8°/o teruggeloopen. Volgens
een Volkenbondsrapport bedroeg de waar
de van den Brltschen uitvoer naar Italië
in Februari 1935 1.841.700 gouden dollars,
in Maart 1936 slechts 82.100 gouden dol
lars.
ten van het Abessijnsche leger te vernie
tigen. Mussolini zal dan den oorlog voor
beëindigd verklaren en verzoeken om op
heffing van de sancties.
Indien de mogendheden hierin niet
toestemmen, dan zal Italië eenvoudig ge
heel Abessynië annexeeren, zoodat de
markt van Abessynië voor alle staten
wordt gesioten en alleen voor Italië open
blijft. Indien de mogendheden toestem
men, dan zou Italië bereid zijn een sta-
stuut ln te stellen, overeenkomstig dat
van Frankrijk in Marokko, zoodat de
markt in Abessynië voor allen open blijft.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
C. Boet, Haarlemmermeer.
J H. Enthoven, Haarlemmermeer.
De navolgende schepen zijn morgen
radio-telegrafisch te bereiken vla het
kuststation Scheveningen Radio.
Aagtekerk, Alchiba, Alcyone, Alphacca,
Bloemfontein, Chr. Huygens, Costa Rica,
Crijnssen, Hoogkerk, Indrapoera, Jagers
fontein, Johan de Witt, Johan v. Olden-
barnevelt, Kota Tjandi, Marnix van St.
Aldegonde, Meerkerk, Meliskerk, Oranje-
Nassau, Poelau Laut, Poelau Roeblah,
Randfonteln, Sibajak, Simon Bolivar,
Spaarndam. Springfontein, Statendam,
Tawali, Volendam en Zuiderkerk.
Behalve bovengenoemde passagiers
schepen zijn de meeste Nederlandsche
vrachtschepen eveneens via Scheveningen
Radio te bereiken.
Telegrammen worden aangenomen door
alle telegraafkantoren en door Radio-
Holland.
HET LANDBOUW-CRISISFONDS
IN DE PRACTIJK.
VERGADERING VAN VEEWEIDERS
EN -MESTERS.
De Vereenlglng van Veewelders en
-Mesters heeft gistermiddag in hotel
„Terminus" te Den Haag een algemeene
ledenvergadering gehouden onder voor
zitterschap van den heer M. Oppenhelm
uit Den Haag.
In zijn openingswoord constateerde deze.
dat men bil de crisls-veehouderijcentrale
gelukkig heeft Ingezien, dat de verbllkking
van vleesch uit den booze is. Met de af
slachting ls ongeveer 25 mtllioen gulden
verlies gepaard gegaan, terwijl daarnaast
voor millioenen guldens schade aan de
bedrijven der veewelders en -mesters is
toegebracht. Gelukkig, zoo zelde spreker,
hebben wl) nu een deskundig minister van
landbouw, die nu ook aan de veewelders
en -mesters eenlgen steun heeft toegezegd.
Noodzakelijk is het dat men de bedrij
ven der veewelders en -mesters als be
schutte bedrijven erkent.
De vereenlglng ls gaarne bereid, den
minister ln zijn moeilijke positie te steu
nen om te komen tot de juiste oplossing,
n.l. onze veehouderij ln haar geheel een
bloeiend en winstgevend bedrijf en de
steunregeling overbodig te doen worden.
Vervolgens heeft mr. H. van Wijk Czn„
uit Den Haag. juridisch adviseur der ver-
eeniging. gesproken over: „Het landbouw
crisisfonds in de practijk".
Mr. van Wijk herinnerde met instem
ming aan hetgeen het Tweede Kamerlid
Ebels op 11 Maart j.l. in het parlement
in het belang van de veeweiders heeft
gezegd. Helaas echter deelen de regee-
rlngscommissarlssen op zoodanige wijze de
lakens uit. dat wel de bacon-fabrlkanten.
maar niet de veeweiders ervan profiteeren.
Na een audiëntie bij den minister heeft
een deputatie uit het bestuur op 13 Jan.
J.l. een onderhoud gehad met ir. Van
Leignes Bakhoven, 's ministers privé-
adviseur. en op 3 April met den regee-
rlngscommissarls Ir. Louwes. -doch het
resultaat ls verre van bevredigend. Hoewel
de minister aanvankelijk een welwillende
houding aannam, zelde hij later geen be
slissing te kunnen nemen, voordat hij de
veehouderlicentrale had gehoord. De vee-
houderijcentrale wordt echter zoo sterk
beïnvloed door de baconfabrikanten. dat
van die zijde geen bevredigend advies ls
te verwachten. Eigenlijk aldus sprekej
moet men medelijden hebben mét e
minister die op dergelijke adviezen
aangewezen.
Thans neemt de minister de belasting
aanslagen der veeweiders als basis. Men
zou eerst moeten aantoonen. dat men geen
Inkomen meer heeft Op die manier echter
zouden de betrokkenen worden behandeld
als bedelaars, die om een aalmoes vragen.
De steun aan groenten suiker, tarwe en
andere categorieën, welke successievelijk
gevolgd zijn. Is evenwel zonder uitzonde
ring gebaseerd op de slechte uitkomsten
van de bedrijven. Belastingaanslagen zijn
daarbij niet ter sprake gekomen.
Spreker besloot met een opwekking tot
krachtige voortzetting van de actie der
vereenlglng.
Hierop volgde een discussie waarbij het
betoog van den voorzitter en van mr. van
Wlik van vele zijden werd onderstreept.
De voorzitter, de heer Oppenhelm, uit
Den Haag. werd bli acclamatie herkozen.
Eveneens werden herkozen de aftredende
bestuursleden de heeren Ammerlaan te
Schiplulden en A. Rietkerk te Wassenaar.
In plaats van den heer Philips werd ge
kozen de heer Jacobs. Helmegen te Roer
mond.
Verder werden nog in het bestuur ge
kozen de heeren 8. van Hasselt te Zundert
(NB.) en Stokman te Amsterdam.
Er werd een commissie benoemd ter
voortzetting der besprekingen met de re
geering. namelijk de heeren ir. Hellinga te
Lekkem (Friesland). S. Brouwer te Over
maas en de Valk te Schipluiden.
De vergadering keurde met algemeene
stemmen het beleid van het bestuur goed.
CONSUVPTIEMELK REGEERINGS-
CONTRACT.
Nederlandsche zuivelcentrale 19 t/m
25 April consumptiemelk regeerlngscon-
tract, taxegedeelte 51/4 cent, eventueel
verhoogd met premie, verminderd met af
dracht voor de kwaliteit, overmelk regee-
rings-mlnlmumprijs 3,6 cent, afdracht bij
levering in consumptie van andere dan
taxemelk 2'/i cent.
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
2088
CIngez. Med.)
BESTRATING REMBRANDTSTRAAT.
Een lezer verzoekt aan de betrokken
autoriteiten om betere bestrating van
Rembrandtstraat en Sliksteeg en doortrek
king van het trottoir in de Rembrandt
straat. Ook mag de verlichting wel eens
herzien worden.
Abonné te L. Wendt u tot afdeellng
Militaire Zaken ter secretarie, fireestraat,
Mej. J. K. te L. Het beste kunt U op
de deuren celotex-, mostex-, domster- of
lumbolite platen aanbrengen. Voor het
gezicht kunt u dan pluche gordijnen voor
ide deuren ophangen.
OVERSTELPEND DRUK BEZOEK OP Dl
MEUBEL-TENTOONSTELLING.
Naar schatting bezochten op 2en Paasch-
dag ongeveer tienduizend menschen de
Meubel- en Tapijt-Tentoonstelling der
N.V. Piet van Reeuwijk aan de Kipstraat
te Rotterdam. Het bezoek was zoo druk,
dat eenige duizenden menschen teleur,
gesteld werden, omdat het onmogelijk was
aan alle kijklustigen toegang te verleenen,
Het is derhalve verheugend, dat de
Directie der N.V. Piet van Reeuwijk be-
sloten heeft deze imposante expositie nog
open te stellen op Vrijdag van 28 uur
en Zaterdag van 210 uur. 2089
(Ineez. Med.)
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Kootwijk: N. C. Bakker té
Maartensdijk
Aangenomen naar Wijnjeterp-Duurs-
woude. E. Dijkhuis, cand. en hulppred. t«
Harlingen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Tlel; J. Wlepkema, te Duis
burgRuhrort (Duitschland)
VEREENIGING VAN PREDIKANTEN VA2<
DE GEREFORMEERDE KERKEN
IN NEDERLAND.
De algemeene vergadering.
Onder presidium van prof. dr. F W,
Grosheide van Amsterdam werd heden in
het Jaarbeursgebouw te Utrecht de alge
meene vergadering vun ue vereenigtng van
predikanten van de Géref. Kerken la
Nederland voortgezet.
In de zitting van hedenmorgen trad als
referent op prof. dr. J. Bohatec van Wee-
nen. met het onderwerp: „Gott und die
Geschichte nach Calvin".
Ref. ving aan met de opmerking dat het
wezen en de zin der geschiedenis thans
in het middelpunt der belangstelling staan.
Daarom is het goed ln dit verband tot
Calvijn terug te gaan en te zien welke
waarde hij aan de geschiedenis toekende.
De geschiedbeschouwing van Calvijn staat
lijnrecht tegenover de geschiedenls-philo-
soflsche opvattingen van zijn tijd, tegen
de Epicureeëers, tegen de Renaissance-
philosofle en tegen het noodwendlgheids-
fanatlsme en fatalisme dat door astrolo
gen etc. geleerd werd De zin der geschie
denis ligt in de volheid der tijden, waarin
geschiedenis en openbaring elkander dek
ken. Calvijn stond op het standpunt dat
als men de waarde der geschiedenis niet
erkent, men ook de openbaring van Chris
tus daarin moet betrekken. Calvijn leerde
de Oud- en Nieuw-Testamentische heils
geschiedenis als een eenheid, naar spr.
nader in den breede uiteenzette. God gaat
voort in de geschiedenis zich te open
baren tot de voleinding der wereld. Tegen
over de oud; en nieuwe opvatting van het
relatieve (ftr geschiedenis staat Calvijn
hare eenheid voor. Hoewel hy de geschie
denis niet normatief acht hecht hU aan
haar wel groote waarde als beteekenende
factor voor de voortgaande openbaring
Gods. Op het referaat dat in de Duitsche
taal voorgedragen werd, volgde eenige dis
cussie, waarna de morgenzitting gesloten
werd.
In de slotzitting trad als referent op
ds. W. H. den Houting van Huizum (Fr.),
met 'het onderwerp: „De erkenning van
den Doop, buiten eigen kerkverband be
diend".
Ref. ving aan met te betoogen dat het
vraagstuk van de erkenning van den Doop,
buiten eigen kerkverband bediend tel
kens weer ln de geschledets der kerk aan
de orde gesteld opnieuw bezinning
vraagt, zulks in verband met de discussie
over de „pluriformalltelt" der kerk. Ten
gunste van de „doopserkenning" kan ge
wezen worden op de eeuwenoude practijk
van de Chr. kerk en op tal van kerkelijke
besluiten die deze practyk sanctloneeren.
Met een verwyzing naar de geldende prac
tyk of een beroep op de kerkeiyke beslui
ten kan niet worden .volstaan, daar dé
gewoonte niet met de Waarheid Gods ge
lijk gesteld mag worden, noch de groote
menigte, noch de oudheid, noch de con
ciliën, decreten of besluiten (art. 7 der
Ned. Geloofsbeiydenis)
Voor een juiste beoordeeling van de
geldende practyk en de kerkeiyke beslui
ten mag niet uit het oog verloren worden:
a. dat van gemeensOhappeiyke overwegin
gen en motleven allerminst kan gesproken
worden; b. dat de kerkeiyke besluiten
moeten bezien worden in het licht van de
concrete situatie ten tyde dat ze genomen
werden; c. dat allerlei eisch van de prac
tyk veelzins den doorslag gaf.
Ref. besloot met er op' te wyzen dat hoe
bezwaariyke het ook moet worden geacht
ten aanzisn van de „doopserkenning" het
oude, door eeuwenlange practyk en tal
van kerkeiyke besluiten geijkte standpunt
te verlaten, men zich toch met alle ernst
moet afvragen, of en hoe zich die „doops
erkenning" principieel laat rechtvaardigen,
met name ten aanzien van de Waarheid
Gods aangaande de heiligheid van het
Sacrament, het wezen van het Verbond en
de waarde van het ambt.
Nadat over dit referaat eveneens van
gedachten gewisseld was, rondvraag ge
houden was en de voorzitter een kort slot
woord gesproken had, werd de drukbe-
chte Jaariyksche conferentie op gebrui-
wijze gesloten.
zochte
ftëlijke
DRIEHONDERDJARIG BESTAAN DER
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT.
Koningin en Prinses zullen aanwezig zU°
bij de herdenking in de Domkerk.
H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses
Juliana hebben het voornemen te Rennen
gegeven tegenwoordig te willen zyn bij ae
offlcieele plechtigheid, v/elke op 23 Juni
a.s. te drie uur in den namiddag ln de
Domkerk te Utrecht zal plaats hebben, te1
herdenking van het driehonderdjarig be
staan der Utrechtsche Ryksuniversltelt.
2—J