LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Vrijdag 13 Maart 1936
UIT RUSLAND.
HISTORISCHE FIGUREN.
UIT DE OMSTREKEN.
KOUDEKERK.
De A.R kiesver. ..Nederland en Oranje"
hield in hét lokaal achter de Geref. kerk
haar laatste vergadering ln dit seizoen- De
voorzitter, de heer N. P. Slegtenhorst sprak
over „Het Gezag". Nadat hij had gewezen
op den oorsprong, beteekenls en de bron
daarvan en ln verband daarmede op de
richtingen en stroomingen, die met Gods
Woord geen rekening houden wat het ge
zag betreft, zette hij duidelijk uiteen de
beteekenls van het gezag van het staat
kundige, gezlns. en het maatschappelijke
leven- Een leerzame discussie volgde. De
vergadering die door den voorzitter was
geopend, werd door den heer P. de Jong
met dankgebed gesloten.
-o-
LEIDERDORP.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Nicolaas, Z. van N. Mol en N.
de Wltt.
Ondertrouwd: Th, Duiker Jm. 25 j. en
J. Bpek jd. 25 j. K. Hulscher jm. 20 j.
en N. de Ridder Jd. 24 j. H. J. v. Houten
jm, 22 j. en G. v. Alphen jd. 20 j.
o
NIEUWVEEN.
Vergadering R.K Volksbond.
Voor de leden van den pl. R.K. Volks
bond heeft het Kamerlid de heer Steln-
metz. een spreekbeurt vervuld. De slappe
belangstelling voor het bondsleven. soms
gevolgd door desertie ls voor spr. een be-
wlls. dat sommigen de beteekenls van een
sterke organisatie in crisistijd niet vol
doende beseffen. De tweeledige taak van
den Volksbond wordt nagestreefd in de
stands- en vakorganisaties. De stands
organisatie der arbeiders heet in ons
diocees H.K. Volksbond en belast zich met
de godsdlenstlg-zedelhke belangen der
leden, voorts met de algemeene arb.-be-
langen (os. volkshuisvesting, drankbe
strijding. algem. werkloozenverzorging,
levensverzekening. spaarfonds enz.) De
vakorganisaties behartigen speciaal de
belangen van een bepaalde arbeidersgroep
De stands- en vakorganisatie in de ver
schillende bisdommen zijn tot één groot
geheel samen gevoegd in het R.K. Werk
liedenverbond. Nu zlln er. aldus spr. die
hun organisatie louter zien vanuit een
stoffelllk standpunt en ze beschouwen als
automaten, waarin zij hun contributie
deponeeren met onmiddellijk nuttig effect.
Zulke -leden komen natuurlijk bedrogen uit
en uit protest verlaten zij de organisatie
Aan hen die het luist inzicht hebben is
de taak desertie tegen te gaan door een
■propagandistisch woord. Spr. gaat na wat
door het R.K. Werkliedenverbond in sa
menwerking met de andere bonden be
reikt ls. Veel ellende hebben de organi
saties voorkomen. Van de gelegenheid tot
vragen stellen werd door enkelen gebruik
gemaakt. Aan het slot dankte de heer
Brouwer den spreker.
Loop der Bevolking.
Gevestigd: T. C. E. Baartsen, v. Bloe-
mendaal G. v. Vliet, v. Bennebroek
J. Kuiper, v. Grave C. S. v. d. Weege,
v. Roosendaal.
Vertrokken: C. P. Habermelh en gezin,
n. Amsterdam.
TER AAR.
FRAUDE DOOR POSTAMBTENAAR?
Verduistering van f.1400 tot f.2000.
Ten postkantore alhier werd door de
politie een ambtenaar gearresteerd, ver
dacht van het plegen van fraude ten na-
dcele der posterijen. Hoe en op welke
wijze de fraude werd gepleegd ls nog niet
bekend. De politie kon ons, hangende het
onderzoek, daaromtrent nog geen inlich
tingen verstrekken. Men spreekt van een
benadeeling of verduistering van f. 1400
tot f. 2000. De fraude schijnt door den
directeur van het kantoor ontdekt te zijn.
Ledenvergadering „St. Deus Dedit".
De R.-K. Landarbeidersorganisatie ver
gaderde in het Patronaatsgebouw onder
voorzitterschap van den heer G. Versluis.
De voorzitter verwelkomde in het bizonder
het hoofdbestuurslid, den heer Salman,
die na het lezen der notulen sprak over
de tegenwoordige positie van den arbeider
ir. het algemeen en die van den land
arbeider in het bizonder.
Na zijn propagandawoord gaf de spreker
gelegenheid tot het stellen van vragen,
waarvan verschillende aanwezigen gebruik
maakten. Besloten werd ln samenwerking
met den Chr. Landarb.Bond te trachten
herziening van den loonnorm te verkrij
gen, waarnaar de steunbedragen worden
berekend. In de plaats van den heer J. v.
Beyeren werd als bestuurslid gekozen de
heer A. Heemskerk. Na rondvraag sloot de
voorzitter de vergadering.
Een verkooping, die niet kon doorgaan!
De aangekondigde publieke verkooping
bij den veehouder E. kon niet doorgaan,
omdat de koopwaar ln hoofdzaak niet
meer aanwezig bleek te zijn. Dit was o.m.
het geval met het hoornvee, dat verkocht
zou worden, zoodat de vele opgekomen
belangstellenden onverrichter zake huis
waarts moesten keeren!
o
WADDINXVEEN.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Antonius Gijsbertus Johannes,
zn. van G. J. Bresser en E. Dijns Adria-
nus Johannes en Arnoldus, zoons van J,
L. Brouwer en A. van der Heiden.
Overleden: W. Oostrumgeb. Bosloper,
81 jaar.
Ondertrouwd: J, Boer en J. A. van Eijk.
Geslaagde Ruiteravond.
Door de L.R.V. „De Gouweruiters" werd
de vermaarde en graag bezochte Ruiter
avond gehouden, welke werd bijgewoond
MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN
(Nadruk verboden)-
Elke revolutie brengt een aanzienlijke
verschuiving ln de sociale verhoudingen
van het land mede- De maatschappelijke
verhoudingen ondergaan ingrijpende ver
anderingen; én dit gaat niet langzaam,
zooals tijdens een evolutie, maar vindt
snel plaats, zoodat de maatschappij in een
korten tijd een volkomen verandering on
dergaat, onherkenbaar wordt- De regee-
rende klassen worden tijdens elke revo
lutie verdrongen, verdreven, uitgeroeid of
tot armoede gedoemd Haar plaats wordt
door andere groepen Ingenomen, ln den
regel door menschen uit de lagere of zelfs
uit de onderste klassen van de maat
schappij- Tegelijkertijd vindt een verschui
ving plaats onder de overige groepen van
ae maatschappij, waarbij alle belangrijke
functies geleidelijk ln handen van men
schen overgaan, die tot een andere laag
dei- maatschappij behooren. Dat gaat in
den regel gepaard met een zekeren ach
teruitgang van het cultureele peil, doch
die achteruitgang draagt slechts een tij
delijk karakter; na eenigen tijd wordt het
peil van vóór de revolutie weer ingehaald.
Dit vindt nu ook in Rusland plaats- De
regeerende klasse de hooge adel, de
bureaucratie enz. is uit het land ver
dreven en gedeeltelijk uitgemoord; de res
ten van die klasse leiden een armzalig
bestaan en sterven uit. Hetzelfde lot heeft
ook de geheele bourgeoisie getroffen, alle
bezittenden- De Russische revolutie heeft
een generale schoonmaak gehouden en zij
heeft het op een schaal gedaan, zooals in
de wereldgeschiedenis geen tweede voor"
beeld te vinden is- De wijze, waarop die
schoonmaak gehouden is, is radicaal, hui
veringwekkend- Van de leidende maat
schappelijke klassen van 't vroegere Rus
land ls geen spoor overgebleven Alleen
zij, die bijtijds uit het land wisten te
vluchten, hebben het veege lijf gered- Zij
leiden sindsdien het weinig te benijden
bestaan van bannelingen, die nergens
welkom zijn, die zwaar te lijden hebben
van de crisis en de verwarring, welke de
wereld teistert. Sommigen hunner leven
nog ln de naïeve overtuiging, dat zij in
Rusland onmisbaar zijn, dat zij vroeger
of later geroepen zullen worden om in hun
vaderland „orde te scheppen". Anderen,
die meer crltisch vermogen hebben, heb
ben begrepen, dat de revolutie nooit meer
ongedaan gemaakt zal kunnen worden,
dat zij zich met het verlies van hun land
goederen, fabrieken, huizen, van hun goed
betaalde betrekkingen, mooie uniformen,
goed gemeubileerde villa's moeten verzoe
nen Ér is geen terugkeer mogelijk.
Er was echter één maatschappelijke
groep van de beter gesitueerde klassen,
die haar positie ook onder het sovjet
regime wist te behouden, n.l- de klasse der
intellectueelen, de „Intelligentsia", zooals
de Russische term luidt: de Ingenieurs,
geleerden, letterkundigen enz- Niet dat
hun bestaan al die jaren bijzonder roos
kleurig zou geweest zijn: zij kenden ver
volgingen. ontberingen, vernederingen-
Vel"n hunner waren door de GP-Oe, bij
allerlei gephantaseerde processen betrok
ken en moesten met hun leven de misluk
kingen van de ondernemingen der bolsje-
wiki bekoopen; nog meer hunner vele
duizenden zijn in concentratiekampen
opgesloten, waar zij slavenwerk verrich
ten. Velen, de meesten wellicht, wisten
zich echter aan de nieuwe toestanden aan
te passen, zij gaven hun vroegere vrijheid-
lic-vendheid en de belangstelling voor de
politiek op, beperkten hun belangstelling
tot hun werk en hadden, vooral de laatste
jaren, weinig reden tot klagen. Hun le
vensstandaard was natuurlijk veel lager
dan vóór de revolutie, maar het peil van
het leven is in Rusland (evenals in elk
land na een revolutie: men zie bijv. wat
er nu in Duitschland gebeurt) in het alge
meen sterk gedaald-
Het sovjet-regime wantrouwde de in
tellectueelen- die onder het oude regime
hun opleiding hadden gekregen, maar het
kon ze niet missen. De oude professor be
hield zijn leerstoel, de ingenieur bleef aan
het hoofd van de fabriek, kreeg zelfs veel
grootere fabrieken met nieuwere machines
te besturen, de schrijver kon romans en
verhalen schrijven (alleen moest hij reke
ning houden met de wenschen van de
overheid en de zaken op een wijze belich
ten. die weinig met zijn eigen opvattingen
strookte, maar die door de machthebbers
voorgeschreven werd) enz.
De nieuwe machthebbers hadden dezen
toestand aanvaard alleen omdat zij niets
anders konden bedenken. Zij hadden ech
ter besloten ln versneld tempo opvolgers
voor de „intelligentsjija" te kweeken. Die
opvolgers moesten uit die kringen gerecru-
teerd worden, welke na de revolutie op
den voorgrond zijn getreden, hoofdzakelijk
uit proletarische kringen- Er werden spe
ciale scholen opgericht, waar jonge arbei
ders een opleiding kregen, welke hen in
staat stelde in een korten tijd het aller
uiterste minimum van datgene te verne
men. wat voor het volgen van de cursus
sen aan de hoogescholen onmisbaar ls- Op
deze wijze zijn ln den loop van de laatste
15 Jaar tienduizenden jonge arbeiders en
kinderen van arbeiders in staat gesteld
diploma's te behalen en zij verdringen nu
door den Beschermheer burgemeester P. A.
Troost. De voorzitter opende en gaf daarna
het woord aan den heer v. d. Horst, die de
leiding voor dezen avond had. Deze sprak
den Beschermheer toe en dankte hem har
telijk voor hetgeen hij van de oprichting af
voor „De Gouweruiters" geweest is, als
mede ln 't algemeen voor de Landelijke
Ruitersport. Het is een eer voor de vereeni-
ging aldus spr. een Beschermheer te mo
gen hebben, die zóóveel voor het paard ge
voelt, en zulks uit, door medeleven met
de paardensport. Het slagen van een con
cours is wel uitsluitend aan hem te dan
ken. want wéar men de naam van burge
meester Troost kon gebruiken, daar slaag
de men er in een eereprijs te verkrijgen,
zoowel bij de Koninklijke Familie als bij
particulieren! Tevens werd een woord van
dank gebracht aan de heeren: v. d. Breg-
gen, Donker en Eindhoven, die gratis hun
manége beschikbaar hadden gesteld tot
het houden van lessen. Ook kon de ver-
eeniging gratis een demonstratie en een
concours geven op hun terrein. De heer
van Waard uit Leiden bewees de juiste
man te zijn, die de ver. „De Gouweruiters"
op hoog peil bracht. Hierna zong men
zienderoogen de vertegenwoordigers van
de oude lntelligentslja, die, zoodra zij ge
mist kunnen worden, over boord geworpen
worden.
Dit proces ls reeds voor een groot deel
voltooid. De oude Intellectueelen, die hun
betrekkingen voorloopig nog behouden,
weten, dat zij elk oogenblik door de
nieuwe intellectueelen, uit de onderste
lagen van de bevolking voortgesproten,
verdreven kunnen worden. Wat men nu
ln Rusland aanschouwt komt dus hierop
neer, dat er een nieuwe klasse van intel
lectueelen ingenieurs, leeraren, Jour
nalisten, schrijvers, artsen, advocaten,
professoren enz. ontstaat, die door het
proletariaat opgeleverd ls en die de plaat
sen inneemt, welke vroeger door de be
schaafden uit de hoogere klassen (bour
geoisie e.d.) ingenomen werden. In een
sovjet-roman, eenigen tijd geleden ver
schenen, waarin dit proces uitgebeeld ls,
wordt de toestand als volgt geformuleerd:
„Mijnwerkers worden hoofdredacteuren
van dagbladen. Draaibankwerkers zijn ar
chitect geworden en bouwen huizen van
zes verdiepingen. Wevers zijn dirigent ge
worden. Kolendelvers zijn professor ge
worden. Loopjongens staan voor de klasse.
Ingenieurs, technici, componisten, dich
ters, uitvinders, artsen, journalisten door
de arbeidersklasse opgeleverd".
Dat alles is waar en het vervult met
vreugde niet alleen den sovjet-romanist,
doch eiken Rus, die van zijn land houdt
en die zich bewust is van het onrecht, dat
vroeger begaan werd (niet alleen in Rus
land, maar ln de geheele wereld), doordat
de kinderen der armen gedoemd waren
het harde leven van hun ouders te moeten
blijven leiden en geen (of zeer weinig)
kans hadden, zich op te werken. Wat den
onbevooroordeelden waarnemer minder
aangenaam treft, is de omstandigheid, dat
nu weer onrecht begaan wordt, nl. tegen
over de kinderen van menschen uit de
klassen, die vroeger bevoorrecht waren.
Gelukkig komt den laatsten tijd hierin
verandering. Kort geleden zijn alle beper
kingen voor de toelating tot de scholen
van kinderen van „sociale vijanden" (d.
w. z. van gewezen bourgeois, van intellec
tueelen, geestelijken enz.) afgeschaft. De
verwachting is dus gerechtvaardigd, dat
binnen afzienbaren tijd een meer recht
vaardige toestand geschapen zal worden,
waardoor alle jongelui, die de vereischte
capaciteiten bezitten, in staat zullen ge
steld worden naar de leidende posities te
dingen.
Er is nog iets, dat de vreugde vertroe
belt van den onbevooroordeelden Rus. die
deze evolutie gadeslaat. De nieuwe intel
lectueelen zijn nl. zeer onvoldoende voor
hun taak voorbereid, wat nu overigens
door de machthebbers erkend wordt, (dat
is een van de redenen, waarom de beper
kingen voor de kinderen der beschaafden
afgeschaft zijn). De kolendelvers laten als
hoofdredacteur veel te wenschen over; de
wevers kunnen als dirigent niet met een
Mengelberg vergeleken worden; de mijn
werkers, die tot professor gebombardeerd
zijn, staan in de meeste gevallen niet op
de hoogte van de wetenschap, die zij do-
ceeren. De „witten",, die zich over elke
mislukking van de nieuwe Russische re
geerders verheugen (wat overigens ln
hoogste mate onpatriottisch is en weinig
voor hun liefde tot hun vaderland getuigt:
die mislukkingen hebben immers betreu
renswaardige gevolgen voor het geheele
land), wijzen met leedvermaak naar het
slechte werk van die nieuwe intellectuee
len. Wat zij vergeten is dit: de kwaliteit
van eiken arbeid kan opgevoerd worden,
de volgende generatie van de nieuwe in
tellectueelen, die op meer normale wijze
haar opleiding zal krijgen, zal het werk
veel beter verrichten.
Wij aanschouwen dus in Rusland het
ontstaan van een nieuwe klasse van intel
lectueelen: artsen, advocaten, ingenieurs
(deze laatsten zijn in een land als Rus
land, dat in opbouw is, van bijzonder veel
belang en nemen in het leven van het
volk een voorname plaats in), geleerden,
schrijvers, kunstenaars enz. De nieuwe
intellectueelen zijn overmoedig, bezitten
veel energie, ondernemingsgeest, zij over.
schatten vaak hun krachten, nemen te
veel hooi op hun vork, doch wij kunnen
dit laatste moeilijk als een gebrek be
schouwen, het is een gevolg van de jeugd,
van de geringe gedisciplineerdheid. De
oude intellectueelen, die hun jonge con
currenten met spot en minachting aan
zagen, ontdekken nu tot hun schrik, dat
die minachting volkomen misplaatst was.
Nu voelen zij, dat zij niet meer in staat
zijn den strijd tegen de opdringende jeugd
vol te houden en dat ls een der oorzaken
van de emigratie van de oude intellec
tueelen.
Welke gevolgen de maatschappelijke
veranderingen zullen hebben, die nu in Rus
land waargenomen worden, is moeilijk
met zekerheid te zeggen. Het is mogelijk,
dat de nieuwe klasse der intellectueelen
na eenigen tijd zeggenschap in het be
stuur des lands zal eischen en dat <Jlt
tot een conflict met de regeerders zal lei
den. In Rusland houden velen rekening
met deze mogelijkheid, die tot strijd zal
leiden. Dit ls echter een kwestie van de
toekomst. Voorloopig steunt de nieuwe in.
tellingentsij a het tegenwoordige regime,
levert zij zelfs zijn beste steunpilaren op.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.
staande het „Wilhelmus", terwijl door
middel van een projectielantaarn de beel
tenissen van H.M. de Koningin en Prinses
Juliana op het doek gebracht werden. De
heer van Waard hield een lezing over 10
jaar Landelijke ruitersport, waarvoor deze
een dankbaar applaus in ontvangst mocht
nemen. De heer v. d. Berg vertoonde de
Concours-Hipplquefilm, die ook zeer in de
smaak viel. De Beschermheer gaf een
overzicht omtrent de oprichting der Fede
ratie 10 jaar geleden en van de stichting
der Vereen. „De Gouweruiters". Toen werd
opgevoerd het propaganda ruiterstuk, dat
uit den aard een heel gezellig meeleven met
de ruitersport In beeld bracht en dat ten
doel had propaganda te maken voor de
zoo hoog noodige binnen-manége.
De heer van Waard bracht allen dank
die medegewerkt hadden om dezen avond
te doen slagen. In het bijzonder den Be
schermheer der vereeniging voor zijn aan
wezigheid en rede alsmede den heer v d.
Horst, die geen moeite ontzien had, de
„Gouweruiters" te laten triomfeeren!
Men bleef nog gezellig wat na-feesten.
Besloten werd met een gezellig samen
zijn onder leiding van den heer C. Hijkoop.
HET KIND VAN LUBECK.
In het jaar 1779, tien Jaar vóór het uit
breken der Fransche Revolutie, verscheen
te Göttlngen, bij de uitgeefster weduwe
Vandenhoeck, een boekje, dat op het ti
telblad als vignet een kinderfiguurtje te
zin gaf in een guirlande van rozen.
In het boekje vond de lezer de nauw
keurige mededeellng van het leven, de
daden, de reizen en den dood van een kind
Maar van welk een kind! We mogen het
gelukkig achten, dat niet dikwijls derge
lijke kinderlevens tusschen de groote men
schen opbloeien en voorbijgaan, want de
vorm en de geest onzer maatschappelijke
samenleving willen en geleidelijke, lang
zame ontwikkeling van het kind en geen
ontwikkeling met groote sprongen- We
willen het kind gaarne ruim en breed zijn
kinderlijke jaren toemeten-
Nu en dan echter doet de natuur een
krachtproef een abnormaal vlugge groei
verbreekt eensklaps den gewonen regel.
Zoo geschiedt ook soms in het meester
lijke complex van geest en stof. dat we
mensch noemen- We spreken dan van
„wonderkinderen", verwonderen ons over
hen, beklagen hen meestal of dragen er
het onze toe bij om het beklagenswaar
dige schepsel nog beklagenswaardiger te
maken en verder denken we niet meer aan
hen- Het „wonderkind" over hetwelk het
Göttingsche boekje van bijna honderd en
zestig Jaar spreekt, heeft waarschijnlijk
bij het groote publiek een dergelijke voor
bijgaande belangstelling, met haar voor-
en nadeelen, ondervonden-
In het geval, dat hier besproken wordt,
heet het kind Christian Heinrich Helne-
ken. In een oude encyclopaedle is te vin
den, dat men het „het kind van Lubeck"
heeft genoemd ln de jaren tusschen 1721
en 1725, waarbinnen zijn leven zich af
speelde. Het boekje van 1779 is niet velen
bekendmisschien is het door de naspo-
ringen van een vorscher, die er jaren ge
leden iets over schreef ln de Bazelsche
National Zeitung, onder eeniger oogen ge
komen. doch men mag wel aannemen, dat
Christian Heinrich Heineken voor de
meeste onzer tijdgenooten een geheel on
bekende ls- De door den Zwitserschen na-
vorscher geraadpleegde uitgave was een
iweode druk. die volgens het opschrift
„leesbaar en begrijpelijk voor kinderen
zelf" was. De schrijver en publiceerder van
dc eerste uitgave is Christian von Schön-
eich, die de leeraar was van het kind,
welks leven hij mededeelt- Een kort leven:
vier jaren en vier maanden- Het kind
sprak drie talen, waaronder het latijn: het
kon met een merkwaardig geheugen heele
boeken navertellen: het deed reizen als
een beroemd personage naar verschillende
hoven; vorstelijke personen ontvingen het.
AALSMEER.
Geslaagd concert.
De accordeon-ver. „Aalsmeer" (dir. de
heer G. E. den Boer) gaf een concert ln
„De Oude Veiling". De bioscoopzaal was
geheel bezet. De w.n. voorzitter, de heer
G. Comello, heette allen welkom. Nadat
„Aalsmeer", dat in versterkte formatie
optrad, eenlge nummers gespeeld had,
trad de heer Johny Rono, humorist, op.
Medewerking verleende Amato's Jeugd-
Accordeon Ensemble, alsmede de heer G.
E. den Boer (accordeon-virtuoos). Zoowel
het muzikale als het humoristische ge
deelte oogstte veel succes. De heer Co
mello sprak een slot- en dankwoord. Met
een bal ls deze mooi geslaagde avond be
sloten.
RECLAME. 7655
WOUBRUGGE.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Willem, zoon van W- Kinkel
en B Ederveen Clazina Johanna Maria
oochter van J. J. van der Geest en P- M.
Bisschop Jacobus Jozefus, zoon van W.
van der Lubbe en H. A. Lieverse Alida
Joanna Jozefina, dochter van C- P. Borst
en J. M- Colljn,
o
ZOETERMEER.
Ernstige val.
Terwijl de knecht G. V. van den smid
v. D. alhier eenlge platen ijzer droeg,
kwam hij zoodanig daarmede te vallen,
dat hij bewusteloos werd opgenomen. Na
geneeskundig onderzoek bleek, dat hij
eenige ribben gebroken had.
Door den chauffeur die een auto met
vuilnis bestuurde, werd op de Stations
straat een brievenbus van de posterijen
afgereden. De chauffeur zal dit schade-
postje moeten betalen.
o
ZWAMMERDAM.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Nicolaas Anthonius Gerardus,
zoon van Nicolaas Adrianus van Rossum
en van Cornelia Alida Stolwijk.
Overleden: Adriana ülttenbogaard- oud
28 jaar-
De Herv- Geref. Staatspartij hield in
het hotel „De Rustende Arend" alhier een
openbare vergadering. Als spreker trad
daarbij op. de heer B. G. Peereboom oud
lid der Tweede Kamer, met het onder
werp: „Hoe het wel moet en hoe niet". De
Belangstelling was zeer gering.
De opbrengst van de busjes, welke
door de Kerkvoogdij der Ned. Herv. Kerk
alhier bij de lidmaten worden gepresen
teerd op hun ve-rja-rdagen, heeft over de
maand Februari JJ. f. 20.57'/i bedragen.
Toch was het een zwak, ziekelijk kind, dat
nauwelijks op zijn beentjes kon staan en
bijna zoolang het leefde zuigeling bleef-
Maar de kleine Christian is niet alleen
opmerkelijk door zijn geheugen; neen, hij
is een helder denker, heeft een zelfstandig
oordeel- En zelfs openbaart hij tijdens de
ziekte, waaraan hij zou sterven, een ziele-
grootheid, die de omstanders ontroerde-
HIJ droeg zijn leed als een man, een le
venswijs man, en hij troost hen, die zullen
achterblijven.
Den 6en Februari 1721 was hij te Lubeck
geboren. Toen hij tien maanden oud was.
begon hij te leeren; een onderwijzer leerde
hem de bijbelsche geschiedenis- „In de
veertiende maand van zijn leven had hij
alle verhalen van het Nieuwe Testament
begrepen", zegt de biograaf naïef.
Christian's ontwikkeling begint en gaat
voort ln een snel tempo- Als hij twee jaar
oud is, kent hij de historie van de Ooster-
sche volken en ook van de Grieken en Ro
meinen- Elke week krijgt hij een nieuwe
portie latijn te verorberen, wat hem uit
stekend bekomt- Dultsch en latijn, aard
rijkskunde en geschiedenis gaan er als
koek in of, beter gezegd, beter dan koek
gedaan zou hebben, want Christian's maag
bleef zwak de menschelljke anatomie
bestudeert hij met behulp van een ge
raamte- Rekenen en Fransch zijn geen
bezwaar voor zijn jonge hersenen- Maar
schrijven kan hij niet; zijn vingertjes zijn
er te zwak voor.
En nu begint, helaas, zijn rondreis als
„bezienswaardig" wonderkind. „Mijnheer
Zuigeling", zooals zijn biograaf hem
noemt, is dan drie Jaar en drie maanden
oud- HIJ wordt ingescheept op een boot
naar Kopenhagen om daar „aan de ko
ninklijke majesteiten te worden voorge
steld". Op een mooien Septembermorgen
wordt hij ten hove ontboden- Terwijl hij
mooi aangekleed wordt, overvalt hem de
slaap, maar hll bestrijdt die lichamelijke
zwakte en op de armen van zijn min laat
hij zich naar het paleis brengen- Hij is
verrukt bij het zien van de paleis-wacht-
„O, daar zijn satellites, stipatores cum sa-
tellito". „trawanten met de lijfwacht",
roept hij uit- Hij wordt op zijn beentjes
gezét, maakt een diepe buiging voor den
koning, houdt tot dezen een toespraakje
en vraagt ten slotte in het Fransch de toe
stemming des konings hand en den zoom
van zlln vorstelijk kleed te kussen- Van dit
gepraat is hij dorstig geworden, wat hij ln
het latijn te kennen geeft. De min laaft
hem dan in een der koninklijke vertrek
ken. Op haar schoot rustend vertelt hu
den koning de geschiedenis van zijn huis
en de beteekenls van verschillende orden,
die hem getoond worden- Ons lijkt dit
thans erbarmelijk maar het Deensche hof
staat verstomd. Bij des konings zuster,
prinses Sophie Hedwig, laat hij de om
standers in verbazing over zijn kennis der
aardrijkskunde- Ook in hoofsche taal ls
hij bedreven- Toen hem een of andere
lekkernij werd geboden, antwoordt hij in
het Fransch: „ik dank Uwe Koninklijke
Hoogheid zeer nederig, doch ik kan nog
niet eten"- Het succes van dit antwoord
was nog grooter dan dat van al zijn jeug
dige kunde-
Nu en dan klinkt er een ernstiger toon
In zijn woorden- Een hoveling wenscht
hem een gezond leven en roem in de we
reld. Dan antwoordt de kleine vent:
„Ik dank alleronderdanlgst, doch Ood
heeft mij een doel gesteld; dat zal ik niet
overschrijden".
Weldra zal blijken, dat dit doel niet meer
ver af ligt-
De laatste zes maanden van zijn leven
ls het hem duidelijk geweest, dat hij het
niet lang meer zal maken. HJd gevoelt zich
ziek, heeft dikwijls moeite aaem te halen-
Dan is hij een mengelmoes van echt kin
derlijke angsten en gedachten van een
volwassen mensch. Zijn behoefte gaat
vooral uit naar geestelijke versterking- Men
moet hem zooveel mogelijk kerkelijke lie
deren voorzingen- In de goede uren. waar
in zijn ziekte hem met rust laat, leest hij
werken over geographle, verdiept hij zich
in den bijbel en geeft als een man in het
latijn, duitsch of fransch zijn meening
over wat hij gelezen heeft- Dan weer
herneemt het kind zijn rechten. Een
groote kuip met water moet bij zijn bed
staan. Zijn min en zijn leeraar en vriend
moeten daarop zeeschepen laten varen- De
kuip stelt de Oostzee voor en de schepen
maken de reizen naar havens, die hij
aangeeft.
Toen Christian door zijn ziekte zeer
verzwakt was, aldus veTtelt de leeraar von
Schóneich, liet hij zich het geraamte
brengen, dat hem bij zijn anatomische
studiën had gediend- Lang bekeek hij het,
noemde alle onderdeelen en zeide toen ln
het latijn: „de dood past zich aan aan
alle leeftijden". In zijn ziekenkamer brandt
men ter verfrissching van de atmosfeer
welriekende kruiden- De kranke ziet er
naar, volgt de kleine rookwolkjes en zegt:
„vita nostra fumus" „ons leven is als
rook" en den avond vóór zijn dood vraagt
hij: „Hoe laat gapt morgen de zon op?"
„Om half drie", wordt hem geantwoord-
„Welnu: dan is het goed", zegt hij rus
tig en om half drie zegt zijn biograaf,
stierf hij met de woorden:
„Heere Jezus, neem mijn ziel tot U!"
Dan is er ontroering- Groote innigheid
had velen aan het wonderkind gehecht.
Honderden gaan langs het bed, waarop
het kleine lijkje, naar lands gebruik met
bloemen getooid, in de diepe mysterieuze
rust van den dood neerligt. En een musi
cus, die het wonderkind gekend had,
maakte een grafdicht- Daarin wordt uit
gedrukt, hoe groot de geest, hoe veelom
vattend de kennis van dit kind is geweest,
zóó groot, zoó veelomvattend, dat het
„voor hem. die het kende, zelfs onbegrij
pelijk was".
Dit is In het kort de geschiedenis van
„het kind van Lubeck" Zijn voor de Jeugd
vatbaar gemaakte levensbeschrijving be
slaat in de vertelling 227 bladzijden- Eén
ding springt daarbij in het oog. n-1- dat
het kind niettegenstaande de ljdelheld en
wellicht op voordeel bedachte overwegin
gen der ouders, omringd is geweest van
persons, -Ne het liefhadden pn koester
den- Aldus is het leven van dit wonder
kind ni°t. alleen ongoln'-kig geweo-t,
wat wii. oud°rer, zoo licht geneigd zijn
van ->1ic wondpri-'nderen ln hun abnor
maliteit te denken.
A. J- BOTHENIUS BROUWER.
3-2