NEDERLANDSCH-INDIË EN DE MARINE LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Maandag 30 Maart 1936 UIT DE OMSTREKEN. Officieele Crisispublicaties. Oe „Grondslagen voor de verdediging' van Nederlandsch-lndië". In de in 192" vastgestelde „Grondslagen voor de verdediging van Nederlandsch- lndië" werd door de Regeering bepaald, dat het voornaamste doel, waarop de organisatie der weermacht in Ned. Indië gericht zou worden, voor wat betreft het optreden tegen buitenlandsch geweld, de handhaving was van een strikte neutrali teit bij conflicten tusschen andere mo gendheden. Werd de organisatie van het Leger ook in sterke mate beheerscht door den eisch, dat het moet kunnen optreden tegen ver storing van rust en orde binnen de gren zen. die van de Marine wordt door dezen eisch nauwelijks beïnvloed; is zij in staat tegenover het buitenland de neutraliteit te handhaven, dan beschikt zij zeker over de middelen tot de vervulling van haar zooveel kleineren plicht van verzekering van het Nederlandsche gezag tegenover ordeverstoring van binnen uit. Bij de verdere uitwerking der „Grond slagen" werd de taak der neutraliteits handhaving op Java toegekend aan het Leger met steun van de Vloot, waarbij nader werd omschreven dat zij, voor zoo ver het Leger aangaat, in hoofdzaak be staat uit de verdediging van Soerabaja, d.w.z. de basis der Vloot, terwijl de neu- traliteitshandhaving in het geheele gebied buiten Java werd opgedragen aan de Vloot, die daarbij op bijzondere kwetsbare punten door het Leger zou worden ge steund. Als bijzonder kwetsbare punten werden dan nog genoemd twee plaatsen van opslag en verwerking van petroleum t.w. Tarakan en Balikpapan op de Oost kust van Borneo. Voor het handhaven der neutraliteit en het optreden tegen buitenlandsch geweld in het complex van eilanden, binnenzeeën en zeestraten van den Archipel, moeten de machtsmiddelen in hoofdzaak van maritiemen aard zijn. Het valt van te voren niet te zeggen, waar de neutraliteit of het grondgebied bedreigd zullen wor den en waar dus de weermacht zal moe ten optreden. Zonder twijfel zullen de in de „Grondslagen" genoemde „kwetsbare punten" Tarakan en Balikpapan met hun groote petroleumvoorraden de buitenge wone belangstelling van de oorlogvoeren den trekken, maar zij zijn niet de eenige plaatsen in den Archipel van waaruit die brandstof betrokken kan worden. En er zijn ook tal van andere punten, die stra tegisch voor de groote zeemogendheden van groot belang kunnen zijn. Vandaar dat de weermacht overal in Nederlandsch-lndië moet kunnen optre den en in zich zelf de mogelijkheid moet hebben om zich het gebruik van de ver bindingswegen tusschen de eilanden tegenover de oorlogvoerenden te verzeke ren. De Marine met de daarbij behoorende luchtmacht kan aan deze eischen vol doen, het Leger kan het niet. Het Leger zou alleen dan over zee vervoerd kunnen worden, wanneer een krachtige marine voor de beveiliging van het transport ter zee kon zorgen d.w.z. wilde men voor de neutraliteitshandhaving de voornaamste taak aan het Leger toekennen, dan zou behalve het Leger toch ook een sterke Vloot noodig zijn, terwijl bovendien het troepentransport op kritieke oogenblikken veel te veel tijd zou kosten en het Leger de neutrallteitsschendingen te water niet zou kunnen beletten. De neutraliteitshandhaving in den Archipel moet dus aan de zeemacht wor den opgedragen. Zij moet daarbij de zeker heid hebben van den ruggesteun der Marinebasis, zonder welke zij hoogstens enkele maanden in actie zou kunnen blij ven. De verdediging der Marinebasis is opgedragen aan het Leger, dat hiermede de handen meer dan vol zal hebben. Men kan het met het doel van de weer macht, zooals de Regeering het in de „Grondslagen" gesteld had, eens zijn of niet, een ieder zal moeten toegeven, dat de doelstelling de verdienste had, duidelijk te zijn. Maar uit de formuleering van de punten, waarin bepaald werd, hoe de weermacht in hoofdzaak zou worden sa mengesteld. bleek al even duidelijk, dat men zich hierbij niet, zooals voor de hand zou liggen, zou laten leiden door 't geen noodig was, om dat doel te kunnen berei ken, doch wel door een bepaald bedrag aan geld, dat niet, althans niet belangrijk, zou mogen worden overschreden en ook uit andere punten van de „Grondslagen" klinkt een mat en weifelmoedig geluid. En dit bedrag was, hoewel er van crisis of economische inzinking nog geen sprake was, onder den invloed van verschillende politieke partijen, wier blik op internatio- naal-politieke verhoudingen bedroevend weinig ver in de toekomst doordrong, en die tot steeds verder gaande bezuinigin gen op de weermacht aandrongen, tot een tamelijk poover totaal teruggebracht. Wie zich voorneemt een doel te berei ken, moet ook de middelen daarvoor toe passen. Deze eenvoudige conclusie was niet in de „Grondslagen" getrokken. De zeemacht in Nederlandsch-lndië, zooals zij in de „Grondslagen" werd vast gesteld, was dan ook van zeer bescheiden aard. Zij zou bestaan uit 2 kruisers. 8 torpedoboot jagers en 12 onderzeebooten, samen vormend de zeegaande vloot; ver der uit het drijvend materieel voor locale verdediging en versperring, benevens de maritieme luchtmacht; d.w.z. de „Grond slagen" consolideerden het reeds be staande. Reeds spoedig zag de Regeering in, dat zelfs het in de „Grondslagen" genoemde beperkte doel der weermacht niet zou kunnen worden bereikt met een zeegaande vloot, zooals die daarin was vermeld en reeds in 1930 nam zij het standpunt in, dat die zeegaande vloot met één kruiser, 4 jagers en 6 onderzeebooten zou moeten worden uitgebreid. Maar deze stap tot verbetering van den onvoldoenden toestand der weermacht stelde de Regee ring zich voor maar half te doen, doordat zij het aan de Zeemacht toe te voegen gedeelte als een materieelreserve be schouwde en er daarom geen bemanning voor in de marine-organisatie meende te moeten opnemen. Alsof niet alle marines, ook de Nederlandsche, het laatst nog in 1914, in critieke tijden haar geheele vloot bemannen, geen schip uitgezonderd, en gereed houden voor alle gebeurlijkheden. De voornemens, waaraan de Regeering in 1930 uiting gaf, zijn intusschen niet tot werkelijkheid geworden. Het aanbouw- programma voor de vloot werd tengevolge van de economische inzinking, zoowel in Nederland als in Nederlandsch-lndië, slechts voor een klein gedeelte in uitvoe ring gebracht, de verdediging van de marinebasis te Soerabaja verkeert nog in onvoldoenden toestand, het aantal noodig geoordeelde vliegtuigen is incompleet ener is nog achterstand in de aanvulling van het personeel. Hierin ligt opgesloten, dat de Marine thans, ook in het oog der Regeering. niet berekend is voor de taak, zooals zij, de Regeering, die in 1930 zag. Sindsdien zijn de internationale verhoudingen in Oost- Azië ongunstiger, de gevaren groc.er en dreigender geworden. De jongste ge beurtenissen in Japan wijzen er meer dan duidelijk op, welke krachten en verlan gens daar heerschen in militaire en ultra- nationalistische kringen, hoezeer deze on der den invloed van de tradities en de moraal der Samurai-klasse naar de macht in den Staat grijpen en ook overheer- schlng van andere volken wenschen tot meerderheid en grootere glorie van het Japansche Rijk. Voor zoover de Regeering zich in den allerlaatsten tijd over de defensie in Nederlandsch-lndië heeft uitgesproken, acht zij zelve verbetering in den zoo onbe- vredigenden toestand noodzakelijk en zijn daarover binnenkort voorstellen harer zijds te wachten. Het is de hoogste tijd. Reeds veel te lang had het oog voor de snelle en onheil spellende veranderingen in Oost-Azië ont broken en is het „gouverner e est prévoir" te dien aanzien een docde letter geble ven. Het is de allerhoogste tijd. Het inhalen van den ontstanen achterstand zal jaren tijd kosten; een marine met haar veelzij dig personeel is een gecompliceerd orga nisme; noch zij zelf, noch haar onderdee- len kunnen uit den grond gestampt wor den. De Marine in Nederland, in West-Indië en voor den bui- tenlandschen dienst. Ligt de voornaamste taak van de marine onder de tegenwoordige omstandigheden in Indië, die taak is niet de eenige. De Marine is ook betrokken bij de hand having der neutraliteit van Nederland in een Europeeschen oorlog en van de ver dediging van de Nederlandsche kust. maar de rol, die zij daarbij te vervullen heeft is, vergeleken bij die van de Nederlandsche Landmacht van ondergeschikten aard. Het gevaar voor schending van de Nederlandsche neutraliteit dreigt voorna melijk van de landzijde. Het kan ook van de zeezijde komen in den vorm van een poging tot in bezit neming van uit zee door een buitenlandsche mogendheid van één of meer havens, hetzij om daar op een soortgelijke wijze van gebruik te maken als de Duitsche marine in den Wereldoor log deed van de havens aan de Belgische kust, hetzij om in den rug te vallen van een vreemde legermacht, die. al dan niet door Nederland trekkend, oprukt vanuit Frankrijk naar Dultschland of vanuit Duitschland naar Frankrijk. De geschiedenis van ons land bewijst ook, dat landingen in grooten stijl op dg Nederlandsche kust tot het gebied der mogelijkheden behooren. Hetgeen de marine hiertegen heeft te doen kan niet anders dan van beperkten aard zijn. Zij zal, evenals in den Wereld oorlog, kleine plaatselijke neutraliteits- schendingen moeten voorkomen, waaron der die op de Westerschelde, den weg naar Antwerpen, van overwegend belang zijn. en onverwachte aanvallen van die zeezijde lang genoeg moeten ophouden, om een deel van het Leger tijd te geven, zich naar de zeezijde te richten. Zij zal niet meer behoeven te zijn dan een aanvulling van het Leger. Een derde taak van de Marine ligt in het behartigen der Nederlandsche belan gen in den vreemde en in West-Indië. Herhaaldelijk is, ook in de 20ste eeuw, de aanwezigheid van Nederlandsche oor logsschepen, in het buitenland noodig ge bleken. Het zenden van eenige schepen naar Curasao in 1909 om een einde te maken aan het agressieve optreden van Venezuela, van Hr. Ms Kortenaer in 1914 naar Mexico, van Hr. Ms. Tromp in 1922— '23 naar Smyrna, de herhaalde stationee ringen van Nederlandsche oorlogsschepen in Chineesche havens, meer in 't bijzonder te Shanghai, de zendingen van detache menten mariniers naar Peking en naar het Saargebied zijn voorbeelden van het gebruik, dat Nederland van de Marine moest maken terwille van zijn prestige en zijn goeden naam of van de belangen en de veiligheid van onze landgenooten in den vreemde Herhaaldelijk ook is het noodig geoor deeld, de Nederlandsche vlag in het bui tenland aan boord van een of meer oor logsschepen te vertoonen als internatio nale vorm van beleefdheid of om de aan dacht op ons land of onze scheepsbouw- industrle te vestigen. De niet lang na den oorlog chronisch op de Marine toegepaste bezuinigingen hebben tot 't resultaat geleid, dat zij deze, hier in 't kort aangeduide, taak niet meer op voldoende wijze kan vervullen. Het aanbouwplan van 1930, dat de voor genomen vernieuwing van de vloot iri Ned. Indië aangaf, voorzag ook in den bedroevenden toestand van het materiaal voor den buitenlandschen dienst, maar het werd reeds eerder opgemerkt het plan is slechts voor een klein gedeelte tot uitvoering gekomen en zoo laat de ver betering steeds op zich wachten. Ook de Marine in West-Indië werd aan de bezuinigingen opgeofferd. De gevolgen bleven niet uit. In Juni 1929 maakte de Venezuelaansche revolutionair Urbina zich te Willemstad op Curasao meester van AALSMEER. Raadsagenda. D e raad vergadert morgen des n.m. te 2.30 uur. De agenda vermeldt o.m.: Beschikbaarstelling eener verguld zil veren medaille ten behoeve van de groote voorjaars- en tuinbouwtentoonstelling „Primavera" te Rotterdam; prae-advies B. en W. inzake schoolartsen-vraagstuk; voorstel maken wisselplaats voor auto's aan den Uiterweg; herziening jaarwedden gemeente-ambtenaren en loonen gemeen te-werklieden; goedkeuring rekening 1933 voormalige Gezondheidscommissie, geze teld te Aalsmeer. Uit deze rekening blltkt, dat het voordeelig saldo der opgeheven Gezondheidscommissie f, 620.38 bedraagt, waarvan deze gemeente f. 185 29 ten goede komt. Huldiging van den heer C. Spaargaren. Wegens het bereiken van den pensioen gerechtigden leeftijd is de heer C. Spaar garen Dz. in .De Oude Veiling" gehuldigd als leeraar aan diverse tuinbouwcursussen in den lande, welke functie hij meer dan 30 jaren had bekleed. De leiding van deze afscheids-huldlglng berustte bij het be stuur der Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde De voorzitter, de heer G. Oud begroette den heer C. Spaargaren Dzn,. het bestuur der afd. Haarlem, ver tegenwoordigers van oud-leerlingen, hoof den van cursussen, cursisten e.a. Spr. herinnerde eraan, dat het 20 jaar geleden was. dat hier de tuinbouwcursus was op gericht. waaraan de heer Spaargaren ge durende dien tüd verbonden is geweest. Spaargaren heeft in het Aalsmeersche tuinbouw- en cursusleven een zeer bijzon dere plaats ingenomen: veel voelde hij voor de theorie, doch méér voor de prak tijk. De leerlingen hebben steeds gaarne zijn onderwijs gevolgd; spr. was overtuigd, dat het evenzoo op andere plaatsen ge weest is. Als blijk van erkentelijkheid voor hetgeen de heer Spaargaren voor den tuinbouw heeft mogen zijn. bood spr. hem namens cursisten e.a. een enveloppe met inhoud aan. De heer Augustijn deed dan mededeeling. dat meerdere huldigings telegrammen waren binnengekomen. De heer Dix sprak namens de afd. Haarlem waar de heer S. ook vele jaren leeraar is geweest. Nog spraken de heer L. Statema. hoofd cursus Aalsmeer; ir. C. Koeman, rijkstuinbouwconsulent; Zwar te—» uit Roelof arendsveen; D. Eveleens- Maarse voor het hoofdbestuur der Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde; Post namens Bond van Oud-leerlingen tuinbouwcursussen Haarlem en A. Tas, namens oud-leerlingen alhier. De heer C. Spaargaren Dz. merkte op. dat het scheiden van de tuinbouw cursussen hem ongetwijfeld zwaar valt, doch het stemde hem tot groote dank baarheid. dat zlin werk algemeene waar deering heeft ondervonden. Hij hoopte, dat zijn e v. opvolger evenzeer zou mogen voldoen. Vervolgens sprak de heer Oud nog een kort dankwoord. Meerdere bloem stukken waren binnengekomen. Jaarverslag „Eigen Hulp". Verschenen is het jaarverslag 1935 van het Ziekenfonds „Eigen Hulp" en zlln nevenorganisatie „Fonds voor Zlekenhuis- verpleging". De secr.. de heer Jb. Bol Pz„ schrijft o.m. dat 1935 voor .Eigen Hulp" een nadeelig jaar is geweest. Het aantal leden bedroeg op 31 Dec. j.l. 153 vrouwen een in de haven liggenden Amerlkaan- schen koopvaarder, roofde uit het zoo goed als ontwapende Waterfort ge weren en munitie van de te Curasao aanwezige militaire bezetting, hield deze kleine, op niets verdacht zijnde bezetting in bedwang, nam den gouver neur van het eiland en den militairen commandant als gijzelaars mee aan boord, ontscheepte de wapens en munitie op de kust van Venezuela en zond schip en gijze laars weer naar Curacao terug. Hoewel het bekend was, hoe roerig het soms in den Venezuelaanschen hoek kon zijn en er vroeger dan ook altijd een kleine maritieme macht in West-Indië aanwezig was geweest, hadden de voort durende op de weermacht toegepaste be zuinigingen er toe geleid, dat de op Curasao aanwezige troepenmacht nabij het nulpunt was en Nederlandsche oor logsschepen er slechts voor korten tijd en met lange tusschenpoozen verschenen. Waarschuwingen werden terzijde gelegd. Het resultaat was pijnlijk en vernede rend, maar het was eigen schuld. Om een luttele som gelds te besparen het was nog vóór den crisistijd en voor alle binnenlandsch-politieke verlangens was geld in overvloed te vinden was 't allernoodigste om te voldoen aan de meest elementaire van onze internatio nale verplichtingen niet uitgegeven. De Regeering greep ten spoedigste in en nam afdoende maatregelen, o.a. de vaste stationeering van een krachtig flottielje vaartuig, om te voorkomen dat een derge lijke bespotting van haar eigen gezag in West-Indië niet meer kon plaats grijpen. Maar de harde les ls ten slotte toch slecht begrepen. Binnen de nauwe grenzen van ruimte en tijd, waarin het schandaal zich af speelde, kon het voor de waardigheid van het Koninkrijk der Nederlanden moeilijk erger geweest zijn. Het bleef evenwel een drama van klein formaat en het was her stelbaar. De in het Westen ontvangen les is niet toegepast in het Oosten Ook Neder landsch-lndië ligt in een deel der aarde, waar het roerig is en nog roeriger zal worden; ook daar is de weermacht onvol doende, ondanks de toegenomen politieke spanning. Ook voor het gevaar, dat Ne derlandsch-lndië dreigt, hebben de waar schuwingen niet ontbroken. Maar het Curacaosche drama is een luchtig kinder spelletje vergeleken bij dat, hetwelk Ne derlandsch-lndië wachten zal, wanneer wij niet ten spoedigste de maatregelen nemen om het af te wenden en waarvoor eerst thans, na langen tijd van zorgenloos vertrouwen, de oogen open gaan. En als het over ons komt, dan zal het niet her stelbaar zijn. In een slotartikel nog iets over de mid delen tot verbetering van de marine. Gep. vice-admlraal G, L. SCHORER, De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend: Behalve het in artikel 8, onder b, sub 1 van de Crisls-Akkerbouwbeschikking 1934 I bedoelde bedrag van f. 0.50 per 100 kg. veevoeder, zijn de prijsverschillen bij in voer van tot veevoeder verwerkte oliehou dende zaden, pitten en noten als volgt vastgesteld o ~S< 88 voor lijnkoeken f. 1.30 f. 1.35 voor soyaschroot 0.60 „1.10 voor soyakoeken 1.15 1.15 voor grondnootkoeken 0.50 0.70 voor grondnootschilfers 1.35 1.30 voor cocoskoeken 1.20 1.05 voor Ned. Oost-Indische cocoskoeken „0.70 0.70 voor tot andere soorten veevoeder verwerkte olie houdende zaden, pitten en noten 0.50 0.50 Indien men zijn import op verderen ter mijn nu reeds wenscht vast te leggen tot bovengenoemde prijsverschillen, gelieve men zich daarover met de Nederlandsche Meelcentrale te 's-Gravenhage in verbin ding te stellen. 1209 en 1050 mannen, totaal 1203. Het totaal aantal ziekendagen was 10966 (8108 in 19341; er werden dus 2858 dagen meer uitgekeerd. Het Ziekenhuisfonds heeft een betere uitkomst gehad. Per 31 Dec. j.l. waren 3537 leden, met een verzekerd aantal personen van 5294. Er werden in 1935 in totaal 161 personen verpleegd (125 in 19341 met 2701 verpleegdagen. De reke ning van „Eigen Hulp" sluit in ontvang sten en uitgaven op een bedrag van f 30.750 (waarbij een reserve van f. 14.527.40i. die van het Ziekenhuisfonds op f 14.038.56 (waarbij een reserve van f. 4810.901. In 1935 heeft „Eigen Hulp plm. f 500 Ingeteerd tehrwijl het Ziekenhuis- fonds plm. f. 100 over heeft gehouden. Het diploma v. d. Tuinbouwcursus ver wierven: C Gort. Haarlemmermeer; F. Doeswük. id.; P Alderden. Aalsmeer (allen met vee! vrucht!; W. Belgraver, Amstel veen: W. de Jong. Aalsmeer: Joh Kas- lander Haarlemmermeer; J. Kortenoever, id Aan vier leerlingen kon het diploma niet worden uitgereikt. Bevorderd naar de 2e klasse; J Bon K. Buis. C. Gelein. W. Groeneveld. G. Helsloot. Th. Krachtwijk. J. Kok. D. Linthout. A. Trommel. L. v. d. Welden P. J. v. d. Weiden J. Zandvliet, C Tas allen te Aalsmeer; H. v. Doom, Uithoorn; M. de Jong. Mijdrecht; L. A. de Haan. Amstelveen: A. Brouwer, idem. Niet bevorderd 7 leerlingen. HAARLEMMERMEER. Ernstig ongeluk met paarden. Terwijl een arbeider Van den landbouwer d. G. aan den Sloterweg ln Haarlemmer meer. met een met een paard bespannen en met eggen beladen driewielige kar, waarachter nog een paard was vastgekop peld, het erf van de boerderij afreed, schrokken de paarden voor een passee- rende auto, met het gevolg dat het ge heele gerij in de wegsloot terecht kwam en wel zoodanig, dat de dieren in de punten van de eggen waren gevallen. Een der paarden werd zoodanig verwond, dat het direct moest worden afgemaakt, ter wijl ook voor het leven van het andere paard wordt gevreesd. Eigen gebouw der S.D.A.P. Het plan van de afd. Nieuw-Vennep der S.D.A.P. tot het oprichten van een eigen gebouw tot het houden van vergaderingen is thans verwezenlijkt. Bij de feestelijke ingebruikneming werd het woord gevoerd door den heer C. v. d. Lende, vertegen woordiger van het hoofdbestuur van het N.V.V. en de heer Bouma, gewestelijk be stuurder der S.D.A.P. Heden is het 25 jaren geleden, dat de heer P. Kamer, wonende te Hoofddorp werd benoemd tot Ud van het burgerlijk armbestuur dezer gemeente. Gedurende al die jaren heeft hij in deze betrekking vele goede diensten bewezen en z'n taak steeds op de meest lofwaardige wijze ver vuld. Dit feit zal in de op Donderdag 2 April as. te houden vergadering van het bur gerlijk armbestuur worden herdacht. De collecte voor de instandhouding en uitbreiding van de werkkampen zal in deze gemeente gehouden worden in de week van 30 Maart tot en met 4 April a.s. Eenige jongedames hebben zich bereid verklaard daartoe de bekende bonnetjes te koop aan te bieden. Deze collecte wordt gaarne in den steun der ingezetenen aanbevolen In de vergadering van den Raad, werd bij de behandeling van het punt „In gekomen stukken" nog mededeeling ge daan van een verzoek van mej. L. Bulsma, om eervol ontslag ais onderwijzeres aan de O. L school no. 7 aan den Bennebroe- kerweg.' hoek Aalsmeerderweg. Het ge vraagde ontslag werd verleend met ingang van 1 Juni a.s. De landelijke rijvereeniging „De Ven- neper Ruiters" hield in hotel de Groot te Nieuw-Vennep een bijeenkomst, waarinde heer W. Slob, secr, van de Kon. Ned Fede ratie van L. R. een rede hield over „Het hoe en waarom van het moderne menon- derricht", een lezing, die op hoogen prijs werd gesteld. Voor het rijden van den bok dat geheel dreigde te verdwijnen begint de laatste jaren meer belangstelling te komen, dank zij de door de Federatie van L. R gevoerde propaganda. Dit ls toe te juichen, want het mennen is van meer belang voor den landelijken ruiter die toch de a.s. gebruiker en fokker van het landbouwpaard is dan het rijden onder den zadel. Deze goedgeslaagde Ruiteravond werd door „gezellig samenzijn" afgewis seld. In de Jaarvergadering van de gym- nastiekver. .Kracht en Vlugheid" te Bad hoevedorp wier ledental met bijna 50 is gestegen werd het bestuur samen gesteld uit de heeren H. A. van Gelderen, voorzitter, G. Rense, secretaris en L. Bart, penningmeester. De assistent van den stationsdienst der Ned. Spoorwegen, de heer W. Groen, wordt met ingang van 1 April a.s. overge plaatst van Hoofddorp naar Ruurlo en da spoorbeambte-telegrafist de heer C. Kool haas van Vijfhulzen naar Nieuwersluis. HILLEGOM. Vergadering Bloembollencultuur. De afd. der Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur heeft vergaderd onder leiding van den vice-voorzitter den heer J. Veldhuyzen van Zanten. Na een woord ter inleiding van den secr. den heer Bijl, zijn de notulen en het jaarverslag over 1935 gelezen. De rekening van den penningmeester is aangehouden omdat hij afwezig was door verblijf in het buitenland. Gelezen ls het jaarverslag der Beurscommissle, wier voorzitter de heer K. Velthuys ls herko zen. Aan 4 verwante instellingen zijn sub sidies verleend. Een voorstel van den heer 't Mannetje met verzoek aan het hoofdbestuur om te protesteeren tegen de prijzen-politiek van de Ned. Sierteelt Centrale is verworpen met 23 st tegen 13 voor en 5 blanco. Afgevaardigden en plaatsvervangers naar de alg. vergadering zijn benoemd. De beschrijvingsbrief gaf geen aanleiding tot opmerkingen van belang. Tijdens de rondvraag is er op gewezen dat de burgemeester steun uit het vak zou waardeeren in zijn strijd tegen zwen del in den handel. De voorzitter wilde dien steun gaarne verleenen zoodra een verzoek daartoe is binnengekomen. Loop der Bevolking. Gevestigd: P. Koelemeijer, Lapinenburg- straat 2 M. W. SchmetzerSchollee, Stationsweg 152 H. J. Muller met gezin, Loosterweg 112 A. Glesbergen met ge zin, Van Vlietstraat 56 W. Oexeman met gezin. Parallelweg 171. Vertrokken: G. Chr. F. Maaskant met gezin, Haarlem. Lange Hofstraat 3 rood E. P. S. Veldhuis, Lelden, Noordeinde 50 M. Rusman, Heemstede, Kerklaan, St. Bavogesticht. E. M. van Dooren, Bussum, Hulzerweg 39. Burgerlijke Stand. Geboren: Johannes Leendert, Z. van H. Seijsener en H. C. Vliet Vlieland Joseph Gerardus Adrianus, Z. van P. G. J. van de Pavoordt en J. E. Miltenberg Anna Jo- sephlna, D. van C. G. Zonneveld en H. C. den Hollander Gerardus Hendricus, Z. van H. G Duwel en A. M. Lemmers Jo hannes Marcus, Z. van J. C. Koppert en A. P. van Stein Woltcr Marinus, Z. van J. Kolk en C. F. Noordhoek Gertrudis Margaretha Catharina, D. van G. B. Kroon en C. M. Sistermans Dirkje, D. van J. M. van Oei en A. van der Knaap Esther Theodora Maria. D. van Th. J. Heemskerk en P. G. van Haaster. Ondertrouwd: P. J. Moonen en C. M. Uitendaal B. P. J. Bornhijm en A. C. Dekker. Overleden: C. A. Kuitens vr 75 J„ echt- genoote van P. van Bourgondiën. Op 1 April a.s. hoopt de heer M van Doorn, wegwerker bij de N.Z.H.T.M. alhier den dag te herdenken, dat hij voor 25 jaar in dienst trad bij bovengenoemde maat schappij De Chr. Knapenvereeniging „De Vriendenschaar" heeft een familie-avond tot nadere kennismaking met het werk en het streven der vereeniging gehouden. Een uitvoerig en afwisselend program ma is ten uitvoer gebracht tot groote voldoening van de aanwezigen. KATWIJK. Burgerlijke Sand. Geboren: Arie, Z. van H. van Beelen en C. Vlieland Maarten, Z. v. W. Ouwehand en N. Schaap Maarten, Z. van W. van Duijvenvoorde en J. van Rijn Leendert, Z. van P. Parlevliet en G. Bloot Anna Sara. D. van H. Minnee en E. J. Tijster man Gijsbert, Z. van J. van der Plas en L. de Jong Jan, Z. van W. van der Plas en J. Groen Neeltje, D. van J. A. de Best en M. van Duijvenbode Petronella, D van H. van Dijk en N. van der Plas Aldert, D. van P. van der Spek en C. Schaap Willem, Z. van A. Pronk en S. M. de Best Petronella, D. van A. van der Plas en A. Ouwehand Petronella, D. van G. de Mooij en P. Elsgeest. Ondertrouwd: J. Haasnoot en T. Plug. Gehuwd: C. G. Perfors en C. Paap W. de Vreugd en C. de Jong B. Mulder er. J. de Mooij. o KATWIJK AAN DEN RIJN. Op 1 April a.s. hoopt de heer J. Glas bergen. brugwachter bij de N.Z.H.T.M al hier den dag te herdenken, dat hij voor 25 jaar in dienst trad bij bovengenoemde maatschappij. o KATWIJK AAN ZEE. Ledenvergadering Chr. Hist. Kiesvereen. De voorzitter, de heer L. v. d. Zwam opende deze vergadering in Casa Cara. Hij gaf een kort overzicht over de verkie zingen in verband met de verkiezingsactie van de N.S.B. De heer I. Haasnoot bracht zijn jaarverslag uit. Naar aanleiding hier van werden inlichtingen gevraagd over de Jongerengroep, die door den heer Jac. Meijwiel werden beantwoord. De penningmeester, de heer P van Rijn, bracht zijn verslag uit; het batig saldo bedroeg slechts f. 4.70. De voorzitter bracht beiden heeren dank voor de uitgebrachte verslagen. Bij de bestuursverkiezing wer den de aftredenden, de heeren L. v. d. Zwan, W. Kulk herkozen. In de plaats van den heer D. van Beelen, die niet herkozen werd en voor den heer P. van Rijn, die bedankte, werden gekozen de heeren P. de Wit en W. van Beelen, die allen hun benoeming aannamen. De voorzitter wijdde woorden van waardeering aan de heeren P van Rijn en D. van Beelen, voor hetgeen zij in het belang der kiesvereeni- ging hebben gedaan. De heer J. Volbeda gaf een uiteenzetting van het nieuwe program, waarover eenige vragen werden gesteld. Na rondvraag sloot de voorzitter met dankgebed. 4—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 12