De Locarno-mogendheden stellen Duitschland formeel in gebreke. Een mislukte stap van bij Duitschland. Eden De Duitschers in de gedemilitariseerde zóne 77** Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Maart 1936 Derde Blad No. 23303 Redevoeringen van Hitier en Goering. Een tocht langs de grenzen. Gistermiddag- om 5 uur zijn de Locarno- mogendheden te Londen bijeengekomen. Na afloop werd volgend communiqué uit gegeven: „De vergadering van gedelegeerden der mogendheden, die het Locarno-pact heb ben onderteekend en daarvoor garant zijn, ls in het departement van buitenlandsche zaken om 17 uur gehouden. Aanwezig waren voor Groot-Brittannië Eden, Lord Halifax en Sir Robert Vansit- tart; voor Frankrijk: Flandin en Corbin; voor BelgiëVan Zeeland en Baron Cartier de Marchienne; voor Italië: Grandi. Met algemeene stemmen werd erkend, dat de herbezetting van de gedemilitari seerde zóne door Duitschland een evidente schending vormt van artikel 42 en 43 van het verdrag van Versailes en van dat van Locarno. De Volkenbondsraad, tot wien Frankrijk en België zich gewend hebben, zal zich op dit punt moeten uitspreken. Teneinde een vollediger bestudeering van den toestand mogelijk te maken, hebben de eerste gedelegeerden van Groot-Brit tannië, Frankrijk. Italië en België zich vervolgens in klein comité vereenigd. Dit comité zal morgenochtend om 11.30 uur (dus heden!) wederom bijeenkomen". EEN MISLUKTE STAP VAN EDEN. Naar vernomen wordt, heeft Eden Woensdag den Duitschen gezant, von Hoesch, bij zich ontboden en hem gezegd, dat men moeilijk den ernst, waarmede de Britsche regeering den huldigen toestand onder de oogen ziet, overdreven kan noe men. De minister deelde den gezant verder mede, dat er des anderen daags een bij eenkomst van de Locarno-mogendheden zou plaats hebben en dat de Britsche re geering zich gerechtvaardigd achtte, Hit- Ier te verzoeken, om zoo spoedig mogelijk een bijdrage te doen tot opheldering van den toestand, en om, teneinde blijk tg geven van de oprechtheid van zijn-wen- schen, ervoor te zorgen, dat Duitschland alle troepen, behalve een symbolisch aan tal manschappen, uit de gedemilitariseerde zone zal terugtrekken, en dat dit aantal althans gedurende den tijd, die noodig is om te onderhandelen over een nieuw pact en om den internationalen toestand te regulariseeren, niet zal worden uitgebreid. Indien de Duitsche regeering een derge lijke spontane geste zou doen, zou zulks, volgens de meening van Eden, een kost bare bijdrage vormen ter kalmeering van den internationalen toestand. De Duitsche gezant heeft gisteren op dit verzoek van Eden geantwoord, dat de Duitsche regeering geen besprekingen kan beginnen over een blijvende of voorloopige beperking van de Duitsche souvereiniteit in het Rijnland. Toen hij deze mededeeling omtrent de door rijkskanselier Hitier gegeven instruc ties deed, voegde de Duitsche gezant niet temin eraan toe, dat Hitler, teneinde de Fransche regeering de aanvaarding van de Duitsche voorstellen te vergemakkelijken, de bedoeling, welke hij van het begin af aan gehad heeft, om voor het oogenblik aan het herstel van de Duitsche souverei niteit in het Rijnland slechts een symbo lisch karakter te geven, als volgt wenschte toe te lichten. De effectieven van de in bepaalde gar- nizoens van het Rijnland op de basis van vredestijd gestationneerde troepen, zijn reeds medegedeeld aan de militaire atta chés van Engeland en Frankrijk te Berlijn. Deze effectieven zullen niet worden uitge breid; evenmin is men op het oogenblik van plan, deze troepen dichter bij de Fran sche en Belgische grenzen te brengen. Het is duidelijk, dat het Duitsche ant woord op het verzoek van Eden, al is het dan ook gesteld in verzoenende termen, de twee speciale door Eden gestelde voor waarden 'behalve een symbolische ontrui ming blijkt ook van Duitschland te zijn gevraagd om in het Rijnland geen ves tingwerken aan te leggen tijdens de pe riode van onderhandelingen) niet aan vaardt. Dientengevolge is dit onbevredigend. Geen nieuwe Britsche démarche? Reuter meldt uit Londen, dat men daar van meening is, dat het Duitsche antwoord op de Britsche démarche, de regeering niet bevredigd heeft. Men wijst er verder op, dat er geen sprake zal zijn van een nieuwe démarche, voordat de hoofden van de ver schillende delegaties een lijn hebben vast gesteld volgens welke zij hun politiek ver der zullen voeren. In een dergelijk geval zal de démarche ondernomen worden uit? naam van de vier onderteekenaren van'iJCTti verdrag van Locarno. over het algemeen tevreden na de bijeen komst van gisteren, welke, naar zij me.t nadruk verklaren, enkel en alleen gewijd was aan de regeling van de principieele zijde van de schending van het verdrag van Locarno. Frankrijk blijft op het standpunt staan, dat geen onderhandelingen met Duitsch land mogelijk zijn, zoolang de wettelijke toestand niet is hersteld, en men gaat thans na, tot welke maatregelen men in gemeenschappelijk overleg zijn toevlucht kan nemen, indien Duitschland geen be vredigende houding aanneemt. Van de mededeeling van Hitler is gis teren in het geheel geen gewag gemaakt, verklaarde Flandin, die voor de zitting nog besprekingen voerde met Eden, den Brit- schen minister van oorlog, Baldwin en Grandi. Des avonds bood Eden den buitenland- schen diplomaten een diner aan, waarbij ook de ministers Ramsay MacDonald, sir John Simon en Lord Halifax aanzaten. Morgen Volkenbondsraad-zitting. De Volkenbondsraad is tegen Zaterdag ochtend elf uur bijeengeroepen. Litwinoff ls te Londen aangekomen. In diplomatieke kringen te Moskou is men van meening, dat Litwinoff voorne mens is, nieuwe voorstellen te doen om een aanval van Duitsche zijde te voor komen. REDE VAN HITLER. Rijkskanselier Hitier heeft gisteren te Karlsruhe een groote rede gehouden, waarin hij o.m. het volgende zeide: „Als Duitsch nationalist wil ik een syn these tot stand brengen tusschen de vol ken van het blanke ras. Geen enkel volk wil ik zijn rechten ontnemen, doch ik zal evenmin toelaten, dat Duitschland van zijn rechten wordt beroofd. Men vraagt mij: „Is uw politiek niet te idealistisch?" Ik antwoord daarop: „Neen. De politiek is redelijk, dus realistisch. Ik zeg dit als Duitsch nationalist. Dit ver leent waarde aan mijn woorden." De rijkskanselier zeide verder: „Wij be schouwen den oorlog als iets verschrikke lijks, de anderen zien er iets schoons in" en hij voegde hieraan toe, dat hij zich in de toekomst wilde wijden aan een vreed zame taak, n.l. het bouwen van scholen en stadions, het verfraaien van steden en dorpen. „Ik wil niet", aldus vervolgde Hitier zijn rede, „dat het Duitsche volk slaaf wordt. Ik handel als de verdediger van de on afhankelijkheid van mijn volk." Zinspelend op het Locarno-pact, ver klaarde de Fijhrer, dat het Duitsche volk vroeger een pact heeft onderteekend, dat het zware lasten oplegde. Een aantal in woners bijna gelijk aan dat van België on derging er de gevolgen van. Frankrijk heeft allianties met Polen, België en Tsjecho-SIowakije. Duitschland is echter niet voornemens Polen, België, Tsjecho-SIowakije of Frankrijk aan te vallen. Doch Rusland is onze nabuur geworden, door bemiddeling van een derden staat. Ik zie het werk van het bolsjewisme in an dere landen en ik wil niet, dat mijn volk voor den Russischen invloed zijn grens opent. Het Duitsche volk is het meest vredelie vende van de wereld. Het wiï slechts in vrede werken. Op de sovjet-unie zinspelende, voegde Hitier hier nog aan toe: „Als het commu nisme in Duitschland zou komen, zou ik eerst dood moeten zijn". Ik heb de volledige souvereiniteit over een Duitsch gebied hersteld. Ik doe geen afstand van de souvereiniteit over veer tien en een half millioen menschen zon der een compensatie. Niets zal ons daar van doen afzien. Ik heb een grootschen oproep tot de volken gericht tot reorganisatie van de wereld. Ik zou willen, dat de rest van de wereld even grootsche gedachten had als wij. Ik bied vrede aan voor den tijd van vijf en twintig jaar, d.w.z. voor een kwart eeuw. Zulks reikt verder dan mijn generatie. Er zal in Duitschland niet altijd een man gevonden worden, die zeven en zestig millioen menschen achter zich heeft. Mijn aanbod is eenmaal gedaan, het zal geen tweemaal gedaan worden. Ik bezweer het Duitsche volk mij te hel pen bij de verdediging van mijn besluit, zijn kracht met de mijne te vereenigen en, evenals ik het steeds gesteund heb, zijn geloof aan het mijne te paren. Dan zal Duitschland zegevieren over alle beproevingen, die de Almachtige God het overzendt. Misschien zullen ook onze naburen dan den weg gevonden hebben, die naar ons leidt. Wellicht zal eenmaal het uur slaan, waarop wij elkander de hand zullen reiken over den Rijn, om voor den vrede te werken. Dit is ons aller vurige wensch. Wij doen onzen plicht. Duitschland steunt niet op één man, maar op het volk." OFFICIEELE DUITSCHE VERKLARING. Ten aanzien van de verschillende be richten in de pers en uitlatingen van bui" tenlandsche staatslieden wordt van offi- cieele Duitsche zijde het volgende mede gedeeld: 1. Vóór het Locarno-pact had Frankrijk reeds militaire verdragen afgesloten, welke in geval van een oorlog met Duitsch land in werking zouden treden, met België Tsjecho-SIowakije en Polen Duitschland accepteerde deze zonder meer, aangezien verzekerd werd- dat het zuiver defensieve verdragen waren en Duitschland zelf geen agressieve bedoelingen had. 2. Sedert het. sluiten van den vrede heeft Frankrijk gan de'grens van Frankrijk en Duitschland een geweldige troepenmacht geconcentreerd. Sterke vestingen zijn aangelegd en alle militaire autoriteiten van alle landen zijn het erover eens, dat een aanval hierop naar menschelijke be rekening op niets moet uitloopen Duitsch land heeft hiervan niets gezegd, aangezien het geen agressieve bedoelingen had. 3. Frankrijk heeft thans een verbond afgesloten met Sovjet-Rusland. Het in werking treden van dit verdrag is evenwel niet meer afhankelijk gesteld van een be slissing van den Volkenbond, doch alleen van eigen inzicht Bovendien is dit ver bond van belang, aangezien Sovjet-Rus land niet alleen theoretisch, doch daad werkelijk de wereld-revolutie eischt. Reeds vóór dit verdrag had Frankrijk als garanten voor zijn onaantastbaarheid in moederland en koloniën ongeveer 100 millioen menschen, bovendien Engeland, België, Polen en Tsjecho-SIowakije, terwijl door het verdrag van Engeland ook nog Italië garant was- 4 Behalve deze. in de geschiedenis nog nooit geziene garantie, meende Frankrijk toch nog zich den steun te moeten ver zekeren van het groote Sovjet-Russische rijk met 175 millioen inwoners. Ten aanzien hiervan wordt erop ge wezen. dat Duitschland nooit ook maar de geringste aanleiding heeft gegeven, waaruit Frankrijk een bedreiging heeft kunnen voelen. Meende Frankrijk evenwel toch nog een nieuwe garantie te moeten verkrijgen, dan had het toch eerst de machten van het Locarno-pact moeten waarschuwen om te pogen deze nieuwe garantie in 't Locarno- pact te doen opnemen, of toch minstens hiermede in overeenstemming te brengen. Eerst werd het FranschRussische verbond tegengesproken, doch thans is dit definitief bekend gemaakt, zoodat nu de volgende situatie is geschapen: Frankrijk heeft ter bescherming van zijn onafhan kelijkheid het grootste vestingen-net aan de Duitsche grens, dat ooit heeft bestaan, en de garantie van de strijdmachten van Engeland. Italië. België. Polen. Tsjecho- SIowakije en Sovjet-Rusland, en boven dien nog het Fransche leger zelf. De totale sterkte van deze legers is in vredestijd 3 millioen man, in oorlogstijd 30 millioen man. Buiten dit alles achtte Frankrijk nog de gedemilitariseerde Rijnzone noodzakelijk voor zijn veiligheid en wil de 19 bataillons van het Duitsche leger, welke hier zijn ge legerd, voorstellen als een bedreiging van het door de halve wereld gegarandeerde Frankrijk. Bovendien heeft Duitschland nog een grootmoedig aanbod gedaan tot bevesti ging van den vrede in Europa Dit aanbod heeft te meer beteekenis, nu het is gedaan door een Duitsche regeering, welke het vertrouwen van het geheele volk heeft. De grootste geschiedkundige beteekenis van dit a'anbod is nog, dat het het eerste ver drag is sedert het verdrag van Versailles, dat zonder dwang wordt gesloten en geen discrimineering van eenigen staat behelst. Duitschland had zich ook verre kunnen houden van elke Europeesche samenleving De Duitsche regeering heeft evenwel besloten, niet een weg in te slaan, welke slechts voeren zal tot een verdere vernie ling van Europa en heeft thans een groot constructief plan opgesteld. Duitschland wenscht niets liever dan met Frankrijk en de andere Europeesch mogendheden op recht te onderhandelen tot realiseering van dit plan en derhalve heeft het de rcmilitariseering van het eigen gebied vol trokken in een vorm, welke symbolisch kan worden genoemd Ook is het bereid, voor den tijd, gedurende welken de onder handelingen duren, te verklaren, hierin geen wijziging te brengen. Evenwel zal Duitschland onder geen voorwaarde afstand doen van zijn souve- •reins rechten, in de overtuiging, dat hier- 'doofl de toekomstige pacificatie van Europa weer gebaseerd wordt op een dis crimineering, welke latente ontevreden heid zou meebrengen- De Duitsche regeering streeft naar een wezenlijke pacificatie van Europa en wel volgehs het karakter van een rechtsorde, welke gebaseerd is op de vrije besluiten van gelijkgerechtigde volken en staten- Slechts wat zoo tot stand komt kan, voor zoover het Duitschland betreft, met eere worden gehandhaafd. Zou dit niet de toestemming van de ande re regeeringen verkrijgen, dan zal Duitsch- (Van onzen reisredacteur). De vreugde in het Rijnland over den terugkeer der garnizoenen heeft een bit teren bijsmaak. Det reacties in het bui tenland op de plotselinge daad van de Rijksregeering, waarmee een plechtig ver drag en een even plechtige belofte wer den terzijde gesteld, worden er met span ning gevolgd, voorzoover de kranten ze tenminste ter kennis van de lezers bren gen. Aan de aanvankelijke vreugderoes, die bij velen de eerste dagen, naar wij konden constateeren, de overhand had, is op deze wijze spoedig een eind gekomen. We hebben daarvan de ondubbelzinnige bewijzen ontvangen tijdens een tocht, dien we hebben gemaakt in het grensgebied aan beide zijden van de denkbeeldige lijn, die door de gebeurtenissen der laatste da gen sterker is geaccentueerd. Het bestaan van de tegenstelling, die daaraan ten grondslag igt, hebben we op onzen tocht duidelijk ondervonden bij de grenskantoren, die we zijn gepasseerd. Onze weg voerde namelijk niet langs de gewone internationale routes, waar men aan verkeer van veel vreemdelingen ge woon is, en we werden wel eens met eeni gen achterdocht behandeld, als we met ons koffertje en onze vreemde pas aan het gebruikelijke onderzoek werden on derworpen in een klein douanekantoor, dat eigenlijk alleen streekbelangen dien - de. De komische noot van het geval was '(het gescharrel met geldzaken, waarmee we met name de Duitsche grensbeambten Fransche meenins.1 veel last hebben bezorgd. Bij elke binnen komst in Duitschland vroegen we een „Be- In Fransche kringen toont men zichfy -scheinigung" voor het buitenlandsche geld tol- Vl rtt nl/TAWl AAV. 4 t A J rt1AA -1 A UGaa.A a! ITf A Kil f» Urt/l/Inv* AVt A 1 A TTTA V* At 1 O TA /"I dat we bij ons hadden, en als we het land verlieten, moesten we dit velen Nederlan ders zoo bekende bewijs weer afgeven en tevens laten zien, dat de opgave klopte met wat we weer over de grens brachten. Als men dan nagaat, dat er een spoor lijntje bestaat, dat daar in de buurt van Monschau (Montjoie) sedert de annexatie in 1920 door België van Eupen en Mal- médy afwisselend op Duitsch en op Bel gisch gebied loopt, kan men nagaan welk een last we den Duitschers (en natuurlijk ook onszelf door al dat oponthoud) be zorgd hebben. De toestand na hetgeen van Fransche zijde een „coup de théatre" van Hitier genoemd wordt, wordt waarlijk door de Duitschers in het grensgebied wel met de noodige zorg beschouwd. Het drama van deze menschen, die zich nog maar al te goed de verschrikkingen van den oorlog herinneren en die niets liever willen dan met hun buren, die vroeger hun langenoo- ten waren, in vrede en vriendschap te leven, speelt zich af vlak bij ons eigen gebied. Trouwens, het feit. dat de Neder- landsche regeering met het oog op den gespannen internationalen toestand spe ciale maatregelen heeft genomen, wijst wel op de belangrijkheid van deze gebeur tenissen, ook voor ons land. Uit de gesprekken, die we hebben ge voerd, konden we opmaken, dat de mee ning over hetgeen geschied is bij deze menschen lang niet onverdeeld gunstig is. Men vraagt zich ietwat angstig af, waar toe het zal leiden en er is twijfel over de vraag of dit nu wel zoo noodig was Of er oorlog komt? vraagt men den vreem deling, die geacht wordt van politieke toe standen beter op de hoogte te zijn, en men toont er zich lang niet gerust op. Wel ls men nu langzaam aan het verade men, doordat in dezen tijd van snel en haastig leven er al weer eenige dagen zon der ernstige gebeurtenissen zijn verloo- pen. Het gepraat te Parijs en te Londen heeft althans deze goede zijde, dat het beslissingen uitstelt en aldus ertoe bij draagt dat, wannéér het tot een beslis sing komt, deze met meer kalmte wordt, genomen. Dat de bij het Verdrag van Versailles en later nog bij dat van Locarno voor militairen verboden zone nu „gemilitari seerd" is, beteekent nog niet, dat het er van de militairen wemelt. In het buiten land moge dan de sterkte van de Duitsche troepen in het betrokken gebied grooten indruk hebben gemaakt, we zagen er lang niet zooveel militair vertoon als in België. Duidelijk wordt hierdoor, waarom men in dit laatste lang geen bijzondere maatre gelen heeft behoeven te nemen op dit ge bied, daar de verdediging van het land er in vele opzichten reeds zoo goed moge lijk is verzekerd. Eigenlijk waren het al leen Aken en Monschau, die militaire be zettingen te zien gaven, al schijnt het, dat het in de bedbeling ligt of heeft gele gen om geleidelijk tot uitbreiding te geraken. De Belgische verdedigingslinie bestaat in eerste instantie uit drie deelen: die van de Maas ten Noorden van Luik, die van de Ourthe ten Zuiden van deze ves tingstad en de lijn van de Ourthe naar Aarlen De hoogvlakte van Herve is zeer versterkt met forten, die pas gebouwd zijn. In de nabijheid van Visé ligt vlak bij het nieuwe Albertkanaal (dat zelf weel een onderdeel vormt van de verdediging naar de Noordzijde) een fort. dat gedee- telijk over Nederlandsche gebied heen de stad Aken bestrijkt! In de linie, die van de Ourthelijn over Vielsalm en Bastena ken naar Aarlen vlak bij de Luxem- burgsch-Fransche grens leidt, zijn hon derden betonnen schansen gebouwd, voor zien van automatische wapens. Overal militairen: in Beverloo, in Luik, in Ver- viers, in Pepinster en in nog veel andere plaatsen, die we niet hebben bezocht. Heeft Duitschland daartegenover nu een plan. dat er het complement van is? We weten het niet. De generale staf van leder land houdt nu eenmaal met ver schillende mogelijkheden rekening en zoo heeft de Duitsche staf natuurlijk ook een werkwijze, die past in een gewapend con flict met Frankrijk en België. Dat daarbij niet alleen aan een verdediging, dooh ook aan een aanval wordt gedacht, ligt wel eenigszins voor de hand. We vroegen ln Aken aan een officier, dien we daar hebben gesproken, hoe men in het Duitsche leger denkt over de Bel gische militaire maatregelen en wat Duitschland er eventueel tegenover kan stellen. Merkwaardig was zijn antwoord: „Ach, wir haben doch noch gar keine Armee!" Wanneer men de maatregelen van Duitschland in het eens verboden gebied ziet, zou men inderdaad tot een conclusie komen, dié met dit antwoord overeen stemt. De bezetting van het Rijnland schijnt voor den lêek thans nog geen di recte bedreiging van de Westelijke buren. Maar wat niet is, kan komen, en dat ziet men aan beide zijden heel goed in. Zoo doet het ook de bevolking, die met angst en beven het verdere verloop der gebeurtenissen volgt. Men was er in dit Duitsohe grensgebied gelukkig, al deden zich de economische nooden van dezen tijd wel degelijk voelen. In dit opzicht is er wel een tegenstelling merkbaar tus schen de gebieden aan beide zijden van de grens Nu is men er weer opgeschrikt door oorlogsgevaar en de S.A.-lieden in hun bruine uniformen, die ook hier, als overal elders in Duitschland, het aspect van de straten beheerschen, kijken er vastberadener dan ooit. land zijn voorstellen weer intrekken es bouwen op de trouw, offermoed en offer zin van het Duitsche volk, verder levend in eervolle afzondering. REDE VAN GOERING. Militaire wandelingen naar Berlijn onmogelijk. Rijksminister Goering heeft in 't Schla- geter Haus te Koningsbergen een redevoe ring uitgesproken met het oog op de a.s, volksstemming. Goering zeide o.m. Het is het kenmerk van onze Germaansche democratie, zooals die wordt opgevat door onze beweging, dat bij belangrijke beslissingen het Duit sche volk zelf zijn standpunt moet bepa len. De Fuehrer wil rekenschap afleggen, omdat hij wil, dat het volk zich zal uit spreken over hetgeen hij heeft gedaan. Vergeet niet, dat uw leider thans tegen over de volken der wereld staat. Hij moet onderhandelen over uw vrijheid, over uw geluk. Wij herinneren ons thans met trots en dankbaarheid den strijd om het Duitsche volk. Duitschland werd vrij, het Duitsche volk stond op en vond zichzelf weer. En dat, volksgenooten, is thans nauwelijks drie jaren geleden. Voor ons bestond nog slechts één pro gram: Wij vertegenwoordigen Duitsch land. De opbouw van het nieuwe rijk be gon. In de plaats van het oude partijen stelsel stond plotseling een eensgezind Duitsch volk. Ook het particularisme der landen verdween. Er bleef slechts een souvereiniteit, de souvereiniteit van het Rijk. Men ontzegde het Duitsche volk. dat arm aan grondstoffen was, de noodzake lijkste grondstoffen. De Duitsche inge nieurs werkten en schiepen ons nieuwe uitvindingen. Duitsche wil en Duitsche moed zal de dingen wel verschaffen. Hitier kon, zooals Zaterdag, een bevrij dende beslissing nemen, omdat hij weet, dat hij dat mag doen, omdat de Duitsche weermacht sterk genoeg is om een inval in Duitschland te verhoeden. Militaire wandelingen naar Berlijn be staan niet meer, noch te land noch in de lucht. Daarom zou ik plechtig tegenover de wereld willen verklaren: Al heeft Adolf Hitler gewapend, al heeft hij het bevel gegeven met alle kracht de wapening ten uitvoer te leggen, toch heeft hij ons steeds opnieuw gezegd, dat zulks niet geschiedde om aan te vallen: zij ls er niet om aan te vallen, zij is er niet om anderen kwaad te doen, zij is niet tot stand gebracht om te dreigen, doch om ons te beschermen. De geheele wereld weet wel, dat Hitier het eerlijk meent. Als de Franschen het doen voorkomen, alsof wij hun een belee- diging hebben aangedaan, dan is dat niet juist. Wij hebben slechts een einde ge maakt aan de laatste onzekerheid. Op 7 Maart werd een geweldige stap ge daan. Er kome wat wil, als één man zal Duitschland staan en zijn plicht doen tot den laatsten ademtocht. Het is toch geen beleediging, indien men zijn eigen provincies herstelt. Wij hebben de wereld vrede aangeboden. Vrede moet evenwel aan twee zijden worden gemaakt. Wij hebben het onze gedaan. Thans is het aan anderen het hunne te doen. Wij kun nen en willen hen niet beïnvloeden. Wij willen in alle rust en standvastigheid de toekomst afwachten. Wij Duitschers heb ben het goede gewild en het goede zal vruchten afwerpen. Oons lot is het her stel van de Duitsche eer en van de Duit sche vrijheid. Wat de toekomst, ook moge brengen, óf Duitschland leeft in eere óf Duitschland sterft in eere. Italiaansche overwegingen over Locarno. Stefani seint: Terwijl de Italiaansche dagbladen een strikte reserve in acht nemen ten op zichte van de kwestie der bezetting door Duitschland van de gedemilitariseerde Rijn-zone en van de schending daardoor van het verdrag- van Locarno, geven zij eenige overwegingen over den toestand van Italië als garant van het pact van Locarno. Daarbij doen zij uitkomen, dat een ze kere politieke en juridische taal, die in deze dagen gebruikt wordt in verband met het verdrag van Locarno, volkomen on verklaarbaar is. Men kan niet vergeten, dat half Sep tember de Britsche vloot in de Middel- landsche Zee geconcentreerd werd, dat tegelijkertijd op initiatief van Engeland onderhandelingen werden aangevangen over samenwerking met Frankrijk in de Middellandsche Zee en Frankrijk hierin toestemde, op voorwaarde, dat Engeland hulp zou verleenen tegen Duitschland, dat deze militaire maatregelen klaarblijkelijk tegen Italië gericht waren, voorafgingen aan de sancties en buiten den Volkenbond bleven, zelfs tegen den Volkenbond in gingen; dat na de toepassing van de sanc ties samenwerking in de Middellandsche Zee werd gevraagd aan Frankrijk en an dere staten, terwijl toen wederom door Frankrijk als tegenprestatie samenwerking op het. vasteland aan Engeland werd ge vraagd, welke vraag enkele dagen geleden herhaald werd. Dat alles kan niet in overeenstemming gebracht worden met het verdrag van Locarno en met de positie van Italië in dat verdrag. Uit Engeland. Het uitvoerend comité van de Engelsche Volkenbondsvereeniging heeft een resolu tie aangenomen, waarin staat, dat de schending van het pact van Locarno door Duitschland en de overtreding van de be palingen van het vredesverdrag nog te er ger is, waar de Duitsche rijkskanselier meerdere malen de verzekering heeft ge geven deze verdragen te zullen respec teeren. De resolutie beveelt aan, dat de Volken bondsraad het permanent hof van inter nationale justitie zal laten beslissen of het Fransch-Russische verdrag onveree- nigbaar is met het pact van Locarno, zooals Duitschland beweert en tevens of de andere mogendheden die het pact van Locarno hebben onderteekend door de bepalingen van het pact gebonden blijven. De Engelsche nationale arbeidersraad heeft besloten een uitnoodiging te richten tot het vakvereemgingscongres, de socia listische arbeidersinternationale en de se cretariaten van de internationale Kamers van Koophandel om zoo spoedig mogelijk ■te Londen bijeen te komen. T

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9