De Locarno-mogendheden stellen
Duitschland formeel in gebreke.
Een mislukte stap van
bij Duitschland.
Eden
De Duitschers
in de gedemilitariseerde zóne
77** Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Maart 1936
Derde Blad No. 23303
Redevoeringen van Hitier en Goering.
Een tocht langs de grenzen.
Gistermiddag- om 5 uur zijn de Locarno-
mogendheden te Londen bijeengekomen.
Na afloop werd volgend communiqué uit
gegeven:
„De vergadering van gedelegeerden der
mogendheden, die het Locarno-pact heb
ben onderteekend en daarvoor garant zijn,
ls in het departement van buitenlandsche
zaken om 17 uur gehouden.
Aanwezig waren voor Groot-Brittannië
Eden, Lord Halifax en Sir Robert Vansit-
tart; voor Frankrijk: Flandin en Corbin;
voor BelgiëVan Zeeland en Baron Cartier
de Marchienne; voor Italië: Grandi.
Met algemeene stemmen werd erkend,
dat de herbezetting van de gedemilitari
seerde zóne door Duitschland een evidente
schending vormt van artikel 42 en 43 van
het verdrag van Versailes en van dat van
Locarno.
De Volkenbondsraad, tot wien Frankrijk
en België zich gewend hebben, zal zich op
dit punt moeten uitspreken.
Teneinde een vollediger bestudeering van
den toestand mogelijk te maken, hebben
de eerste gedelegeerden van Groot-Brit
tannië, Frankrijk. Italië en België zich
vervolgens in klein comité vereenigd. Dit
comité zal morgenochtend om 11.30 uur
(dus heden!) wederom bijeenkomen".
EEN MISLUKTE STAP
VAN EDEN.
Naar vernomen wordt, heeft Eden
Woensdag den Duitschen gezant, von
Hoesch, bij zich ontboden en hem gezegd,
dat men moeilijk den ernst, waarmede de
Britsche regeering den huldigen toestand
onder de oogen ziet, overdreven kan noe
men.
De minister deelde den gezant verder
mede, dat er des anderen daags een bij
eenkomst van de Locarno-mogendheden
zou plaats hebben en dat de Britsche re
geering zich gerechtvaardigd achtte, Hit-
Ier te verzoeken, om zoo spoedig mogelijk
een bijdrage te doen tot opheldering van
den toestand, en om, teneinde blijk tg
geven van de oprechtheid van zijn-wen-
schen, ervoor te zorgen, dat Duitschland
alle troepen, behalve een symbolisch aan
tal manschappen, uit de gedemilitariseerde
zone zal terugtrekken, en dat dit aantal
althans gedurende den tijd, die noodig is
om te onderhandelen over een nieuw pact
en om den internationalen toestand te
regulariseeren, niet zal worden uitgebreid.
Indien de Duitsche regeering een derge
lijke spontane geste zou doen, zou zulks,
volgens de meening van Eden, een kost
bare bijdrage vormen ter kalmeering van
den internationalen toestand.
De Duitsche gezant heeft gisteren op dit
verzoek van Eden geantwoord, dat de
Duitsche regeering geen besprekingen kan
beginnen over een blijvende of voorloopige
beperking van de Duitsche souvereiniteit
in het Rijnland.
Toen hij deze mededeeling omtrent de
door rijkskanselier Hitier gegeven instruc
ties deed, voegde de Duitsche gezant niet
temin eraan toe, dat Hitler, teneinde de
Fransche regeering de aanvaarding van de
Duitsche voorstellen te vergemakkelijken,
de bedoeling, welke hij van het begin af
aan gehad heeft, om voor het oogenblik
aan het herstel van de Duitsche souverei
niteit in het Rijnland slechts een symbo
lisch karakter te geven, als volgt wenschte
toe te lichten.
De effectieven van de in bepaalde gar-
nizoens van het Rijnland op de basis van
vredestijd gestationneerde troepen, zijn
reeds medegedeeld aan de militaire atta
chés van Engeland en Frankrijk te Berlijn.
Deze effectieven zullen niet worden uitge
breid; evenmin is men op het oogenblik
van plan, deze troepen dichter bij de Fran
sche en Belgische grenzen te brengen.
Het is duidelijk, dat het Duitsche ant
woord op het verzoek van Eden, al is het
dan ook gesteld in verzoenende termen, de
twee speciale door Eden gestelde voor
waarden 'behalve een symbolische ontrui
ming blijkt ook van Duitschland te zijn
gevraagd om in het Rijnland geen ves
tingwerken aan te leggen tijdens de pe
riode van onderhandelingen) niet aan
vaardt.
Dientengevolge is dit onbevredigend.
Geen nieuwe Britsche démarche?
Reuter meldt uit Londen, dat men daar
van meening is, dat het Duitsche antwoord
op de Britsche démarche, de regeering niet
bevredigd heeft. Men wijst er verder op,
dat er geen sprake zal zijn van een nieuwe
démarche, voordat de hoofden van de ver
schillende delegaties een lijn hebben vast
gesteld volgens welke zij hun politiek ver
der zullen voeren. In een dergelijk geval
zal de démarche ondernomen worden uit?
naam van de vier onderteekenaren van'iJCTti
verdrag van Locarno.
over het algemeen tevreden na de bijeen
komst van gisteren, welke, naar zij me.t
nadruk verklaren, enkel en alleen gewijd
was aan de regeling van de principieele
zijde van de schending van het verdrag
van Locarno.
Frankrijk blijft op het standpunt staan,
dat geen onderhandelingen met Duitsch
land mogelijk zijn, zoolang de wettelijke
toestand niet is hersteld, en men gaat
thans na, tot welke maatregelen men in
gemeenschappelijk overleg zijn toevlucht
kan nemen, indien Duitschland geen be
vredigende houding aanneemt.
Van de mededeeling van Hitler is gis
teren in het geheel geen gewag gemaakt,
verklaarde Flandin, die voor de zitting nog
besprekingen voerde met Eden, den Brit-
schen minister van oorlog, Baldwin en
Grandi.
Des avonds bood Eden den buitenland-
schen diplomaten een diner aan, waarbij
ook de ministers Ramsay MacDonald, sir
John Simon en Lord Halifax aanzaten.
Morgen Volkenbondsraad-zitting.
De Volkenbondsraad is tegen Zaterdag
ochtend elf uur bijeengeroepen.
Litwinoff ls te Londen aangekomen.
In diplomatieke kringen te Moskou is
men van meening, dat Litwinoff voorne
mens is, nieuwe voorstellen te doen om
een aanval van Duitsche zijde te voor
komen.
REDE VAN HITLER.
Rijkskanselier Hitier heeft gisteren te
Karlsruhe een groote rede gehouden,
waarin hij o.m. het volgende zeide:
„Als Duitsch nationalist wil ik een syn
these tot stand brengen tusschen de vol
ken van het blanke ras. Geen enkel volk
wil ik zijn rechten ontnemen, doch ik zal
evenmin toelaten, dat Duitschland van
zijn rechten wordt beroofd.
Men vraagt mij: „Is uw politiek niet te
idealistisch?" Ik antwoord daarop: „Neen.
De politiek is redelijk, dus realistisch. Ik
zeg dit als Duitsch nationalist. Dit ver
leent waarde aan mijn woorden."
De rijkskanselier zeide verder: „Wij be
schouwen den oorlog als iets verschrikke
lijks, de anderen zien er iets schoons in"
en hij voegde hieraan toe, dat hij zich in
de toekomst wilde wijden aan een vreed
zame taak, n.l. het bouwen van scholen
en stadions, het verfraaien van steden en
dorpen.
„Ik wil niet", aldus vervolgde Hitier zijn
rede, „dat het Duitsche volk slaaf wordt.
Ik handel als de verdediger van de on
afhankelijkheid van mijn volk."
Zinspelend op het Locarno-pact, ver
klaarde de Fijhrer, dat het Duitsche volk
vroeger een pact heeft onderteekend, dat
het zware lasten oplegde. Een aantal in
woners bijna gelijk aan dat van België on
derging er de gevolgen van.
Frankrijk heeft allianties met Polen,
België en Tsjecho-SIowakije. Duitschland
is echter niet voornemens Polen, België,
Tsjecho-SIowakije of Frankrijk aan te
vallen.
Doch Rusland is onze nabuur geworden,
door bemiddeling van een derden staat. Ik
zie het werk van het bolsjewisme in an
dere landen en ik wil niet, dat mijn volk
voor den Russischen invloed zijn grens
opent.
Het Duitsche volk is het meest vredelie
vende van de wereld. Het wiï slechts in
vrede werken.
Op de sovjet-unie zinspelende, voegde
Hitier hier nog aan toe: „Als het commu
nisme in Duitschland zou komen, zou ik
eerst dood moeten zijn".
Ik heb de volledige souvereiniteit over
een Duitsch gebied hersteld. Ik doe geen
afstand van de souvereiniteit over veer
tien en een half millioen menschen zon
der een compensatie. Niets zal ons daar
van doen afzien.
Ik heb een grootschen oproep tot de
volken gericht tot reorganisatie van de
wereld. Ik zou willen, dat de rest van de
wereld even grootsche gedachten had als
wij. Ik bied vrede aan voor den tijd van
vijf en twintig jaar, d.w.z. voor een kwart
eeuw.
Zulks reikt verder dan mijn generatie.
Er zal in Duitschland niet altijd een
man gevonden worden, die zeven en zestig
millioen menschen achter zich heeft. Mijn
aanbod is eenmaal gedaan, het zal geen
tweemaal gedaan worden.
Ik bezweer het Duitsche volk mij te hel
pen bij de verdediging van mijn besluit,
zijn kracht met de mijne te vereenigen en,
evenals ik het steeds gesteund heb, zijn
geloof aan het mijne te paren.
Dan zal Duitschland zegevieren over alle
beproevingen, die de Almachtige God het
overzendt.
Misschien zullen ook onze naburen dan
den weg gevonden hebben, die naar ons
leidt. Wellicht zal eenmaal het uur slaan,
waarop wij elkander de hand zullen reiken
over den Rijn, om voor den vrede te
werken.
Dit is ons aller vurige wensch. Wij doen
onzen plicht. Duitschland steunt niet op
één man, maar op het volk."
OFFICIEELE DUITSCHE
VERKLARING.
Ten aanzien van de verschillende be
richten in de pers en uitlatingen van bui"
tenlandsche staatslieden wordt van offi-
cieele Duitsche zijde het volgende mede
gedeeld:
1. Vóór het Locarno-pact had Frankrijk
reeds militaire verdragen afgesloten,
welke in geval van een oorlog met Duitsch
land in werking zouden treden, met België
Tsjecho-SIowakije en Polen Duitschland
accepteerde deze zonder meer, aangezien
verzekerd werd- dat het zuiver defensieve
verdragen waren en Duitschland zelf geen
agressieve bedoelingen had.
2. Sedert het. sluiten van den vrede heeft
Frankrijk gan de'grens van Frankrijk en
Duitschland een geweldige troepenmacht
geconcentreerd. Sterke vestingen zijn
aangelegd en alle militaire autoriteiten
van alle landen zijn het erover eens, dat
een aanval hierop naar menschelijke be
rekening op niets moet uitloopen Duitsch
land heeft hiervan niets gezegd, aangezien
het geen agressieve bedoelingen had.
3. Frankrijk heeft thans een verbond
afgesloten met Sovjet-Rusland. Het in
werking treden van dit verdrag is evenwel
niet meer afhankelijk gesteld van een be
slissing van den Volkenbond, doch alleen
van eigen inzicht Bovendien is dit ver
bond van belang, aangezien Sovjet-Rus
land niet alleen theoretisch, doch daad
werkelijk de wereld-revolutie eischt.
Reeds vóór dit verdrag had Frankrijk
als garanten voor zijn onaantastbaarheid
in moederland en koloniën ongeveer 100
millioen menschen, bovendien Engeland,
België, Polen en Tsjecho-SIowakije, terwijl
door het verdrag van Engeland ook nog
Italië garant was-
4 Behalve deze. in de geschiedenis nog
nooit geziene garantie, meende Frankrijk
toch nog zich den steun te moeten ver
zekeren van het groote Sovjet-Russische
rijk met 175 millioen inwoners.
Ten aanzien hiervan wordt erop ge
wezen. dat Duitschland nooit ook maar
de geringste aanleiding heeft gegeven,
waaruit Frankrijk een bedreiging heeft
kunnen voelen.
Meende Frankrijk evenwel toch nog een
nieuwe garantie te moeten verkrijgen, dan
had het toch eerst de machten van het
Locarno-pact moeten waarschuwen om te
pogen deze nieuwe garantie in 't Locarno-
pact te doen opnemen, of toch minstens
hiermede in overeenstemming te brengen.
Eerst werd het FranschRussische
verbond tegengesproken, doch thans is dit
definitief bekend gemaakt, zoodat nu de
volgende situatie is geschapen: Frankrijk
heeft ter bescherming van zijn onafhan
kelijkheid het grootste vestingen-net aan
de Duitsche grens, dat ooit heeft bestaan,
en de garantie van de strijdmachten van
Engeland. Italië. België. Polen. Tsjecho-
SIowakije en Sovjet-Rusland, en boven
dien nog het Fransche leger zelf.
De totale sterkte van deze legers is in
vredestijd 3 millioen man, in oorlogstijd
30 millioen man.
Buiten dit alles achtte Frankrijk nog de
gedemilitariseerde Rijnzone noodzakelijk
voor zijn veiligheid en wil de 19 bataillons
van het Duitsche leger, welke hier zijn ge
legerd, voorstellen als een bedreiging van
het door de halve wereld gegarandeerde
Frankrijk.
Bovendien heeft Duitschland nog een
grootmoedig aanbod gedaan tot bevesti
ging van den vrede in Europa Dit aanbod
heeft te meer beteekenis, nu het is gedaan
door een Duitsche regeering, welke het
vertrouwen van het geheele volk heeft. De
grootste geschiedkundige beteekenis van
dit a'anbod is nog, dat het het eerste ver
drag is sedert het verdrag van Versailles,
dat zonder dwang wordt gesloten en geen
discrimineering van eenigen staat behelst.
Duitschland had zich ook verre kunnen
houden van elke Europeesche samenleving
De Duitsche regeering heeft evenwel
besloten, niet een weg in te slaan, welke
slechts voeren zal tot een verdere vernie
ling van Europa en heeft thans een groot
constructief plan opgesteld. Duitschland
wenscht niets liever dan met Frankrijk en
de andere Europeesch mogendheden op
recht te onderhandelen tot realiseering
van dit plan en derhalve heeft het de
rcmilitariseering van het eigen gebied vol
trokken in een vorm, welke symbolisch
kan worden genoemd Ook is het bereid,
voor den tijd, gedurende welken de onder
handelingen duren, te verklaren, hierin
geen wijziging te brengen.
Evenwel zal Duitschland onder geen
voorwaarde afstand doen van zijn souve-
•reins rechten, in de overtuiging, dat hier-
'doofl de toekomstige pacificatie van
Europa weer gebaseerd wordt op een dis
crimineering, welke latente ontevreden
heid zou meebrengen-
De Duitsche regeering streeft naar een
wezenlijke pacificatie van Europa en wel
volgehs het karakter van een rechtsorde,
welke gebaseerd is op de vrije besluiten
van gelijkgerechtigde volken en staten-
Slechts wat zoo tot stand komt kan, voor
zoover het Duitschland betreft, met eere
worden gehandhaafd.
Zou dit niet de toestemming van de ande
re regeeringen verkrijgen, dan zal Duitsch-
(Van onzen reisredacteur).
De vreugde in het Rijnland over den
terugkeer der garnizoenen heeft een bit
teren bijsmaak. Det reacties in het bui
tenland op de plotselinge daad van de
Rijksregeering, waarmee een plechtig ver
drag en een even plechtige belofte wer
den terzijde gesteld, worden er met span
ning gevolgd, voorzoover de kranten ze
tenminste ter kennis van de lezers bren
gen. Aan de aanvankelijke vreugderoes,
die bij velen de eerste dagen, naar wij
konden constateeren, de overhand had, is
op deze wijze spoedig een eind gekomen.
We hebben daarvan de ondubbelzinnige
bewijzen ontvangen tijdens een tocht, dien
we hebben gemaakt in het grensgebied
aan beide zijden van de denkbeeldige lijn,
die door de gebeurtenissen der laatste da
gen sterker is geaccentueerd.
Het bestaan van de tegenstelling, die
daaraan ten grondslag igt, hebben we op
onzen tocht duidelijk ondervonden bij de
grenskantoren, die we zijn gepasseerd.
Onze weg voerde namelijk niet langs de
gewone internationale routes, waar men
aan verkeer van veel vreemdelingen ge
woon is, en we werden wel eens met eeni
gen achterdocht behandeld, als we met
ons koffertje en onze vreemde pas aan
het gebruikelijke onderzoek werden on
derworpen in een klein douanekantoor,
dat eigenlijk alleen streekbelangen dien
- de. De komische noot van het geval was
'(het gescharrel met geldzaken, waarmee
we met name de Duitsche grensbeambten
Fransche meenins.1 veel last hebben bezorgd. Bij elke binnen
komst in Duitschland vroegen we een „Be-
In Fransche kringen toont men zichfy -scheinigung" voor het buitenlandsche geld
tol- Vl rtt nl/TAWl AAV. 4 t A J rt1AA -1 A UGaa.A a! ITf A Kil f» Urt/l/Inv* AVt A 1 A TTTA V* At 1 O TA /"I
dat we bij ons hadden, en als we het land
verlieten, moesten we dit velen Nederlan
ders zoo bekende bewijs weer afgeven en
tevens laten zien, dat de opgave klopte
met wat we weer over de grens brachten.
Als men dan nagaat, dat er een spoor
lijntje bestaat, dat daar in de buurt van
Monschau (Montjoie) sedert de annexatie
in 1920 door België van Eupen en Mal-
médy afwisselend op Duitsch en op Bel
gisch gebied loopt, kan men nagaan welk
een last we den Duitschers (en natuurlijk
ook onszelf door al dat oponthoud) be
zorgd hebben.
De toestand na hetgeen van Fransche
zijde een „coup de théatre" van Hitier
genoemd wordt, wordt waarlijk door de
Duitschers in het grensgebied wel met de
noodige zorg beschouwd. Het drama van
deze menschen, die zich nog maar al te
goed de verschrikkingen van den oorlog
herinneren en die niets liever willen dan
met hun buren, die vroeger hun langenoo-
ten waren, in vrede en vriendschap te
leven, speelt zich af vlak bij ons eigen
gebied. Trouwens, het feit. dat de Neder-
landsche regeering met het oog op den
gespannen internationalen toestand spe
ciale maatregelen heeft genomen, wijst
wel op de belangrijkheid van deze gebeur
tenissen, ook voor ons land.
Uit de gesprekken, die we hebben ge
voerd, konden we opmaken, dat de mee
ning over hetgeen geschied is bij deze
menschen lang niet onverdeeld gunstig is.
Men vraagt zich ietwat angstig af, waar
toe het zal leiden en er is twijfel over de
vraag of dit nu wel zoo noodig was Of
er oorlog komt? vraagt men den vreem
deling, die geacht wordt van politieke toe
standen beter op de hoogte te zijn, en
men toont er zich lang niet gerust op.
Wel ls men nu langzaam aan het verade
men, doordat in dezen tijd van snel en
haastig leven er al weer eenige dagen zon
der ernstige gebeurtenissen zijn verloo-
pen. Het gepraat te Parijs en te Londen
heeft althans deze goede zijde, dat het
beslissingen uitstelt en aldus ertoe bij
draagt dat, wannéér het tot een beslis
sing komt, deze met meer kalmte wordt,
genomen.
Dat de bij het Verdrag van Versailles
en later nog bij dat van Locarno voor
militairen verboden zone nu „gemilitari
seerd" is, beteekent nog niet, dat het er
van de militairen wemelt. In het buiten
land moge dan de sterkte van de Duitsche
troepen in het betrokken gebied grooten
indruk hebben gemaakt, we zagen er lang
niet zooveel militair vertoon als in België.
Duidelijk wordt hierdoor, waarom men in
dit laatste lang geen bijzondere maatre
gelen heeft behoeven te nemen op dit ge
bied, daar de verdediging van het land
er in vele opzichten reeds zoo goed moge
lijk is verzekerd. Eigenlijk waren het al
leen Aken en Monschau, die militaire be
zettingen te zien gaven, al schijnt het, dat
het in de bedbeling ligt of heeft gele
gen om geleidelijk tot uitbreiding te
geraken.
De Belgische verdedigingslinie bestaat
in eerste instantie uit drie deelen: die
van de Maas ten Noorden van Luik, die
van de Ourthe ten Zuiden van deze ves
tingstad en de lijn van de Ourthe naar
Aarlen De hoogvlakte van Herve is zeer
versterkt met forten, die pas gebouwd
zijn. In de nabijheid van Visé ligt vlak bij
het nieuwe Albertkanaal (dat zelf weel
een onderdeel vormt van de verdediging
naar de Noordzijde) een fort. dat gedee-
telijk over Nederlandsche gebied heen de
stad Aken bestrijkt! In de linie, die van
de Ourthelijn over Vielsalm en Bastena
ken naar Aarlen vlak bij de Luxem-
burgsch-Fransche grens leidt, zijn hon
derden betonnen schansen gebouwd, voor
zien van automatische wapens. Overal
militairen: in Beverloo, in Luik, in Ver-
viers, in Pepinster en in nog veel andere
plaatsen, die we niet hebben bezocht.
Heeft Duitschland daartegenover nu
een plan. dat er het complement van is?
We weten het niet. De generale staf van
leder land houdt nu eenmaal met ver
schillende mogelijkheden rekening en zoo
heeft de Duitsche staf natuurlijk ook een
werkwijze, die past in een gewapend con
flict met Frankrijk en België. Dat daarbij
niet alleen aan een verdediging, dooh ook
aan een aanval wordt gedacht, ligt wel
eenigszins voor de hand.
We vroegen ln Aken aan een officier,
dien we daar hebben gesproken, hoe men
in het Duitsche leger denkt over de Bel
gische militaire maatregelen en wat
Duitschland er eventueel tegenover kan
stellen. Merkwaardig was zijn antwoord:
„Ach, wir haben doch noch gar keine
Armee!"
Wanneer men de maatregelen van
Duitschland in het eens verboden gebied
ziet, zou men inderdaad tot een conclusie
komen, dié met dit antwoord overeen
stemt. De bezetting van het Rijnland
schijnt voor den lêek thans nog geen di
recte bedreiging van de Westelijke buren.
Maar wat niet is, kan komen, en dat ziet
men aan beide zijden heel goed in.
Zoo doet het ook de bevolking, die met
angst en beven het verdere verloop der
gebeurtenissen volgt. Men was er in dit
Duitsohe grensgebied gelukkig, al deden
zich de economische nooden van dezen
tijd wel degelijk voelen. In dit opzicht is
er wel een tegenstelling merkbaar tus
schen de gebieden aan beide zijden van
de grens Nu is men er weer opgeschrikt
door oorlogsgevaar en de S.A.-lieden in
hun bruine uniformen, die ook hier, als
overal elders in Duitschland, het aspect
van de straten beheerschen, kijken er
vastberadener dan ooit.
land zijn voorstellen weer intrekken es
bouwen op de trouw, offermoed en offer
zin van het Duitsche volk, verder levend
in eervolle afzondering.
REDE VAN GOERING.
Militaire wandelingen naar Berlijn
onmogelijk.
Rijksminister Goering heeft in 't Schla-
geter Haus te Koningsbergen een redevoe
ring uitgesproken met het oog op de a.s,
volksstemming.
Goering zeide o.m. Het is het kenmerk
van onze Germaansche democratie, zooals
die wordt opgevat door onze beweging,
dat bij belangrijke beslissingen het Duit
sche volk zelf zijn standpunt moet bepa
len. De Fuehrer wil rekenschap afleggen,
omdat hij wil, dat het volk zich zal uit
spreken over hetgeen hij heeft gedaan.
Vergeet niet, dat uw leider thans tegen
over de volken der wereld staat. Hij moet
onderhandelen over uw vrijheid, over uw
geluk.
Wij herinneren ons thans met trots en
dankbaarheid den strijd om het Duitsche
volk. Duitschland werd vrij, het Duitsche
volk stond op en vond zichzelf weer. En
dat, volksgenooten, is thans nauwelijks
drie jaren geleden.
Voor ons bestond nog slechts één pro
gram: Wij vertegenwoordigen Duitsch
land. De opbouw van het nieuwe rijk be
gon. In de plaats van het oude partijen
stelsel stond plotseling een eensgezind
Duitsch volk. Ook het particularisme der
landen verdween. Er bleef slechts een
souvereiniteit, de souvereiniteit van het
Rijk. Men ontzegde het Duitsche volk. dat
arm aan grondstoffen was, de noodzake
lijkste grondstoffen. De Duitsche inge
nieurs werkten en schiepen ons nieuwe
uitvindingen. Duitsche wil en Duitsche
moed zal de dingen wel verschaffen.
Hitier kon, zooals Zaterdag, een bevrij
dende beslissing nemen, omdat hij weet,
dat hij dat mag doen, omdat de Duitsche
weermacht sterk genoeg is om een inval
in Duitschland te verhoeden.
Militaire wandelingen naar Berlijn be
staan niet meer, noch te land noch in de
lucht. Daarom zou ik plechtig tegenover
de wereld willen verklaren: Al heeft Adolf
Hitler gewapend, al heeft hij het bevel
gegeven met alle kracht de wapening ten
uitvoer te leggen, toch heeft hij ons steeds
opnieuw gezegd, dat zulks niet geschiedde
om aan te vallen: zij ls er niet om aan
te vallen, zij is er niet om anderen kwaad
te doen, zij is niet tot stand gebracht om
te dreigen, doch om ons te beschermen.
De geheele wereld weet wel, dat Hitier
het eerlijk meent. Als de Franschen het
doen voorkomen, alsof wij hun een belee-
diging hebben aangedaan, dan is dat niet
juist. Wij hebben slechts een einde ge
maakt aan de laatste onzekerheid.
Op 7 Maart werd een geweldige stap ge
daan. Er kome wat wil, als één man zal
Duitschland staan en zijn plicht doen tot
den laatsten ademtocht.
Het is toch geen beleediging, indien men
zijn eigen provincies herstelt. Wij hebben
de wereld vrede aangeboden. Vrede moet
evenwel aan twee zijden worden gemaakt.
Wij hebben het onze gedaan. Thans is het
aan anderen het hunne te doen. Wij kun
nen en willen hen niet beïnvloeden. Wij
willen in alle rust en standvastigheid de
toekomst afwachten. Wij Duitschers heb
ben het goede gewild en het goede zal
vruchten afwerpen. Oons lot is het her
stel van de Duitsche eer en van de Duit
sche vrijheid.
Wat de toekomst, ook moge brengen, óf
Duitschland leeft in eere óf Duitschland
sterft in eere.
Italiaansche overwegingen over
Locarno.
Stefani seint:
Terwijl de Italiaansche dagbladen een
strikte reserve in acht nemen ten op
zichte van de kwestie der bezetting door
Duitschland van de gedemilitariseerde
Rijn-zone en van de schending daardoor
van het verdrag- van Locarno, geven zij
eenige overwegingen over den toestand
van Italië als garant van het pact van
Locarno.
Daarbij doen zij uitkomen, dat een ze
kere politieke en juridische taal, die in
deze dagen gebruikt wordt in verband met
het verdrag van Locarno, volkomen on
verklaarbaar is.
Men kan niet vergeten, dat half Sep
tember de Britsche vloot in de Middel-
landsche Zee geconcentreerd werd, dat
tegelijkertijd op initiatief van Engeland
onderhandelingen werden aangevangen
over samenwerking met Frankrijk in de
Middellandsche Zee en Frankrijk hierin
toestemde, op voorwaarde, dat Engeland
hulp zou verleenen tegen Duitschland, dat
deze militaire maatregelen klaarblijkelijk
tegen Italië gericht waren, voorafgingen
aan de sancties en buiten den Volkenbond
bleven, zelfs tegen den Volkenbond in
gingen; dat na de toepassing van de sanc
ties samenwerking in de Middellandsche
Zee werd gevraagd aan Frankrijk en an
dere staten, terwijl toen wederom door
Frankrijk als tegenprestatie samenwerking
op het. vasteland aan Engeland werd ge
vraagd, welke vraag enkele dagen geleden
herhaald werd.
Dat alles kan niet in overeenstemming
gebracht worden met het verdrag van
Locarno en met de positie van Italië in
dat verdrag.
Uit Engeland.
Het uitvoerend comité van de Engelsche
Volkenbondsvereeniging heeft een resolu
tie aangenomen, waarin staat, dat de
schending van het pact van Locarno door
Duitschland en de overtreding van de be
palingen van het vredesverdrag nog te er
ger is, waar de Duitsche rijkskanselier
meerdere malen de verzekering heeft ge
geven deze verdragen te zullen respec
teeren.
De resolutie beveelt aan, dat de Volken
bondsraad het permanent hof van inter
nationale justitie zal laten beslissen of
het Fransch-Russische verdrag onveree-
nigbaar is met het pact van Locarno,
zooals Duitschland beweert en tevens of
de andere mogendheden die het pact van
Locarno hebben onderteekend door de
bepalingen van het pact gebonden blijven.
De Engelsche nationale arbeidersraad
heeft besloten een uitnoodiging te richten
tot het vakvereemgingscongres, de socia
listische arbeidersinternationale en de se
cretariaten van de internationale Kamers
van Koophandel om zoo spoedig mogelijk
■te Londen bijeen te komen.
T