Oefeningen van de Grenadiers en Jagers - De „Queen Mary
DIE HOUTEN KLAAS
77ste Jaargang
LEiDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
KONINKLIJK BEZOEK AAN DE QUEEN MARY". Koning Edward bij de bezich
tiging van het majestueuze schip Queen Mary", dat binnenkort
zijn eerste proefvaart zalahouden.
DE IJ SHOCKEY1VED STRIJD CANADA-,.BLAUWE
ZES" op de kunstijsbaan te Amsterdam.
De ploegen worden aan elkaar
voorgesteld:
INKWARTIERING tijdens de tweedaagsche oefe
ning van de Grenadiers en Jagers in de omgeving van
Stompwijk. Slaapzakken en dekens worden naar boven
geheschen in een te huur staand pand.
DE ENGELSCHE MINISTER TAN BUITENLAND.
SCIIE ZAKEN, ANTHONY EDEN bij aankomst aan
het Victoria-station te Londen na zijn verblijf
te Genève. Eden en zijn echtgenoote.
INTERACADEMIALE AUTO-WEDSTRIJDEN georganiseerd door de Wageningsche Studenten
Motorclub. Het team der Wageningsche studenten onderweg
tusschen Otterloo en Stroe.
DE TWEEDAAGSCHE OEFENINGEN VAN DE GRENADIERS EN JAGERS IN DE OMGEVING VAN
STOMPWIJK. Langs de Leidsche Vliet, gepakt en gezakt
naar het kwartier.
Naar het Engelsch
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
4)
„Het zij mij vergund, u mijn geluk-
wenschen te bieden, mrs. Morton. Ik ver
moedde geenszins dat ik nabij een dame
woonde, die zóó nauw verwant was aan de
aristooratie
„U is dan wel zeer vriendelijk, mr. Roll-
stone! Ik had er geen idéé van, Ida kan
het getuigen, dat ik heelemaal van streek
was, ofschoon ik mij toch zeer goed her
inner, dat ik mijn goeden man heel dik
wijls heb hooren zeggen, dat hij connec
ties in de groota wereld bezat, maar ik
dacht toen altijd, dat dit maar een grap
van hem was."
„Dus, als ik mij niet vergis, mrs. Mor
ton, dan was de betreurde overledene de
jongere broer van den tegenwoordigen
Lord Northmoor?"
„Ja, die arme Charlie! O, was hij nu nog
maar in leven en was hij de oudste ge
weest, hij zou met veel meer waardigheid
den titel hebben gedragen!"
„En, o. mr. Rollstone. wat zijn wij nu?"
vroeg Ida ademloos.
„Tot mijn spijt, miss Ida, mag ik u niet
vleien met eenige verandering in uw be
titeling. Als uw geëerde vader in leven was
gebleven, had hij de „Honourable Char
les" kunnen worden, maar alleen dan
door speciale vergunning van Haar Ma
jesteit. Dit was bij voorbeeld het geval
bij de Honourable Frances Fordingham,
toen haar broer den titel had geërfd."
„Dan ben ik tenminste een „Honoura
ble"!" riep de gastvrouw.
„Ik vrees van niet mrs. Morton. Van
een dergelijke onderscheiding heb ik nooit
gehoord. Maar nu mij te verstaan werd
gegeven, dat Lord Northmoor niet meer
in zijn eerste jeugd is, zou uw zoon nog
altijd den titel kunnen erven en in dit ge
val zouden zijn zusters hij moest zich
even bezinnen op een woord geadeld
zijn."
„Dus maakt het voor ons geen verschil?"
bleef mrs. Morton volhouden.
„Die beslissing blijft aan zijn lord
schap," zei mr. Rollstone. bijna plechtig.
„Ik vind het een schande!" barstte Ida
uit. terwijl Constance prevelde: „Die goede
oom!"
„Stil, Ida!" zei haar moeder. „Je oom
heeft ons altijd mooi behandeld en we
hebben alle reden, om te verwachten, dat
hij dit zal blijven doen."
„Hij moest ons bij zich laten wonen in
zijn huis in Londen en ons meenemen
naar het Hof," zei Ida „O, mr. Roll
stone, is hij niet verplicht dit te doen?"
Constance fluisterde er alweer tus-
schendoor: „Hoe verrukkelijk?"
Mr. Rollstone trok het intusschen
eenigszins in twijfel, of mrs. en miss Mor
ton zich wel zoo geheel naar den vorm
zouden weten te gedragen in die hoogste
kringen; maar hij zei enkel:
„Ik zou u raden, miss Ida, om uw ver
wachtingen eenigszins te matigen en wel
in het oog te houden, dat Lord Northmoor
zich niet gebonden hoeft te achten, om
andere belangen dan de zijne te behar
tigen."
„Als hij dit niet doet," riep mrs. Mor
ton, „zou het afschuwelijk zijn tegenover
de kinderen van zijn eenigen broer met
Herbert als zijn erfgenaam."
„Vermoedelijke erfgenaam," verbeterde
mr. Rollstone met nadruk, waarna Ida
naar Constance keek, die enkel bloosde
en gichelde. „Erfgenaam is alleen de
oudste zoon, die door niets verdrongen kan
worden."
„Ja, maar daar heb je dan dat onge
lukkige onderwijzeresje, dat hem al jaren
geleden ingepalmd heeft zelfs nog vóór
mijn trouwen," zei mrs. Morton, „en die
zal hem nu meer dan dan ooit trachten te
behouden! Hoogstwaarschijnlijk heeft zij
altijd wel geweten, wat er gebeuren zou.
Kan hij niet vrii gemaakt worden uit deze
verwikkelingen?"
„O!" hijgde Constance.
„Dat is geen kleinigheid," zei mr. Roll
stone met langzamen nadruk. „Het zou al
een allernoodlottigste intrede wezen voor
zijn lordschap, om te beginnen met een
proces wegens huwelijksbeloftebreuk."
„Dat zou zij ook nooit durven onder
nemen. Ze is immers zoo arm als een
kerkrat!"
„Kijk eens hier, mrs. Morton,," klonk
het weer bezadigd, „als ik zoo vrij mag
zijn u een raad te geven, dan zou ik maar
heel voorzichtig wezen om zijn lordschap
niet te beleedigen, of iets te zeggen, dat
hem op minder gunstige wijze kon over-
overgebracht worden."
„Ja, natuurlijk. Ieder heeft wel z'n
vijanden," antwoordde mrs. Morton met
een ongeduldige hoofdbeweging.
Na deze teleurstelling ondervond mr.
Rollstone minder belangstelling, toen hij
voortging den heelen stamboom van de
Northmoors toe te lichten, van den groo-
ten rechtskundige, sir Michael Morton af,
die in den adelstand was verheven, tot er
geen afstammelingen in de rechte lijn
meer waren en het dus een zijtak werd,
waartoe dan ook behoorde de vader van
Francis en Charles Morton.
„Voorwaar, miss Marshall mocht dan
wel bijzonder helderziende zijn geweest,
als zij haar verloving was aangegaan met
het oog op de opvolging, want nu ruim
twintig jaar geleden had de laatste lord
Northmoor nog twee zoons en een broer in
leven. Er was ook een dochter, the Ho
nourable Bertha Augusta,"
„Is die getrouwd?" vroeg mrs. Morton.
„Het is hier niet aangeteekend en als
het in de bladen had gestaan, zou ik het
er wel bijgezet hbben."
„Hoe oud is zij."
„De samensteller van dit boek zou nooit
zoo ontactvol zijn geweest om den leeftijd
van een dame te vermelden," klonk het
weer heel zwaarwichtig, „maar daar the
Honourable Arthur was geboren in 1848 en
the Honaurable Michael in 1850, mogen
wij aannemen, dat haar Ladyschap niet
meer in haar eerste jeugd is."
„En niet getrouwd?.... Dus zoo onge
veer van den leeftijd van Fr.... lord
Northmoor? Dan zal ze er wel op uit zijn
hem in te palmen," zuchtte mrs. Morton,
„en daardoor zal hij zijn naaste bloedver
wanten laten varen!'
„Op die manier zou Mary Marshall nog
te verkiezen zijn," meende Ida.
„Ze zou nooit onvriendelijk wezen," zei
Constance zacht.
„Dat kan men onmogelijk van te voren
zeggen," meende mr. Rollstone met ge
rechtvaardigd gezag. „Ik heb altijd waar
genomen dat de hooggeboren aristocratie
veel vriendelijker en minzamer is dan
degenen, die van lager afkomst zijn."
„O, ik hoop maar op miss Marshall,"
fluisterde Constance tot Rose.
„Zoo'n nare, oude kat van een onderwij
zeres!" riep Ida en ze gichelden onder
elkaar en hielden haast niet op om de
aankondiging van mr. Rollstone te hoo
ren, dat hij had aangeteekend, in 1879 het
huwelijk van the Honourable Arthur Mi
chael met lady Adela Emily, de eenige
dochter van den graaf van Arlington, en
den dood van genoemden Honourable
Arthur, tengevolge van een ongeluk met
een rijtuig, vier jaar later.
Toen stoof Herbet binnen, om zich heen
verspreidend een geur van thee en teer,
zoodat hij ontvangen werd met het drin
gend verzoek om zijn haar te borstelen en
zijn handen te wasschen ,al beweerde hij
dan ook, dat hij beide bewerkingen had
verricht, ten bewijze waarvan hij zijn ge
bruinde handen uitspreidde, die dan ook
schoon genoemd konden worden, op een
paar ingegroezelde strepen teer na.
Mr. Rollstone trachtte zijn moeder al te
troosten met de bewering, dat het aristo
cratisch was om de touwen te kunnen
hanteeren en Herbert, die tusschen de
jongste meisjes inzat en zich de saucijsjes
vooral goed liet smaken, zei, dat hij van
plan was zich een jacht aan te schaffen
en dat hij Rose mee op een proeftocht zou
nemen. Neen, niet Ida, die zou zich na
tuurlijk allerdwaast aanstellen; bovendien
had ze zulke wijd van het hoofd staande
ooren, dat je er wel aan trekken moest,
wat van zijn zusters zijde een verontwaar
digden uitval en aan zijn moeder een ver
maning ontlokte, terwijl mr. Rollstone op
merkte, dat het jongmensch heel wat te
leeren had, wilde hij met aristocratische
manieren te voorschijn komen, waarop
Herbert binnensmonds prevelde, dat „aris
tocratische manieren hem gestolen kon
den worden": dat hij er zich in ieder geval
niet mee kwellen zou. eer hij een lord was.
Toen zei hij hardop, om de mogelijke grof
heid weer eenigszins goed te maken dat
hij zijn nieuw jacht „Rosé" zou noemen.
„Ja, maar ik ga niet mee. eer je wat
betere manieren hebt," kwam Rose nu ook
uit den hoek, waarop er een algemeen ge
lach onder de jongelui volgde.
(Wordt vervolgd).