PAASGHEIEREN 1936, De Locarno-mogendheden bijeen 77gfe Jaargang iBBITENL, WEEKOVERZICHT LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 April 1936 Derde Blad No. 23327 Zwart als de Nacht t Een overeenkomst bereikt. LAND- EN TUINBOUW. DE SPANNING STIJGT. Steeds ingewikkelder wordt de situatie In ons werelddeel, zonder dat aan de kim ook nog maar het geringste wolkje van hoop verschijnt, dat op een oplossing ten goede wijst! Steeds meer vertroebelt zich 5e verhouding tusschen diverse bondge- nooten, waardoor als het ware alles op losse schroeven komt te staan en niemand meer weet, welke richting de gang van zaken zal nemen. Slechts valt vast te leggen, dat Italië en Duitschland de twee partijen zijn, die met het grootste genoegen het verloop van za ken gade slaan! Een soort wisselwerking heeft er plaats, waardoor beide genoemde partijen van el kaar profijt trekken, hoewel er geen sprake van eenlge overeenkomst of welke verbintenis ook schijnt te bestaan. Met den regentijd in niet al te ver ver schiet, alhoewel de begindatum daarvan verschillend wordt opgegeven, hebben de Italianen in Abessynië nog eens al hun krachten ingespannen en In het Noorden het bezette gebied aanzienlijk uitgebreid; zelfs zoodanig, dat Dessie ernstig wordt bedreigd! Volgens Italiaansche lezing zou er in het Noorden geen Abessijnsche leger macht meer bestaan, doch dit lijkt voor alsnog sterk overdreven en er slechts op berekend om indruk te maken bij de be sprekingen in Volkenbondsverband, die juist weer te Genève zijn ingeluid. Zooals bekend, hadden zoowel Italië als Abessynië zich bereid verklaard om voor de commis sie van dertien uit den Volkenbondsraad te praten over den vrede en deze commis sie tracht nu in de practijk om te zetten, waartoe men theoretisch reeds was geko men. Voorloopig nog zonder al te veel succes; zulks als gevolg van de tegenover gestelde zienswijzen van Frankrijk en En geland. Alsof er inmiddels in Europa niets heeft plaats gevonden, wil de Engelsche minister Eden korte metten maken. Of wel Italië geeft practisch blijk van vre deswil, of de sanctie-politiek moet scher per en feller worden doorgevoerd, aldus is zeer eenvoudig het standpunt, door Enge land verdedigd. Op zich zelf genomen, is dit ook volko men juist en onaanvechtbaar. De Volken bond heeft Italië tot aanvaller verklaard en dus moet dit lichaam den aangeval lene, dus Abessynië, te hulp komen en zor gen dat de aanvaller geen winst behaalt uit de door hem gevolgde methode. De sancties, die totdusver zijn toegepast, wer ken te langzaam, speciaal nu Italië op het oorlogsterrein al zijn krachten blijkbaar inzet tegen zijn uit militair oogpunt beke ken halfwas-tegenstander. Het prestige van den Volkenbond elscht derhalve een directen steun van meer beteekenis dan geboden is; het is heel eenvoudig in theorie.... Want het is thans wederom Frankrijk, dat er niets voor voelt om de sancties uit te breiden en Italië van zich te vervreem den. Men weet, hoe destijds Laval door te traineeren Italië heeft gered van het pe troleum-embargo, dat Italië met lamheid zou hebben geslagen. Met de komst van Flandin heette een andere koers te zullen worden Ingeslagen, doch toen kwam plot seling de zet van Duitschland in het Rijn land en nu volgt Flandin de politiek van zijn voorganger omdat hij zich door Engeland in den steek voelt gelaten en niet den steun van Italië er bij wil ver liezen! Nu het Italië op het oorlogsveld zoo naar den vleeze gaat, is er voor den Duce geen enkele reden tot haast; hoe meer grondgebied hij bezet, des te sterker wordt 2ijn standpunt tegenover het streven van den Volkenbond om hem slechts een suc ces d'stime te gunnen en Mussolini voert" in overeenstemming daarmede een politiek van op de lange baan schuiven, die door Frankrijk wordt gesteund, daar Engeland weigert te treden in de Fransche politiek tegenoverd Duitschland! Ziedaar de wis selwerking, waarover wij boven spraken! Frankrijk verdedigt het standpunt, dat door de weigering van Duitschland om te voldoen aan de wenschen der Locarno- fhogendheden, zooals die te Londen zijn geformuleerd, de besprekingen zijn geëin digd en dus impleciet in werking treedt de samenwerking, die volgens Fransche ziens wijze direct na de Duitsche schending der Verdragen al in werking had moeten tre den, doch door Engeland is van de hand gewezen. En ook nu houdt Engeland vol, dat er nog geen reden is om het tafellaken met Duitschland als geheel doorgeesneden te beschouwen en dat er nog te praten valt, al wordt erkend, dat van Duitsche zijde iets gedaan zal moeten worden tot her stel van het geschokte vertrouwen. Inmiddels heeft Frankrijk tegenover de vredesvoorstellen van Hitier de zijne ge steld, doch met alle waardeering voor de goede bedoelingen, deze Fransche voor stellen. geënt op het plan-Briand van 1924, dragen een te dogmatisch karakter In deze tijden, die voor idealisme allesbe halve rijp zijn. De idee van een Volken bond, die, steunend op een internationale macht, iederen aanvaller, al is het maar in Europa, kan bedwingen, is te verre toe- komst-muziek! Doch met dit al, remt momenteel de een den ander, met gevolg, dat alle poli tiek lam geslagen lijkt en daarvan profi- teeren degenen, die brutaal hun eigen gang gaan, zonder zich aan iets te storen! En de kwestie van midden-Europa helpt bovendien nog danig mede om de gansche situatie te vertroebelen. De Kleine En tente heeft te Weenen geprotesteerd tegen a i"voerinS van den bondsdlenstplicht, üoch is het innerlijk weer oneens. Oosten tijk legt het protest dan ook kalm naast zich neer, dat slechts practische beteeke- nis zou krijgen, zoo Hongarije het Oos- tenryksche voorbeeld zou volgen, want leitelijk is het tegen Boedapest bedoeld Maar steeds krachtiger worden de gelui den, die spreken van een sterke toenade ring tusschen Duitschland en Zuid-Slavië, 111e op economisch gebied elkaar al zeer na staan! daar derhalve ondermijning van noriagenootschap, tengevolge waarvan de Tt,usle_Tan de nieuwe Entente tusschen e. Oostenrijk en Hongarije stijgt! J—n dit alles door -heeft Spanje mor- fns e5n crisUi beleefd. President Za- kan J^wongen a£ te treden men dmiï v}»rZtgE?n.' dat hU is weggejaagd laatste rJiti der Cortes, dat de lUk"living van de Kamer eigen lik onwettig is geweest. Wel zeer ondank- baar, want zonder die ontbinding zou links nu immers niet over de meerderheid be schikken! Doch dankbaarheid is een woord, dat in het woordenboek der poli tiek geen plaats vindt. In ieder geval is duidelijk gebleken, dat de uiterst linksche partijen in Spanje den toon aangeven en niet zonder vrees mag worden tegemoet gezien of de voorspelling, dat Spanje het tweede land zou zijn, dat het bolsjewisme Inhaalt, niet bewaarheid zal worden. Dit achterlijke land schijnt, helaas, maar al te zeer rijp voor zoo'n ex periment; te meer, waar de andere link sche partijen niet terugdeinzen voor sa menwerking met de communisten, het geen wil zeggen zich onderwerpen aan hun leiding. geen drie meter zicht en dan nog zonder achterlicht? 'i Is 'n poging ioi zelfmoord om zonder achierlicht ie rijden (om van stilstaan heelemèal niet te spreken/) Alleen reeds het transport naar een ziekenhuis is heel wat duurder dan de aan schaffing van een veilicf achter licht I De besprekingen der Locarno-mogend- heden met uitzondering van Duitschland zijn gistermiddag om drie uur in het nieuwe Volkebondsgebouw in het kabinet van Avenol begonnen. Engeland was ver tegenwoordigd door Eden en Lord Hallfax, Frankrijk door Flandin en Paul Boncour. België door van Zeeland en van Zuylen en Italië door Aloisi en Rocco. De vertegenwoordigers moesten twee keer de besprekingen onderbreken om hun deskundigen te raadplegen. Zij duurden meer dan vier uur. In het begin van de zitting las Flandin de vertrouwelijke nota voor, welke twee dagen geleden aan Eden is overhandigd inzake de toepassing van de overeenkonist van 19 Maart. Aloisi zeide, dat Italië zijn handteeke- ning als garant van het verdrag van Lo carno gestand gedaan had. Na de crisis, ontstaan door de bezetting van het Rijn land, had Italië aan de bijeenkomsten te Parijs en Londen deelgenomen, doch bij die gelegenheden een gereserveerde hou ding aangenomen, tengevolge van de bij zondere omstandigheden waarin men het land geplaatst had. De Italiaansche regee ring was echter verplicht op te merken, dat in al haar officieele uitlatingen de Britsche regeering met nadruk Italië niet. genoemd had. Daarom vraagt mijn regee ring. zoo ging Aloisi voort, of de tegen woordigheid van Italië goed ontvangen wordt, alsmede haar samenwerking tot het werk van het Europeesche herstel op de basis van een nieuw Locarno. In het tegengestelde geval, aal Italië geen enkele reden hebben de gevaren en verantwoordelijkheden op zich t« nemen en het zal zich genoodzaakt zien een poli tieke houding aan te nemen in overeen stemming met de omstandigheden. Flandin antwoordde, dat hij vurig wenschte, dat Italië aan deze bespreking zou deelnemen en voegde hieraan toe, dat het hem zou verheugen Indien Mussolini de overeenkomst van Londen van 19 Maart zou goedkeuren. Eden zeide van zijn kant, dat de gestelde vraag niet de Britsche regeering, doch uit sluitend de Italiaansche regeering aan ging. Daar Aloisi zich dus niet teruggetrokken had, kon de discussie beginnen, die aller eerst betrekking had op het Fransche antwoord, dat 8 April gepubliceerd is. Eden zeide dat de verzoeningspoging met Duitsohland, waartoe te Londen besloten was'nog niet tot haar einde gekomen was. Op voorstel van Flandin weid besloten, dat Eden, Officieel te Berlijn nadere op helderingen zou vragen over de Duitsche voorstellen. Het betreft hier de vragen, die ook bij de laatste Fransche nota gesteld worden met name: Hóe stelt Hitier zich de non agressiepacten voor? Hoe denkt hij deze te vereenigen met het Volkenbondscovenant? Zijn deze verdragen in overeenstemming te brengen met de pondbeginselen van den wederzljdschen 'bijstand? Wat betee- kent het Duitsche voorstel om het verdrag van Versailles te scheiden fan het Vol kenbondscovenant? Hoe denkt Duitschland de rechtsgelijkheid, welke het op koloniaal gebied opeischt te verwezenlijken? In afwachting van de officieele meening van het Duitsche Rijk, ten aanzien van al deze punten, besluiten de overige Lo- carno-mogendheden voort te gaan met gemeenschappelijk te handelen. De Britsche vertegenwoordigers beves tigden nogmaals, dat zij bereid waren alle verplichtingen na te komen welke zij reeds in het accoord van Londen hadden onder schreven. Te dien einde zullen de bespre kingen tusschen de generale staven op 15 April beginnen. Tenslotte werd nota genomen van de bedoeling van de Fran sche regeering, welke zij in een bijzondere nota had neergelegd, te weten, dat zij alle vrijheden voorbehield voor het geval Duitschland opnieuw het verdrag van Versailles zou schenden door versterkingen te bouwen ln het gedemilitariseerde Rijn- land. De vertegenwoordigers der vier mogend heden zullen opnieuw bijeenkomen tijdens de aanstaande zitting van den Volkenbond welke men op 11 Mei denkt te beginnen. Zelfs zullen zij eerder bijeenkomen indien eenlge nieuwe gebeurtenis een bijzondere bijeenkomst zou rechtvaardigen. In een officieel communiqué wordt ge zegd: „De vertegenwoordigers van Belgie, Frankrijk, Groot-Brittanië en Italië namen kennis van de door het Duitsche rijk in de alinea's 3, 4, 5, 6 en 7 van artikel 22 van het memorandum van 31 Maart 1936 ter uitdrukking gebrachte voornemens. Zij constateerden, dat de Duitsche regee ring voor het herstel van het onontbeerlijk vertrouwen voor de opstelling van nieuwe verdragen, geen bijdrage heeft geleverd, die in staat zou hebben gesteld tot het aangaan van algemeene onmiddellijke on derhandelingen, of de toepassing van arti kel 7 der te Londen op 19 Maart getroffen beschikkingen. Zij waren echter van meening, dat er aanleiding bestaat alle kansen tot verzoe ning volledig uit te buiten. Te dien einde moeten een zeker aantal punten vervat in het Duitsche memoran dum eerst worden opgehelderd, vooral die waarop in het Fransche memorandum wordt gedoeld. Tot dat doel zal de vertegenwoordiger van Engeland zich in verbinding stellen met de Duitsche regeering. Deze zal in het bijzonder de vraag stel len, welke de draagwijdte is, door de Duit sche regeering toegekend aan de bilate rale overeenkomsten, door haar voorgesteld en hoe deze overeenkomsten ln het kader van collectieve veiligheid of wederzijdschen bijstand, in het Volkenbondspact voorzien, zouden vallen. De vertegenwoordiger van Frankrijk maakte de noodige reserves voor het ge val zich belangrijke wijzigingen in den thans in de Rijnlandzone bestaanden toe stand zouden voordoen. Voor het geval der gelijke wijzigingen zich zouden voordoen, besloten de vertegenwoordigers der vier regeeringen onmiddellijk bijeen te komen. Zij namen nota van het feit, dat de bij paragraaf 3 der beschikkingen van 19 Maart voorziene besprekingen tusschen de generale staven den 15en April zullen aanvangen. Zij besloten het Fransche vredesplan aan den Volkenbond te doen toekomen voor een nauwkuerig onderzoek. De toestemming der Duitsche regeering zal worden gevraagd om ook het Duitsche memorandum aan den Volkenbond voor te leggen, onder voorbehoud van hetgeen hierboven in paragraaf 3 werd gezegd. Zij zullen in elk geval ter gelegenheid van de aanstaande zitting van den Volken bondsraad te Genève bijeen komen. De vertegenwoordiger van Italië behield zich namens zijn regeering zijn goedkeu ring voor. Von Ribbentrop heeft den Fuehrer ver slag gedaan van zijn laatste Londensche reis. VERLAGING VAN DEN MELKSTEUN. MET INGANG VAN HET WEIDESEIZOEN. De heffing op boter is deze week op f. 1 in plaats van op f. 1.10 per KG. vastge steld. Dit beteekent een verlaging van den boterprijs met 10 cents, hetgeen voor de kosten van levensonderhoud van be lang is. Deze verlaging van de heffing, welke ook in de komende weken zal blijven gel den, maakt een hiermee overeenkomende verlaging van de steunuitkering mogelijk. Deze kan worden verwacht tegen den tijd, waarop het vee in de weide gaat. BEKRONINGEN OP DE „PR1MAVERA". Het bestuur der vaste keurings-commis- sie der Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw- en Plantkunde heeft op de zesde „Prima- vera", die gehouden wordt van 919 April 1936 in hal B der voormalige Nenijto te Rotterdam, o.a. de volgende onderschei dingen toegekend: Eere-prijzen: groote zilveren medaille van H. M. de Koningin, aan rozentuin, inz. G. de Ruiter, Hazerswoude; groote zilveren medaille van H.K.H. Prinses Juliana, aan tuin „lenteweelde", inz. K. Wezelenburg en Zn., Hazerswoude; verguld zilveren me daille der gem. Rotterdam, aan groep bloeiende en niet-bloeiende planten, inz. Felix en Dijkhuis, Boskoop; zilveren me daille der gem. Rotterdam, aan collectie Amaryllis, inz. W. S. Warmenhoven, Hil- legom. Gouden medaille: aan kasje met bloeien de miltonia hybriden, inz. B. D. de Jong, Rijswijk (Z.-H.); aan decoratieve groep groene en bloeiende planten, inz. gemeente Rotterdam: (met lof van de jury voor cultuurprestatie en arrangementl aan ro zentuin, inz G. de Ruiter. Hazerswoude: kleine gouden medaille: van veiling Bloe- menlust, Aalsmeer, aan groep afgesneden rozen „R. M. S. Queen Mary", inz. H. A. Verschuren en Zonen, Haps (N.-Br.); van Heineken's Bierbrouwerij Mij.. Rotterdam, aan groep cacteeën, inz. Handelskwee- kerij „Succulenta". Aalsmeer, aan collectie groote coniferen, inz. Felix en Dijkhuis, Boskoop: zilveren medaille: van de Bos- koopsche veiling, aan groen blauwe hor tensia's. inz. fa. P. v. d Dussen ''-Gra venmoer; van de Alg. Ver. van Vreemde lingenverkeer (Den Haag), aan groep bloeiende hortensia's, inz. Gebrs. Gulde- mond. Boskoop; van de Maasbode, Rotter dam, inz. groep cerasus hysakura, inz. P. Boer Fzn., Boskoop.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9