DE PUTSCH IN JAPAN.
DE BEGROOTING VAN JUSTITIE
76ttc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 Februari 1936
Derde Blad
No. 23290
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer.
DE OORLOG.
DE MUITERIJ NOG NIET TEN EINDE
VRAGENRUBRIEK.
SPREEKCEL.
FAILLISSEMENTEN.
Vw Unieer*rm
TWEEDE KAMER.
BEGROOTING VAN
NED. INDIK.
Minister Colijn heeft zijn rede bil het
algemeen debat over Indië voltooid.
Om met een persoonlijk puntje te be
ginnen: de minister sprak eenige malen
zeer duidelijk over .de in September af
tredende gouverneur-generaal" hiermee
feitelijk den kon Indrukkend alle geruch
ten en berichten, die op een eventueel
aanblijven van den Landvoogd betrekking
hadden. Trouwens de normale bestuurs
periode is nu eenmaal 5 jaar en er moeten
stellig zeer bijzondere omstandigheden
bestaan, wil een gouverneur-generaal wor
den ultgenoodigd. langer aan te bliiven.
Intusschen moet getuigd worden, dat de
minister het staatkundige beleid van den
aftredenden Landvoogd ten volle heeft
gedekt. Het is mogelijk zoo sprak hij
dat er in deze bestuursperiode die econo
misch en financieel moeilijker is geweest
dan welke vorige ook fouten zijn gemaakt,
maar dit verhinderde den minister niet.
om over het beleid zijn volle tevredenheid
uit te spreken en te constateeren, dat het
gezag met vaste hand is hooggehouden en
orde en rust niet zijn verstoord.
De minister heeft ook nog eenige mede-
deelingen van economischen aard gedaan.
De Directeur van Economische Zaken in
Indië zal vandaag hier te lande arriveeren,
om te overleggen over de economische
samenwerking en de in verband daarmee
in Indië bestaande „ontstemming". En
nogmaals heeft de minister gelijk hij in
het eerste deel zijner rede ook al deed in
het licht gesteld, dat Nederland heel wat
voor Indië heeft gedaan. Op de bijzonder
heden hiervan zullen wij nu maar niet
meer ingaan, maar de minister betoogde
met overtuiging dat Nederland groote
offers voor Indië heeft gebracht".
Om nu nog even op het staatkundige
terug te komen: de minister verzekerde
dat de Regeering den toestand volkomen
beheerscht en op alle verschijnselen, ook
op „nerveuze stemmingen" onder de be
volking. let in verband hiermee doelde
hit ook nog op den staatsgreep in Japan.
Maar men mag niet zonder meer de be-
stuursverhoudlngen van Nederland op
Indië willen overbrengen zei de minister.
Wat de staatkundige groepen betreft: in
Nederland voert de N.S.B. oppositie tegen
de Regeering vaak op z.i. vulgaire wijze,
maar in Indië staat zij achter de Regee
ring. Daarom gaat het niet aan, zonder
meer uitzonderingsmaatregelen, in Neder
land getroffen, ook in Indië uit te vaar
digen. Toch liet de minister zich omtrent
dit laatste ietwat aarzelend uit en hij
zegde toe te zullen onderzoeken, of er in
Indië werkelijk een Duitsche organisatie
van de N.S.B. bestaat.
Na 's ministers rede zijn de replieken
begonnen, en daarbij kwam de heer Feber.
die in eerste instantie nog al hoog van
den toren had geblazen heel wat kalmer
voor den dag Hoewel ,hli klaagde niet op
alle vragen antwoord, of het gewenschte
antwoord te hebben ontvangen maakte hij
toch den indruk van bevredigd te zijn.
Van de replieken valt overigens weinig
te verme'den behalve dan dit. dat de heer
de Geer zich over 't algemeen met het
financieel beleid der Regeering eensgezind
verklaarde: op enkele punten vroeg hij
nog nadere inlichting En de heer Joekes
na betoogd te hebben dat er in eenige
deelen van Indië nil oenden voedselnood
heerscht verklaarde het niet onbeden
kelijk te vinden dat de minister de
N S.B had genoemd een partij, welke zich
in Indië achter de Regeering schaart. Het
doel en het streven der N.S.B. zijn, zoo
zeide hij overal geUik
Wij meenen hiermee te kunnen
volstaan. Vandaag zal de minister dupli-
ceeren Dan komt het voornaamste uit de
replieken nog wel op den voorgrond.
EERSTE KAMER.
BEGROOTING VAN
SOCIALE ZAKEN.
In den Senaat is door een reeks van
sprekers het gebruikelijke verlanglijstje
bij Sociale Zaken afgelegen.
Laat ons voor de smulpapen maar be
ginnen met het versche kadetje. De heer
Jan ter Haar was zijn kampioen. Met ge
velde lans reed hli op den minister in. Het
kan best De nachtarbeid behoeft niet te
worden aangetast; 's morgens om 7 uur
kan het versche brood klaar zijii. Er zal
meer gegeten worden en dus ook meer
gewerkt. Hij vroeg een toezegging van den
minister, waartegen echter de heer de la
Hella zich verzette Dat verschillende af
gevaardigden de werkloosheid bespraken,
ligt voor de hand. In dit verband werd
opgekomen tegen eventueele steunverla
ging en om maatregelen gevraagd teneinde
de werkloosheid onder de jeugd tegen te
gaan. Daar werd ook nu weer het verlee-
nen van verordenende bevoegdheid aan
bedrijfsraden en het verbindend verklaren
van collectieve arbeidsovereenkomsten be
pleit. De groote gezinnen verschenen ook
weer ten tooneele: de Regeering moet ze
steunen. Betere maatregelen voor een
goede volkshuisvesting zi1n noodig evenals
meer zekerheid voor de werkloozen-kassen.
Tegen het inschakelen van bedrijfsver-
eeniglngen bij de uitvoering der Ongeval
lenwet werd gewaarschuwd En zoo werden
tal van andere punten met betrekking
tot de sociale politiek aangevoerd maar
opmerkelijke punten waren er niet.
Als vandaag de minister aan het woord
is geweest, zullen wij nog wei gelegenheid
hebben het voornaamste uit de discussie
te vermelden.
HAGENAAR.
Algemeen colportageverbod alleen
in het uiterste geval.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
Justitie weerlegt de Minister de critiek,
voorzoover deze op zijn beleid met betrek
king tot de gezagshandhavlng, mede wat
betreft de orde op den openbaren weg,
werd uitgeoefend. Van het begin af van
zijn optreden is hij erop bedacht geweest
zich tegen het misbruiken van de politieke
vrijheden te keeren.
Daar intusschen eenerzijds aan extre
misme en buitensporigheden de kop moet
worden ingedrukt, dient er anderzijds
voor te worden gewaakt, dat dit geschiede
volgens objectieve normen en vrij van
willekeur tegenover elke richting. Dit in
acht nemende, zal de minister een krach
tige gezagspolitiek blijven voorstaan.
Het Kabinet is van oordeel, dat moet
worden vastgehouden aan de in Mei 1933
vastgestelde gedragslijn, betreffende den
aard der met de Staten-Generaal te be
handelen onderwerpen. Tot de onderwer
pen, die zich in dit verband minder goed
leenen tot behandeling, behoort het ont
werp huwelijksvermogensrecht. Onder
deze omstandigheden is het den minister
tot zijn leedwezen niet mogelijk aan den
wensch van verscheidene leden gevolg te
geven.
De minister is dankbaar voor de waar
deering, die de indiening van het wets
ontwerp, houdende maatregelen tot verge
makkelijking van inning van onbetwiste
geldvorderingen, bij verscheidene leden
mocht vinden. Hij meent, dat als dit ont
werp wet wordt, een belangrijke stap zal
zijn gedaan in de richting van snel en
goedkoop recht» Eenige andere procesrech
telijke herzieningen zijn in overweging.
Ten aanzien van den samenloop van
strafbare feiten en tuchtrechtelijke over
tredingen bij de toepassing der Land-
bouw-Crisiswet 1933 kan de minister
mededeelen, dat overleg tusschen het de
partement van Landbouw eh Visscherij en
het zijne tot overeenstemming heeft ge
leid omtrent de in de toekomst te dezer
zake te volgen procedure, waarbij samen
loop zooveel mogelijk zal worden verme
den. Een wijziging der Landbouw-Crisis-
wet 1933 is hiervoor echter noodzakelijk;
het daartoe strekkend wetsontwerp be
vindt zich in een gevorderd stadium van
voorbereiding.
Een stijging van het aantal strafbare
reiten valt inderdaad waar te nemen. Ook
de Regeering vervult uiteraard dit ver
schijnsel, dat in tijden van ernstige maat
schappelijke crisis steeds als gevolg daar
van optreedt, mede door het grooter aan
tal strafbepalingen, met zorg.
De strafwet is een betrekkelijk grof mid-
oel ter bestrijding van een verschijnsel
als dat van de baldadigheid onder de
jeugd. Verbetering moet allereerst van
ouders en opvoeders worden verwacht.
De wijze, waarop naturalisatie wordt
voorbereid en in gemeen overleg met de
Staten-Generaal tot afdoening gebracht,
waarborgt als regel dat onder de gega
digden de noodige selectie wordt toege
past. Van behoefte aan het instituut van
denaturalisatie, teneinde personen, die
zich naturalisatie onwaardig toonen, het
Nederlanderschap te kunnen ontnemen, is
tot dusver niet gebleken.
Ook de Regeering acht politieke orga
nisaties van vreemdelingen, die in ons
land heimelijk of openbaar propaganda
maken voor buitenlandsche politieke be
ginselen. ongewenscht. Hoewel uitwisseling
van gedachten over deze beginselen onder
vreemdelingen-landgenooten onderling
binnen zekere grenzen aanvaard kan wor
den, is intusschen ten aanzien van som
mige vereenigingen van vreemdelingen
hier te lande geleidelijk een toestand ont
staan, welke wijziging behoeft.
Het zichtbaar aanbrengen van partij-
vlaggen aan huizen, gebouwen, enz. aan
den openbaren weg is met voordacht
buiten de wet gelaten. Het gaat toch om
een materie van meer plaatselijken aard.
Tot op heden is niet gebleken van een
behoefte ook deze materie aan den rijks
wetgever te trekken.
Een algemeen verbod om in het open
baar partij-insignes te dragen schijnt
voorshands nog onnoodig. Niet-opzichtige
insignes werken nauwelijks provoceerend.
Anderzijds schijnt het ook te ver te gaan
iedere mogelijkheid af te snijden in het
openbaar van een bepaalde staatkundige
overtuiging, zij het op bescheiden wijze, te
doen blijken.
Invoering van een algemeen colportage
verbod komt, nog afgezien van de vraag
of een zoodanig verbod niet in strijd moet
worden geacht met de bestaande grond
wettelijke bepalingen, alleen in het uiter
ste geval aanvaardbaar voor; het zou een
aanzienlijke beperking medebrengen van
de politieke vrijheid. Bedoelde omstandig
heid schijnt niet aanwezig, integendeel
bestaat de indruk, dat op dit gebied door
doelmatige politieverordeningen en on
middellijk krachtig optreden tegen rust
verstoorders het noodige effect kan wor
den bereikt.
Uit het ter zake ontvangen politaire
rapport is niet kunnen blijken dat de heer
Van Duyl bij de redevoering, welke door
nem op de bewuste vergadering in het
Concertgebouw te Amsterdam Is gehouden
zich aan strafbare uitingen zou hebben
schuldig gemaakt. In verband met een
desbetreffende opmerking in het Voorloo-
pig Verslag wordt nog een nader onder
zoek ingesteld.
De minister Is van oordeel, dat de groote
gevaren, die het tegenwoordige verkeer
medebrengt een zoo intensief mogelijk
preventief toezicht en repressief optreden
vereischen. Voorts wijst de minister op de
te 's-Gravenhage aangevangen proef om
te trachten het verkeer geleidelijk in meer
normale banen te leiden. waarbij ten
aanzien "an bepaalde groepen van over
tredingen begonnen wordt met waar-
schuwend optreden, als daartoe reden is.
Het resultaat van deze proef, die stellig
aanspraak heeft op belangstelling, zal
dienen te worden afgewacht. I
Van 't front.
Van het Noordelijk front meldt men wel
is waar nog geen enkele belangrijke ope
ratie. doch volgens inlichtingen uit Abes-
sljnsche bron zouden de krijgers van Ras
Moeloegheta de vooruitgeschoven Ita-
liaansche afdeelingen, die den Amba
Aladzji willen bezetten, in bedwang
houden.
Daarentegen verneemt men uit Eritree-
sche bron, dat de val van Amba Aladzji
van uur tot uur verwacht kan worden.
In het Zuiden verwacht men sedert
eenigen tijd een Italiaansch offensief in
de richting Dzjidzjiga. Daarentegen heb
ben aan het front in Somaliland eenige
gevechten plaats gehad, waaruit men af
leidt, dat de opmarsch der Italianen in
Ogaden zal worden uitgesteld totdat de
Abessijnsche tegenstand in de provincie
Sidamo volkomen zal zijn gefnuikt.
Op het oogenblik bieden de Abessijnen
in Sidamo hardnekkigen tegenstand, on
danks de intensieve luchtbombardemen
ten, waaraan zij bloot staan.
Er hebben verscheiden schermutselin
gen plaats gehad bij de waterputten en
de bronnen, welke de tegenstanders elkan
der betwisten.
Uit Dessie meldt men, dat Italiaansche
vliegtuigen opnieuw het dal tusschen het
vliegveld en de stad hevig met bommen
hebben bestookt. Men veronderstelt, dat
de Italiaansche vliegers nog steeds op zoek
zijn naar het kamp van den negus.
Bij het laatste bombardement zijn geen
personen om het leven gekomen, wel wer
den eenige muilezels gedood.
Toen de Italiaansche vliegtuigen in
Noordelijke richting verdwenen, wierpen
zij nog bommen op den weg van Dessie
naar Walda, doch de aangerichte schade
is niet van beteekenis.
Een gedeelte van de Britsche ambulance
vertrekt vandaag van Waldia naar Kwo-
ram De basis der ambulance zal evenwel
te Waldia blijven totdat de ernstig gewon
den naar elders zullen zijn getranspor
teerd.
(Copyright Reuter-A.N.P.i
De actie van het leger van Ras Imroe
ter verontrusting van de verbindingen
achter de frontlinie der Italianen wordt
voortgezet. Eenige afdeelingen van dit
leger hebben opnieuw invallen gedaan over
den Mareb, die de grens vormt tusschen
Erythrea en Abessynië. Tusschen de rivier
Sorona en Midinar (ten Noorden van Ak-
soem) zijn van Abessijnsche zijde pogingen
gedaan aanvallen te richten op den straat
weg van Adoea. Volgens Abessijnsche be
richten is bijna het geheele Seire-gebied
weer in handen van de Abessijnsche troe
pen gevallen.
Aan het Noordelijk front wordt weer een
zeer krachtige activiteit der vliegers merk
baar. Nog steeds worden de plaatsjes
rondom Waldia en Korem met bommen
bestookt.
Het leger van Ras Desta. dat naar het
schijnt thans weer geheel georganiseerd
is. doet wederom verkenningsuitvallen
langs den bovenloop' van den Ganale Do-
ria. De verzorging vkn dit leger is thans
verzekerd. Gemeld wordt, dat de levens-
mlddelenvoorraden voldoende zijn voor
een half jaar.
De Italiaansche uitgaven.
De buitengewone uitgaven in verband
met de campagne in Oost-Afrika, die bij
verschillende decreten sedert 20 Juni j.I.
zijn toegestaan, bedragen 6.170.000.000 lire,
welk bedrag als volgt ten laste van de
verschillende ministeries komt:
Oorlog 2 730 millioen. marine 625 mil-
lioen, luchtvaart 164 650.000, en buiten
landsche zaken 350.000 lire.
Deze uitgaven worden verdeeld over de
i begrootingsjaren 1935/1936 en 1936/1937.
Dreiging der „Giornale d'Italia".
De semi-officieele „Giornale d'Italia",
die de vorige week het geruchtmakende
ïapport-Maffey publiceerde, waarover
reeds zooveel te doen is geweest, publi
ceert thans een uitvoerig hoofdartikel
over de reacties van de tegen Italië ge
volgde sanctie-politiek en van de Fransch-
Engelsche afspraken omtrent wederzijd-
sche steunverleening in de Middellandsche
Zee op de algemeene richtlijnen der Ita
liaansche politiek.
Het blad acht een opheldering noodza
kelijk van de vraag, of de door Frankrijk
in den vorm van militaire en vloot-over-
eenkomsten met Engeland, zonder voor
afgaande inlichting van en zonder over
eenkomsten met Italië, aangegane ver
plichtingen in overeenstemming kunnen
gebracht worden met de algemeene prin
cipes van de FranschItaliaansche pro
tocollen van 7 Januari 1935 en het pact
van Locarno.
Voor dit door Italië gestelde probleem
ontbreekt tot op dit oogenblik een ophel
dering van Franschen kant.
De Dinsdag in Parijs en Londen over
handigde Italiaansche nota beteekent, dat
Italië zich de mogelijkheid vooorbehoudt,
overeenkomsten en Europeesche posities te
wijzigen, wanneer het dit doelmatig acht.
De Fransch-Engelsche politiek in de
Middellandsche Zee schept voor Italië in
dit gebied nieuwe problemen en feitelijke
toestanden, die de fascistische regeering
onmiddellijk in alle kalmte zal bestudee-
ren en waaraan zij met de gebruikelijke
eensgezindheid het hoofd zal bieden.
Deze Fransch-Engelsche politiek, die in
strijd is met de door Mussolini voorge
stane principes, heeft Europa in een toe
stand en in een conflict verwikkeld, dat
oorspronkelijk beperkt had moeten blijven
tot Afrika. Daarom is deze politiek ook
verantwoordeliik voor de nieuwe in Europa
ontstane verwikkelingen.
J4iemand in Italië heeft er ooit aan ge
dacht. de vitale belangen van Engeland,
dat geen Middellandsche Zee-mogendheid
is, te bestrijden.
Het spreekt echter vanzelf, dat deze
vitale belangen beperkt blijven tot waar
borgen van zijn belangrijke doorgangs
wegen naar zijn Buiten-Europeesche ge
bieden.
Thans kan men daarentegen vaststel
len, dat Engeland het middelmmt van zijn
hcerschanuij naai* de MiddrT1-rtdschp
wil verplaatsen, ziin vlootje"*daar door
druk en intimidatie tracht te wijzigen en
tenslotte met militaire en politieke mid
delen een voortdurend vijandige houding
wil aannemen tegen het land, dat het
Het gebeurde.
Het Japansche ministerie van oorlog
publiceert het volgende offlcieele bericht
omtrent de gebeurtenissen van gisteren:
Vanmorgen vroeg om 5 uur hebben
groepen jonge officieren een aanval ge
daan op:
1. Het paleis van den minister-president.
Minister-president Okada is gedood. Hij
werd uit bed gesleept en terstond afge
maakt.
2. De woning van den zegelbewaarder,
admiraal Saito. Ook hij werd direct ge
dood.
3. De woning van den leider van het
militaire instructiewezen, generaal Wata-
nabe. Hij werd eveneens direct gedood.
4. De voormalige zegelbewaarder Makino
is gewond.
5. Bij een aanval op de ambtswoning
van den hofmaarschalk Soezoeki, werd de
laatste zwaar gewond.
6. De minister van financiën, Taka-
hasji, is in zijn woning zwaar gewond en
later aan de gevolgen overleden.
De jonge officieren wilden prins
Saionji, het laatst overlevende lid van den
raad der ouden, de oude ministers, de
kapitalisten, de bureaucraten en de par
tijen uit den weg ruimen, aangezien zij in
een in binnenlandsch- en buitenlandsch-
politiek opzicht moeilijken tijd den
staatsvorm wilden vernielen. De jonge
officieren willen door hun optreden de
gerechtigheid in den staat herstellen, om
het voortbestaan van den keizerlijken
staatsvorm te verzekeren".
Het ministerie van marine deelt nog
mede. dat ter bescherming en instand
houding van de orde het eerste vloot-
eskader naar Tokio en het tweede eska
der naar Osaka gedirigeerd zijn.
Volgens te Washington ontvangen be
richten hebben Japansche soldaten op
alle dagbladbureaux een door de kapi
teins Nonoka en Ando onderteekende
mededeeling overhandigd, waarin de hui
dige regeering er van beticht wordt, zich
van den waren geest van Japan te hebben
verwijderd, door het vlootverdrag van
Londen van 1930 te onderteekenen en
generaal Masaki te hebben doen aftreden.
Aan deze mededeeling werd nog toege
voegd; indien deze toestand voortduurt
zullen de betrekkingen van Japan met
China. Rusland, Engeland en de Vereenig-
de Staten een explosief karakter krijgen.
Besprekingen in het keizerlijk
paleis.
Te middernacht was de toestand aldus:
De opperste oorlogsraad vergaderde in
het hoofdkwartier der gendarmerie.
De ministers en andere hoogwaardig-
heidsbekleeders brachten den nacht in
het paleis door. Mariniers vormden een
cordon rond de wijken, waar de muiters
zich hadden verschanst en zetten deze
met prikkeldraad af. In de andere wijken
is het kalm.
Naar het D.N.B. meldt, werden de be
sprekingen van den Staatsraad, die ook
tot afkondiging van den staat van beleg
besloot, voortgezet.
Het voorzitterschap wordt door den kei
zer waargenomen. Alle ministers name»
deel aan de besprekingen.
Na de' onder leiding van den keizer ge
houden conferentie hebben eenige gene
raals, o.a. Araki en Mazaki, zich naar het
hoofdkwartier der muiters te begeven en
verzocht de gebouwen te ontruimen. De
leider der rebellen verklaarde dat zij
slechts zullen gehoorzamen indien een
kabinet wordt gevormd, dat militaristisch
georiënteerd is. Zij beloofden zich te ont
houden van ieder optreden, waardoor het
leven der burgerij in gevaar zou kunnen
komen.
Het is niet waarschijnlijk, dat de auto
riteiten tegen de muiters geweld zullen
gebruiken, tenzij als laatste middel.
Uit Tokio wordt nog gemeld dat na af
loop van de in het paleis gehouden con
ferentie, generaal Oeda de commandant
der Japansche strijdkrachten tijdens de
gevechten te Sjanghai in 1933 naar Oda-
wara is vertrokken, teneinde de goedkeu
ring te verkrijgen van den chef van den
generalen staf Prins Kanin, voor de poli
tiek, die moet worden gevolgd ten opzichte
van de muiters.
In afwachting van zijn terugkeer, is de
rust weergekeerd.
Aanmaning tot rust.
De garnizoenscommandant te Tokio,
generaal Kasjii, heeft over de radio het
volgende medegedeeld:
Het leger bewaakt de belangrijkste pun
ten van Tokio. Wij doen een dringend be
roep op de burgerij haar kalmte te be
waren.
Voorts heeft generaal Kasjii officieel
medegedeeld, dat de „staat van buitenge
wonen ernst" is afgekondigd in de distric
ten, die geplaatst zijn onder de jurisdictie
van de eerste divisie en dat krachtens
bevelen van den keizer de noodige troepen
gezonden zijn voor de handhaving van
orde en rust in Tokio en voor de bewa
king van de belangrijkste punten.
De generaal doet een beroep op de be
volking, geen geloof te slaan aan onge
gronde geruchten.
Voorloopige regeering Goto.
Goto aanvaardde gisteren tijdelijk het
premierschap in overeenstemming met het
gebruik, dat de min. van binnenl. zaken
de premier vervangt. Hij is een zoon van
den vroegeren minister van financiën
baron Goto en nog betrekkelijk jong. Hij
wilde aanvankelijk met de andere leden
van het kabinet aftreden, doch op aan
dringen van den keizer is hij met de ove
rige ministers daarvan teruggekomen.
In Chineesche bladen komt de meening
tot uiting, dat de gebeurtenissen te Tokio
een ongunstigen invloed zullen hebben op
de Japansche politiek ten aanzien van
China.
Van Japansche zijde kalmeert men en
wordt gemeld:
Het is niet waarschijnlijk, dat de ge
beurtenissen te Tokio tot een wijziging in
de buitenlandsche politiek van Japan zul
len leiden.
Hirota zal minister van buitenlandsche
zaken blijven.
meest een Middellandsche Zee-mogend-
heid is.
Wanneer Frankrijk en de kleinere Mid
dellandsche Zee-staten door met deze
nieuwe Engelsche politiek in te stemmen
lichtvaardig een zoo ver gaand precedent
scheppen, moet Italië zijn reserve daar
tegen duidelijk kenbaar maken.
Het evenwicht der krachten en de nor
male, Middellandsche Zee betrekkingen
worden door de Engelsche politiek in hun
grondvesten geschokt.
Het is derhalve begrijpelijk, dat de Ita
liaansche reactie begint met een herzie
ning van zijn vlootpositie. Begrijpelijker
wijze moet Italië met de allergrootste
reserve de Europeesche vlootovereenkom-
sten en de politiek, die deze beïnvloedt,
beschouwen.
RECLAME.
9355
moderne vrouw
gebruik! hel
modernemiddel
Prijs 50 cis
B. K„ te L. U hadt direct bij de
strafvervolging schadevergoeding kunnen
vragen. Tracht thans eerst tot een min
nelijke regeling te komen. Gelukt dit niet.
dan zou een burgerlijk geding gevoerd
kunnen worden.
D. S.. te L. Tot het aangaan van een
huwelijk is ook de toestemming van den
vader noodig. Wanneer de toestemming
niet gegeven wordt, moet de tusschen-
komst van den kantonrechter worden in
geroepen.
Z„ te L. Als de andere kinderen
daartoe in staat zijn, moeten ook zij bij
dragen om in het onderhoud van de moe
der te voorzien.
Wat uw lwe.de vraag betreft, zij mee
gedeeld. dat u desnoods geen der perso
nen in uw woning behoeft toe te laten.
Het bedrag van de steunverleening zal
waarschijnlijk geen wijziging ondergaan.
HET TE GAUW AFKEUREN VAN
VOETBALVELDEN.
P. P. schrijft ons; Meent de inzender
der spreekcel over de keuring van voetbal
velden nu werkelijk dat er Zondags velden
afgekeurd worden indien dit niet noodig
is? Hij geeft in overweging er Zondag eens
een uurtje aan te besteden. Tusschen 7
en 8 uur worden de terreinen gekeurd.
Daar kan hij zich overtuigen. Persoonlijk
is schrijver ook opgedragen een terrein te
keuren, hetwelk hij dit seizoen nog geen
enkele maal goed heeft kunnen keuren.
DE BAZARS TE LEIDERDORP.
Een abonné uit Leiderdorp beklaagt
zich over het feit, dat in die gemeente voor
velerlei doeleinden georganiseerde Bazars
steeds worden gehouden in de Openbare
lagere school. Hij vraagt zich af, waarom
altijd dit gebouw daarvan de „dupe" moet
worden. Z. i. moeten schoolgebouwen
slechts bij hooge uitzondering dienst doen
voor doeleinden, welke met het onderwijs
als zoodanig niets hebben uit te staan. Is
er voor bazars e.d. geen andere geschikte
lokaliteit buiten de schoolgebouwen te
vinden, dan diene men beurtelings elk der
drie schoolgebouwen te gebruiken, opdat
men niet eenzijdig het openbaar onderwijs
dupeere. Dit ware, aldus inzender, ook
meer in overeenstemming met het Chr.
beginsel der „verdeelende rechtvaardig
heid".
Uitgesproken:
Th. P. v. d. Mey, slager, Hillegom, Meer
straat 11. R.-c. mr. S. J. Pit. Cur. mr. H.
J. M. Tenine, Haarlem.
Opgeheven:
R. v. d. Klip, Haarlemmermeer.
of uw linker-richtingaan-
wijzer steekt u natuurlijk
altoos tijdig uit, voor u 'n
bocht naar links neemt.
Weet u, dat zoo n teeken
geen tooverstaf is? En.,
dat u dus uw beurt moet
afwachten?