In afwachting der positieve
i Duitsche voorstellen.
De Vlootconferentie te Londen
77»k Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 Maart 1936
Derde Blad
No. 23314
Verdere besprekingen te Londen.
DE OORLOG IN ABESSYNIE.
versche gemeste Braadkippen
BINNENLAND.
Hoofdpijn, Kiespijn,
Een accoord geteekend.
Von Ribbentrop bij Eden.
Gistermiddag 3 uur heeft Von Ribbentrop
weer een bezoek gebracht aan Eden. dat
een half uur duurde. Volgens Havas is
daardoor niets veranderd.
Von Ribbentrop heeft betoogd, dat
Duitschland, wenschende de rechtsgelijk
heid te handhaven, alle conservatieve
maatregelen, opgenomen in het accoord
der Locarno-mogendheden, .weigert.
Van Engelsche zijde dringt men er zeer
sterk op aan, dat Duitschland geen ver
sterkingen zal bouwen In het Rijnland,
dat Duitschland niet door internationale
troepen bezet wenscht te zien.
Von Ribbentrop zou Eden's bemiddeling
hebben gevraagd voor het sluiten van een
Fransch-Duitsch pact van non-agressie.
Omtrent dit gerucht merkt de bijzondere
correspondent van Havas op. dat Hitler
dit aanbod reeds op 21 Mei 1935 heeft ge
daan hij verbond zich toen Locarno te
respecteeren. Het aanbod is echter afge
wezen omdat zoo'n bilateraal verdrag de
bedoeling had, de tusschen de Fransche
en andere regeeringen gesloten pacten van
Wederkeerigen bijstand waardeloos te
maken.
Het schijnt, dat Eden door de Locarno-
mogendheden niet belast is met onder
handelingen voor een voorlooplge regeling
doch alleen opdracht gekregen heeft om
met de Duitschers te „praten".
In offlcleele Britsche kringen is gisteren
omtrent de beteekenis van het accoord
der Locarno-mogendheden nog het vol
gende medegedeeld:
In de eerste plaats is men van meening,
dat de voorlooplg vastgestelde maatrege
len een onderwerp van besprekingen kun
nen uitmaken, zoowel tusschen Engeland
en Duitschland, als met Frankrijk, België
en Italië.
Wat den brief betreft, gevoegd bij het
accoord van 19 Maart, die betrekking had
op den wederkeerigen bijstand, die brief
ls nog niet verzonden. Hij zal paS verzon
den worden, zoodra Italië het accoord
heeft geratificeerd.
Uitstel tot half Mei?
Volgens den diplomatickcn corres
pondent van Reuter, is men algemeen
van opvatting, dat tengevolge van de
Fransche verkiezingen en de houding
van Mussolini, een algemeene bespre
king van de Duitsche tegenvoorstellen
niet voor half Mei zal kunnen worden
gehouden.
Boncour bij Eden.
Paul Boncour heeft, alvorens gistermid
dag uit Londen te vertrekken, ook nog een
bezoek gebracht aan Eden. Naar men
meent te weten. Is bij deze gelegenheid
het Duitsche antwoord op informeele wijze
besproken.
Na zijn onderhoud met Eden voerde
Paul Boncour achtereenvolgens nog be
sprekingen met Poeritsj, den Zuid-Slavi-
schen gezant te Parijs, Corbin, den Fran-
schen ambassadeur te Londen en Avenol,
den secretaris-generaal van den Volken
bond.
De bijzondere correspondent van Havas
meldt dat men zoowel ln Fransche als in
Engelsche kringen een strikt stilzwijgen
in acht neemt over het onderhoud, dat
Paul Boncour met Eden heeft gehad. Dit
om Eden's taak in het Lagerhuis niet te
verzwaren, als hij rekenschap geeft van de
gevoerde besprekingen.
Het lag niet in Boncour's bedoeling
Flandin's positie bij de besprekingen in te
nemen, maar hij is in staat geweest Eden
opheldering te verschaffen over de opvat
tingen van dat deel van het Fransche volk
dat door de partij van Boncour wordt ver
tegenwoordigd. Dit deel van de Fransche
publieke opinie ls evenmin als de rest be
reid tot maatregelen van verzoening, die
in de toekomst nadeelig zijn voor Frank-
rijk's veiligheid.
Frankrijk wil van geen toegeven weten
als het gaat om het bouwen van verster
kingen in het Rijnland, evenmin als En
geland zal toestaan dat een Duitsche
macht zich installeert aan de kust van de
Noordzee.
Boncour en Eden hebben het Duitsche
antwoord besproken, welks negatieve ka
rakter een teleurstelling vormde voor de
leiders van het Britsche Rijk, die van
meening waren dat het weinig geschikt
was bij te dragen tot opheldering van den
diplomatieken toestand.
Het antwoord heeft Frankrijk overigens
r.iet verwonderd. Frankrijk stelt nauwe
lijks vertrouwen in de bereidheid van
Duitschland tot internationale samenwer
king.
De correspondent van Havas zegt verder
dat von Ribbentrop in Britsche regee-
ringskringen voeling neemt om Berlijn te
kunnen oriënteeren over den aard van een
anfwoord, dat de beste kans zou maken
op een goede ontvangst in Londen.
Heden verklaring van Eden.
Eden zal zelf heden de debatten over de
buitenlandsche politiek in het Lagerhuis
openen, door het afleggen van een be
langrijke verklaring over de resultaten
van de besprekingen te Londen.
In parlementaire kringen verwacht men
een levendige interventie van de opposi
tie-leiders, o.a. Atlee en Dalton, die stel
ling zullen nemen tegen de verplichtin
gen, welke de Britsche regeering op het
continent op zich heeft genomen.
Zij zullen de regeering een nauwkeu
rige interpretatie van de voorstellen vra
gen, welke voorzien in besprekingen van
de generale staven van de mogendheden,
welke Locarno trouw bleven.
Ook de kwestie van de sancties tegen
Italië zal het onderwerp van levendige be
sprekingen zijn.
Austen Chamberlain en Winston Chur-
fehill zullen eveneens het woord voeren.
Interview met von Ribbentrop.
Ward Price van de „Daily Mail" heeft
een onderhoud gehad met den Dultschen
ambassadeur von Ribbentrop.
Price vroeg, of de ambassadeur hem en
kele inlichtingen zou kunnen geven om
trent de nieuwe Duitsche voorstellen. Von
Ribbentrop antwoordde.'
„Hierover tfordt te Berlijn nog gespro
ken; op het oogenblik kan ik nog niet
zeggen, welke voorstellen zullen worden
toegevoegd aan het memorandum van den
rijkskanselier van 7 Maart, doch in ieder
geval zullen deze vervuld zijn van denzelf
den geest, als de voorstellen van 7 Maart".
In antwoord op de opmerkingen van
Price, dat het Duitsche antwoord vaag ge
noemd kan worden, verklaarde von Rib
bentrop, dat Duitschland op het oogenblik
in de verkiezingscampagne leeft, bijna
voortdurend zijn alle ministers afwezig
voor het houden van verkiezingsredevoe
ringen en de problemen, waarvoor zij wor
den gesteld, zijn zeer omvangrijk.
De verkiezingscampagne zal Zaterdag ten
einde zijn en Zondag en Maandag zullen
de leden van de regeering zich meer in
tens met de internationale kwesties bezig
houden.
Von Ribbentrop verklaarde verder, dat
hij vermoedelijk nog enkele dagen te Lon
den zal blijven om met Eden besprekingen
te voeren, doch in ieder geval zal hij voor
de verkiezingen naar Duitschland terug-
keeren.
Price vroeg, welke reactie de voorstellen
van de Locarno-mogendheden in Duitsch
land hadden en von Ribbentrop zeide, dat
deze voorstellen een betreurenswaardigen
terugval beteekenen in de mentaliteit,
welke Duitschland zooveel heeft doen lij
den in den na-oorlogschen tijd, n.l. de stel
ling om Europa te verdeelen in overwin
naars en overwonnenen. Het Duitsche volk
duldt dit niet meer.
„Indien Flandin zegt, dat hij de aan
wezigheid van vreemde troepen op Fran-
schen bodem een ongehoorde onbillijkheid
acht. dan kan ik slechts antwoorden, dat
het Duitsche volk voor 100 pet. net zoo
denkt".
Verder wees von Ribbentrop op de vele
concrete vredesvoorstellen, welke Hitier
aan de wereld heeft gedaan. Hieruit blijkt
de oprechte vredeswil van het Duitsche
volk en eens zal de dag komen, dat alge
meen zal worden erkend, dat de remilita-
risatie van het Rijnland de consolidatie
van Europa heeft bevorderd.
Duitschland kon, na het militair ver
drag tusschen Frankrijk en Sovjet-Rus-
land, piet langer dujden, dat-de dichtbe
volkte westelijke provincies onbeschermd
bleven. Verder kunnen alleen onderhande
lingen tusschen gelijkgerechtigden succes
hebben, zoodat door de bezetting van het
Rijnland de weg is geopend tot onderhan
delingen, welke kunnen voeren tot een
duurzamen vrede.
Tenslotte verklaarde von Ribbentrop. ge
troffen te zijn door den oprechten wil tot
vrede van het Britsche volk.
Een Itaiiaansche persstem.
De „Popoio di Roma" schrijft in verband
met de gebeurtenissen te Londen: „In
plaats van met hangend hoofd terug te
komen, komt von Ribbentrop te Londen
aan met tegenvoorstellen en vastbesloten
zijn voorwaarden op te leggen, liever dan
voorwaarden te aanvaarden. Zoo is de on-
geloofelijke paradox van den toestand.
Men moet zich niet verwonderen, wanneer
onder deze omstandigheden Frankrijk er
van afziet zijn rol te spelen in deze on
waardige comedie."
De voorbereidende bewegingen voor het
groote offensief, waarmede de Italianen
hopen een einde te kunnen maken aan
den oorlog in Oost-Afrika, schijnen dan
te zijn Ingezet.
Abessijnsche kringen te Addis Abeba
geven toe, dat Itaiiaansche inheemsche
troepen Sasa Baneh hebben bezet, dat op
slechts 30 K.M. afstand van de voornaam
ste vooruitgeschoven Abessijnsche stellin
gen is gelegen. (Dit is echter nog geens
zins bevestigd en de Italianen melden het
niet!)
De Abessijnen bezetten, naar men meent
te weten, een front van meer dan 60 K.M.
van Dagaboer tot Dagamodo. dat ras Nas-
slboe in de laatste maanden krachtig
heeft versterkt, ondanks de veelvuldige
luchtbombardementen.
Een tweede Itaiiaansche colonne zou op
den linkervleugel optrekken via Iddidole-
Sagag-Dagamodo ten einde de hoofd
macht op de flank te beschermen.
De Itaiiaansche gemotoriseerde colonnes
in Ogaden bestaan uit geregelde inheem
sche troepen, die met mitrailleurs zijn
uitgerust, en Itaiiaansche artilleristen. De
colonnes werden gesteund door lichte
strijdwagens en geblindeerde auto's. Ge
motoriseerde lichte artillerie-afdeelingen
worden gevolgd door vrachtauto's, welke
de ravitailleering verzorgen. De Italianen
verwachten geen grooten tegenstand vóór
Dagaboer en het wordt zelfs mogelijk ge
acht, dat de troepen van ras Nassiboe
zullen terugtrekken, zonder veel strijd, op
verdedigende stellingen van de route Har-
rar-Dzj idzj iga-Berbera.
Men is van meening, dat een dergelijke
strategische terugtocht de taak der Ita
lianen ernstig zal bemoeilijken, aangezien
het terrein tusschen Dagaboer en Dzjidz-
jiga, een afstand van ongeveer 150 K.M
zeer geaccidenteerd is en zich bijzonder
ieent voor tegenaanvallen uit hinderlagen
en voor guerillastrljd.
Grazlani hoopt op een herhaling van
een snelle overwinning, zooals hii op de
legercorpsen van ras Desta heeft bevoch
ten, maar neutrale waarnemers doen op
merken, dat Graziani in Nassiboe, die bij
gestaan wordt door den Turkschen stra
teeg Wahib Pasha, een *geduchter vijand
zal hebben dan in Desta. Bovendien zijn
de troepen van ras Nassiboe beter ge
oefend.
Dzjidzjiga is na de recente vier lucht
bombardementen weinig meer dan een
ruïne. Er is geen enkel slachtoffer te be
treuren onder het personeel van de Egyp
tische ambulance, welke bij Dzjidzjiga
werkzaam was.
Het offensief teekent zich ook af in het
Noord-Westen van Abessynië, waar be
langrijke Itaiaansche strijdkrachten de
rivier Takazzé zijn overgetrokken, via een
brug, welke de Italianen daar onlangs
hebben geslagen. De Italianen verspreiden
zich vandaar over het Zuiden. In de streek
van Wolkalt zetten de Italianen hun op-
marsch naar het Zuiden voort. Zij hebben
Kafta bezet, dat op 175 KM. ten Noorden
van het Tsana-meer is gelegen.
(Copyright Reuter-A.N.P.)
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
minister van buitenlandsche zaken ver
klaard, dat hij, hoewel hij nog wachtte
op commentaar van dr. Melly. op het
Itaiiaansche antwoord op 't protest tegen
het bombardement der Britsche Roode
Kruis-eenheid, na ontvangst van den vol-
ledigen tekst der Itaiiaansche nota zich
gedwongen had gevoeld, de Itaiiaansche
regeering er van in kennis te stellen, dat
de Engelsche regeering volstrekt niet in
staat is, het Itaiiaansche antwoord te be
schouwen als op eenigerlei wijze tevreden
stellend.
SPECIAAL AANBEVOLEN:
EXTRA KWALITEIT,
Fa. D. WARRING EN ZONEN
Haarlemmerweg 8 Telef. 822.
ggg (Ingez. Med.)
ARTILLERIE EN CAVALERIE
GAAN MET GROOT VERLOF.
HET VRIJWILLIG VERBLIJF IN
WERKELIJKEN DIENST.
De Minister van Staat, minister van
Defensie a. i., heeft een circulaire aan de
burgemeesters doen toekomen betreffende
het groot verlof aan dienstplichtigen.
De minister deelt daarin mede, dat
de maatregel van het langer in werke-
lijken dienst houden, bedoeld in art. 1
van het K. B. van 11 Maart j.l., niet
zal worden toegepast op de dienst
plichtigen van de artillerie en van de
cavalerie, voor wie de eerste oefening
op 28 Maart a.s. eindigt. Deze dienst
plichtigen zullen derhalve op laatst
genoemden datum in het genot van
groot-verlof worden gesteld, voor zoo
ver zij niet om een andere bijzondere
reden in werkelijken dienst moeten
blijven.
In een legerorder betreffende vrijwillig
verblijf in werkelijken dienst machtigt de
minister van Defensie den commandant,
bij wiens corps dienstplichtigen langer in
werkelijken dienst worden gehouden
krachtens het K. B. van 11 Maart 1936 om
aan groot-verlofgangers van hun corps
te vergunnen vrijwillig in werkelijken
dienst te komen voor den tijd, dien de ver
lengde werkelijke dienst nog zal duren,
voor zoover zij anderen, voor wie de wer
kelijke dienst is verlengd en die spoedig
met groot verlof zouden willen vertrekken,
kunnen vervangen.
De korpscommandant verleent de ver
gunning slechts aan dienstplichtigen, die
zich in verband met gedrag en wijze van
dienstvervulling een dergelijke vergunning
waardig hebben gemaakt.
Aan de dienstplichtigen, die krachtens
deze regeling vergunning krijgen tot vrij
willig verblijf in werkelijken dienst, wordt
niet toegestaan dezen dienst tusschentijds
af te breken. Dit moet met nadruk onder
hun aandacht worden gebracht.
Zijn er dienstplichtigen langer in werke
lijken dienst gehouden, voor wie het naar
hefr oordeel van den korpscommandant
van groot belang zou zijn om spoedig met
groot verlof te kunnen vertrekken en is
op 1 April voor hen nog geen gelegenheid
ontstaan om te worden vervangen, dan
zendt de korpscommandant een opgaaf
van hen aan den minister van Defensie, in
welke opgaaf, bij eiken naam afzonderlijk,
in het kort wordt vermeld, om welke reden
vertrek met groot verlof voor den dienst
plichtige van groot belang zou zijn. Over
wogen zal dan worden om dergelijke dienst
plichtigen te doen vervangen door groot
verlofgangers van andere korpsen, voor
wie geen plaats bij hun eigen korps be
schikbaar is.
De motordienst.
Een ander bericht meldt, dat de dienst
plichtigen van de lichting 1935. tweede
ploeg, van den motordienst te Haarlem,
op 4 April niet met groot verlof zullen
vertrekken.
DE VERNIEUWING VAN DE C. A. O.
IN DE TYPOGRAFIE.
In de gisteren te Utrecht gehouden vak
groep-vergadering van den Nederland-
schen Katholieken Grafischen Bond ter
bespreking van de wijzigingen der C. A.
O. in de typografie en het rasterdiepdruk-
bedrijf, werd na een uitvoerige gedach-
tenwisseling, waarbij vooral tot uiting
kwam hét groote en belangrijke offer, dat
van de gezinnen wordt gevorderd door de
ingrijpende loonsverlaging, de gewijzigde
collectieve arbeidsovereenkomst aanvaard.
Al wat U noodif
heeft om deze
oijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poe
der. Per st. 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
(Ingez. Med.)
LEGERPROMOTIE.
Bij kon. besluit van 21 Maart Is. met 1
Mei benoemd en aangesteld: bij het wapen
der artillerie tot luit.-generaal de gene-
raal-majoor S. G. N. Nauta Pieter com
mandant der 2e divisie, tevens bevelheb
ber in de 2e militaire afdeeling. en is hem
tegen dien datum op het daartoe gedaan
verzoek, eervol ontslag verleend uit den
mil. dienst onder dankbetuiging voor de
veeljarige en belangrijke diensten door
hem aan den lande bewezen Verder is op
verzoek eervol ontslag verleend aan kolo
nel G. Dames, commandant der 7e infan
teriebrigade, en aan de luit.-kolonels M. J,
J. Lavoo. commandant van het 17e reg.
infanterie, en H. J. van LImbeek. comman
dant van het ie reg. infanterie; b. aan
kolonel A. P. Seyffardt, commandant van
de 4e infanteriebrigade;
Tevens zijn met 1 Mei benoemd en aan
gesteld: tot generaal-majoor, comman
dant der 2e divisie, kolonel W F. Sillevis,
commandant van de le artilleiriebrigade;
bij de infanterie: tot kolonel, onder
scheidenlijk commandant van de 4e infan
teriebrigade en van de 7e infanteriebriga
de. de luit.-kolonels L. J. Rieber en J. Nij-
dam, resp. commandant van het 9e en het
20 reg. Infanterie;
tot luit.-kolonel, onderscheidenlijk com
mandant van het le reg. infanterie, het 9e
reg. infanterie, het 17e reg infanterie, het
korps motordienst en het 20e reg. infan
terie. de majoors P. L. R. van der Drift.
L. H. Kraak. M. de Jong. A. M M. van
Loon en J. van Voorthuijsen. resp. van het
le, het 6e en het 13e reg. infanterie, het
korps motordienst en van den staf der
brigade grenadiers en jagers (le infante
riebrigade)
tot luit.-kolonel. onderscheidenlijk bij,
den staf der infanterie, den staf der 8e
infanteriebrigade, den staf der 5e infante
riebrigade, den staf der 7e infanteriebri
gade en den staf der 7e infanteriebrigade,
de majoors P. R Kuipers, A. de Vries 3
Polvliet. H. S. Bloeme en W. A. Boswijk
resp. van het reg. jagers, den staf der 3 e
Infanteriebrigade, den staf der 5e infan -
teriebrigade, den staf der 8e infanterie
brigade en den staf der 7e infanteriebu i-
gade;
tot majoor, onderscheidenlijk bij hiet
13e reg. infanterie, het 6e reg. infanteiie
en het le reg infanterie, de kapiteins H.
Mijsberg, H. G. A. Reimers en K. H. Lan-
kenau. resp. van het reg. jagers, het korps
pontonniers en torpedisten en adjuda.nt
van het 7e reg. infanterie;
bij ae artillerie, tot kolonel, comman
dant van de le artilleriebrigade, luit.-):o-
Ionel H D. S. Hasselman, van den Staf
van het wapen, toegevoegd aan den in
specteur der artillerie: bij den staf 'van
het wapen, tot majoor, kapitein G. Fabius
van dien staf, toegevoegd aan den in
specteur;
Bij K.B. van 21 Maart is verder msnt 1
Mei benoemd en aangesteld bij het res.-
personeel der landmacht bij de infanterie
tot res.-generaal-majoor: res.-kolonel H.
K. Hardenberg. van den staf der inf.;
met onderscheidenlijk 1 Mei- 1 Aprfil, 21
Maart en 10 Mei op het daartoe door hen
gedaan verzoek, eervol ontslag verleenël uit
den mil dienst aan res.-generaal majoor
H. K. Hardenberg der inf.. res.-dirigee'tend
j paardenarts met den rang van majoor A.
de Ronde. res. le luit. F. G. Russel. vim 't
2e reg inf. en rss. le luit. voor speciale
1 diensten S A. Duitgenius, van het yrijw.
landstormkorps luchtwachtdienst.
DR. VERVIERS GEROYEERD UIT DE
N. S. B.
Naar Het Volk verneemt, is dr. Verviers
door ir. Mussert ontslagen als redacteur
van het tijdschrift „Nieuw Nederland" en
geroyeerd als lid van de N.S.B.
De vlootconferentie kwam gisteren te
Londen onder voorzitterschap van den
eersten lord der Britsche admiraliteit,
Eyres Monsell, in slotzitting bijeen ter
onderteekening van het verdrag.
Eden was door dringende zaken op zijn
departement opgehouden, doch kwam
niettemin vijftig minuten na de opening
van de zitting nog naar den Queen Anne-
saion van het St. Jamespaleis.
De onderteekening van het verdrag
geschiedde te 17.12 uur.
De eerste die zijn handteekening
onder de overeenkomst plaatste, was
de Amerikaansche gedelegeerde, Nor-
man Davis, en vijf minuten later had
den alle vertegenwoordigers, behalve
die van Italië, Zuid-Afrika en Ierland,
in alfabetische volgorde het verdrag
geteekend.
Tevoren was nog door verschillende ge
delegeerden het woord gevoerd.
Lord Monsell zeide in zijn rede, dat het
verdrag, dat nu onderteekend werd, hierin
van dc voorgaande verschilde dat het
geenerlci bepaling bevat betreffende een
directe kwantitatieve beperking van de
vlootbewapening, hetgeen hij diep betreu
renswaardig noemde.
Wij zijn evenwel ervan overtuigd, zoo
zeide hij, dat indien alle voornaamste mo
gendheden tot dit verdrag toetreden, alle
gevaar voor een bewapeningswedloop op
vlootgebied gedurende een bepaald aantal
jaren zal vermeden worden.
Na vervolgens zijn leedwezen er over te
hebben uitgesproken, dat niet alle on
derteekenaars van de verdragen van
Washington en Londen op het oogenblik
in staat waren, deze overeenkomst te tee
kenen, bracht lord Monsell hulde aan de
on-onderbroken medewerking van de
Itaiiaansche delegatie en drukte de hoop
uit, dat de toetreding van Italië tot het
verdrag niet lang meer zal worden ver
traagd.
Tenslotte bracht Monsell ook hulde aan
de hoffelijkheid en goeden wil van de
Japansche delegatie, waarvan hij even
eens de niet-deelneming betreurde.
De Amerikaansche gedelegeerde, Nor
man Davis, die hierna het woord voerde,
zeide het evenals Monsell te betreuren,
dat het vlootverdrag niet verder ging,
doch hij voegde hieraan toe, dat deze
overeenkomst niettemin de grondslagen
legt voor een nieuw gebouw.
„Zij zal er krachtig toe bijdragen, om de
vriendschap en het wederzijdsch begrijpen
tusschen de vlootmogendheden te hand
haven en ons in staat stellen, aan te stu
ren op nieuwe verdragen, die een grootere
draagwijdte hebben".
De Fransche gedelegeerde verklaarde,
dat het ook hem speet, dat het nieuwe
verdrag niet zóó volledig was als men ge-
wenscht had.
Niets, zoo zeide hij, moet ons evenwel de
hoop doen opgeven op het tot stand ko
men in een min of meer nabije toekomst
van een omvangrijker werk. waarvan het
onze plicht was de ontwikkeling voor te
bereiden.
De Itaiiaansche gedelegeerde, Grandi,
verklaarde, dat Italië het ten zeerste be
treurt, dat het verhinderd is. een verdrag
te onderteekenen, aan welks technische
uitwerking de Itaiiaansche delegatie actief
heeft medegewerkt.
Grandi herinnerde er aan, dat hij bij
den aanvang van de conferentie openhar
tig verklaard had, dat zijn regeering zich
gedwongen zag, rekening te houden met
de positie van haar land wegens de hou
ding van tal van staten ten opzichte van
het Italiaansch—Abessynisch conflict.
Na een toespeling te hebben gemaakt op
het verdrag van wederzijdschen bijstand
in de Middellandsche Zee, dat het Ita
iiaansche volk diep gegriefd heeft, zeide
Grandi, dat de Itaiiaansche regeering zich
op het oogenblik genoodzaakt ziet. haar
vrijheid op 't gebied van den vlootbouw te
handhaven en op de wijze, welke zij het
meest geschikt acht. te zorgen voor de
waarborging van de opperste belangen
van Italië's maritieme defensie.
Een overeenkomst tot beperking van de
bewapening veronderstelt een politiek van
wederzijdsch vertrouwen en van weder-
zijdsche coördinatie tusschen de betrok
ken staten en geen regime van militaire
accoorden, die een van de contracteerende
partijen treffen.
Italië wenscht vrede in de Middelland
sche Zee voor zich zelf en voor alle landen
aan deze zee gelegen. Ik hoop van harte,
dat in het belang van alle landen aan
den toestand, waarop ik zoo juist doelde,
spoedig een einde zal komen.
Geen land wenscht meer dan Italië, dat
het weldra ln staat zal zijn, de vlootbe-
sprekingen, die zijn afgebroken, te her
vatten en de verschillende kwesties, die in
den loop van deze conferentie zijn opge
worpen, nader te bestudeeren.
De Itaiiaansche politiek van heden 's
er evenals in het verleden op gericht, posi
tieve resultaten te bereiken, die in over
eenstemming zijn met de beginselen van
beperking en vermindering van de bewa
pening.
In een briefwisseling tusschen den Brit-
schen minister van buitenlandsche zaken
en den eersten Amerikaanschen gedele
geerde ter vlootconferentie. Norman Davis,
wordt de overeenkomst vastgelegd tusschen
Engeland en Amerika, volgens welke, naar
het schrijven van Davis gezegd wordt, „er
geen wedloop in vlootaanbouw zal zijn
tusschen onze landen en het principe van
pariteit tusschen de vloten van de leden
van het Britsche gemeenebest en van de
Verecnigde Staten ongewijzigd zal voort
bestaan".
In zijn antwoord zegt Eden: „Bij het
beramen van onze vlootbehoeften hebben
wij nooit rekening gehouden met de
sterkte van de marine der Vereenigde Sta
ten",
NEDERLAND EN DE BELGISCHE
DEFENSIE.
In de debatten over de begrootin); van
buitenlandsche zaken in de Belgische
Kamer zeide minister Carton de Vfiart:
,.In de allianties, welke wij gaan zoeken
tot organisatie van onze defensie, mogen
wij Nederland niet verwaarloozen. Heeft
niet de Koning van Nederland in 1848 den
Belgischen gezant gezegd: „Gij zijit mijn
muur, waarop ik mijn verdediging steun
en wij zijn uw contrefort"
Men moet in Nederland nog dergelijke
gevoelens tot uiting brengen"
f
CONGRES VAN DEN SLAGERSHOND
TE BOSKOOP.
Er worden door de afd. Bosktoop van
den Ned. Slagershond, thans weds uit
gebreide maatregelen genomen teneinde
het groot aantal congresleden da|t dit jaar
het congres te Boskoop in he t gebouw
„Flora" van 16 tot en met 18. Juni a.s.
komen bezoeken een waardige ontvangst
te bereiden.
Er is een congrescommissie benoemd,
wier taak het in de eerste plaa/ts zal zijn
een groot aantal bezoekers, m/an spreekt
reeds van 500 tot 750, aan lofjies enz, te
helpen, waartoe, gezien de beperkte ho
telruimten een beroep is gedaan op de
burgerij.
GESLAAGDE PROEFTOCHT VAN DE
„KOSAREW".
Een schip, waarvan de aanduidingen op
verblijven, installaties en instrumenten in
de Russische taal zijn aangebracht, maar
dat door zijn constructie en. eigenschappen
den roem met zich draagt van de Neder -
landsche scheepsbouwmdustrie, is gedu
rende twee dagen door nautische en tech
nische deskundigen aan een streng, maar
rechtvaardig examen ond/erworpen ge
weest. dat het met glans laeeft doorstaan.
Het is het motorvrachtscihip ..Kosarew",
het derde schip, dat deel uitmaakt van
de opdracht voor den bousv van drie mo
derne houttransportschepeffi, welke in April
1935 door een Sovjet-Russische regeerings-
instantie, de Maschino-Irnport te Moskou,
verleend is aan de Nederkïndsche Scheeps-
bouw-Maatschappij te Amsterdam. Wat dc
beide andere schepen bafveft. welke zus
terschepen van de .Kcrprew' zijn vaart
de „Valery Meslouk" reeids in Russischen
dienst, terwijl de „A. Andreev" dezer dagen
van Antwerpen, waar het een lading ijzer
ingenomen had, naar ilijn vaderland is
vertrokken.