De oorlog in Abessynië. LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 16 April 1936 EEN REPE VAN SARRAUT. FAILLISSEMENTEN. SCHEEPSVERBINDINGEN. LAND- EN TUINBOUW. Jifooie tuitte tonelen. IV© ROL SPREEKCEL. VRAGENRUBRIEK. KERK- EN SCH00LNIEUWS OVER DE FRANSCHE BUITENLANDSCHE POLITIEK. De Fransche minister-president Sarraut heeft gisteravond aan een banket van den bond der provinciale pers een rede gehou den. welke hij, gelijk hij het uitdrukte, beschouwde als een voorrede van de ver klaringen, welke hij binnenkort over den politiekcn toestand zou afleggen. Sarraut begon met lof te brengen aan de Fransche provinciale pers, die voortgaat in deze zeer ernstige oogenblikken tot kalmte, gezond verstand en wijsheid aan te manen. De opmerkelijke rust, welke den verkiezings strijd kenmerkt, zoo vervolgde de minister president, is geen teeken van onverschil ligheid en zorgeloosheid. Zij beteekent, dat deze dagen ernstig zijn en in de hoogste mate koelbloedigheid en evenwichtigheid eischen. Frankrijk is zich ervan bewust, dat het staat tegenover de hevigste crisis, welke de vrede ln de laatste twintig jaar heeft doorgemaakt. Iedereen in Frankrijk wenscht den vrede. Ik zeg iedereen, omdat ik geen partij de beleediglng zou willen aandoen te denken, dat zij den vrede niet zou willen. Waarom den vreemdeling, die ons beschouwt, den indruk te geven, dat wij op dit kapitale punt verdeeld zijn door conflicten van secten en partijen, die elkander beschuldigen den oorlog te wil len? In ieder geval heeft, boven de partijen, de regeering, waarvan ik het hoofd ben, geen vuriger wensch dan den vrede De regeering wenscht dezen vrede, doch in veiligheid en waardigheid. Zij zoekt hem langs den weg van een traditie die haar ideaal blijft. Ons ideaal sedert den oorlog is onveranderd hetzelfde gebleven. Geen hoofd eener regeering, die haar ontkend of verraden heeft, geen volksvertegen woordiging. die er zijn goedkeuring aan heeft onthouden. Dit ideaal is duidelijk en logisch. Het is belichaamd in het systeem van collectieve veiligheid: de vrede voor allen en door allen. Om dit systeem op te bouwen hebben wij ons alle opofferingen willen getroosten. Wij hebben ervoor de herstelbepalingen en de veiligheid van het verdrag van Ver sailles opgegeven. Wij hebben minder den vrede voor onszelf gezocht, als den vrede voor allen. Zelfs voor ome oude tegenstanders. Deze geest houdt ons nog altijd verbon den aan het Volkenbondscovenant. Zullen de groote teleurstellingen ons geloof ln het hooge ideaal wegnemen en ons eens af brengen van den weg naar Genève? Moe ten wij tegenover de onmacht van den een en het egoïsme van den ander afstand doen van onze hoop op een Internationaal systeem van bijstand en slechts bedacht zijn op zelfbehoud? Deze vraag sluit een drama in waarvan ik op dit oogenblik met den meesten nadruk wil zeggen, dat het voor ons niet den meesten angst oplevert. Deze is voor de landen, die geen weer stand kunnen bieden bij een eventueelen aanval en waarvan de veiligheid afhanke lijk is van de internationale veiligheid. Aan deze volken hebben wij gedacht bij het op bouwende vredesplan, dat wij aan den Volkenbondsraad hebben voorgelegd. Frankrijk streeft er naar, met de mid delen des vredes het conflict, dat ont staan is uit de schending van Locarno, op te lossen Het had ook den druk der wapenen kunnen gebruiken. In dit ver band keerde Sarraut zich tegen binnen- landsche critici, wien hij verweet slechts onrust in het binnenland en vijandigen overmoed in het buitenland op te wekken. De Fransche defensie is op de hoogte van haar taak. Sarraut zeide dit met groote verzekerdheid, na een nauwkeurig onder zoek en met de overtuiging, dat Frankrijk zich van zijn groote kracht bewust kan zijn. Het is goed dit te weten, want duur zame vredesregelingen zullen slechts doel matig, vruchtbaar en stabiel blijven en gerespecteerd worden, wanneer bekend is. dat deze aangegaan worden met een krachtige verdragspartij. Bovendien steunt Frankrijk op de aanhankelijkheid van de rassen in het overzeesche gebied. De vriendschap van Frankrijk blijft een waar de houden, die de wereld heeft leeren ken nen en die niemand mag onderschatten. Zelf heeft het bondgenootschappen, welke het niet mag ontmoedigen. Het streeft naar een oplossing der moeilijkheden door een poging tot verzoening, die het de keuze zal besparen tusschen gelijkelijk kostbare vriendschappen. Sarraut besloot zijn rede met een in drukwekkende opsomming van de taken, waarvoor de volgende wetgevende periode zich geplaatst zal zien en waarvoor zoowel een binnenlandsche als een bultenland- sche vrede een vereischte is. De laatste woorden van zijn rede waren: „Ik heb vertrouwen in de bewonderens waardige Fransche wijsheid en standvas tigheid in het vermijden van alle avontu ren". De Fransche pers. De „Ere Nouvelle" schrijft, dat deze rede verstandig is. en geïnspireerd op het meest verheven nationaal gevoel en liefde voor den vrede. Ook de rechterzijde schrijft waardee- rend over deze rede. Verder is de pers niet tevreden over de taktiek van Engeland, welke volgens de „Journal" bestaat ln het vermijden van geïsoleerd initiatief en in het pogen de verantwoordelijkheid voor het mislukken van dwangmiddelen op anderen te schui ven. De .Petit Journal" schrijft, dat de Brit- sche regeering haar houding ten aanzien van de schending van het verdrag van Locarno tracht te verbergen door Frank rijk te verwijten, dat het het collectief systeem heeft getorpedeerd, door ge- meene zaak met Italië te maken. Men verlangt thans, dat Engeland zich te Genève duidelijk uitspreekt, zoodat Frankrijk vrij kan oordeelen. Op gelijke wijze schrijft de „Matin". Ten aanzien van de besprekingen te Genève schrijft „Oeuvre", dat Mussolini den Itallaanschen afvaardigden heeft gelast de kwestie op de lange baan te schuiven, opdat de veld tocht in Abessynië bekroond wordt met de inname van Addis Abeba, welke tus schen 20 en 30 April wordt verwacht. Het zuidelijke leger rukt thans op om de res- Slag begonnen aan het Zuidelijk front Aan het front van Ogaden wordt een hevige slag geleverd. De Abesstjnsche troepen worden aange voerd door den Turkschen generaal Wahib Pasja en Dedjasmatst Nasiboe. Van Abesstjnsche zijde wordt medege deeld dat de activiteit van de Italiaansche luchtmacht zeer groot Is Desondanks houden de Abessyniërs stand. Een ander bericht van het zuidelijk front luidt, dat de Italianen ten Zuiden van Sasabaneh. na een geweldig lucht bombardement tot den aanval zijn over gegaan. Zij schijnen een omtrekkende be weging te willen maken en speciaal de belde vleugels van het Abessyr.ische leger krachtig aan te vallen. De bezetting van Dessie. Intusschen is Rome vol overwin ningsvreugde over de bezetting van Dessie. Mussolini heeft bevel gegeven, dat ter gelegenheid van dezen triomf heden in het geheele land zal worden gevlagd van zonsopkomst tot zonsondergang. De geheele pers levert opgetogen com mentaren op het binnentrekken van de Italianen te Dessie. De .Tribuna" schrijft, dat Dessie thans en voor alle tijden Itallaansch is. Het blad voegt hieraan toe. dat het interesant is. dat de bezetting een feit is geworden Juist op het oogenblik. dat men de plannen van de commissie van dertien gaat vernemen. Vandaag worden vaderlandslievende betoogingen verwacht. De stad Dessie was bijna uitgestorven, toen de Italianen er 's morgens ln door drongen. In den loop van den middag begon de bevolking echter terug te keeren. Het Abesstjnsche garnizoen, bestaande uit eenlge honderden manschappen, die achtergebleven waren na de nederlaag van het keizerlijke leger trok zich terug naar het Zuiden, voordat de Italianen aangekomen waren zoodat deze slechts enkele schoten ontvingen Dinsdagavond hadden de Italianen de stad reeds bijna omsingeld. Zit wachtten echter met het binnenrukken tot het aan breken van den dageraad De correspondent van Reuter, die zich bil de Italiaansche legers ln het Noorden bevindt, seint, dat de val van Dessie dit belangrijke centrum dat gedurende zoo langen tijd de zetel is geweest van het hoofdkwartier van den Negus, niet kan nalaten een ernstige slag toe te brengen aan het keizerlijk prestige. Zal Badogllo thans Add's Abeba weten te bereiken? Nog 200 K.M. scheidt hem van de hoofdstad, die in een 10-tai daeen zouden zijn af te leggen wanneer er inder daad geen Abessijnsch lezer meer bestaat. De Italianen hebben twee wegen tot hun beschikking, waarvan de eene eenigszlns kapotgereden is door de transporten Abessijnsch oorlogsmateriaal der laatste maanden, maar die toch nog bruikbaar is voor pantserauto's en vrachtwagens. Abessijnsche tegenspraak. De Ethiopische regeering spreekt cate gorisch den val van Dessie tegen. Het dementi doet veronderstellen, dat de troepen van den Negus zich nog ten Noor den van Dessie bevinden, ofschoon geen nauwkeurige aanduidingen over de positie van den Negus en zijn garde worden ver strekt. ten einde den keizer niet bloot te stellen aan de luchtaanvallen der Ita lianen. Eenige nog niet bevestigde berichten van 't Noordelijk front wekken Inderdaad den indruk, dat de situatie der Abessiin- sche strijdkrachten de laatste dagen beter is geworden. In Abessijnsche kringen is men van meening dat de tactiek der Ita lianen om sterke afdeelingen langs bepaalde wegen snel voorwaarts te doen rukken, den Abessljnen weer gelegenheid geeft tot het voeren van een guerillla. Volgens een dezer berichten uit Abes sijnsche bron zou de Italiaansche bezet ting van Gondar nog voor Paschen on verwachts zijn aangevallen en vernietigd. Voorts gaat het gerucht dat de Negus een belangrijke overwinning op de Ita lianen zou hebben bevochten op Zondag j.l. ten Zuidwesten van het Asjanghlmeer. (De troepen van den Negus telden 20.000 man, de Italiaansche macht was een geïsoleerde colonne). 2000 Askaris en 400 Italianen zouden zitn gedood. Doch erg betrouwbaar lijken ons deze berichten niet Italië geeft trouwens al een tegenspraak! en aan den val van Dessie valt o.l. moeilijk te twijfelen. De besprekingen te Genève. Aloisi. de Italiaansche vertegenwoordi ger, is gistermiddag om 16 uur 45 te Ge nève aangekomen, vergezeld van Rocco en den chef van den persdienst, Mascia, in verband met de belangrijke zitting van de commissie van dertien, die heden een aanvang neemt. Te 18 uur 10 had Aloisi een onderhoud met de Madarlaga in tegenwoordigheid van Avenol. Deze besprekingen zullen he denochtend wordtn voortgezet, waarna een communiqué zal worden uitgegeven. In Italiaansche kringen wordt ontkend, dat een aanzienlijke ontspanning ln den toestand was ingetreden, en in diploma tieke kringen te Rome worden onwaar geheeten zekere in de bultenlandsche pers verschenen optimistische berichten, vol gens welke rechtstreeksche onderhande lingen gaande zouden zijn tusschen Ita lië en Engeland om te geraken tot een regeling van het Itallaansch-Abessijnsch conflict. De „Stampa" meent zelfs de Italiaan sche publieke opinie te moeten waarschu wen voor de z.g. gematigdheid, welke de Italiaansche pers sinds gisteren meende te kunnen constateeren ln de Brltsche houding. „Men moet voorzichtig zijn", betoogt het blad, „en oppassen voor de hinder laag, waarin men Italië met zachtheid of met geweld lokken wil. Alvorens een de finitief oordeel uit te spreken zal men goed doen de ontwikkeling af te wachten van de partij, die thans te Genève gaat gespeeld worden". Het blad ziet ln de houding van Enge land een manoeuvre. „Aanvankelijk pro beerde Engeland het met Intimidatie. Toen het gewaar werd, dat Italië bereid was, alles te trotseeren, om te voorkomen, dat men het zijn militaire overwinning zou ontnemen, terwijl anderzijds bleek, dat in Frankrijk de antl-oorlogsstemmlng triomfeert en ook aanzienlijke llnksche kringen meesleept, wijl zij rekening moe ten houden met de openbare meening aan den vooravond der verkiezingen, heeft Engeland het opportuun geoordeeld, zijn pressie te verminderen, maar de Geneef- sche sanctie-machine is Intusschen nog steeds niet stil gezét. Eden is naar Genève vertrokken, ver gezeld van Petersen, chef van het Abes sijnsche departement aan het Foreign Office en twee andere raadslieden. Flandln zal niet te Gnevèe aanwezig zijn in de huidige phase der onderhande lingen. De Fransche pers doet nog eens scherp naar voren komen welk een afstand er heerscht tusschen het Fransche en En- gelsche standpunt. De „Petlt Parisien" schrijft: De onder handelingen ter regeling van het Abes sijnsche conflict moeten niet beginnen onder het dreigement van nieuwe sanc ties. Engeland, dat zoo geduldig is tegen over Duitschland, dat het verdrag van Locarno geschonden heeft, kan geen doc trinaire argumenten naar voren schuiven om tot gestrengheid aan te sporen jegens Italië. Italië moet blijk geven van gema tigdheid, polltieken geest en edelmoedig heid ten gunste van den overwonnene. Frankrijk moet „Pas op!" roepen tot zijn Engelsche en Italiaansche vrienden en al zijn invloed aanwenden, opdat de politiek van Stresa eindelijk van de Abessijnsche zaak bevrijd, haar waarde hervinde tot herstel en pacificatie van Europa. Het „Journal" stelt de vraag, of de En- gelschen eindelijk zullen willen begrijpen, dat Frankrijk niet van plan is de kastan jes uit het vuur te halen. De „Figaro" schrijft onder den titel „Laat ons den Volkenbond verlaten": Wij zullen weldra weten of er iets kan voortkomen uit de door de Madariaga ge leide onderhandelingen of dat men in een slop blijft steken. Het is mogelijk, dat de Britsche regeering dan de commissie van achttien zal vragen nieuwe sancties toe te passen. Het is waarschijnlijk, dat zij dien weg zal inslaan om anderen haar echec in de schoenen te schuiven. Dat zal het haar mogelijk maken uit de moeilijke positie te geraken, waarin zij gekomen is, toen zij de openbare meening is gaan vol gen, in plaats van haar te leiden. Wij zijn bang, dat Engeland zal gaan insinueeren, dat Frankrijk door het stelsel der collec tieve veiligheid te saboteeren, een doode- lijken slag aan den Volkenbond heeft toe gebracht. Vandaar, dat ik met d'Ormesson van oordeel ben, dat het beter geweest zou zijn Genève te verlaten zoodra er ze kerheid was verkregen, dat de breuk van Locarno eenvoudig op de rekening van winsten en verliezen geboekt zou worden. Het is nog tijd. In het commentaar op de besprekingen te Genève schrijft de „Daily Telegraph", dat niettegenstaande de overwinningen van Mussolini de economische positie van Italië steeds zwakker wordt. De sancties hebben hard getroffen en moeten eensge zind worden gehandhaafd tot het einde van de vijandelijkheden. De „Daily Express" schrijft, dat het Britsche volk niet bereid is tegen Italië te vechten om Abessynië te helpen. De re geering, die dit zou willen probeeren, zal zich niet kunnen handhaven. Van Engelsche zijde wijst men erop, dat bij de toepassing der sancties de grootste offers door den Engelschen handel zijn gebracht. Terwijl de andere staten hun uitvoer naar Italië gemiddeld met 44"/» zagen verminderen, is de Britsche uitvoer naar Italië tot 8°/o teruggeloopen. Volgens een Volkenbondsrapport bedroeg de waar de van den Brltschen uitvoer naar Italië in Februari 1935 1.841.700 gouden dollars, in Maart 1936 slechts 82.100 gouden dol lars. ten van het Abessijnsche leger te vernie tigen. Mussolini zal dan den oorlog voor beëindigd verklaren en verzoeken om op heffing van de sancties. Indien de mogendheden hierin niet toestemmen, dan zal Italië eenvoudig ge heel Abessynië annexeeren, zoodat de markt van Abessynië voor alle staten wordt gesioten en alleen voor Italië open blijft. Indien de mogendheden toestem men, dan zou Italië bereid zijn een sta- stuut ln te stellen, overeenkomstig dat van Frankrijk in Marokko, zoodat de markt in Abessynië voor allen open blijft. Opgeheven wegens gebrek aan actief: C. Boet, Haarlemmermeer. J H. Enthoven, Haarlemmermeer. De navolgende schepen zijn morgen radio-telegrafisch te bereiken vla het kuststation Scheveningen Radio. Aagtekerk, Alchiba, Alcyone, Alphacca, Bloemfontein, Chr. Huygens, Costa Rica, Crijnssen, Hoogkerk, Indrapoera, Jagers fontein, Johan de Witt, Johan v. Olden- barnevelt, Kota Tjandi, Marnix van St. Aldegonde, Meerkerk, Meliskerk, Oranje- Nassau, Poelau Laut, Poelau Roeblah, Randfonteln, Sibajak, Simon Bolivar, Spaarndam. Springfontein, Statendam, Tawali, Volendam en Zuiderkerk. Behalve bovengenoemde passagiers schepen zijn de meeste Nederlandsche vrachtschepen eveneens via Scheveningen Radio te bereiken. Telegrammen worden aangenomen door alle telegraafkantoren en door Radio- Holland. HET LANDBOUW-CRISISFONDS IN DE PRACTIJK. VERGADERING VAN VEEWEIDERS EN -MESTERS. De Vereenlglng van Veewelders en -Mesters heeft gistermiddag in hotel „Terminus" te Den Haag een algemeene ledenvergadering gehouden onder voor zitterschap van den heer M. Oppenhelm uit Den Haag. In zijn openingswoord constateerde deze. dat men bil de crisls-veehouderijcentrale gelukkig heeft Ingezien, dat de verbllkking van vleesch uit den booze is. Met de af slachting ls ongeveer 25 mtllioen gulden verlies gepaard gegaan, terwijl daarnaast voor millioenen guldens schade aan de bedrijven der veewelders en -mesters is toegebracht. Gelukkig, zoo zelde spreker, hebben wl) nu een deskundig minister van landbouw, die nu ook aan de veewelders en -mesters eenlgen steun heeft toegezegd. Noodzakelijk is het dat men de bedrij ven der veewelders en -mesters als be schutte bedrijven erkent. De vereenlglng ls gaarne bereid, den minister ln zijn moeilijke positie te steu nen om te komen tot de juiste oplossing, n.l. onze veehouderij ln haar geheel een bloeiend en winstgevend bedrijf en de steunregeling overbodig te doen worden. Vervolgens heeft mr. H. van Wijk Czn„ uit Den Haag. juridisch adviseur der ver- eeniging. gesproken over: „Het landbouw crisisfonds in de practijk". Mr. van Wijk herinnerde met instem ming aan hetgeen het Tweede Kamerlid Ebels op 11 Maart j.l. in het parlement in het belang van de veeweiders heeft gezegd. Helaas echter deelen de regee- rlngscommissarlssen op zoodanige wijze de lakens uit. dat wel de bacon-fabrlkanten. maar niet de veeweiders ervan profiteeren. Na een audiëntie bij den minister heeft een deputatie uit het bestuur op 13 Jan. J.l. een onderhoud gehad met ir. Van Leignes Bakhoven, 's ministers privé- adviseur. en op 3 April met den regee- rlngscommissarls Ir. Louwes. -doch het resultaat ls verre van bevredigend. Hoewel de minister aanvankelijk een welwillende houding aannam, zelde hij later geen be slissing te kunnen nemen, voordat hij de veehouderlicentrale had gehoord. De vee- houderijcentrale wordt echter zoo sterk beïnvloed door de baconfabrikanten. dat van die zijde geen bevredigend advies ls te verwachten. Eigenlijk aldus sprekej moet men medelijden hebben mét e minister die op dergelijke adviezen aangewezen. Thans neemt de minister de belasting aanslagen der veeweiders als basis. Men zou eerst moeten aantoonen. dat men geen Inkomen meer heeft Op die manier echter zouden de betrokkenen worden behandeld als bedelaars, die om een aalmoes vragen. De steun aan groenten suiker, tarwe en andere categorieën, welke successievelijk gevolgd zijn. Is evenwel zonder uitzonde ring gebaseerd op de slechte uitkomsten van de bedrijven. Belastingaanslagen zijn daarbij niet ter sprake gekomen. Spreker besloot met een opwekking tot krachtige voortzetting van de actie der vereenlglng. Hierop volgde een discussie waarbij het betoog van den voorzitter en van mr. van Wlik van vele zijden werd onderstreept. De voorzitter, de heer Oppenhelm, uit Den Haag. werd bli acclamatie herkozen. Eveneens werden herkozen de aftredende bestuursleden de heeren Ammerlaan te Schiplulden en A. Rietkerk te Wassenaar. In plaats van den heer Philips werd ge kozen de heer Jacobs. Helmegen te Roer mond. Verder werden nog in het bestuur ge kozen de heeren 8. van Hasselt te Zundert (NB.) en Stokman te Amsterdam. Er werd een commissie benoemd ter voortzetting der besprekingen met de re geering. namelijk de heeren ir. Hellinga te Lekkem (Friesland). S. Brouwer te Over maas en de Valk te Schipluiden. De vergadering keurde met algemeene stemmen het beleid van het bestuur goed. CONSUVPTIEMELK REGEERINGS- CONTRACT. Nederlandsche zuivelcentrale 19 t/m 25 April consumptiemelk regeerlngscon- tract, taxegedeelte 51/4 cent, eventueel verhoogd met premie, verminderd met af dracht voor de kwaliteit, overmelk regee- rings-mlnlmumprijs 3,6 cent, afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2'/i cent. DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT. 2088 CIngez. Med.) BESTRATING REMBRANDTSTRAAT. Een lezer verzoekt aan de betrokken autoriteiten om betere bestrating van Rembrandtstraat en Sliksteeg en doortrek king van het trottoir in de Rembrandt straat. Ook mag de verlichting wel eens herzien worden. Abonné te L. Wendt u tot afdeellng Militaire Zaken ter secretarie, fireestraat, Mej. J. K. te L. Het beste kunt U op de deuren celotex-, mostex-, domster- of lumbolite platen aanbrengen. Voor het gezicht kunt u dan pluche gordijnen voor ide deuren ophangen. OVERSTELPEND DRUK BEZOEK OP Dl MEUBEL-TENTOONSTELLING. Naar schatting bezochten op 2en Paasch- dag ongeveer tienduizend menschen de Meubel- en Tapijt-Tentoonstelling der N.V. Piet van Reeuwijk aan de Kipstraat te Rotterdam. Het bezoek was zoo druk, dat eenige duizenden menschen teleur, gesteld werden, omdat het onmogelijk was aan alle kijklustigen toegang te verleenen, Het is derhalve verheugend, dat de Directie der N.V. Piet van Reeuwijk be- sloten heeft deze imposante expositie nog open te stellen op Vrijdag van 28 uur en Zaterdag van 210 uur. 2089 (Ineez. Med.) NED. HERV. KERK. Beroepen te Kootwijk: N. C. Bakker té Maartensdijk Aangenomen naar Wijnjeterp-Duurs- woude. E. Dijkhuis, cand. en hulppred. t« Harlingen. GEREF. KERKEN. Beroepen te Tlel; J. Wlepkema, te Duis burgRuhrort (Duitschland) VEREENIGING VAN PREDIKANTEN VA2< DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND. De algemeene vergadering. Onder presidium van prof. dr. F W, Grosheide van Amsterdam werd heden in het Jaarbeursgebouw te Utrecht de alge meene vergadering vun ue vereenigtng van predikanten van de Géref. Kerken la Nederland voortgezet. In de zitting van hedenmorgen trad als referent op prof. dr. J. Bohatec van Wee- nen. met het onderwerp: „Gott und die Geschichte nach Calvin". Ref. ving aan met de opmerking dat het wezen en de zin der geschiedenis thans in het middelpunt der belangstelling staan. Daarom is het goed ln dit verband tot Calvijn terug te gaan en te zien welke waarde hij aan de geschiedenis toekende. De geschiedbeschouwing van Calvijn staat lijnrecht tegenover de geschiedenls-philo- soflsche opvattingen van zijn tijd, tegen de Epicureeëers, tegen de Renaissance- philosofle en tegen het noodwendlgheids- fanatlsme en fatalisme dat door astrolo gen etc. geleerd werd De zin der geschie denis ligt in de volheid der tijden, waarin geschiedenis en openbaring elkander dek ken. Calvijn stond op het standpunt dat als men de waarde der geschiedenis niet erkent, men ook de openbaring van Chris tus daarin moet betrekken. Calvijn leerde de Oud- en Nieuw-Testamentische heils geschiedenis als een eenheid, naar spr. nader in den breede uiteenzette. God gaat voort in de geschiedenis zich te open baren tot de voleinding der wereld. Tegen over de oud; en nieuwe opvatting van het relatieve (ftr geschiedenis staat Calvijn hare eenheid voor. Hoewel hy de geschie denis niet normatief acht hecht hU aan haar wel groote waarde als beteekenende factor voor de voortgaande openbaring Gods. Op het referaat dat in de Duitsche taal voorgedragen werd, volgde eenige dis cussie, waarna de morgenzitting gesloten werd. In de slotzitting trad als referent op ds. W. H. den Houting van Huizum (Fr.), met 'het onderwerp: „De erkenning van den Doop, buiten eigen kerkverband be diend". Ref. ving aan met te betoogen dat het vraagstuk van de erkenning van den Doop, buiten eigen kerkverband bediend tel kens weer ln de geschledets der kerk aan de orde gesteld opnieuw bezinning vraagt, zulks in verband met de discussie over de „pluriformalltelt" der kerk. Ten gunste van de „doopserkenning" kan ge wezen worden op de eeuwenoude practijk van de Chr. kerk en op tal van kerkelijke besluiten die deze practyk sanctloneeren. Met een verwyzing naar de geldende prac tyk of een beroep op de kerkeiyke beslui ten kan niet worden .volstaan, daar dé gewoonte niet met de Waarheid Gods ge lijk gesteld mag worden, noch de groote menigte, noch de oudheid, noch de con ciliën, decreten of besluiten (art. 7 der Ned. Geloofsbeiydenis) Voor een juiste beoordeeling van de geldende practyk en de kerkeiyke beslui ten mag niet uit het oog verloren worden: a. dat van gemeensOhappeiyke overwegin gen en motleven allerminst kan gesproken worden; b. dat de kerkeiyke besluiten moeten bezien worden in het licht van de concrete situatie ten tyde dat ze genomen werden; c. dat allerlei eisch van de prac tyk veelzins den doorslag gaf. Ref. besloot met er op' te wyzen dat hoe bezwaariyke het ook moet worden geacht ten aanzisn van de „doopserkenning" het oude, door eeuwenlange practyk en tal van kerkeiyke besluiten geijkte standpunt te verlaten, men zich toch met alle ernst moet afvragen, of en hoe zich die „doops erkenning" principieel laat rechtvaardigen, met name ten aanzien van de Waarheid Gods aangaande de heiligheid van het Sacrament, het wezen van het Verbond en de waarde van het ambt. Nadat over dit referaat eveneens van gedachten gewisseld was, rondvraag ge houden was en de voorzitter een kort slot woord gesproken had, werd de drukbe- chte Jaariyksche conferentie op gebrui- wijze gesloten. zochte ftëlijke DRIEHONDERDJARIG BESTAAN DER RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT. Koningin en Prinses zullen aanwezig zU° bij de herdenking in de Domkerk. H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana hebben het voornemen te Rennen gegeven tegenwoordig te willen zyn bij ae offlcieele plechtigheid, v/elke op 23 Juni a.s. te drie uur in den namiddag ln de Domkerk te Utrecht zal plaats hebben, te1 herdenking van het driehonderdjarig be staan der Utrechtsche Ryksuniversltelt. 2—J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 10