De Voetbalwedstrijd HollandBelgië - Narcissen in bloei bij Lisse
DIE HOUTEN KLAAS
77"e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
DE VOETBALWEDSTRIJD HOLLA ND—BELGIE welke in een eclatante overwinning voor de Oranjeploeg eindigde.
Belgische keeper weet het gevaar te keeren;
Smit maakt een hoogstand.
Do VOOR DE TWEEDE MAAL HEEFT DE BELGISCHE KEEPER CHRISTIAENS
HET NAKIJKEN. Zes goals zouden nog volgeg.
Holland leidt met 2—0.
LANG ZAL HET NIET MEER DUREN OF DE BLOEMBOLLENVELDEN
ZULLEN IN BLOEI STAAN. Reeds staan te Lisse de narcissen
in vollen fleur.
HET EINDE IN ZICHT.
In het laatste kwartier voor het einde raakt Ghristïaens geblesseerd en moet vervangen
worden door Badjou. Doch ook hij is niet bestand tegen de aanvallen van
de Hollandscho spelers. Badjou wordt gepasseerd.
HITLER SPREEKT IN „DUITSCHLAND'S SMIDSE" OP DEN DAG VOOR DE VERKIEZINGEN. In gespannen aan- DE DUITSCHE VERKIEZINGEN. Rijksminister dr. Göbbejs en zjjn,
dacht wordt door de arbeiders in de Krupp fabrieken te Essen geluisterd, echtgenoot© in een stemlokaal
naar de rede van den Führer. te Berlijn.
Naar het Engelsch
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
24)
HOOFDSTUK XVII.
Aan de oppervlakte.
Ofschoon Lady Adela een tenger, bleek
persoontje was, bezat zij toch zulk een ge
zond gestel, dat ze enkel geloofde in ijlen
de koortsen, en toen zij hoorde van
zenuwhoofdpijnen, was ze dan ook dade
lijk gereed met haar gevolgtrekking, dat
dit maar verbeelding was en ze zag er al
leen een soort excuus in voor het ophou
den met de tallooze bezigheden, waarin
Lord Northmoor haar ter zijde stond. Hun
vriendschappelijke omgang was nooit in
intimiteit overgegaan: ze waren nog altijd
even stijf-vormelijk tegenover elkaar, in
stilte duchtte de een den invloed van den
ander in kerkelijke zaken en ieder bezoek
van de familie uit Westhaven stijfde Lady
Adela in haar opvatting, dat het wen-
schelijker zou zijn, om altijd zoo aan de
oppervlakte te blijven met de kennis
making.
Bertha, die een paar dagen overkwam,
om de prijsuitdeeling op de school te Col-
beam bij te wonen, was des te harte
lijker.
Het eenige, dat zij tegen had in den
omgang, was de cynische toon, waardoor
men nooit wist, of zij haar hoorders voor
den gek hield of niet, en haar philantro-
pie, zoo in het geheel niet godsdienstig ge
tint, deed menschen met een beetje ouder-
wetsche opvatting ook vreemd aan.
Ze deed verhalen van haar avonturen in
de achterbuurten in verbluffende stijl,
hier en daar even plat, als zij ze opgevan
gen had; klaarblijkelijk met de bedoeling,
om haar hoorders vreemd te doen op
kijken. Toch was en bleef zij altijd even
goedhartig en gul en Lord Northmoor
aanvaardde dan ook dankbaar haar aan
bod om Herbert te logeeren, als hij in
Londen zou moeten zijn voor zijn eerste
examen.
Ze was hen komen opzoeken met de
vaste bedoeling, om hun op de een of
andere manier van dienst te zijn; ze
had althans ervaring genoeg van reizen,
dat dit zoo wezen kon. Toen zij bemerkte,
dat ze vreeselijk opzagen tegen het ver
blijf in een Duitsche modebadplaats,
riep ze:
„Dan weet ik wat voor jullie! Er is een
plaats in Tyrol, waar Lett-ice Bury zoo
dikwijls heengaat, een echt primitieve
plaats met een naamO, hoe is het
ook weer, Addle?.... Zoo iets van ratten
of muizen!"
„Ratzes," zei Adela.
„Juist. Er is nog niet de aandacht van
de toeristen op gevallen, enkel menschen
daar uit den omtrek gebruiken er de ba
den, maar Lettice gaat er zich ieder jaar
eens opfrisschen en komt terug met sta
pels schetsen van onmogelijke pieken, als
reuzen-achtergronden. We zullen haar
schrijven, dat ze zich voorbereidt op de
komst van het hoofd van haar Huis."
„O, maar!begon Frank, naar zijn
vrouwtje kijkend.
„Zou het niet lastig zijn?" vroeg klary.
„Ze zal het verrukkelijk vinden! Ze doet
altijd graag van alles voor iedereen en ze
zegt, dat de natuur daar wonderschoon is!
Jullie houdt daar immers zoo van? Je zult
er echt genieten! Bovendien zie je er naar
uit, of je het beiden wel zeer noodig hebt.
Maar hoe doe je nu met een kamenier?
Gaat Harte mee?"
„Neen," zei Mary. „Ze zegt, dat het eten
in den vreemde haar een vorlgen keer al
ééns zoo ziek heeft gemaakt, dat ze het
niet wéér durft ondernemen. Ik wilde het
dan maar zonder kamenier stellen."
„Dat zou ik je nooit aanraden; je hebt
al genoeg te doen met Northmoor en de
bagage en het talen spreken!"
„Zou een Engelsche kamenier daarom
nog niet meer last geven? Ik geloof niet,
dat mijn Fransch goed is, maar ik heb het
in ieder geval toch steeds moeten spre
ken en ik ken een beetje Duitsch, als dat
soms van dienst is in Tyrol."
„Wacht maar, ik zal er je mee verzoe
nen!" riep Bertha triomfantelijk. „Want
je zult er tegelijk een goede daad mee be
wijzen. Er is een alleraardigst Zwitsersch
meisje, die door onnadenkende menschen
hier naar toe genomen werd, maar die ze
toen verder eenvoudig aan haar lot heb
ben overgelaten. Het zal 'n weldaad zijn,
als je haar naar haar land terugbrengt!
Je kunt haar dan oppikken, als je op je
reis even bij mij aankomt; dan kun je
meteen mijn kind zien. O, heb ik je dat
niet verteld?We hadden eens een
dienstbode, die dwaas genoeg was, om een
schavuit van een stoker te trouwen op
een van de stoombooten, die op de
Theems varen. Hij liet haar in den steek
en ik vond haar nagenoeg stervende op
een vreeselijke plaats in Rotherhithe met
allemaal half-dronken vrouwen om zich
heen. Ik bracht haar naar een geschikt
vertrek, maar te laat, om haar het leven
te redden en dit was maar goed ook. Ik
troostte haar in haar laatste oogenblik-
ken met de belofte, dat ik voor haar kind
zou zorgen, een alleraardigst wezentje,
ondanks haar naam: Boadicea, Ethelind,
Davldina Jones. Ze is twee jaar oud en een
schatje! De lieveling van het heele huis!"
„Ik hoop, dat je geen last zult krijgen
met haar vader," zei Frank.
„Ik denk, dat hij wat blij Is, dat hij van
haar af is! Bovendien kan ik hem wel
aan," zei Bertha vol zelfvertrouwen. „Maar
het kind is een snoes
Ze sprak, of de kleine een leege plaats
in haar hart innam en al was er ook nog
veel in te voorzien, men moest zich wel
verheugen om haar en haar uitnoodiging
werd gaarne aangenomen. Bovendien wa
ren haar raadgevingen in den regel zeer
aanbevelenswaardig en Mary aarzelde al
leen even, omdat, zooals ze zei:
„Ik dacht, dat als we het zonder kame
nier konden stellen, we misschien Con
stance konden meenemen. Die doet zoo
goed haar best dat ze dit pleziertje wel
eens hebben mag!"
„Ja, het lieve kind! Ik zou 't haar óök
graag gunnen, maar ik vrees, als je hóór
meenam en géén kamenier, dat Emma het
verkeerd zou opvatten en denken, dat je
Conny had gevraagd, om de kosten van
een kamenier te besparen."
„Zouden die kosten dan zoo hoog zijn?"
„Dót nu niet, maar in ieder geval zou
het jalouzie wekken."
„Al mocht dit ook zoo wezen, dan geloof
ik, dat dit toch nog niet zoo erg zou zijn
als dat dit arme kind de heele vacantie
in Westhaven zou moeten doorbrengen."
„Misschien ook niet; en naarmate
Conny ouder wordt, zal zij er zich meer
gaan ergeren."
„Je weet, ik heb altijd gehoopt, haar tot
ons eigen kind te maken, als haar op
voeding op school voltooid is."
Frank glimlachte, want hij hield ook
heel veel van zijn jongste nichtje.
Er was een openbare prijsuitdeeling, die
door alle notabelen uit den omtrek zou
bijgewoond worden en het was een troost
voor de Northmoors, dat daar de
douairière afwezig was het genoegen
om zich door haar oom den prijs over
handigd te zien, des te grooter zou, als...
Het heele gezelschap ging er heen; dus
ook lady Adelia en miss Morton. Ze namen
de eereplaatsen in op het podium, met een
stapel boeken vóór zich, in kleurige slag
orde opgesteld, nadat het hoofd van de
school lady Northmoor had meegedeeld,
dat haar nichtje heel wat onderscheidin
gen wachtten, want ze was een allerlief
ste en vlijtige leerlinge.
Het maakt lord Northmoor zenuwachtig
als hij den blik liet dwalen over al die
hoofdjes met blond, goudblond en donker
haar, terwijl Mary hem in spanning gade
sloeg, zoowel om de wijze, waarop hij zich
van deze taak kwijten zou, als uit bezorgd
heid, hoe het hem bekomen zou. Bertha
zat, als gewoonlijk, in, over de eer van dén
naam.
Maar hij deed, wat er van hem ver
langd werd. Hij sprak een enkel vriende
lijk, verstandig woord over het voorrecht
van in de gelegenheid gesteld te worden,
goede kennis te vergaren en de voldoe
ning, van zich naar z'n beste weten in te
spannen. Hij sprak langzaam en zonder
haperen en Bertha voelde zich niet crl-
tisch gestemd, maar was tevreden en
drukte Mary de hand met de woorden:
„Goed gesproken!"
.(Wordt vervolgd), A