Ingebruikneming telex-net - Greta Gar bo in Stockholm
DIE HOUTEN KLAAS
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
OM HET KAMPIOENSCHAP SCHAKEN VOOR DAMES. De wedstrijd vindt plaats in de Water
graafsmeer ejx niet minder dan dertig dames nemen er aan deel. Het eeuwig vrouwelijke,
ook tijdens een schaakwedstrijd.
DE OFFICIEELE INGEBRUIKNEMING VAN HET TELEX-N ET. In het gebouw van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau (A.N.'P.) te Amsterdam heeft de minister van Binnenlandsche Zaken, mr. J. A.
de Wilde het telexnet door het omhalen van een handle officieel in werking gesteld en het eeirste bericht aan
de 76 aangesloten dagbladen doorgegeven. Naast den minister de heer van de Poll, dir. A.N.P., (met bril)*
Naar bet Engelscb
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
31)
Herbert lachte eens hartelijk en vroeg,
of oom nogal een bevattelijke leerling was
„Niet zoo heel erg. Hij vergat zooveel en
hij vroeg maar steeds van alles en nog
wat. Maar zelf leerde ik daardoor wel een
boel en Mrs. Bury had zulke aardige boe
ken en zij hielp mij. Als je soms Fransche
en liuitsche les van mij wilt hebben,
Bertie
Hij haalde de schouders op::
„Vergal mij dit uur maar niet, kind! Me
dunkt je zult toch ook wel blij zijn, dat je
eens eventjes van alles af bent!"
„Ik wil juist doorgaan en het is nu meer
dan ooit noodig."
„O, je meent zeker dat dwaze plan van
ie, om onderwijzeres te willen worden?"
„Het is in het geheel niet dwaas. Her-
bert! En ik reken er op, dat je mij bij
staat, als Mama en Ida bezwaren maken."
„Meisjes hebben altijd zoo'n haast!"
bromde Herbert. „Maar je hoeft er nu nog
met mee te voorschijn te komen."
Rose was het met hem eens, dat het
verstandiger zou zijn, om het onderwerp
niet aan te roeren, tot Constance zoo ver
zou wezen, om de voorbereiding te begin
nen, ofschoon zij, van haar kant, nu niet
zoo erg ophad met uitstel.
„Ik zal je eens wat vertellen, Con: als
je moeder en Ida er nu over aan het
brommen maakt, dan zal ik geen woord
zeggen, om je te helpen!"
Dit bracht voor het oogenblik het on
derwerp van de baan en verder spraken ze
opgewekt van de reizen van Constance en
van Herberts nieuwen gouverneur en
medeleerlingen, tot ze in Westhaven aan
kwamen, waar het welkom, dat Constance
ten deel viel, niet haalde bij dat van Her-
bert, wat ze trouwens van te voren wist
en waar ze zich ook niet al te veel van
aantrok, ofschoon ze eenigszins verbaasd
was, dat ze hem zoo vurig omhelsd zag en
zoo medelijdend ontvangen, met een „Och,
mijn arme, verongelijkte jongen!"
Herbert had daar in het geheel niet mee
op en, terwijl hij zich zoo gauw mogelijk
losmaakte uit de omarming, riep hij nog
ten overvloede: „Toe, als je blieft, laat
dat!"
Hij werd ten zeerste bewonderd, omdat
hij geen mededoogen duldde, maar onge
twijfeld was de teleurstelling bij zijn moe
der en Ida veel grooter dan bij hem. Hij
gaf er zoo weinig om, omdat er voor het
oogenblik in het geheel geen verandering
intrad in zijn leven, terwijl tegenover hem
de glorie en de eer van zijn erfgenaam-
scbap en de verwachtingen, die daar van
in de toekomst gekoesterd werden, alles
was. Constance's blijkbaar genot in de
vreugde voor haar oom en tante en haar
belangstelling in de baby waren tegen
over haar moeder en zuster een ongevoe
lige dwaasheid, zooal geen botte onvrien-
deliikheid tegenover haar broer.
„Die aardige kleine baby!.... Zéker!"
riep Ida verachtelijk „Die nare, kleine
ellendeling, zeg dat maar liever! Dat is
tenminste één ding, dat hjj daar ginds in
de kou wel niet in het leven zal blijven!"
Herbert floot:
„Dat is niet óver-vriendelijk!"
En Constance zei met tranen in de
oogen
„Foei, schaam je wat, Ida! Denk toch
aan Oom en Tante
„Ik geloof, dat je meer voor die twee
voelt, dan voor je eigen vleesch en bloed,"
riep haar moeder.
„Nu hebben zij dan niet heel wat meer
voor haar gedaan?" vroeg Herbert.
„Neem jij het ook al op tegen mij, on
dankbare jongen?" riep mrs. Morton nu.
Herbert lachte:
„Van dankbaarheid gesproken!zei
hij en keek eens veelbeteekenend rond.
„Dit is niet meer dan een staaltje van
zijn plicht tegenover de weduwe van zijn
broer," zei mrs. Morton. „Niet meer dan
een aalmoes en geloof maar vrij, dat die
ook nog ieder oogenblik kan ingehouden
worden."
„Als ze Ida zoo hoorden, zou mij dat niet
verwonderen," meende Herbert.
„Wacht maar. Constance is nog in staat,
het te gaan klikkenZij is toch het
lievelingetje" meende Ida spijtig.
„Wees daar maar niet bang voor!" klonk
het verontwaardigd van Conny. „Zoo iets
gemeens zal ik niet doen!"
„Kon, kom, Ida, je weet toch ook wel,
dat je zusje niet tot zoo iets in staat is.
Is dat nu een manier, om haar te ontvan
gen! Ze is pas thuis en ze is zoo ge
groeid en zoo knap geworden! Echt een
jonge dame!"
Mrs. Morton had het hart van een moe
der voor Constance, ofschoon slechts in
den derden graad en was dus blij, dat
zij het kind zoo knap zag opgroeien.
Conny had het aardige bruine haar opge
stoken; ze had fijn-gevormde trekken,
donkere oogen, een vriendelijken mond en
een roze kleurtje, ofschoon er, volgens
haar moeder, geen was, die haalde bij Ida
met haar levendige oogen en haar frissche
kleur, die haar tot de belle maakte van
een bepaalde kliek in Westhaven.
Het gezelschapje was vriendschappelijk
gezind aan tafel; men sprak tegenwoor
dig ook van „diner", in navolging van
den adel.
„Mag je laat dineeren?" vroeg Ida met
beschermend air aan haar zusje, „als je
niet op school bent?"
,Dady Adela dineert vroeg," antwoordde
Constance.
„O, zeker voor joü?"
„Neen, ze doet het, geloof ik, altijd."
„Ja, altijd," zei Herbert nu ook. „Men-
schen uit den werkelijk hoogen stand hoe
ven zich niet af te vragen, wat adellijk is,
zie- je."
Dit was nagenoeg de eenige strubbeling
en na het diner ging Herbert eens even
genieten van een pijpje rooken aan de zee.
Intusschen werd Constance onder
vraagd maar de omstandigheden van het
oponthoud in Ratzes en naar al wat zij
gehoord had van de komst van den onwel-
komen, kleinen Michael, terwijl haar moe
der en zuster haar eigen gevolgtrekkin
gen maakten.
,,'t Is net zoo'n geval uit een boek," zei
Ida en haastte zich er bij te voegen: „om
dat ze er zoo gelukkig-verrast door wa
ren! Maar dat doen ze altijd, als ze een
ondergeschoven erfgenaam willen heb
ben."
„Ida, hoe kun je toch zulke dingen zeg
gen?"
,Maar het is zoo, Conny. Er was eens
eeu boosaardige air Ronald Marcronald.
Hij nam zijn vrouw mee naar Belgrado,
heelemaal in het Oekraine gebergte
„Belgrado ligt in Syrië en de Kozakken
wonen in de Oekraine in Rusland," viel
Constance in.
„Wat doet die school-aardrljkskunde er
nu toe? In ieder geval was het iets van
Beleen plaats ergens in de bergen,
en daar beweerde hij, dat zij een kihd had
gekregen, enkel uit boosaardigheid te
genover den juisten erfgenaam, de aller
liefste Lillian. Hij werd gedood door een
hert; en zij heeft het bekend op haar
sterfbed. Dit is nu juist als.
„Maar, kindje, praat toch niet zoo! Je
oom zou nooit
„O, ik zei het maar voor de gTap! Ik kan
u zooveel van die geschiedenissen vertel
len. Daar ligt bij voorbeeld een roman
van Broughton op tafel. Ik hegreep al da
delijk, dat hij een bedrieger was; en de
oude verpleegster, als non verkleed, was
zijn moeder."
„Ik geloof, dat je altijd het eind weet.
eer je half door het eerste deel heen bent,"
zei haar moeder bewonderend. „Maar hier
is het natuurlijk volkomen in orde; alleen
is het een erge teleurstelling voor ons;
iets, dat wij in het geheel niet verwacht
hadden, na die jaren."
De laatste drie Kerstfeesten waren op
Northmoor door gebracht, waar ze zich
hadden moeten schikken in de gewoonten
van het huis, die door Ida en haar moe
der wel voor deftig en voornaam werden
gehouden, maar tegelijk ook voor veel te
saai en te godsdienstig getint. Maar nu ze
dus noodzakelijkerwijze in Westhaven wa
ren. zouden ze haar schade wel inhalen en
de Kerstavond was dan ook één voorberei
ding voor de vermakelijkheden van den
volgenden dag.
.(Wordt vervolgd).
BE BEKENDE ENGELSCHE SCHRIJVER G. BERNARD SHAW gefotogra- BIJ MOTO It RENNEN IN ENGELAND K WAM EEN I)ER DEELNEMERS, ALBERT REIFSTAHL, TE VALLEN. Eog erastjg
feerd aan boord van de „Arandora", bij aankomst te Southampton, ongeluk kon voorkomen worden, omdat de volgende rijder, den gevallene
na zijn wereldreis. nog juist kon passeeren.
GRETA GARBO, VAN WIE MEN NIET WIST, WAAR ZIJ VERBLIJF HIELD,
ontdekt, tijdens een wandeling langs Stockholm's meest geliefden boulevard, de
Strandvagen. Tweede van links Greta Garbos' rechts met pet de Zweedsche dichter
Fredrik Nycander. Naast Greta Garbo graaf en gravin von Wachtmeister.
IIET JACHT VAN DEN SJAH VAN IRAN IN AANBOUW - op de werf van de N V.
Boelens Scheepwerf en Machinefabriek te Bolnes, Het schip is bestemd voor de Kaspische
zee. Aangezien de diepgang te groot is voor het verbindingskanaal van de Don eai Wolga,
wordt een compleet dok om het schip gebouwd, dat den diepgang verrnjjadert, zoodat het
transport mogelijk wordt.