Cross-country van Bingerden - De grootste boogbrug ter wereld DIE HOUTEN KLAAS 77*le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 14) Ze was blij, dat ze hem gedurende de eerste dagen niet zou zien, waardoor ze zich minder atgeleid en van de wijs ge bracht zou voelen; maar het benauwde haar wel, toen ze hoorde, dat lady Kenton haar met een rijtuig zou komen halen. Ze was dankbaar voor de vriendelijk heid, omdat die haar het min-aangename bespaarde, van alleen op het Huis aan te komen; maar ze was een vreemde menge ling van vastbeslotenheid en gebrek aan zelfvertrouwen; van zedelijken moed en verlegenheid, wat ook duidelijk bleek, toen miss Lang pogingen in het werk had ge steld, om haar toilet aanmerkelijk te ver beteren; want Mary had daar alleen in zóóverre in toegestemd, daar haar toiletjes nog heel eenvoudig moesten zijn, zoodat ze geenerlei beloften gaven voor de toe komst. Lady Kenton had zoo'n manier, om schuchterheid te verdrijven; en, met een tact, die zeer goed onderscheidde, met welke natuur zij te doen had, slaagde ze er in, om het theedrinken enkel te laten die nen als een soort hernieuwing van ken nismaking met Frederica en een voorstel ling aan sir Edward, waarin Mary werd meegenomen naar de leerkamer en voor gesteld werd aan de gouvernante, een vriendelijke, verstandige vrouw, die, zoo als overeengekomen was, haar domein al tijd beschikbaar stelde voor de gast. De luxueuse inrichting van den salon maakte, dat Mary zich weer heel klein voelde, en ze zou liever met een dozijn lastige schoolmeisjes hebben te doen ge had, dan dat ze den arm van Sir Edward aanvaardde, die haar aan tafel leidde. Toch had de gastvrouw besloten, dat het maar heel kalm en eenvoudig zou toegaan, om haar „leerling" geen schrik te bezor gen en er was overeengekomen, dat ze juist genoeg notitie van haar zouden nemen, dat ze zich niet gepasseerd hoefde te achten, tot ze zich wat meer op haar gemak zou voelen. Het duurde niet lang, of een tinteling in de zachte, bruine oogen bewees, dat Mary genoegen vond in en belangstelling voelde voor het gesprek aan tafel. Het was waar, dat Lady Kenton had ge zegd, dat zij niets hoefde af te leeren, dat ze enkel wat zelfvertrouwen en gemakke lijkheid in den omgang noodig had en met zulk een vriendelijke, zachte, beschaafde natuur als de hare kon het aannemen van deze eigenschappen niet leiden tot pijn lijke ervaringen. Na dezen eersten dag, waarop alles na tuurlijk nog nieuw voor haar was; ze de jongelui uit elkaar moest leeren kennen; ze haar weg moest leeren in huis, zoodat ze bij voorbeeld geen verkeerde deuren opendeed, èn toen ze had begrepen, waar en wanneer ze welkom en zelfs van eeni- gen dienst kon zijn, begon ze al aardig den smaak te krijgen van dit gemakkelijk leven, zoo omringd door schoonheid en be schaving. Met de gouvernante sloot ze een harte lijke, met Freda een zusterlijke vriend schap; aan de jongere kinderen leerde ze nieuwe spelletjes, met sir Edward wist ze al een soort gesprek te voeren; voor George had ze niet meer dat schuchter ontzag en met den dag ging zij meer ge negenheid voelen voor lady Kenton. De boeken, die ze op tafel vond liggen, boden haar een waar genoegen, toen ze tot de ontdekking kwam, dat het niet onge manierd was, om op den voormiddag te zitten lezen; en de bespreking daarvan „leerde haar praten", zooals Freda het uitdrukte. Langzamerhand bleef ze er ook bij, als er bezoek kwam; eerst dat van een paar heeren, die niets van haar wisten, mis schien meenden, dat zij de gouvernante was en enkel voor haar bogen. Er deed zich maar waarlijk één benauwend oogen- blik voor, toen enkele gasten, die nog al een eind uit de buurt woonden, er kwamen theedrinken en vol nieuwsgierigheid spra ken over lord Northmoor. Was het waar, dat hij klerk was op een zaakwaarnemers kantoor? En ging hij niet' trouwen met iemand van zeer geringe afkomst? „Zeker niet", antwoordde lady Kenton, „hij is verloofd met mijn vriendin, miss Marshall." Mary zorgde, voor de suiker in de kopjes, terwijl Freda thee schonk. Zij was voor gesteld, toen de dames binnentraden en bij dit antwoord kreeg zij een erge kleur, terwijl de bezoeksters verlegen zeiden: „O neem mij niet kwalijk. Ik zie dat ik mij vergist heb". „Och, met praten worden er zooveel ver gissingen gemaakt. Zeg, Mary, lieve, je hebt vergeten mij suiker te geven". Het was voor het eerst, dat haar lady schap haar bij den voornaam noemde, maar dit deed zij natuurlijk met opzet om het intieme van den omgang duidelijk te maken. Inderdaad wist Mary zich beter te ge dragen dan de bezoeksters, verzekerde haar ladyschap haar, toen er in den hall nog een onderdrukt gelach werd gehoord, waar ze vertelden, hoe ze geschrikt waren van haar onhandigheid en van Freda te hoo ren kregen, dat miss Marshall onderwij zeres was geweest. „Maar zij is geheel en dame", voegde het jonge meisje er bij, „en wij houden allen veel van haar". Het toonde, hoezeer zij al gevorderd was, dat zelfs deze schok haar niet verder wei felen deed en toen lord Northmoor den volgenden dag kwam, keken ze beiden zóó stralend, dat dit een duidelijk bewijs was, hoe ze alles voor elkaar waren. Mary ging zelfs zoover, dat zij vroeg, of ze lady Kenton ook later eventueel eens mocht raadplegen betreffende haar plich ten als huisvrouw, en inplaats dat de schrik haar orp het hart sloeg, toen ze hoorde, dat er èen groote tuinpartij en een diner zouden zijn op Coles Kenton, pro fiteerde zij van hetgeen ze te hooren kon krijgen van de regeling van deze beide feestelijkheden. Ze had haar lot dus aanvaard en toen men het tweetal tusschen de landadel- aristocratie zag, maakten ze daar vol strekt geen kwade figuur. Zooals George en Freda het onder elkaar zeer juist opmerkten, hoorden zij tot de soort menschen, die eigenlijk niemand ooit ziet, behalve dan, wanneer er bijzonder de aandacht op hen wordt gevestigd. Als er over het huwelijk werd gesproken, bracht Mary nog wel even in het midden, dat het verstandiger zou zijn voor Frank, om nog een jaar te wachten, wanneer hij zijn eerste uitgaven te boven zou zijn en zich ook beter thuis zou voelen in zijn positie, maar hij wilde er niets van hooren, dat zij weer gewoon aan het werk zou gaan en wist er haar zoo van te overtuigen, hoe droevig-verlaten hij het dan zou hebben, dat zij er wel in moest toestemmen, dat het huwelijk zoo gauw mogelijk voltrok ken zou worden. Zijzelven zouden de plechtigheid graag in alle stilte hebben gevierd, maar hun goede vrienden waren'van meening, dat het noodig was hierbij eenige praal ten toon te spreiden, en stonden er op, dat het huwelijk zou plaats hebben vanuit Coles Kenton, waar Mary geheel beschouwd werd als een nichtje, vandaar dat haar ladyschap haar dan ook met raad en daad bijstond, wat betreft haar uitzet. Het spaarpotje, dat zij had gemaakt gedurende de lange jaren van haar engagement, was voldoende om haar toch een eigen uitrus ting te bezorgen en lady Kenton ging met haar naar Londen, om de besprekingen voor dien „trousseau" te leiden. „Wie zouden jullie graag genoodigd heb ben voor het huwelijk?" vroeg haar lady schap en noemde zelve de Langs en de Burfords. „Natuurlijk", voegde ze er glim lachend bij, „zullen Freda en Alice het heerlijk vinden, om je bruidsmeisjes te mogen zijn. Is er misschien nog een van je oud-leerlingen, die je graag vragen wilde?_" .(Wordt vervolgd). DE GROOTSTE BOOGBRUG TER WERELD die San Francisco met Oakland verbindt, in aan bouw. De brug heeft een autoweg, waarop gemakkelijk zes auto's naast? elkander kunnen rijden. V11,11-Kl AGKS VERKEER IN STOCKHOLM. Kanaal, ondergrondsche baan en twee etage-stra ten. Dit drukke verkeerscenl-rum wordt in Stockholm ,,Slussen" genoemd. Op den voorgrond de beide wegen boven elkaar. Links op den achtergrond de tunnelbaan over de Malar-rivier. NA DE REMILITARISAILL VAN DE RIJNLAND-ZÓNE. Infanterie en veld-artillerie van het garnizoen te Strassbourg, opgesteld voor inspectie door generaal Gamelin, den chef van den generalen staf van het Frapsche leger CROSS-COUNTRY VAN RINGERDEN 1936 georganiseerd door de Koninklijke Militaire Sportvereeniging. Een der deelnemers is gevallen en wordt onder zijn paard vandaan gehaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5