Tram-ontsporing bij Veghel - Detachement politietroepen naar Curacao DIE HOUTEN KLAAS 77"< Jaargang LE1D5CH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. HET VERTREK MET HET S.S. „S1M0N ROEI VAR" VAN EEN DETA CHEMENT POLITIETROEPEN NAAR CCRACAO. Kapitein van der Scbrieck sprak namens den eorpscommandant de vertrekken.den toe. Na de toespraak wordt een driewerf hoera uitgebracht. COR WALS IS IJVERIG IN TRAINING VOOR DEN ZESDAAGSCHEN TE AMSTERDAM. Maar behalve de noodzakelijke training weet hij ook voor de noodige ontspanning te zorgen. Wals (links) neemt een hindernis te paard. IN DE RESIDENTIE HOUDEN OP HET OOGENRLIK VERRLIJF DE ALBANEESCHE PRINSESSEN Maxhide Zogu en Ruhye Zogu. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 17) Dit bracht den dominee uit de plooi. „Het zal een heele troost zijn, mylord, als er van hieruit wat belangstelling wordt getoond in het welvaren van de gemeente. Tot nog toe liet die veel te wenschen over, miss Morton is den laatsten tijd wel maar het moge hier gezegd worden ze is wat grillig, wat onberekenbaar, wat trouwens geen wonder is Op dit oogenblik werd lady Adela het vertrek binnengelaten en de dominee keek of hij verraad had gepleegd, terwijl het heele gezelschapje weer als bevroren was. Niet dat haar ladyschap niet op zeer goe den voet verkeerde met den dominee, dien zij inderdaad dagelijks raadpleegde over gemeentebelangen en bovendien had zij de bevallige hoffelijkheid, die haar aangebo ren was, maar deze salon had altijd zoo'n bevriezenden invloed op haar en dan was zij overtuigd, dat iedere poging tot toena dering harerzijds zou leiden tot iets, wat aanstoot kon geven van den kant van de nieuwaangekomenen, zoodat de ware ver houdingen, haars inziens, enkel konden bewaard worden door een oordeelkundige verschansing van die hoffelijkheid. Toch was het meer het optreden van den dominee dan zijzelve, die den indrnk gaf, dat zij zulk een geweldige autocrate zou wezen. Nadat de vorst nog eens, wei nig geanimeerd, besproken was, waagde mr. Woodman het er op: „Zijn lordschap vroeg was wel zoo goed te vragen hoe hij de gemeente kon steunen." Lady Adela wist, hoe krap hij er vóór moest zitten; dus aarzelde zij er mee, om inteekeningen te berde te brengen en zei enkel „Dank u. Heel vriendelijk van u!" „Is er soms iemand, wien ik zou kunnen voorlezen?" kwam Mary te voorschijn. „Is u dit gewend?" vroeg lady Adela niet onvriendelijk, maar blijkbaar het ta lent toch in twijfel trekkend. „Neen, Ik heb het nooit te voren gedaan, maar ik zou toch zoo graag iets doen!" De oprechte nederigheid van den toon was aandoenlijk. De dominee en de auto crate keken elkaar aan en Zijn Eerwaarde stelde voor: den ouden Swan. „Ja." zei lady Adela, „die oude Swan woont op Linghill, een halve mijl van dit huis af. maar te ver van mij, om hem nu zoo aanhoudend te bezoeken. Het zou mij zeer aangenaam wezen, als u de huisjes daar in dien hoek voor uw rekening wilde nemen." „Dank u," zei Mary en voelde zich zoo gelukkig, of ze een opdracht had gekregen van den bisschop in hoogst-eigen persoon. „Heeft miss Morton niet gesproken van een Zondagsschoolklasse voor de jon gens?" vroeg Flank. „Ik ben wel gewoon, om er zoo een te leiden." Dominee Woodman scheen zóó verbaasd, of hij gezegd had, dat hij gewoon was aan het werk in een kolenmijn en lady Adela zei allerbeminnelijkst: „De meesten zijn van het najaar onder dienst gegaan, maar het zou ongetwijfeld mr. Woodman zeer aangenaam zijn, als u op deze wijze zijn taak wat kon ver lichten." Dit was het in hoofdzaak verhandelde op die eerste beide ochtendbezoeken en er volgden nog vele van dergeiyke kwellin gen, want het was hun dikwijls een ware inspanning, om het gesprek gaande te houden, daar vele van de bezoekers al zoozeer onder den indruk waren van het feit, dat zij zich in zulk een voornaam huis bevonden, dat ze nagenoeg niets konden zeggen; anderen weer hielden hun eigen schuchterheid voor trots. Degenen, met wie zij het makkelijkst omgingen, was een goedhartige, opgewekte oude hertogin, een douairière, en een luidruchtige oude Squire, die zich opwierp als leidsman van lord Northmoor in zaken betreffende het graafschap, en ook een levendige maar overdreven dame, die hun zelfs te véél praatte, althans na haar vertrek waar- sohuwde Frank zijn vrouwtje: „Wij moeten oppassen, dat wij geen ge babbel aanmoedigen* over de familie, die hier vóór ons was!" „O, ik wilde wel, dat ik de menschen ook zoo mooi op hun plaats wist te zetten, als ze iets min-wenschelijks zeggen, zoo als miss Lang of lady Adela!" zuchtte Mary. „Stel je dan maar voor, dat je met je schoolmeisjes bezig was." raadde hij aan. Het terugbrengen van de bezoeken was haast nog grooter corvée en een heele uit komst was het, als de menschen niet thuis bleken te zijn. En toch was het in het ge heel lang niet zoo erg om ontvangen te worden, als om zelf te ontvangen! HOOFDSTUK XIII. Het Weduwen-Huis. Bij den haard in den salon op het Weduwen-Huis, in het gezellige schemer licht, dat volgde op het theeuurtje, zaten drie dames, want lady Adela en miss Mor ton hadden juist mrs. Bury verwelkomd, die, ofschoon ze haar hoofdkwartier had in Londen, gewoonlijk haar tijd verdeelde tusschen bezoeken aan getrouwde doch ters en reizen buitenslands. Amice had juist haar pop laten zien, het laatste cadeau van Elmira, en een laden- kastje, opgebouwd uit lucifersdoosjes en knoopjes, dat Constance Morton haar had leeren maken en toen werd zij naar bed gebracht, nadat zij eerst met grooten ernst had betuigd, dat lady Northmoor een heele aanwinst was. „Zoo? Vind je dat?" vroeg mrs. Bury lachend. „Nu, dan zal het wel zoo zijn, hoor „Het kind heeft gelijk," zei lady Adela. „Mary is heel aardig en ze zal van haar geen kwaad leeren." „Ze is eenmaal onderwijzeres geweest," bracht Bertha in herinnering; „dus kan ze wel met kinderen omgaan. Hoe bevallen de Northmoors je over het geheel?" ,,'t Kón erger! Ik zie tenminste geen reden, om hier niet te blijven wonen. En jij. Birdie?" „Neen, ik zou het niet kunnen! Ik heb er al zeven jaar naar verlangd, om weg te gaan en nu Northmoor in staat schijnt te zijn, om mijn jongensklasse te nemen, is mijn laatste band verbroken. Ik hoop al leen, dat hij ze niet kwellen zal met al te veel Sabbathsviering of geheelonthou ding. Want het zijn alle twee zulke innig- brave menschen, vervelend van braafheid en stijf van welgemanierdheid! Ik zou veel liever hebben, dat ze zich niet zoo behoor lijk gedroegen; dat ze bij voorbeeld aten met hun messen, of dronken uit hun scho teltjes; of dat ze eens een eigenaardige uitdrukking gebruikten, waarom je lachen kon. Maar neen, ze spreken zelfs een Fransch woord niet slechter uit dan de meeste Engelschen." „En zijn ze niet aanmatigend?" „O, neen! Als dat zoo was, zou je er nog eens pret om kunnen hebben. Maar er valt niets op hen aan te merken; het zijn net alle twee zoo'n paar houten KlazenAls ik Addle was, zou ik niet zoo'n paar levende dooden zoo dicht in de buurt kunnen heb ben. Het zou mij van hier verdrijven." „Wel neen! Je raakt wel gewoon aan dergelijke onuitgesprokenheidAls lady Northmoor zoo was als haar schoonzuster, dan zou ik mij zeker geweld moeten aan doen, om hier te blijven." „En dat zou het nu tegenover mij juist draaglijk hebben gemaakt. Ik zou die mrs. Morton wel aan het praten krijgen! Ze werd al heel vertrouwelijk met mij en zei, hoeveel beter figuur als lord haar geliefde echtgenoot zou hebben geslagen. Ze wilde wel, dat: „haar zwager, lord Northmoor", (je moest eens hooren den toon waarop ze dit zei), meer wereldschgezind was en ze verzocht mij, of lk hem toch vooral goed doordringen wilde van zijn plicht, om alles te doen voor haar zoon Herbert, die. zoo als vanzelf spreekt, immers erfgenaam van titel en landgoed zal worden." (Wordt vervolgd). INSTALLATIE VAN DEN HE En H. J. M. KEIJZER ALS BURGEMEES TER VAN DE GEMEENTEN OPMEER EN SPANBROEK. - Voorafge gaan door de gymnastiekvereeniging rijdt; de nieuwe burgervader zijn gemeente binnen. TRAMONGELUK BIJ VEGHEL. Een der wagens van de Brabantsche tram kwam in aanraking met een boom, waardoor vrijwel alle wagens uit de rails vlogen. Het verkeer was gestremd. HET SLEEPEN VAN HET FRANSCHE STOOMSCHIP VILLE D'ARRAS" DOOR DE SLEEPBOOT „GANGES". De sleep op den Nieuwen Waterweg bij Hoek van Holland. De „Ville d'Arras" zal worden gesloopt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5