In afwachting der positieve i Duitsche voorstellen. De Vlootconferentie te Londen 77»k Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 Maart 1936 Derde Blad No. 23314 Verdere besprekingen te Londen. DE OORLOG IN ABESSYNIE. versche gemeste Braadkippen BINNENLAND. Hoofdpijn, Kiespijn, Een accoord geteekend. Von Ribbentrop bij Eden. Gistermiddag 3 uur heeft Von Ribbentrop weer een bezoek gebracht aan Eden. dat een half uur duurde. Volgens Havas is daardoor niets veranderd. Von Ribbentrop heeft betoogd, dat Duitschland, wenschende de rechtsgelijk heid te handhaven, alle conservatieve maatregelen, opgenomen in het accoord der Locarno-mogendheden, .weigert. Van Engelsche zijde dringt men er zeer sterk op aan, dat Duitschland geen ver sterkingen zal bouwen In het Rijnland, dat Duitschland niet door internationale troepen bezet wenscht te zien. Von Ribbentrop zou Eden's bemiddeling hebben gevraagd voor het sluiten van een Fransch-Duitsch pact van non-agressie. Omtrent dit gerucht merkt de bijzondere correspondent van Havas op. dat Hitler dit aanbod reeds op 21 Mei 1935 heeft ge daan hij verbond zich toen Locarno te respecteeren. Het aanbod is echter afge wezen omdat zoo'n bilateraal verdrag de bedoeling had, de tusschen de Fransche en andere regeeringen gesloten pacten van Wederkeerigen bijstand waardeloos te maken. Het schijnt, dat Eden door de Locarno- mogendheden niet belast is met onder handelingen voor een voorlooplge regeling doch alleen opdracht gekregen heeft om met de Duitschers te „praten". In offlcleele Britsche kringen is gisteren omtrent de beteekenis van het accoord der Locarno-mogendheden nog het vol gende medegedeeld: In de eerste plaats is men van meening, dat de voorlooplg vastgestelde maatrege len een onderwerp van besprekingen kun nen uitmaken, zoowel tusschen Engeland en Duitschland, als met Frankrijk, België en Italië. Wat den brief betreft, gevoegd bij het accoord van 19 Maart, die betrekking had op den wederkeerigen bijstand, die brief ls nog niet verzonden. Hij zal paS verzon den worden, zoodra Italië het accoord heeft geratificeerd. Uitstel tot half Mei? Volgens den diplomatickcn corres pondent van Reuter, is men algemeen van opvatting, dat tengevolge van de Fransche verkiezingen en de houding van Mussolini, een algemeene bespre king van de Duitsche tegenvoorstellen niet voor half Mei zal kunnen worden gehouden. Boncour bij Eden. Paul Boncour heeft, alvorens gistermid dag uit Londen te vertrekken, ook nog een bezoek gebracht aan Eden. Naar men meent te weten. Is bij deze gelegenheid het Duitsche antwoord op informeele wijze besproken. Na zijn onderhoud met Eden voerde Paul Boncour achtereenvolgens nog be sprekingen met Poeritsj, den Zuid-Slavi- schen gezant te Parijs, Corbin, den Fran- schen ambassadeur te Londen en Avenol, den secretaris-generaal van den Volken bond. De bijzondere correspondent van Havas meldt dat men zoowel ln Fransche als in Engelsche kringen een strikt stilzwijgen in acht neemt over het onderhoud, dat Paul Boncour met Eden heeft gehad. Dit om Eden's taak in het Lagerhuis niet te verzwaren, als hij rekenschap geeft van de gevoerde besprekingen. Het lag niet in Boncour's bedoeling Flandin's positie bij de besprekingen in te nemen, maar hij is in staat geweest Eden opheldering te verschaffen over de opvat tingen van dat deel van het Fransche volk dat door de partij van Boncour wordt ver tegenwoordigd. Dit deel van de Fransche publieke opinie ls evenmin als de rest be reid tot maatregelen van verzoening, die in de toekomst nadeelig zijn voor Frank- rijk's veiligheid. Frankrijk wil van geen toegeven weten als het gaat om het bouwen van verster kingen in het Rijnland, evenmin als En geland zal toestaan dat een Duitsche macht zich installeert aan de kust van de Noordzee. Boncour en Eden hebben het Duitsche antwoord besproken, welks negatieve ka rakter een teleurstelling vormde voor de leiders van het Britsche Rijk, die van meening waren dat het weinig geschikt was bij te dragen tot opheldering van den diplomatieken toestand. Het antwoord heeft Frankrijk overigens r.iet verwonderd. Frankrijk stelt nauwe lijks vertrouwen in de bereidheid van Duitschland tot internationale samenwer king. De correspondent van Havas zegt verder dat von Ribbentrop in Britsche regee- ringskringen voeling neemt om Berlijn te kunnen oriënteeren over den aard van een anfwoord, dat de beste kans zou maken op een goede ontvangst in Londen. Heden verklaring van Eden. Eden zal zelf heden de debatten over de buitenlandsche politiek in het Lagerhuis openen, door het afleggen van een be langrijke verklaring over de resultaten van de besprekingen te Londen. In parlementaire kringen verwacht men een levendige interventie van de opposi tie-leiders, o.a. Atlee en Dalton, die stel ling zullen nemen tegen de verplichtin gen, welke de Britsche regeering op het continent op zich heeft genomen. Zij zullen de regeering een nauwkeu rige interpretatie van de voorstellen vra gen, welke voorzien in besprekingen van de generale staven van de mogendheden, welke Locarno trouw bleven. Ook de kwestie van de sancties tegen Italië zal het onderwerp van levendige be sprekingen zijn. Austen Chamberlain en Winston Chur- fehill zullen eveneens het woord voeren. Interview met von Ribbentrop. Ward Price van de „Daily Mail" heeft een onderhoud gehad met den Dultschen ambassadeur von Ribbentrop. Price vroeg, of de ambassadeur hem en kele inlichtingen zou kunnen geven om trent de nieuwe Duitsche voorstellen. Von Ribbentrop antwoordde.' „Hierover tfordt te Berlijn nog gespro ken; op het oogenblik kan ik nog niet zeggen, welke voorstellen zullen worden toegevoegd aan het memorandum van den rijkskanselier van 7 Maart, doch in ieder geval zullen deze vervuld zijn van denzelf den geest, als de voorstellen van 7 Maart". In antwoord op de opmerkingen van Price, dat het Duitsche antwoord vaag ge noemd kan worden, verklaarde von Rib bentrop, dat Duitschland op het oogenblik in de verkiezingscampagne leeft, bijna voortdurend zijn alle ministers afwezig voor het houden van verkiezingsredevoe ringen en de problemen, waarvoor zij wor den gesteld, zijn zeer omvangrijk. De verkiezingscampagne zal Zaterdag ten einde zijn en Zondag en Maandag zullen de leden van de regeering zich meer in tens met de internationale kwesties bezig houden. Von Ribbentrop verklaarde verder, dat hij vermoedelijk nog enkele dagen te Lon den zal blijven om met Eden besprekingen te voeren, doch in ieder geval zal hij voor de verkiezingen naar Duitschland terug- keeren. Price vroeg, welke reactie de voorstellen van de Locarno-mogendheden in Duitsch land hadden en von Ribbentrop zeide, dat deze voorstellen een betreurenswaardigen terugval beteekenen in de mentaliteit, welke Duitschland zooveel heeft doen lij den in den na-oorlogschen tijd, n.l. de stel ling om Europa te verdeelen in overwin naars en overwonnenen. Het Duitsche volk duldt dit niet meer. „Indien Flandin zegt, dat hij de aan wezigheid van vreemde troepen op Fran- schen bodem een ongehoorde onbillijkheid acht. dan kan ik slechts antwoorden, dat het Duitsche volk voor 100 pet. net zoo denkt". Verder wees von Ribbentrop op de vele concrete vredesvoorstellen, welke Hitier aan de wereld heeft gedaan. Hieruit blijkt de oprechte vredeswil van het Duitsche volk en eens zal de dag komen, dat alge meen zal worden erkend, dat de remilita- risatie van het Rijnland de consolidatie van Europa heeft bevorderd. Duitschland kon, na het militair ver drag tusschen Frankrijk en Sovjet-Rus- land, piet langer dujden, dat-de dichtbe volkte westelijke provincies onbeschermd bleven. Verder kunnen alleen onderhande lingen tusschen gelijkgerechtigden succes hebben, zoodat door de bezetting van het Rijnland de weg is geopend tot onderhan delingen, welke kunnen voeren tot een duurzamen vrede. Tenslotte verklaarde von Ribbentrop. ge troffen te zijn door den oprechten wil tot vrede van het Britsche volk. Een Itaiiaansche persstem. De „Popoio di Roma" schrijft in verband met de gebeurtenissen te Londen: „In plaats van met hangend hoofd terug te komen, komt von Ribbentrop te Londen aan met tegenvoorstellen en vastbesloten zijn voorwaarden op te leggen, liever dan voorwaarden te aanvaarden. Zoo is de on- geloofelijke paradox van den toestand. Men moet zich niet verwonderen, wanneer onder deze omstandigheden Frankrijk er van afziet zijn rol te spelen in deze on waardige comedie." De voorbereidende bewegingen voor het groote offensief, waarmede de Italianen hopen een einde te kunnen maken aan den oorlog in Oost-Afrika, schijnen dan te zijn Ingezet. Abessijnsche kringen te Addis Abeba geven toe, dat Itaiiaansche inheemsche troepen Sasa Baneh hebben bezet, dat op slechts 30 K.M. afstand van de voornaam ste vooruitgeschoven Abessijnsche stellin gen is gelegen. (Dit is echter nog geens zins bevestigd en de Italianen melden het niet!) De Abessijnen bezetten, naar men meent te weten, een front van meer dan 60 K.M. van Dagaboer tot Dagamodo. dat ras Nas- slboe in de laatste maanden krachtig heeft versterkt, ondanks de veelvuldige luchtbombardementen. Een tweede Itaiiaansche colonne zou op den linkervleugel optrekken via Iddidole- Sagag-Dagamodo ten einde de hoofd macht op de flank te beschermen. De Itaiiaansche gemotoriseerde colonnes in Ogaden bestaan uit geregelde inheem sche troepen, die met mitrailleurs zijn uitgerust, en Itaiiaansche artilleristen. De colonnes werden gesteund door lichte strijdwagens en geblindeerde auto's. Ge motoriseerde lichte artillerie-afdeelingen worden gevolgd door vrachtauto's, welke de ravitailleering verzorgen. De Italianen verwachten geen grooten tegenstand vóór Dagaboer en het wordt zelfs mogelijk ge acht, dat de troepen van ras Nassiboe zullen terugtrekken, zonder veel strijd, op verdedigende stellingen van de route Har- rar-Dzj idzj iga-Berbera. Men is van meening, dat een dergelijke strategische terugtocht de taak der Ita lianen ernstig zal bemoeilijken, aangezien het terrein tusschen Dagaboer en Dzjidz- jiga, een afstand van ongeveer 150 K.M zeer geaccidenteerd is en zich bijzonder ieent voor tegenaanvallen uit hinderlagen en voor guerillastrljd. Grazlani hoopt op een herhaling van een snelle overwinning, zooals hii op de legercorpsen van ras Desta heeft bevoch ten, maar neutrale waarnemers doen op merken, dat Graziani in Nassiboe, die bij gestaan wordt door den Turkschen stra teeg Wahib Pasha, een *geduchter vijand zal hebben dan in Desta. Bovendien zijn de troepen van ras Nassiboe beter ge oefend. Dzjidzjiga is na de recente vier lucht bombardementen weinig meer dan een ruïne. Er is geen enkel slachtoffer te be treuren onder het personeel van de Egyp tische ambulance, welke bij Dzjidzjiga werkzaam was. Het offensief teekent zich ook af in het Noord-Westen van Abessynië, waar be langrijke Itaiaansche strijdkrachten de rivier Takazzé zijn overgetrokken, via een brug, welke de Italianen daar onlangs hebben geslagen. De Italianen verspreiden zich vandaar over het Zuiden. In de streek van Wolkalt zetten de Italianen hun op- marsch naar het Zuiden voort. Zij hebben Kafta bezet, dat op 175 KM. ten Noorden van het Tsana-meer is gelegen. (Copyright Reuter-A.N.P.) In het Engelsche Lagerhuis heeft de minister van buitenlandsche zaken ver klaard, dat hij, hoewel hij nog wachtte op commentaar van dr. Melly. op het Itaiiaansche antwoord op 't protest tegen het bombardement der Britsche Roode Kruis-eenheid, na ontvangst van den vol- ledigen tekst der Itaiiaansche nota zich gedwongen had gevoeld, de Itaiiaansche regeering er van in kennis te stellen, dat de Engelsche regeering volstrekt niet in staat is, het Itaiiaansche antwoord te be schouwen als op eenigerlei wijze tevreden stellend. SPECIAAL AANBEVOLEN: EXTRA KWALITEIT, Fa. D. WARRING EN ZONEN Haarlemmerweg 8 Telef. 822. ggg (Ingez. Med.) ARTILLERIE EN CAVALERIE GAAN MET GROOT VERLOF. HET VRIJWILLIG VERBLIJF IN WERKELIJKEN DIENST. De Minister van Staat, minister van Defensie a. i., heeft een circulaire aan de burgemeesters doen toekomen betreffende het groot verlof aan dienstplichtigen. De minister deelt daarin mede, dat de maatregel van het langer in werke- lijken dienst houden, bedoeld in art. 1 van het K. B. van 11 Maart j.l., niet zal worden toegepast op de dienst plichtigen van de artillerie en van de cavalerie, voor wie de eerste oefening op 28 Maart a.s. eindigt. Deze dienst plichtigen zullen derhalve op laatst genoemden datum in het genot van groot-verlof worden gesteld, voor zoo ver zij niet om een andere bijzondere reden in werkelijken dienst moeten blijven. In een legerorder betreffende vrijwillig verblijf in werkelijken dienst machtigt de minister van Defensie den commandant, bij wiens corps dienstplichtigen langer in werkelijken dienst worden gehouden krachtens het K. B. van 11 Maart 1936 om aan groot-verlofgangers van hun corps te vergunnen vrijwillig in werkelijken dienst te komen voor den tijd, dien de ver lengde werkelijke dienst nog zal duren, voor zoover zij anderen, voor wie de wer kelijke dienst is verlengd en die spoedig met groot verlof zouden willen vertrekken, kunnen vervangen. De korpscommandant verleent de ver gunning slechts aan dienstplichtigen, die zich in verband met gedrag en wijze van dienstvervulling een dergelijke vergunning waardig hebben gemaakt. Aan de dienstplichtigen, die krachtens deze regeling vergunning krijgen tot vrij willig verblijf in werkelijken dienst, wordt niet toegestaan dezen dienst tusschentijds af te breken. Dit moet met nadruk onder hun aandacht worden gebracht. Zijn er dienstplichtigen langer in werke lijken dienst gehouden, voor wie het naar hefr oordeel van den korpscommandant van groot belang zou zijn om spoedig met groot verlof te kunnen vertrekken en is op 1 April voor hen nog geen gelegenheid ontstaan om te worden vervangen, dan zendt de korpscommandant een opgaaf van hen aan den minister van Defensie, in welke opgaaf, bij eiken naam afzonderlijk, in het kort wordt vermeld, om welke reden vertrek met groot verlof voor den dienst plichtige van groot belang zou zijn. Over wogen zal dan worden om dergelijke dienst plichtigen te doen vervangen door groot verlofgangers van andere korpsen, voor wie geen plaats bij hun eigen korps be schikbaar is. De motordienst. Een ander bericht meldt, dat de dienst plichtigen van de lichting 1935. tweede ploeg, van den motordienst te Haarlem, op 4 April niet met groot verlof zullen vertrekken. DE VERNIEUWING VAN DE C. A. O. IN DE TYPOGRAFIE. In de gisteren te Utrecht gehouden vak groep-vergadering van den Nederland- schen Katholieken Grafischen Bond ter bespreking van de wijzigingen der C. A. O. in de typografie en het rasterdiepdruk- bedrijf, werd na een uitvoerige gedach- tenwisseling, waarbij vooral tot uiting kwam hét groote en belangrijke offer, dat van de gezinnen wordt gevorderd door de ingrijpende loonsverlaging, de gewijzigde collectieve arbeidsovereenkomst aanvaard. Al wat U noodif heeft om deze oijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poe der. Per st. 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist. (Ingez. Med.) LEGERPROMOTIE. Bij kon. besluit van 21 Maart Is. met 1 Mei benoemd en aangesteld: bij het wapen der artillerie tot luit.-generaal de gene- raal-majoor S. G. N. Nauta Pieter com mandant der 2e divisie, tevens bevelheb ber in de 2e militaire afdeeling. en is hem tegen dien datum op het daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit den mil. dienst onder dankbetuiging voor de veeljarige en belangrijke diensten door hem aan den lande bewezen Verder is op verzoek eervol ontslag verleend aan kolo nel G. Dames, commandant der 7e infan teriebrigade, en aan de luit.-kolonels M. J, J. Lavoo. commandant van het 17e reg. infanterie, en H. J. van LImbeek. comman dant van het ie reg. infanterie; b. aan kolonel A. P. Seyffardt, commandant van de 4e infanteriebrigade; Tevens zijn met 1 Mei benoemd en aan gesteld: tot generaal-majoor, comman dant der 2e divisie, kolonel W F. Sillevis, commandant van de le artilleiriebrigade; bij de infanterie: tot kolonel, onder scheidenlijk commandant van de 4e infan teriebrigade en van de 7e infanteriebriga de. de luit.-kolonels L. J. Rieber en J. Nij- dam, resp. commandant van het 9e en het 20 reg. Infanterie; tot luit.-kolonel, onderscheidenlijk com mandant van het le reg. infanterie, het 9e reg. infanterie, het 17e reg infanterie, het korps motordienst en het 20e reg. infan terie. de majoors P. L. R. van der Drift. L. H. Kraak. M. de Jong. A. M M. van Loon en J. van Voorthuijsen. resp. van het le, het 6e en het 13e reg. infanterie, het korps motordienst en van den staf der brigade grenadiers en jagers (le infante riebrigade) tot luit.-kolonel. onderscheidenlijk bij, den staf der infanterie, den staf der 8e infanteriebrigade, den staf der 5e infante riebrigade, den staf der 7e infanteriebri gade en den staf der 7e infanteriebrigade, de majoors P. R Kuipers, A. de Vries 3 Polvliet. H. S. Bloeme en W. A. Boswijk resp. van het reg. jagers, den staf der 3 e Infanteriebrigade, den staf der 5e infan - teriebrigade, den staf der 8e infanterie brigade en den staf der 7e infanteriebu i- gade; tot majoor, onderscheidenlijk bij hiet 13e reg. infanterie, het 6e reg. infanteiie en het le reg infanterie, de kapiteins H. Mijsberg, H. G. A. Reimers en K. H. Lan- kenau. resp. van het reg. jagers, het korps pontonniers en torpedisten en adjuda.nt van het 7e reg. infanterie; bij ae artillerie, tot kolonel, comman dant van de le artilleriebrigade, luit.-):o- Ionel H D. S. Hasselman, van den Staf van het wapen, toegevoegd aan den in specteur der artillerie: bij den staf 'van het wapen, tot majoor, kapitein G. Fabius van dien staf, toegevoegd aan den in specteur; Bij K.B. van 21 Maart is verder msnt 1 Mei benoemd en aangesteld bij het res.- personeel der landmacht bij de infanterie tot res.-generaal-majoor: res.-kolonel H. K. Hardenberg. van den staf der inf.; met onderscheidenlijk 1 Mei- 1 Aprfil, 21 Maart en 10 Mei op het daartoe door hen gedaan verzoek, eervol ontslag verleenël uit den mil dienst aan res.-generaal majoor H. K. Hardenberg der inf.. res.-dirigee'tend j paardenarts met den rang van majoor A. de Ronde. res. le luit. F. G. Russel. vim 't 2e reg inf. en rss. le luit. voor speciale 1 diensten S A. Duitgenius, van het yrijw. landstormkorps luchtwachtdienst. DR. VERVIERS GEROYEERD UIT DE N. S. B. Naar Het Volk verneemt, is dr. Verviers door ir. Mussert ontslagen als redacteur van het tijdschrift „Nieuw Nederland" en geroyeerd als lid van de N.S.B. De vlootconferentie kwam gisteren te Londen onder voorzitterschap van den eersten lord der Britsche admiraliteit, Eyres Monsell, in slotzitting bijeen ter onderteekening van het verdrag. Eden was door dringende zaken op zijn departement opgehouden, doch kwam niettemin vijftig minuten na de opening van de zitting nog naar den Queen Anne- saion van het St. Jamespaleis. De onderteekening van het verdrag geschiedde te 17.12 uur. De eerste die zijn handteekening onder de overeenkomst plaatste, was de Amerikaansche gedelegeerde, Nor- man Davis, en vijf minuten later had den alle vertegenwoordigers, behalve die van Italië, Zuid-Afrika en Ierland, in alfabetische volgorde het verdrag geteekend. Tevoren was nog door verschillende ge delegeerden het woord gevoerd. Lord Monsell zeide in zijn rede, dat het verdrag, dat nu onderteekend werd, hierin van dc voorgaande verschilde dat het geenerlci bepaling bevat betreffende een directe kwantitatieve beperking van de vlootbewapening, hetgeen hij diep betreu renswaardig noemde. Wij zijn evenwel ervan overtuigd, zoo zeide hij, dat indien alle voornaamste mo gendheden tot dit verdrag toetreden, alle gevaar voor een bewapeningswedloop op vlootgebied gedurende een bepaald aantal jaren zal vermeden worden. Na vervolgens zijn leedwezen er over te hebben uitgesproken, dat niet alle on derteekenaars van de verdragen van Washington en Londen op het oogenblik in staat waren, deze overeenkomst te tee kenen, bracht lord Monsell hulde aan de on-onderbroken medewerking van de Itaiiaansche delegatie en drukte de hoop uit, dat de toetreding van Italië tot het verdrag niet lang meer zal worden ver traagd. Tenslotte bracht Monsell ook hulde aan de hoffelijkheid en goeden wil van de Japansche delegatie, waarvan hij even eens de niet-deelneming betreurde. De Amerikaansche gedelegeerde, Nor man Davis, die hierna het woord voerde, zeide het evenals Monsell te betreuren, dat het vlootverdrag niet verder ging, doch hij voegde hieraan toe, dat deze overeenkomst niettemin de grondslagen legt voor een nieuw gebouw. „Zij zal er krachtig toe bijdragen, om de vriendschap en het wederzijdsch begrijpen tusschen de vlootmogendheden te hand haven en ons in staat stellen, aan te stu ren op nieuwe verdragen, die een grootere draagwijdte hebben". De Fransche gedelegeerde verklaarde, dat het ook hem speet, dat het nieuwe verdrag niet zóó volledig was als men ge- wenscht had. Niets, zoo zeide hij, moet ons evenwel de hoop doen opgeven op het tot stand ko men in een min of meer nabije toekomst van een omvangrijker werk. waarvan het onze plicht was de ontwikkeling voor te bereiden. De Itaiiaansche gedelegeerde, Grandi, verklaarde, dat Italië het ten zeerste be treurt, dat het verhinderd is. een verdrag te onderteekenen, aan welks technische uitwerking de Itaiiaansche delegatie actief heeft medegewerkt. Grandi herinnerde er aan, dat hij bij den aanvang van de conferentie openhar tig verklaard had, dat zijn regeering zich gedwongen zag, rekening te houden met de positie van haar land wegens de hou ding van tal van staten ten opzichte van het Italiaansch—Abessynisch conflict. Na een toespeling te hebben gemaakt op het verdrag van wederzijdschen bijstand in de Middellandsche Zee, dat het Ita iiaansche volk diep gegriefd heeft, zeide Grandi, dat de Itaiiaansche regeering zich op het oogenblik genoodzaakt ziet. haar vrijheid op 't gebied van den vlootbouw te handhaven en op de wijze, welke zij het meest geschikt acht. te zorgen voor de waarborging van de opperste belangen van Italië's maritieme defensie. Een overeenkomst tot beperking van de bewapening veronderstelt een politiek van wederzijdsch vertrouwen en van weder- zijdsche coördinatie tusschen de betrok ken staten en geen regime van militaire accoorden, die een van de contracteerende partijen treffen. Italië wenscht vrede in de Middelland sche Zee voor zich zelf en voor alle landen aan deze zee gelegen. Ik hoop van harte, dat in het belang van alle landen aan den toestand, waarop ik zoo juist doelde, spoedig een einde zal komen. Geen land wenscht meer dan Italië, dat het weldra ln staat zal zijn, de vlootbe- sprekingen, die zijn afgebroken, te her vatten en de verschillende kwesties, die in den loop van deze conferentie zijn opge worpen, nader te bestudeeren. De Itaiiaansche politiek van heden 's er evenals in het verleden op gericht, posi tieve resultaten te bereiken, die in over eenstemming zijn met de beginselen van beperking en vermindering van de bewa pening. In een briefwisseling tusschen den Brit- schen minister van buitenlandsche zaken en den eersten Amerikaanschen gedele geerde ter vlootconferentie. Norman Davis, wordt de overeenkomst vastgelegd tusschen Engeland en Amerika, volgens welke, naar het schrijven van Davis gezegd wordt, „er geen wedloop in vlootaanbouw zal zijn tusschen onze landen en het principe van pariteit tusschen de vloten van de leden van het Britsche gemeenebest en van de Verecnigde Staten ongewijzigd zal voort bestaan". In zijn antwoord zegt Eden: „Bij het beramen van onze vlootbehoeften hebben wij nooit rekening gehouden met de sterkte van de marine der Vereenigde Sta ten", NEDERLAND EN DE BELGISCHE DEFENSIE. In de debatten over de begrootin); van buitenlandsche zaken in de Belgische Kamer zeide minister Carton de Vfiart: ,.In de allianties, welke wij gaan zoeken tot organisatie van onze defensie, mogen wij Nederland niet verwaarloozen. Heeft niet de Koning van Nederland in 1848 den Belgischen gezant gezegd: „Gij zijit mijn muur, waarop ik mijn verdediging steun en wij zijn uw contrefort" Men moet in Nederland nog dergelijke gevoelens tot uiting brengen" f CONGRES VAN DEN SLAGERSHOND TE BOSKOOP. Er worden door de afd. Bosktoop van den Ned. Slagershond, thans weds uit gebreide maatregelen genomen teneinde het groot aantal congresleden da|t dit jaar het congres te Boskoop in he t gebouw „Flora" van 16 tot en met 18. Juni a.s. komen bezoeken een waardige ontvangst te bereiden. Er is een congrescommissie benoemd, wier taak het in de eerste plaa/ts zal zijn een groot aantal bezoekers, m/an spreekt reeds van 500 tot 750, aan lofjies enz, te helpen, waartoe, gezien de beperkte ho telruimten een beroep is gedaan op de burgerij. GESLAAGDE PROEFTOCHT VAN DE „KOSAREW". Een schip, waarvan de aanduidingen op verblijven, installaties en instrumenten in de Russische taal zijn aangebracht, maar dat door zijn constructie en. eigenschappen den roem met zich draagt van de Neder - landsche scheepsbouwmdustrie, is gedu rende twee dagen door nautische en tech nische deskundigen aan een streng, maar rechtvaardig examen ond/erworpen ge weest. dat het met glans laeeft doorstaan. Het is het motorvrachtscihip ..Kosarew", het derde schip, dat deel uitmaakt van de opdracht voor den bousv van drie mo derne houttransportschepeffi, welke in April 1935 door een Sovjet-Russische regeerings- instantie, de Maschino-Irnport te Moskou, verleend is aan de Nederkïndsche Scheeps- bouw-Maatschappij te Amsterdam. Wat dc beide andere schepen bafveft. welke zus terschepen van de .Kcrprew' zijn vaart de „Valery Meslouk" reeids in Russischen dienst, terwijl de „A. Andreev" dezer dagen van Antwerpen, waar het een lading ijzer ingenomen had, naar ilijn vaderland is vertrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9