De Italiaansch-Abessynische
oorlog.
Frankrijk en Centraal Europa
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 Februari 1936
Derde Blad
BINNENLAND.
Van het front.
Hoewel er nog geen enkel nauwkeurig
bericht is ontvangen over de situatie in
Ogaden loopt het hardnekkige gerucht,
dat belangrijke gevechten worden geleverd
in de buurt van Sasa Baneh. Men vraagt
zioh af of generaal Graziani een offensief
in de richting van Dzjidzjiga heeft inge
zet. Aan het Zuidelijk front bombardeert
de Italiaansche luchtmacht onophoudelijk
Abessijnsche colonnes, die zich concen-
treeren om te trachten onder leiding van
generaal Sahle het verslagen leger van ras
Desta te reorganiseeren.
Aan het Noordelijk front maken de Ita
lianen gebruik van den toestand, welke
door hun recente overwinning is ontstaan.
Door de bezetting van de streek van
Gaela ten Zuid-Zuid-Westen van Makallé
verhinderen zij de ravitailleering der le
gers van ras Seyoem en ras Kassa, die zij
dwingen zich in Westelijke richting terug
te trekken, althans hun effectieven te ver
minderen en de legermachten te verdeelen
in kleine afdeelingen, die ter plaatse kun
nen ravitailleeren.
De Abessijnsche regeering blijft het stil
zwijgen bewaren omtrent den slag bij
Makallé. Te Addis Abeba gelooft men, dat
het volgend doel der Italianen Benda is,
een belangrijk strategisch punt op de
hoogvlakte, welke de Danakil-woestijn
beheerscht en vanwaar de bergen bij Ma
kallé kunnen worden bereikt.
De Abessijnsche regeering is voornemens
te Genéve te protesteeren over de gevan
genneming en deportatie naar Polen (via
Italië) van 2 Polen, den dokter Maximi-
lius Belau uit Warschau en diens assistent
Hedzjoeska Tedenze, die in dienst waren
van het Abessijnsche Roode Kruis en Zon
dag door de Italianen werden aangetrof
fen in een spelonk bij den berg Amba
Aradam.
De Italiaansche artillerie gaat voort de
Abessijnsche stellingen aan het Noordelijk
front te bestoken, waaruit men te Addis
Abeba concludeert, dat een nieuwe Ita
liaansche aanval kan worden verwacht.
In alle haaast zijn groote versterkingen
gezonden naar ras Seyoem en ras Kassa
pin hen in staat te stellen het hoofd te
bieden aan lederen opmarsch der Italia
nen. ItaUaansche deserteurs, die den tro
penhelm dragen zijn in de straten der
hoofdstad gezien. Ten einde te bewijzen,
dat de ItaUaansche krijgsgevangenen goed
worden behandeld, heeft de Abessijnsche
regeering naar Dessié een Italiaansch
officier gezonden, die de vorige maand
was krijgsgevangen gemaakt en te Addis
Abeba was geïnterneerd.
Men heeft deze officier in de gelegen
heid gesteld te Dessié een bezoek aan zijn
eveneens krijgsgevangen gemaakte land
genoten te brengen.
(Copyright Reuter-A.N.P.l.
Bi] een onaerzoek aan de hoogvlakte van
Zalgada zag de pers, dat vele dorpen in
brand waren gestoken, hetzij door de Ita
lianen, hetzij door de Abessijnen, teneinde
een vrije zone te scheppen.
Men kon constateeren. dat troepenver
plaatsingen plaats hebben ten westen van
Amba Aradam. Op de helUngen van de
Amba Aradam liggen nog vele dooden van
de Abessijnen .aangezien de Italianen hen
nog niet allen hebben kunnen begraven.
Ook zag men vele gewonde Abessijnen. die
door de Italianen op draagbaren werden
weggedragen, alsmede bewoners van de
dorpen, die naar de ravitailleerings-
plaatsen werden geleid, aangezien zij
sedert eenige dagen geen levensmiddelen
meer hebben.
De luchtvaart was zeer actief, vooral in
het gebied, waar de weg van Socota naar
Tembien ligt.
Aanslag op den Negus?
Door de autoriteiten van het vliegveld
te Addis Abeba is een daad van sabotage
ontdekt, waarvan de bedrijvers het blijk
baar op het leven van den Negus gemunt
hadden.
Het vhegtuig, waarvan de keizer ge
woonlijk bij zijn reizen gebruik maakt, is
beschadigd.
De autoriteiten laten niets los omtrent
den aard dier beschadiging, maar men
meent te weten, dat zekere heden zand
hebben gemengd in de olie terwijl ook de
benzine-leiding schijnt te zijn bewerkt.
Een streng onderzoek wordt ingesteld.
Men gelooft, dat de saboteurs deel uit
maken van een bende betaalde buiten-
landsche spionnen, die zich in Abessynië
ophoudt.
Onthulling van Engelsche
documenten.
De „Giomale d' Italia" publiceert zon
der commentaar, maar op sensationeele
manier, uittreksels uit het rapport der
Britsche interministerieele commissie,
welke in het voorjaar van 1935 belast werd
mt de bestudeering der Engelsche belan
gen in Abessynië. Het blad drukt in groote
letters zinnen af, ontleend aan de con
clusies van het rapport o.a.:
„Er bestaan in Abessynte geen Britsche
levensbelangen, die gewichtig genoeg zijn,
om aan de regeering van Z.M. een verzet
voor te schrijven tegen een verovering
van Abessynië door Itaüë".
Het blad wijst er op, dat uit het rapport
valt op te maken, dat Italië bij den aan
vang van het Italiaansch-Abessijnsche
conflict stappen heeft gedaan bij de Brit
sche regeering „om van gedachten te wis
selen over de wederzijdsche belangen in
Ethiopië van beide regeeringen, ten einde
de mogelijkheid te overwegen van een
harmonische onderlinge ontwikkeling dier
belangen". Blijkens het rapport beschreef
Vitetti, Italiaansch legatieraad te Londen,
in den loop dezer demarche „het in het
geheim begin Januari 1935 tusschen Italië
en Frankrijk gesloten accoord betreffende
Abessynië."
De mogelijkheid overwegend van een
gedeeltelijke of totale opslokking van
Abessynië van het standpunt der Engel
sche belangen, besluit het rapport:
1. ItaUë zal al het mogelijke doen om
zich de controle over Abessynië te ver
zekeren.
2. De controle van ItaUë over Abessynië
zou m zeker opzicht voordeelig zijn voor
Engeland.
Eer! onafhankelijk Abessynië verdient
Zl 122^ eur' van het standpunt der rijks-
'S1v8,' maar een bedreiging der En-
I222S2, belangen schijnt ver verwijderd,
fcorlog onwaarsdhijnliJkheid van een
4. Engeland zou zich de controle moeten
verzekeren over het gebied van het Tana-
meer voor het geval dat Abessynië zou
verdwijnen.
Volgens de „Giomale d'Italia" geeft dit
rapport ook aan, welke grenswijzigingen
Engeland ingeval van een verovering door
Italië van Abessynië onder oogen zou
moeten zien. Bij Engelsch-Somaliland zou
den de weidegronden der Somalls getrok
ken moeten worden, voor Kenya zouden
herzieningen moeten komen tusschen den
38sten en 40sten lengtegraad, waarbij in
het bijzonder rekening zal moeten worden
gehouden met de waterrijke gebieden;
voor den Soedan worden grenswijzigingen
voorgesteld, waarbij de Zuid-Westelijk van
den Blauwen Nijl liggende gebieden van
Beni-Sjangoel worden ingelijfd.
De indruk in Engeland.
Engelsche officieele kringen weigeren
elk commentaar over het artikel van de
„Giomale d'Italia". Dat rapport werd niet
gepubliceerd. In politieke kringen zegt
men echter, dat de „onthullingen" van het
Italiaansche blad niets sensationeels heb
ben.
Men herinnert er inderdaad aan, dat
tengevolge van de démarche van Italië bij
Engeland in Januari 1935 omtrent de
vooruitzichten voor de ontwikkeling der
economische belangen van Italië in Abes
synië de Engelsche regeering beloofd had
de kwestie te overwegen. Het is het resul
taat van haar onderzoek bij de koloniale
regeeringen in de buurt van Abessynië en
bij de kroondeskundigen, dat ongetwijfeld
het onderwerp vormde van het rapport,
waarover de „Giomale d'Italia" het heeft.
Men voegt er overigens bij, dat. indien
de uittreksels, welke het ItaUaansche blad
geeft, met den oorspronkelijken tekst over
eenkomen, zij strekken tot bevestiging der
Engelsche bewering, dat Engeland zich bij
zijn verweer tegen den aanval niet heeft
laten leiden door imperialistische over
wegingen.
De „Daily Telegraph" zegt dat genoemde
documenten eigendom waren van de
Britsche regeering en hoewel niets bijzon-
dei- geheims in het document stond, is
het toch de vraag, hoe dit document in
handen van een buitenlandsche mogend
heid kwam.
Zonder twijfel zal dit door White Hall
nauwkeurig onderzocht worden. Er is hier
sprake van een rapport van John Maffey,
die voorzitter was van de interministerieele
commissie welke in 1935 was ingesteld om
de Britsoh-Abessijnsche betrekkingen te
bestudeeren. De commissie was half Juni
tot een conclusie gekomen, welke evenwel
niet werd gepubliceerd, aangezien toen de
Italiaansche actie reeds dreigend was.
Er wordt geproken van het Driemogend-
heden-Verdrag van 1906, alsmede van de
Italiaansch-Abessijnsche betrekkingen en
de Britsche belangen.
KONINGIN EN PRINSES
IN SILEZIË.
TAL VAN BEZIENSWAARDIGHEDEN
BEZOCHT.
Maandag hebben, naar de Tel. uit Wal
denburg verneemt, H.M. de Koningin en
de Prinses wandelingen gemaakt in de om
geving van Waldenburg. Zij bezochten de
mooist gelegen plekken rondom den Hei
delberg, vanwaar zij genoten van een
heerlijk uitzicht over het vreedzame heu
vellandschap. Zij brachten ook een bezoek
aan de beide plaatsjes Bad Charlotten-
brunn en Görbersdorf.
Op de tusschen begroeide bergen gele
gen hellingen bij Görbersdorf zullen aan
staande Zaterdag en Zondag de skiwed
strijden om de Silezische kampioenschap
pen worden gehouden, die ook door het
koninklijk gezelschap zuUen worden bijge
woond.. Terwijl de Koningin en de Prin
ses zich aan de wandelsport wijdden, heeft
een deel van het gevolg zich in de buurt
van de Andreas-Baude vermaakt met de
beoefening van het skiloopen. Helaas is de
sneeuw op de glooiingen rondom de Baude
ten gevolge van den dooi niet ideaal meer.
Eergisterochtend heeft het koninklijk
gezelschap met begeleiding een excursie
gemaakt naar de Schrotholzkirche bij
Reimswaldau, een van de meest eigenaar
dige bezienswaardigheden van geheel Sile_
zié. Zoowel het kerkgebouw als de vrij
staande klokketoren is geheel uit hout ge
bouwd en zij komen nergens anders in zulk
een zuiveren stijl voor.
Eergisteravond heeft prinses Juliana in
het Capitol, het eenige bioscooptheater van
Waldenburg de Karl Frölich-film „Trau-
mulus" gezien.
Gisteren hadden de Koningin en de
Prinses een uitnoodiging aangenomen om
de beide op rotsen gebouwde en deels in
de bergwanden uitgehouwen stadjes Aders,
bach en Weckelsdorf te bezoeken, die in
het Duitsch sprekend gebied in Cechoslo-
vakije liggen.
Het hooge gezelschap stelde groot be
lang in de natuurwonderen dezer merk
waardige en schilderachtige plaatsjes.
Vandaar werd de tocht voortgezet langs
de grens naar het vroeger tot Oostenrijk,
thans tot Cechoslovakije behoorende stadje
Braunau. Pas laat in den avond zijn de
koninklijke gasten na een zeer interessan
ten tocht naar de Andreasbaude terugge
keerd.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer zal op Dinsdag 25
Febr. a.s des middags om half twee in de
afdeelingen onderzoeken het wetsontwerp
tot instelling van een Defensiefonds.
Op Woensdag 26 Februari des voormid-
dags om 11 uur komt de Eerste Kamer in
openbare vergadering bijeen ter behande
ling van de begrootingen van Sociale Za
ken en van Binnenlandsche Zaken en van
de Posterijen-begrooting.
DE POSTBEGROOTING.
Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer inzake de post-
begrooting van 1936. Daarin verklaart de
minister dat het streven der bedrijfslei
ding er op blijft gericht de waarde van
het nachtpostnet te vergrooten door in
aansluiting daarop de verzendingsgelegen
heden zooveel mogelijk te verruimen en
een vroegtijdige aansluiting van de bestel
ling te verzekeren. Reeds thans wordt van
60 tot 70 °/n van het totaal aantal te be
stellen stukken in de eerste bestelling uit
gereikt.
Door deze maatregelen, alsmede door een
zoo doelmatig mogelijke regeling van de
buslichtingen en postverzendingen in ver
band met de daarop aansluitende postbe
stellingen is voorts aanmerkelijke bespoe
diging in de overkomst van de correspon
denties bereikt.
Uitbreiding van het aantal postbestel
lingen zou tot evenredige hooge kosten
leiden.
Het ligt in de bedoeling van de leiding
van het staatsbedrijf, aan de plaatsing
van postzegelautomaten, waarmede in de
drie groote plaatsen wordt begonnen, ge
leidelijk uitbreiding te geven. Hierbij zou
o.m. rekening worden gehouden met de
mogelijke behoefte aan een dergelijke
voorziening wegens den openstellingstijd
van de postinrichting in de kleinere plaat
sen en ten plattelande.
De minister is van meening dat een
grond bestaat het beleid met betrekking
tot het voornemen van naasting der tele
foonnetten in de groote steden te laken.
Onvoldoend beheer door de gemeenten van
haar telefoonnetten is nooit aanleiding
tot naastingsplannen geweest. Daartoe
hebben geleid overwegingen van algemeen
telefoonbeleid. De minister k"n derhalve
de aangevoerde bezwaren niet deelen. het
geen niet wegneemt, dat hii hoewel zijn
overtuiging in geen enkel opzicht veran
dering heeft ondergaan, uiteraard uit
hoofde van zijn taak met betrekking tot
de gemeenten rekening zal weten te hou
den met de tijdsomstandigheden.
Wat betreft de klacht van eenige leden,
dat het soms voorkomt dat personen, die
voor de microfoon spreken slechts 10 mi
nuten voor den aanvang hunner rede
bericht ontvangen van de door de radio-
omroep-contröle-commissie noodig geoor
deelde schrappingen ook indien de tekst
wel degelijk intijds was ingezonden, merkt
de minister op. dat inderdaad een omroep-
vereeniging wel - op het laatste oogen-
blik met de beslissing van de radio-om-
roep-contróle-commissie in kennis gesteld
wordt. De voorgeschreven termijn van viif
dagen, welke dan niettemin in acht geno
men werd is echter de uiterste termijn
voor de inzending der teksten. Klachten
zouden naar het oordeel van den minister
slechts voor kunnen komen indien die
termijn van viif dazen niet onaanzienlijk
verruimd werd. Of dit echter in het belang
van omroeovereenieingen en van de voor
haar microfoon optredende sprekers ge
acht moet worden, betwijfelt de minister.
Restauratie der Habsburg-dynastie thans een ongewenscht experiment
door Frangois De Tessan,
oud-onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken in Frankrijk.
De Fransche regeering met Albert Sar-
raut aan het hoofd, streeft er naar de al-
gemeene veiligheid van Europa te verhoo-
gen en ontplooit een groote activiteit voor
een bevredigende regeling van haar diplo
matieke betrekkingen in den geest der
Geneefsche samenwerking. Met zijn eerste
woorden verklaarde de nieuwe voorzitter
van den ministerraad, dat hij den Volken
bond niet allen met de lippen, maar met
zijn geheele hart zou steunen. Hij wilde de
openbare meening, die in beroering was
gekomen, als gevolg van de politiek van
zijn voorganger Pierre Laval, formeel ge
ruststellen. De noodzakelijkheid iederen
twijfel in de verhouding met Engeland weg
te nemen, de wensch de beduchtheid der
Sovjet Unie te kalmeeren, en het plan de
banden met de Kleine Entente opnieuw
aan te knoopen. deze factoren hebben zijn
eerste handelingen geleid en de maat
regelen voorgeschreven, die hij genomen
heeft om den toestand op te helderen.
De besprekingen te Londen tusschen de
Fransche leiders en de Britsche staatslie
den na de teraardebestelling van ko
ning George V zijn aan deze noodzake
lijk geachte herziening voorafgegaan
Maar evenzeer heeft de Fransche regee
ring gemeend aan de vraagstukken van
Midden-Europa bijzondere aandacht te
moeten wijden en tot het voorwerp van
haar speciale waakzaamheid te maken.
Vandaar al die besprekingen, die te Pa
rijs plaats hadden en nog steeds voort
duren. Het is natuurlijk niet geoor
loofd te bevestigen, dat het hier een
„statuut" der Donaulanden betreft en de
verwerkelijking van een reeds nauwkeurig
uitgewerkt programma. Wat vaststaat is,
dat men gezocht heeft naar de beste mid
delen om aan die landen waarborgen te
geven, welke een belangrijke factor vormen
by het streven naar het organiseeren van
den vrede.
Dat was reeds een aantal jaren geleden
het ideaal van Aristide Briand. Er valt
niet aan te twijfelen dat ondanks de ver
schillende wisselvalligheden in de conti
nentale politiek en de veranderingen, die
er uit voortvloeien de ideeën van den
..pelgrim der verzoening" inspiratie bleven
geven aan hen. die successievelijk den
post aan het Quai d'Orsay hebben bezet.
Wij zien haar nu opnieuw verschijnen in
een meer concreten vorm. Van het begin
van 1935 af werden tusschen bondskanse
lier Schuschnigg en de Fransche autori
teiten besprekingen gevoerd, die deze
ideeën tot basis hadden. Daarna heeft men
er zich toe gezet de collectieve garanties,
vervat in de besluiten van Rome. Londen
en Stresa in een internationaal verdrag
samen te brengen. Den 3den Mei van het
zelfde jaar 1935 kwamen de vertegenwoor
digers van Italië Oostenrijk en Hongarije
onder presidium van den Duce bijeen om
na te gaan hoe de vroeger tusschen de drie
landen getroffen schikkingen met het uit
gebreider plan van het Donaupact in over
eenstemming konden worden gebracht!
De Fransche regeering streefde in vol
komen harmonie met de regeering van
Mussolini naar een algemeen verdrag van
non-agressie niet-inmenglng en consul
tatie. Anderzijds werd een Donauconferen-
tie in het vooruitzicht gesteld teneinde de
economische vraagstukken te regelen en
aan de politieke toenadering een hechte
basis te geven waarop de betrokken mate-
rieele belangen konden uitgroeien en
samenwerken tot het welzijn van allen.
Ongelukkigerwijze zijn al die voorbereidin
gen toen in September het Italiaansch-
Ethiopische conflict verergerde, hangende
gebleven.
De diplomatieke besprekingen te Parijs
zijn feitelijk niets anders dan een voort
zetting van die politiek. Albert Sarraut en
Flandin hebben natuurlijk zoowel de zor
gen van het oogenblik als de politieke ont
wikkeling van de landen in Midden-
Europa onder de oogen moeten zien. Het
is hun gebleken en hetzelfde geldt voor
het kabinet te Londen dat de bescher
ming van de Oostenrijksche onafhankelijk
heid een voornaam punt uitmaakt van
het program der stabilisatie. De raadgevin
gen die Prins Starhemberg zoowel in de
Britsche hoofstad als te Parijs ten -aanzien
van een eventueel herstel der Habsburgers
ontving hebben hem overtuigd van de
onmogelijkheid van een dergeliiken stap
en hem er toe gebracht de kwestie voor
„niet actueel" te verklaren,
Hoe groot de teleurstelling der Oosten
rijksche royalisten ook moge zijn, zü die
nen er zich rekenschap van te geven dat
de toenaderine tot de Kleine Entente
slechts dan bereikt kan worden, wanneer
zü hun plan laten „sluimeren" en wan
neer zij. zoo niet hun principes, dan toch
tenminste iedere activiteit ten gunste dezer
principes in den steek laten. Groot-Brit-
tannië en Frankrijk gaven een soortgelijk
advies en hebben er ten sterkste bij Prins
Starhemberg op aangedrongen een nieuwe
politieke crisis en een kwetsing der ge
voelens van sommige staten te vermijden.
Tot bondskanselier Schuschnigg heeft
men tijdens zijn jongste bezoek aan Praag
gezegd: .Tsjecho-Slowakije zal den terug
keer van de vroegere dynastie te Weenen
niet dulden. De ware garantie van Oosten -
rijk's onafhankelijkheid ligt in een open
hartige samenwerking der Donaustaten
en in het handhaven van een vredes
politiek met de groote mogendheden die
trouw ziin aan den Volkenbond De Kleine
Entente is allerminst van plan een econo
misch blok te vormen dat tegen andere
staten gericht is. Zij is bereid tot een vol
komen vrije samenwerking en wat Tsjecho
Slowakije betreft dat land hoont slechts
het voorbeeld te kunnen geven door on
derhandelingen te openen met Oostenrijk
en Hongarije.
Frankrijk wenscht deze goede voorne
mens van harte te steunen, maar het is
zaak dat Oostenrijk niet meer op de ver
klaringen van Prins Starhemberg terug
komt ondanks het geschil van den vice-
kanselier met de legitimisten en dat
er geen aanleiding tot nieuw wantrouwen
geschapen wordt. Joego-Slavië en Roe
menië zijn eveneens bereid het hunne bij
te dragen aan de heropleving van het
Donaugebied. wanneer, zooals prins Paul
gezegd heeft de Habsburg-kwestie van het
program geschrapt wordt". Dan zou men
waarlijk een nieuwe phase binnentreden.
De Fransche onderhandelaars hebben de
onzekerheid, die bü de Kleine Entente
bestond in belangrijke mate teruggebracht
Zij voerden met den koning van Roemenië
en den regent van Joego-Slavië duidelijke
en beslissende besprekingen, die tot resul
taat hadden dat de banden der traditio-
neele vriendschap nauwer werden aange
haald. de misverstanden welke de betrek
kingen mochten zijn binnengeslopen, ver
wijderd werden en de lijnen werden vast
gesteld van de te volgen politiek voor de
veiligheid der Europeesche gemeenschap.
Een deel der Hongaarsche meening
heeft zeer fel stelling genomen tegen de
..Parijsche besprekingen" en daarbij tot
uitdrukking gebracht dat de revisie voor
alles moest plaats vinden en dat het nut
teloos zou zijn de kwesties van het Donau-
bekken te willen regelen zonder Italië.
,Wü zijn een revisionnistisch volk", schreef
onlangs de Uj Magyarsag. en onze plaats
is naast de volken, die de revisie eischen".
Wij gelooven niet dat een dergelijke on
verzoenlijkheid dienstig is aan de belangen
van Hongarije en wij kennen bovendien
Hongaren, die ofschoon ze hun patriot
tische aspiraties handhaven niet
vijandig staan tegenover een natuurlijke
samenwerking met het doel de crisis te be
strijden en nuttige pogingen tot toenade
ring te ondernemen.
In de tweede plaats denkt Frankrijk er-
zoo weinig aan zich van Italië te verwij
deren of te profiteeren van de moeilijk
heden tengevolge van de Abessynische
affaire, dat het zich '-aast heeft Italië
op de hoogte te houden van de verschillen
de onderhandelingen die plaats vonden
tusschen de officieele vertegenwoordigers
van Engeland, de Kleine Entente en Oos
tenrijk. De heer Flandin heeft zooals
hü toegaf voortdurend contact onder
houden met den Italiaanschen gezant te
Parijs Cerutti.
Niemand zal ontkennen dat om tot be
stendige overeenkomsten te komen. Italië
een voornaam aandeel moet hebben in
de reconstructie van het Donaugebied.
Geen enkele Franschman zal het in zijn
hoofd krijgen de belangrijkheid van die
rol te onderschatten. Men betreurt om
velerlei redenen, dat Italië zich in het
Afrikaansche avontuur gestort heeft en in
het bijzonder dat het zoodoende verant
woordelijkheden op zich genomen heeft,
die zijn optreden in Centraal Europa on
middellijk kunnen verzwakken. Men had
liever gezien dat het zich bezig had ge
houden met de reorganisatie der Donau
landen in plaats van in September een
andere richting in te slaan
Wat wii noodig hebben is de totaliteit
van de vredeskrachten bezield door het
zelfde enthousiasme om aldus niet alleen
Midden-Europa maar Europa in zlin ge
heel een bestaan te verzekeren, bevrijd
van de smartelijke onzekerheid die het
terneerdrukt en die het algemeene herstel
van het vertrouwen belemmert.
(Nadruk verboden),
RECLAME.
Verstopping wordt vlug verholpen door
Leopillen. Sedert 20 jaar een beproefd,
zuiver plantaardig laxeermiddel, dat een
milde en prompte uitwerking heeft.
Leopillen in doosjes vanaf 20 ct. Bij
alle apothekers en drogisten. 8012
POLITIEKE ACTIE VAN BUITEN
LANDERS.
Moeten in ons land maatregelen
worden genomen?
Het Tweede Kamerlid, de heer Goseling,
heeft de ministers van Buitenlandsche
Zaken en van Justitie de volgende vraag
gesteld
Is de regeering bereid mede in het
liöht van het volgens een officieel bericht
door den Zwitserschen Bondsraad geno
men besluit om een landelijke leiding en
districtsleiding van de Duitsche nationaal-
socialistische partij in Zwitserland in geen
enkelen vorm meer toe te laten te
overwegen, of het niet noodzakelijk is. dat
ook in Nederland afdoende maatregelen
worden genomen om een einde te maken
aan alle politieke activiteit van buiten
landers. niet alleen individueel, maar
vooral in eenigerlei vorm van samenwer
king?
STAATK. GEREF. PARTIJ.
Een verband van raadsleden.
Te Gouda is opgericht een Verband van
Gemeenteraadsleden van de Staatk. Geref.
Partij. Aanwezig waren 14 gemeenteraads
leden en 20 personen wier namen op de
jongste candidatenlijsten voor de Raads
verkiezingen vanwege deze Partij voor
kwamen. 30 van hen traden toe als lid.
Besloten werd dat Gouda het middelpunt
zal zijn voor het houden van vergaderin
gen. Tot leden van het bestuur werden ge
kozen de heeren A. Vlasblom te Delft,
voor.: J. M. v, d. Tas te Zoetermeer, C. Bos
te Boskoop; A. M. Hoogendijk te Quder-
kerk a. d. IJssel en M. C. v. d. Spek te
Moercapelle, allen behoorend tot den Sta-
tenkring Gouda De bestuursleden nemen
maar voor één jaar zitting, wijl het de
bedoeling is de vereeniging nog meer lan
delijk uit te breiden.
VEREEN. VOOR GEESTELIJKE VOLKS
GEZONDHEID OP GEREF. GRONDSLAG.
De algemeene vergadering.
In het Parkhotel te Amsterdam werd
heden onder presidium van oud-minister
mr. dr. J. Donner van den Haag, lid van
den Hoogen Raad, de algemeene verga
dering gehouden van de Vereeniging voor
Geestelijke Volksgezondheid op Geref.
grondslag. De heer Donner opende de ver
gadering met gebed en het lezen van en
kele verzen van Ef. 5. Vervolgens sprak hij
een kort openingswoord, dat niet anders
bevatte dan een woord van welkom tot de
opgekomenen. De seer., dr. A. Hutter, van
Loosduinen, bracht hierna verslag uit van
de werkzaamheden verricht sedert de op
richting der vereeniging. Het verslag werd
goedgekeurd. Het aftr. bestuurslid, dr. A.
Hutter, werd herkozen. Hierna kwam aan
de orde de bespreking van eenige vraag
stukken betreffende het Huwelijk.
Dr. C. J. Honig, arts te Amsterdam, re
fereerde over: „De medische zijde van het
huwelijksprobleem in dezen tijd".
Tweede referent was dr. E. D. Kraan,
Geref. predikant te Vlaardingen, die refe
reerde over; „De predikant tegenover de
huwelijksvragen in dezen tijd".
DE OPHEFFING VAN DISTRIBUTIE
VAN BLIKVLEESCH.
Hedenmorgen is ten bureele van den
wethouder van Sociale Zaken te Den Haag
den heer L. Buurman, de conferentie aan
gevangen tusschen de gemeenten Amster
dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht
over de gevolgen van de opheffing der
distributie van blikvleesch voor gesteun-
den en over de vraag welke maatregelen
naar aanleiding van de opheffing moeten
worden genomen.
Er waren verscheidene wethouders uit
Amsterdam, Rotterdam en Utrecht aan
wezig. Behalve wethouder Buurman woon
de de chef van de afdeeling sociale zaken
de heer J. v. Wijk de conferentie bij.
De „Perkoetoet
Rangoon.
DE POSTVLUCHTEN.
op thuisreis, landde te
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den minis
ter van Financiën zal op Maandag 24 Febr.
niet plaats hebben.
UIT NED. OOST-lNDIË.
DE VOLKSRAAD.
BATAVIA, 19 Febr. (Aneta) De Volks
raad nam met 31 stemmen voor en 13 st.
legen de ontwerp-invoerordonnantie ma
nufacturen 1936 aan. nadat vrijwel alle
fracties verklaarden, dat Nederland met
dergelijke maatregelen niet te ver moet
gaan.
OFFICIEELE MUTATIES.
BUITENZORG, 20 Febr. (Aneta). Met
Ingang van 30 April is op verzoek eervol
ontslag verleend aan prof. dr. B. J. O.
Schrieke. hoofdambtenaar op non-activi
teit. laatstelijk directeur van het Depar-
(.ement van Onderwijs en Eeredienst, on
der dankbetuiging voor de vele gewichtige
den Lande bewezen diensten.
Verder is met ingang van 23 Juni op
verzoek eervol ontslag verleend aan ir G.
J. Post van der Burg, hoofd van den In-
dischen Centralen Aanschaffingsdienst.