LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 19 Maart 1936
BINNENLAND.
Hoog bezoek bij de K XVIII.
r
RECHTZAKEN.
KONINGIN EN PRINSES ZEER
INGENOMEN MET DEN ARBEID VAN
DEN HEER WYTEMA.
HARE MAJESTEIT VOOR DE
EERSTE MAAL IN EEN
BIOSCOOP.
In aansluiting aan het bericnt betref
fende het bezoek van H.M. de Koningin,
vergezeld van Prinses Juliana en de
Groothertogin van Oldenburg, aan het
Capltol-theater te Den Haag, ter bijwo
ning van een vertooning der K XVIII-
fllm, kan nog het volgende worden ge
meld
Het ls voor de eerste maal dat Hare
Majesteit een bioscoop-theater bezoekt en
voor de eerste maal, dat zij de vertooning
van een Nederlandsche geluidsfilm heeft
bijgewoond. Voor de Filmfabriek Poly
goon, die de film van de wereldreis van
H.M.'s onderzeeboot K XVIII „Twintig
duizend mijlen over zee" heeft uitge
bracht, is dit een groote voldoening, dat
dit nationale filmwerk deze eer te beurt
is gevallen.
Precies 11 uur verscheen de auto met
de Koninklijke Standaard voor het Ca
pltol-theater, waar reeds tevoren het ge
volg van H.M. was gearriveerd, hetwelk
•bestond uit generaal De Jonge van
der Halen, freule van Tets, kapitein-
luitenant ter zee N. Rost van Tonnin
gen en den ordonnance-offlcier jhr. van
Kinschot. Ter begroeting waren aan
wezig de heer dr. I. Kahn, directeur
van het Capitol-theater, de heer B. D.
Ochse, directeur van de N.V. Polygoon,
Haarlem, ln wiens opdracht de film werd
vervaardigd, zoomede de heer M. S.
Wytema, de oudste officier aan boord van
de K xvm, die de opnamen vervaar
digde.
Nadat H.M. genoemde heeren aan Zich
en Haar gezelschap had laten voorstellen,
werd ZIJ door den heer B. D. Ochse, naar
den voor Haar bestemden zetel geleld. De
heer M. S. Wytema begeleidde Prinses
Juliana, terwijl dr. Kahn de Grootherto
gin van Oldenburg naar de theaterzaal
geleidde. In de smaakvol met Perzische
tapijten en planten gearrangeerde loge
werden aan de vorstelijke bezoeksters
bloemen aangeboden.
De heer Ochse dankte H.M. voor de
hooge onderscheiding, die hem Juist
dezen morgen verleend was. Voor de
filmvertooning een aanvang nam. liet
H.M. zich door den heer Wytema inlich
ten omtrent de wijze, waarop het hem
mogelijk geweest was, naast zijn omvang
rijke werkzaamheden als oudste officier
aan boord van de K XVIII, de filmopna
men te vervaardigen. Daarna nam de
voorstelling een aanvang. Vol aandacht
volgden de vorstelijke gasten de voorstel
ling en nadat de laatste tonen van het
Wilhelmus door de zaal hadden geklon
ken, applaudisseerde de Koningin en com
plimenteerde Zij den heer Wytema met
de prachtige fotografie en de Interessante
opnamen. Het bleek dat H.M. op de
hoogte was van het feit. dat de film ln
geheel Nederland vertoond wordt en
overal volle zalen trekt. Deze Koninklijke
belangstelling is voor den heer Wytema
zeer zeker de grootste voldoening voor
het werk, dat hij heeft mogen vervaar
digen. H.M. was over de voorstelling ten
zeerste voldaan en nadat Zij den heer dr.
Kahn dankte voor de prachtige gelegen
heid, die hij geboden had, om de film zoo
rustig te kunnen zien, wendde Zij zich
tot den heer Ochse en Informeerde zeer
belangstellend naar de Filmfabriek Poly
goon te Haarlem en hoe de vertooningen
verder in het land verliepen. De heer
Ochse deelde H.M. mede, dat de film
thans gelijktijdig in tien theaters in Ne
derland vertoond wordt, dat begin Mei de
vertooningen In Indlë zullen aanvangen,
waarvoor zeer groote belangstelling be
staat en dat ln de herfst de film ver
toond zal worden in de hoofdsteden van
Europa, zoodat het buitenland opnieuw,
thans vanaf het witte doek, de verrich
tingen van H.M.'s onderzeeboot K XVIII
zal kunnen aanschouwen.
Daarna namen de vorstelijke bezoeksters
afscheid.
o
DE NEDERLANDSCHE VLAG OP NED.
OORLOGSSCHEPEN.
Oranje-Blanjc-BIen in Indië?
Het Tweede Kamerlid Schaepman heeft
aan den minister Van koloniën, voorzitter
van den raad van ministers de volgende
vragen gesteld:
Is het Juist, dat aan boord van Hr. Ms.
kruiser Sumatra en ook aan boord van
andere schepen der Konlnklilke Marine bil
de overdracht van het commando over de
vloot te Soerabaja ln plaats van de Neder
landsche vlag een vlag Oranje-Blanie-Bleu
etheschen was?
Indien de eerste vraag bevestigend wordt
beantwoord, wil de minister dan maat
regelen treffen, dat aan boord van Neder
landsche oorlogsschepen geen andere dan
de Nederlandsche vlag geheschen wordt?
o
HULDIGING VAN JHR. J. LOUDON.
Men seint uit Parits aan de N.R.Crt.:
Ter gelegenheid van den zeventigsten
verjaardag van jhr. J. Loudon onzen ge
zant te Parijs, heeft het geiukwenschen
geregend aan de legatie. Tegen twaalf uur
gistermiddag hebben alle leden van het
gezantschap en het consulaat-generaal
den chef een intieme hulde gebracht.
o
ARTILLERIE-INRICHTING TE DELFT.
Naar wij vernemen is een gedeelte van
de leegstaande gebouwen der Technische
Hoogeschool te Delft, staande aan de
Jullanalaan. verhuurd aan de artillerie-
inrichtingen „Hembrug" te Hembrug. Deze
inrichting heeft daar dezer dagen een
Messingpersinstallatie doen plaatsen, als
mede een aantal motoren, ter vervaardi
ging van granaten.
De rest der leegstaande gebouwen heeft
b°g geen bestemming gevonden en het
kan wel uitgesloten worden geacht, dat zij
»oit weer in dienst van de Technische
doogeschool zullen worden ingericht.
OPRUIING TOT MOORD?
MR. JOEKES GEEFT UITLEG OVER
DE PUBLICATIE IN DE VRIJZ.-
DEMOCRAAT,
(Van onzen reisredacteur)
Het nationaal-sociallstische lid der Eerste
Kamer mr. A. J. van Vessem heeft aan de
ministers van justitie en van bultenland-
sche zaken vragen gesteld over een publi
catie in het nummer van 29 Februari van
het weekblad De Vrijzinnig-Democraat,
betreffende den moord te Davos op den
Duitscher Gustloff, waarin opruiing tot
moord en opruiing tot aanslag op het
leven van het hoofd van een bevrlenden
staat zouden zijn vervat. Het door mr.
Van Vessem aangehaalde citaat is ln ons
blad van gisteren weergegeven. Wij heb
ben naar aanleiding hiervan het Tweede
Kamerlid mr. A. M. Joekes, die als redac
teur van De Vrijzinnig-Democraat ln de
bovenbedoelde vragen hier tevens voor
wordt verantwoordelijk gesteld, gevraagd
om een nadere uiteenzetting.
Ik ben blij, dat u er me naar vraagt,
zeide ons mr. Joekes, want de vragen van
den heer Van Vessem zijn zoo gesteld, dat
de oppervlakkige lezer, naar mij reeds is
gebleken, denkt, dat ik de geïncrimineer
de woorden geschreven heb. Er is echter
geen sprake van, dat het bewuste artikel
van mij is. Ik heb er niet verder mee te
maken dan dat ik het als redacteur van
De Vrijzinnig-Democraat heb geplaatst en
in zooverre draag ik wel een zekere ver
antwoordelijkheid voor den inhoud ervan.
De aanleiding tot de publicatie is ge
weest een stukje van den secretaris-pen
ningmeester mr. L G. van Dam, in De
Vrijzinnig-Democraat van 15 Februari,
waarin de moord op Gustloff te Davos op
de meest scherpe wijze werd afgekeurd.
Daartegen is mr. A. Prins Jr. te Alkmaar
in zooverre ln het nummer van 22 Fe
bruari tegenop gekomen, dat hij verkla
rende omstandigheden voor een moord als
deze aanvoerde. Mr. Van Dam heeft daar
aan weer een onderschrift toegevoegd,
waarin hij nogmaals het in de eerste
plaats afkeurenswaardige van den moord
naar voren bracht.
Daarop is weer in het nummer van 29
Februari een tweede stuk van mr. Prins
gevolgd, waarin ook hij blijk gaf den moord
in geenen deele goed te keuren, In een
onderschrift daarop kon mr. Van Dam
constateeren, dat hij en mr. Prins ten
slotte niet zoo heel ver van elkander af
stonden. Er bleek alleen een schakeering
in de scherpte van afkeuring van den
moord te Davos te bestaan. Mr. Van Dam
citeerde verder niemand minder dan dr.
Abr. Kuyper, die geschreven heeft, dat er
Inderdaad omstandigheden zijn, die een
afwijken van den wettigen weg rechtvaar
digen.
In zijn laatste onderschrift besprak mr.
Van Dam ook een brief van een partijge
noot, waarin de door mr. Van Vessem in
zijn vragen aan de ministers aangehaalde
woorden voorkwamen. De strekking van de
stukken in De Vrijzinnig-Democraat ls
door den vragenstelleer evenwel onjuist
weergegeven en daardoor zou een indruk
kunnen worden gewekt, als de vragenstel
ler bedoelde te geven. Een moord op een
polltieken tegenstander, zooals die te Da
vos ls voorgevallen, blijft af te keuren, zoo
besloot mr. Joekes, en daarover zijn allen
het volkomen eens.
DE HEFFING OP B-BLOEM.
Importeurs verwachten binnenkort
verlaging.
Naar het „Handelsblad" verneemt,
koestert men in importeurskringen ver
wachtingen, dat de heffing op B-bloem
(waarin geen 35 pet. inlandsche tarwe
behoeft te zijn vermalen) binnenkort zal
worden verlaagd.
Zooals bekend is, heeft Nederland ln
het per 1 Februari van kracht geworden
handelsverdrag met de Vereenigde Staten
de verplichting op zich genomen, ten
zinste een hoeveelheid van 30 millioen
kilo Amerlkaansche bloem te zullen Im
porteeren. In 1935 werd nog slechts 9 mil
lioen kilo geïmporteerd uit de V. S.. hoe
wel er véél meer ongemengde bloem in
Nederland mocht worden geplaatst (5 pet.
van hun omzet voor de bakkers, enz.). De
oorzaak daarvan was, dat de heffing te
hoog was, n.l. f. 7 per 100 kg., waardoor
de Importeurs redelijkerwijze niet konden
concurreeren met het product, dat de in
landsche fabrikanten maalden van on
vermengde bultenlandsche tarwe.
Toen het Amerlkaansche handelsver
drag ln werking trad, werd de heffing dan
ook per 3 Februari verlaagd van f. 7
tot f. 6.25, teneinde den bij verdrag ver
plichten import van 30.000 tons mogelijk
te maken.
Op dezen weg is men thans nog verder
gegaan. In de eerste plaats is vorige week
een commissie ingesteld, bestaande uit
twee importeurs, twee meelfabrikanten
en den directeur der Meelcentrale ais
voorzitter: deze commissie zal een nieuwe
berekening maken van de vooral vóór
3 Februari steeds onbillijk hoog gehou
den heffing welke bijna een prohibitief
karakter had, tot nadeel der importeurs
en ten faveure der fabrikanten (zonder
dat daardoor de werkgelegenheid werd
beïnvloed)
In de tweede plaats is om den invoer
der verplichte 30.000 tons inderdaad mo
gelijk t? maken bovendien een produc-
tie-contingenteering ook van B-bloem
door de fabrikanten op zich genomen, op
verzoek der Centrale.
De verwachtingen ln importeurskringen
wat betreft verdere heffingsverlaging met
één of twee kwartjes per 100 kilo inge
voerde bloem zijn op het hierboven ver
melde gebaseerd.
o
MINISTER COLIJN OP DE JAARBEURS.
Gistermiddag heeft Minister Colijn, ver
gezeld van zijne echtgenoote, mevrouw
Colijn, en zijn particulieren secretaris, den
heer Reyslger, een bezoek gebracht aan
de Jaarbeurs te Utrecht, waar het gezel
schap werd rondgeleid door de heeren
Graadt van Roggen, Terpstra en Roelof-
sen, resp. secretaris-generaal, ingenieur
en lid van den Raad van Beheer der Jaar
beurs.
Later op den middag bracht ook de
Amerikaansche gezant een bezoek aan de
beurs.
DE INVOER VAN KOFFIE
GECONTINGENTEERD.
Gedurende drie maanden met ingang
van heden.
De Staatscourant van gisteravond be
vat het Kon. besluit, waarbij, met ingang
van heden en eindigende 18 Juni de in
voer uit ieder land verboden is van:
a. ongebrande koffie (Nederlandsch-In-
dische, Braziliaansche en andere Amerl
kaansche. Afrikaansche en alle andere
soorten)
b. afval van ongebrande koffie (w.o.
veegsel)
c. gebrande koffie;
telkens voor zoover deze meer bedraagt
dan 100 ten honderd van het bruto-ge-
wicht, hetwelk gemiddeld per 3 maanden
ln het jaar 1935 uit dat land is ingevoerd.
De minister van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart is bevoegd boven deze con
tingenten bijzondere contingenten vast te
stellen voor den invoer uit nader door
hem aan te wijzen landen.
Het verbod van invoer zal niet gelden:
a. voor goederen, welke ingevolge een
der artikelen 15, 16, 17 of 22 der Tariefwet
1934, No. 381, met geheele of gedeeltelijke
vrijstelling van invoerrecht worden inge
voerd
b. voor goederen, welke niet aan invoer
recht zijn onderworpen en welke worden
ingevoerd met vrijstelling van het sta-
tistlekrecht ingevolge artikel 3, Tetter a, b,
c. d. e, g. j of k. van de Wet op het Sta-
tistiekrecht 1932, Staatsblad No. 231.
Van officieele zijde deelt men ons mede,
dat het hier een tijdelijke maatregel geldt,
welke verband houdt met de plannen tot
steunverleening aan de Indische koffie
cultuur, welke thans met mr. G, H. C.
Hart, directeur van Economische Zaken,
tijdens zijn verblijf in Nederland worden
besproken.
Het ls niet uitgesloten, dat deze contln-
genteering aanvankelijk eenig ongerief
voor den handel met zich zal brengen; dit
zal echter van zeer korten duur zijn, ter
wijl verwacht kan worden, dat de contin-
genteering -zelve binnen betrekkelijk kor
ten tijd kan worden opgeheven.
o
BEROEP OP DE NEDERLANDSCHE
WERKG EVERS.
Het hoofdbestuur der Kon Nat. Vereen,
tot steun aan Miliciens schrijft ons:
Met het oog op den Internationalen
toestand heeft de Nederlandsche Regee-
ring besloten ongeveer vierduizend dienst
plichtigen. die op 14 Maart j.l. naar huis
zouden zijn gegaan, voorloopig in dienst
te houden
Men heeft kunnen vernemen, dat zulks
noodzakelijk werd geacht, omdat er an
ders de eerste maanden een gemis aan
geoefende infanteristen en wielrijders in
werkelijken dienst zou bestaan. Om dit
„vacuum" on te heffen, heeft de Regee
ring den bovenomschreven voorzorgs
maatregel genomen Op allen, die niet voor
deze taak zijn aangewezen, rust een mo-
reele plicht tegenover hen. die momen
teel de bedoelde ongewenschte leegte
moeten overbruggen. De Kon, Nat. Ver-
eeniglng tot Steun aan Miliciens (Stamil)
doet daarom langs dezen weg een beroep
en aller medewerking om te voorkomen,
dat de dienstplichtigen van thans straks
werkloozen worden.
Vooral doet zij een krachtig beroep op
de Nederlandsche werkgevers, bij wie een
of meer groot-verlofgangers deze week in
dienst zouden zijn teruggekeerd, een zoo
danige oplossing te vinden, dat deze jon
gelieden eerlang toch de hun toegedachte
plaatsen nog zullen kunnen innemen.
In dat vooruitzicht zullen de miliciens,
die zco onverwacht hun diensttijd hebben
zien verlengd, stellig met blijmoedigheid
het supnlemcntaire offer brengen, hetwelk
thans de Staat, ter wille van ons aller
veiligheid, van hen verlangt!
■o-
ONDERZOEK NAAR HERKOMST VAN
KISTEN CITROENEN.
De inspecteur van de Invoerrechten en
Accijnzen te Rotterdam stelt een onder
zoek in naar de herkomst van 900 kisten,
elk inhoudende 300 citroenen. Deze partij
ls door Itallaansche handelaren op de
Zuidvruchtenveiling ln het verkooplokaal
alhier te koop aangeboden, voorzien van
Syrische papieren. Vermoed wordt echter,
dat de citroenen uit Italië afkomstig zijn,
hetgeen In strijd zou zijn met de sanctie
maatregelen.
o
UITBREIDING DER SIMPLEX-
FABRIEKEN.
De Simplex-rtiwielfabrieken te Amster
dam hebben een belangrijke uitbreiding
ondergaan. Aan den Overtoom is nu een
complex ontstaan met een facade-breedte
van 30 M.. een diepte van 130 M. en een
hoogte van 4 tot 6 verdiepingen.
De nieuwe bouw is uitgevoerd door de
architecten J. F. van Erven Dorens en lr.
G M. Leeuwenberg. Aannemers waren
gebr. Terlingen.
De totale oppervlakte van werkplaatsen,
nuttige magazijn ruimte en kantoor is on
geveer 6000 M2. Er staan 190 machines
in bedrijf, aangedreven door 54 electro-
motoren met een j aarlij ksch verbruik van
250.000 K.W.U
De Simplex-fabriek maakt rijwielen en
als de voornaamste bijzonderheden het
Cycloïde rijwiel en de Simplex trommel
naaf. Verder worden gemaakt lichte mo
toren. transport-driewielers mét en zonder
motor. Weinig bekend bij het publiek ls
de speciale afdeeline van snoorrliwielen
en railauto's: deze machines, die dienen
voor inspectie en licht transport, werden
geleverd aan alle spoorwegen in Nederland
en Ned. Indië aan de Janansche en de
Sovjet-Spoorwegen, in Zuid-Amerlka en
in honderdtallen aan Diantaees en onder
nemingen in Ned. Indië.
Deze tak van bedrijf van Simplex ls door
de crisis tijdelijk zeer ingekrompen, maar
men ziet de laatste dagen weer orders.
RECLAME. 507
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zal op Maandag 23 en 30 Maart
en die van den Minister van Landbouw en
VLsscherij op Maandag 23 Maart' a.s. niet
plaats hebben.
o
UIT NED. OOST-INDIK.
SCHADE DOOR HEVIGE REGENS.
PADANG, 19 Maart. (Aneta). In den
nacht van 15 op 16 dezer zijn te Tanah
Datai hevige regens gevalen. De rivier
Soengei Djamboe begon te bandjiren. Vele
Sawahs, vlschvijvers. watermolens, bede
huizen en twee bruggen zijn verwoest.
Eenige personen zijn verdronken.
Door een bandjir van de Malana-rivier
zijn verschillende kamponhuizen vernield.
7 inwoners zijn verdronken. Sedert hon
derd jaar is een dergelijke bandjir niet
voorgekomen.
OPLICHTING VAN EEN ONGEVALLEN-
VERZEKERINSMAATSCHAPPIJ.
Voor de rechtbank te Leeuwarden stond
gistermiddag terecht M. B voorheen vee
houder, thans zonder beroep te Bolsward,
wegens oplichting van de Algemeene
Maatschappij van Verzekering tegen On
gelukken en Wettelijke Aansprakelijkheid
„Zurich", door deze maatschappij te be
wegen tot afgite van een bedrag van
ongeveer f. 18.000.Verdachte heeft deze
maatschappij een formulier doen toeko
men, waarin hij kennis gaf, dat hem ln
1931 te Burgwerd een ongeval was over
komen door met een scherpe zeis te vallen,
waardoor hij zijn borst bezeerde en zijn
iinker duim geheel afsneed Doordat ver
dachte in moeilijkheden verkeerde, was hij
bezweken voor de verleiding, die hem.
naar hij beweerde, werd ingeblazen door
D. J. B., administrateur te Amersfoort, des-
lij ds ln Friesland directeur van een vee-
bank. met welke instelling verdachte in
relatie stond.
Op een Zaterdagochtend kapte B. zijn
duim met een bijl af, ten einde de ver-
zekërlngsuitkeering te verkrijgen.
De Officier van Justitie te Leeuwarden
eischte tegen den verdachte een jaar en
zes maanden gevangenisstraf.
Vervolgens stond als medeplichtige te
recht de administrateur, die van de f. 18.00
meer dan f. 8000.heeft betaald gekregen
voor achterstallige schulden. De Officier
flschte tegen hem twee jaar gevangenis
straf. met last tot onmiddellijke gevan
genneming. D" rechtbank stond dit laatste
niet toe en bepaalde de uitspraak over
veertien dagen.
AANVARING IN 'T NOORDZEEKANAA*»
Tusschen een stoomschip en
de logger KW 91.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gis
termiddag een onderzoek ingesteld naar
de oorzaak van de aanvaring, welke op 8
November van het vorig jaar ln 't Noord
zeekanaal heeft plaats gehad tusschen het
ruim 3600 bruto reg. ton metend stoom-
vrachtschip „Helder" van de Kon. Ned.
Stoomboot Mij. en den motorlogger
„Alida" KW 91.
De gezagvoerder van de „Helder" werd
er door den voorzitter opmerkzaam op ge
maakt, dat het onderzoek mede zou loo-
pen over de vraag of het gebeurde te wij
ten is aan een daad of nalatigheid zijner
zijds. Betrokkene deelde mede, dat bij het
opstoomen in het Noordzeekanaal naar
IJmuiden de KW 91 vóór de „Helder" uit
voer. De loods gaf het voorgeschreven sig
naal van twee lange stooten om te pas-
seeren en daar er geen antwoord kwam,
werd het verantwoord geacht den logger
voorbij te varen. Te 13.50 uur stoomde de
KW 91 dwars van het achterschip van de
„Helder"; de roerganger van den logger
draaide zijn roer van bak- naar stuur
boord, zoodat hij steeds met zijn schip
heen en weer gierde. Instede van vaart te
minderen, bleef de KW 91 steeds volle
kracht doorvaren; toen de logger naar
bakboord uitscheerde kwam zijn bak
boordboeg tegen het stuurboordachter
schip van de „Helder". Van den logger
werden de verschansing aan den bak-
boordvoorkant ingedrukt en eenige ver-
schansingshutten verbogen. De „Helder"
kreeg geen schade.
De kapitein verklaarde, gedacht te heb
ben dat de logger minder dan twee meter
diep lag. Het gebeurt geregeld dat in het
kanaal varende loggers gepasseerd wor-
dèn, bovendien had hij den indruk dat de
roerganger zijn attentiesein begrepen had
omdat de KW 91 het middenvaarwater
verliet en meer den wal opzocht. Betrok
kene weet, dat het passeeren in 't Noord-
zeekanaal van meer dan twee meter diep
liggende vaartuigen niet wordt toege
staan; volgens hem ls het echter onbe
gonnen werk om een schipper van 'n vis-
schersvaartüig te verzoeken, vast te ma
ken; aangezien zij daaraan nooit gevolg
geven. Het voorbijvaren geschiedde, nadat
de Hembrug was gepasseerd. Er was op
den logger niemand aan dek, eerst na de
aanvaring kwam er iemand uit de motor
kamer te voorschijn.
Volgens de ter zitting voorgelezen ver
klaring van den schipper der KW 91 heeft
deze geen fluitseinen van de „Helder" ge
hoord. De „Helder" kwam vrij snel oploo-
pen.
De loods van de „Helder", die mede werd
gehoord, verklaarde dat vaartuigen als de
KW 91 in den regel gepasseerd worden,
tenzij men weet dat zij dieper dan twee
meter liggen. Getuige had den Indruk ge
kregen, dat de KW 91 opzettelijk dichter
bij was gekomen om van de zuiging van
de „Helder" te proflteeren.
De inspecteur-generaal voor de Scheep
vaart, de gewezen vice-admiraal C. Fock,
weet de schuld van de aanvaring aan de
overtreding van 't Noordzeekanaal-regle
ment, al is aan boord van den logger de
fout gemaakt dat er geen vaart is vermin
derd. Dat in den regel dergelijke visschera
vaartuigen worden opgeloopen en voorbij-
gevaren, kan spr. niet aannemen; van de
zijde van den Rijkswaterstaat zou, indien
dit gebleken ware, zeker zijn ingegrepen.
Uitspraak volgt later.
DE OSSCHE STRAFZAKEN
IN HOOGER BEROEP.
(Vervolg van gisteren).
Nadat om halfvier de zitting heropend
was, las de president, Jhr. Mr. van Meeu
wen het arrest voor, dat het Hof in de
zaak tegen P. W. had gewezen en waarin
overwogen werd, dat volgens de Wet op
Invoering van het Wetboek van Strafvor
dering van 1921 het oude Wetboek in deze
zaak diende te worden toegepast, daar
rechtsingang met gevangenneming van
verscheidene verdachten onder de oude
wetgeving ln 1925 reeds was geschied; dat
immers verdachte reeds in 1925 voor den
Officier van Justitie was gedagvaard voor
hetzelfde feit, waarvoor hij op 9 October
1935 weer gedagvaard werd; dat wegens
het niet inachtnemen van de bepalingen
van het vorige Wetboek van Strafvorde
ring deze dagvaarding van rechtswege
nietig is.
De zaak ls hiermede ten einde tenzij
tegen dit arrest beroep in cassatie wordt
gedaan.
Terecht stond hierna de 43-jarige assu
radeur A. Snabel uit Nijmegen, die door
de Rechtbank tot vijf Jaren gevangenis
straf was veroordeeld wegens medeplich
tigheid aan diefstal.
De opgeiegde straf was volgens den
advocaat-generaal niet evenredig aan het
gepleegde misdrijf. Hij eischte bevestiging
van het vonnis met verhooging van de
gevangenisstraf tot zeven jaren.
Uitspraak over 14 dagen.
SPORTVLIEGER VEROORDEELD.
De Haarl. Rechtbank heeft heden uit
spraak gedaan in de zaak tegen den 31-
jarigen sportvlieger F. J. J. M. ten B., ge
boren te Almelo, thans wonende te Lon
den. die in 2de instantie door den Haarl.
kantonrechter was veroordeeld tot 1
maand hechtenis. 6 maanden intrekking
van zijn vliegbrevet en f. 50 boete, omdat
hij op 19 Mei van het vorige jaar, toen
hij onder den invloed van sterken drank
verkeerde, op een gevaarlijke manier met
een vliegtuig over het vliegveld Schiphol
was getaxied en niet dadelijk had voldaan
aan het bevel van den plaatsvervangen-
den havenmeester om de motor van zijn
toestel stop te zetten
De rechtbank vernietigde op formeeie
gronden het vonnis van den kantonrech
ter en veroordeelde den vlieger tot 3 we
ken hechtenis en 6 maanden intrekking
van zijn vliegbrevet.
3S