De Leidsche Gemeentebegrooting voor 1936. Kou in het Hoofd 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 Februari 1936 Derde Blad No. 23282 DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. DE EERSTE DAG. 3o. a. Begrooting van inkomsten en uit gaven der gemeente voor het jaar 1936. (212 van 1935) b. Voorstel inzake herziening van de loo- nen en salarissen van het personeel in dienst der gemeente. (24) c. Praeadvies op het voorstel van de raadsfractie der S.D.A.P. Inzake uitvoering van een aantal werken in werkverruiming. (261 d. Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan A. M. W. Pitlo als opzichter in tijdelljken dienst bij den Gemeentelijken Relnlglngs- en Ontsmettingsdlcnst. (23) DE HEER VAN ECK OPENT DE RIJ. De heer v. ECK oordeelt het goed eens per jaar mede te deelen de grondslagen, waarnaar zijn fractie handelt. Eensdeels is zij socialistisch, anderdeels democratisch. Zij meent, dat het kapitalisme zedelijk veroordeeld is (zie de maatschappelijke verhoudingen, de een genoeg, de ander te weinig). Er is reeds ondervoeding en bot cynisme. Veroordeeling van het huidige kapitalisme komt trouwens ook b.v. tot uiting ln de R.-K. pers. Maar de verbetering moet komen langs democratischen weg. Alleen door de demo cratie komen er krachtige figuren. Trou wens, de verantwoordelijkheden zijn ook te zwaar om te worden gedragen door een of enkelen. Volgens de grondslagen der democratie heeft de fractie ook besloten deel te nemen aan het bestuur, los van de poli tieke sterkte, geneigd tot samenwerking. Het isolement is losgelaten om 2 redenen: lo. omdat de economische omstandig heden zoo zijn, dat direct gedaan moet worden wat kan. Met forsche middelen, gelijk opgenomen in het Plan van den Arbeid, dat ontzaggelijke geestdrift wekt, en ook nader brengt tot andere denkbeel den. Samenwerking alleen kan thans baat geven, over de partijen heen. Bestemd als het Plan is voor allen, niet alleen voor de werkloozen, al zullen zij in de eerste plaats proflteeren. Spr. verdedigt dan nader het Plan van den Arbeid, waarvan zelfs tegenstanders erkennen, dat het de aandacht volop ver dient. Voor onze stad is daarbij van be- teekenis, dat het'aantoont de mogelijkheid van een verbetering in deze maatschappij door verhooging van de koopkracht, waar van direct ook de Middenstand zal profl teeren. Tot de gansche bevolking wordt daarom gezegd, steunt ons! Alleen met anderen samen zal het doel bereikt kunnen worden. Spr. stelt het op prijs, dat rechts en an deren het zijn partij niet moeilijk hebben gemaakt door voorwaarden om deel te nemen aan het stadsbestuur en toenade ring hebben getoond. 2o. omdat ook hier de democratie be dreigd Wordt zij het gelukkig nog niet zoo ernstig als elders. Maar dat noopt allen, die democratisch denken en voelen, tot samenwerking. De samenwerking in het huidige college van B. en W. heeft reeds tot vele goede maatregelen geleid, spr. geeft daarvan een lijstje, zooals hij het ziet. Niet alleen door de soc. wethouders, doch ongetwijfeld wel mede onder hun aandrang. De wethouderskeuze heeft ln de A -R. partij geleid tot 'groot verzet, doch de raadsleden zijn royaal gebleven. Spr. gaat even in op de bezwaren, geuit tegen de benoeming van socialisten tot wethouders. De S.D.A.P. is voorstander van gezag, d.w.z. democratisch gezag (Geroep: de Zeven Provinciën). Dat geval is zeer overdreven en het gaat niet aan alleen van dat geval de SD.AP. te beschuldigen van onder mijning van het gezag (er vallen ettelijke Interrupties). De S.D.A.P. is bereid tot samenwerking voor behoud der democra tie; wij kunnen het noodig hebben, doch de andere partijen ook! Met Nationaal-Herstel en communist is geen overleg gepleegd, omdat zij tegen standers zijn van de democratie. Mogelijk zijn deze te goeder trouw, doch deze par tijen staan nu eenmaal op andere grond slagen. De S.D.A.P. zou leiden tot financieel bankroet! De wethouder heeft daarvan geen bewijs geleverd en dat ls logisch. Er moet zijn een sluitende begrooting. Ook om de plaatselijke zelfstandigheid zooveel mogelijk te bewaren en om het werkplan te kunnen financieren. Dat de begrooting hier nog sluit komt door de Lichtfabrieken, doch op den duur zal dit niet zoo kunnen blijven. De houding der S.D.A.P. in het verleden levert de rede voor de ongerustheid. Spr. wijst er echter op, hoe een partij in oppo sitie anders optreedt, dan een partij, die deelneemt aan het bestuur, nader zet spr. dat uiteen. Spr. wil iets zeggen over de loonsverla ging van het gemeentepersoneel. Daarvan is zijn fractie in het algemeen tegenstan der, want de koopkracht daalt daardoor. Doch de omstandigheden zijn anders; de regeering dreigt, er is een gedeeltelijke overeenstemming met de organisaties. Een gedeelte der fractie gaat daarom thans met de voorstellen mede, een ander gedeelte, waartoe spr. behoort, niet, niet wijkend voor regeeringsdwang en niet voor de gedeeltelijke overeenstemming in het G. O waar feitelijk van vrij overleg geen sprake is geweest. De S.D.A.P. zou aantasten de grondbe ginselen van het Christendom, is voorts aangevoerd. Spr. ontkent dit ten sterkste, al ls zij niet alleen daarop gebaseerd Spr. komt dan tot diverse voorstellen. Spr. is niet geheel ontevreden over het geen B. en W. doen ter werkverruiming, heeft zelfs waardeering. Gehandhaafd worden de noodige werken en daarnevens zijn B. en W. bereid enkele punten uit het Kericprogram der S.D.A.P. over te nemen. Doch daarmede zijn we er toch nog niet. Bedoeling zijner fractie is de sterkste prikkel aan te wenden tot verhooging der koopkracht en vandaar het voorgestelde werkprogram, dat moet worden uitgevoerd ln werkverruiming en niet in werkver schaffing. De kosten zouden moeten worden ge haald uit de gewone inkomsten door mid del van leening niet uit de reserve, zooals vorig jaar verkeerdelijk is voorgesteld. Een voorstel voor een distributie-raad heeft spr. thans niet ingediend, om de ordenings-kwestie, thans in onderzoek, niet te hinderen. Het voorstel der recht- sche fractie-leiders inzake vestigings- eischen voor winkelbedrijven zal spr. ech ter niet kunnen steunen, daar het voorstel alleen rekening houdt met den midden stand, niet met de categorie der gebrui kers. Spr. dient een amendement in tot het in het leven roepen van een distribu tie-raad die ook vestigingseischen voor nieuwe winkels zal beoordeelen en voorts ook voorlichting te vragen van de plaat selijke vakcentrales en vrouwenorgani saties. Voorstellen tot uitzetting der grenzen (annexatie van Oegstgeest) hebben geen zin, gezien de houding van Ged. Staten, doch hij wil de aandacht daarop vestigen om de zaak warm te houden. Ook de medezeggenschap zal hij thans laten rusten, nu deze zaak reeds ln be spreking is. De voorstellen door hem ge daan. zijn gebaseerd op de democratische vrijheid. Vrijheid van betooging als an derszins dient zooveel mogelijk gehand haafd en daarom zijn voorstel inzake den Nieuw-Malthusiaanschen Bond alhoewel hij zich over dien Bond zelf niet wil uit laten en geen partij kiest voor of tegen. Ook het gemeentebestuur mag z. i. echter geen partij kiezen, zooals geschiedt door dezen Bond geen gemeentezalen meer disponibel te stellen, terwijl dit geenszins geschiedt met de fascisten, al ls hij vol gens zijn democratische beginselen niet daartegen. Doch dan late men ook ge noemden Bond vrij. Opnieuw beveelt spr. zijn motie aan om op Zondagnamiddag optochten met mu ziek toe te laten op welbekende gronden. Dan de positie der soc.-dem. in den raad. Zij vormen een minderheid, wie een zekere bescheidenheid past, doch deze gaat niet zoover om niet te meenen dezelf de rechten te hebben als alle anderen. Onze wethouders zitten achter de groene tafel als deel van het college, doch tevens ook als soc.-dem. en dat is niet altijd ge heel gescheiden te houden. Ook de heer Goslinga was daarin niet altijd bescheiden om beide standpunten dooreen te stren gelen. De heer GOSLINGA: maar dan deugde het niet! De heer v. ECK geeft dan een voorbeeld daarvan. Spr. verdedigt daarop nader zijn voor stel het aantal leden der C. v. F. met een te vermeerderen. Het is de belangrijkste commissie, ook wat werkverruiming be treft en daarom acht zijn partij het van zooveel gewicht daarin nog een vertegen woordiger te krijgen. En onbillijk oordeelt spr. dit ook niet en ongetwijfeld in het belang der gemeente. Tenslotte houdt spr. nog een peroratie voor het socialisme, dat alleen redding zal kunnen brengen, naar zijn vaste over tuiging. Maar waarom is samenwerking niet mogelijk, voor zoover er punten van overeenstemming zijn? Zijn fractie zal niet vragen, van wie een voorstel komt, alleen het voorstel op eigen merites be oordeelen. Spr. vraagt andere partijen eenzelfde objectieve houding aan te nemen. Dan zal er in deze tijden van nood toch heel wat te bereiken zijn in het belang der bevolking. FOUTEN DER DEMOCRATIE. De heer WILMER zal het Plan van den Arbeid niet bespreken, omdat zoo'n be spreking z.i. hier niet op haar plaats is, daar de raad er niets aan kan doen. Toch daarmede hier te komen, is een der fouten die de democratie in discredlet brengen. Onze plicht is deze fouten uit de partijen- politiek juist zooveel mogelijk te voorko men, ook met. het negatieve doel om een bepaalde partij geen wind in de zeilen te blazen. Iedere partij maakt zich wel eens schul dig aan propaganda en zelfverheerlijking, doch sterk daarin is de S.D.A.P. Een tweede fout is de oppositie-politiek en de verkeerde voorbeelden daarvan zijn vooral geleverd door de S.D.A.P. Opposi tie-politiek is z.i. het stellen van eischen aan de meerderheid, die niet zijn te ver wezenlijken, zoo de oppositie regeering is geworden. Daaraan heeft spr.'s partij zich niet schuldig gemaakt en zij zal dat ook niet doen. Zij zal ieder voorstel beoor deelen naar zijn zakelijke waarde. Kleingeestigheid in de politiek noemt spr. voorts het zien van eigen partij als de eenig goede met verguizing van alle andere. Spr. b.v. aarzelt niet het com munisme een ramp te noemen, doch an- derzijdsch durft hij zeggen, dat het ele menten bevat waarop christenen jaloersch mogen zijn. Een verdere fout is het bespreken van dingen in het publiek, die beter ln beslo ten kring kunnen worden afgedaan, al thans eerst. Een voorbeeld daarvan is het voorstel van mevr. Braggaar de normen van M. H. te verhoogen. Hoe veel grooter zou de kans op succes zijn geweest, zoo zij daarmede in de huidige commissie was gekomen, waar het toch ook eerst aan de orde had dienen te worden gesteld. Een vierde fout is er een, die spr. niet heeft gezien, doch door Nationaal Herstel naar voren is gebracht: de beschuldiging van gekuip tusschen de partijen onder ling in den raad, ook voor persoonlijk voordeel. Spr. vraagt intrekken of bewij zen van deze insinuatie. Dan de wethou dersverkiezing. De rechtsche partijen oor deelden het gewenscht, dat ook de groot ste fractie in het college zitting zou ne men, doch waarborgen, als ln het arbei dersblad gevraagd, zijn niet gegeven. Slechts is steun aan de werkverruiming toegezegd, voor zoover de financiën het toelaten, precies gelijk vroeger. Spr. her innert aan de terechtwijzing van Albarda aan v. Eek ln 1920, dat de S.D.A.P. eens zelf de wrange vruchten zou plukken van de gevoerde politiek! Spr. verwacht van deze soc.-dem. wet houders geen voorstellen, die tot een dé- bacle zullen leiden en anders, dat het col lege van B. en W., deze dan zal keeren, doch zeker zullen de voorstellen leiden tot teleurstelling. Zie b.v. het lijstje van den heer v. Eek, dat toch geen bijzonders is en trouwens ook voor rekening komt van het gansche college, niet van de soc. wet houders alleen. Vroeger mocht het college van B. en W. zich niet verschuilen achter de regeering, wat doet wethouder v. Stralen thans zelf, zie b.v. de Kerstuitdeeling: aan de werk loozen? Tegen iedere salarisverlaging werd vroeger positie genomen, nu is men al ver deeld. Er heet reden te zijn voor deze wij ziging: er is een perspectief geopend! Doch wat dat is? Alleen blijkbaar de ver kiezing van soc.-dem. tot wethouder. Of bedoelt men het werkprogram? Doch dat was overbodig, daar B. en W. alle voor stellen, die mogelijk zijn, toch zouden in- dienen.Spr.'s fractie geeft haar stem aan de salarisverlaging, overtuigd, dat daar door erger n.l. verlaging van hooger- hand! wordt voorkomen. Zonder die vrees zou zij niet meegaan. Spr. gelooft het voorstel-Schuller in zake het instellen van een onderzoek naar de mogelijkheid van ordening in 't bouw bedrijf te kunnen steunen, zoo bedoeld wordt hetgeen hij daarin ziet. Spr. is tegen uitbreiding van het leden tal der C. v. F., tegen het houden van op tochten op Zondag, tegen het openen van de zweminrichtingen op Zondag, tegen het verhuren van gemeentezalen aan den Nieuw-Malthusiaanschen Bond. daar z.i. ook de overheid dient te waken voor handhaving der christelijke zedewetten, tegen de Identificatie-kaarten voor raads leden. Het amendement van den heer v. Eek Inzake het ordeningsvoorstel van spr. en de heeren Wilbrink en Beekenkamp, lijkt hem op het eerste gezicht aanvaardbaar, evenals het voorstel Roniijlï,, De motie v. d. Voort oordeelt spr. zeer verkeerd. In B. en W moet vertrouwen kunnen worden gesteld in dergelijke ge vallen. Daarbij zijn te veel persoonlijke belangen betrokken Ook het voorstel- Schüller inzake de Gemeentewoningen steunt spr. niet. Ook spr. acht het wen- schelijk, dat zooveel mogelijk werk wordt verricht en als de nuttigheid en moge lijkheid (financieel) worden aangediend, zal hij meegaan. Dc aandacht vestigt spr. nog eens speciaal op de jeugdwerkloos heid, in welk opzicht hij bij B. en W. aandringt om meer te doen dan tot dus ver. Alleen onder de R.-K. loopen 500 jeugdigen rond zonder werk. Met energie en wilskracht is z.i. nog wel wat meer te bereiken. DE LEIDER DER CHR.-HIST. AAN HET WOORD. De heer WILBRINK zegt, dat 't nieuwe college van B. en W. onder moeilijke om standigheden is opgetreden. Niet alleen voor dit jaar, doch ook in de toekomst. Het kan daarom z.i, ons werk niet zijn, elkaar vliegen af te vangen inzake belof ten bij de verkiezingen etc., al behoeft spr. niets af te schuiven. De begrooting heet sluitend, doch hoort feitelijk daarachter geen vraagteeken, gezien de diverse dekkingsmaatregelen? Practisch raken de reservebronnen, waaruit nu nog kon worden geput, uitge put. Dat eischt zeker de grootste voor zichtigheid. Zelfs ten aanzien van de zoo aanbevolen werkverruiming. Spr. twijfelt of het college wel het succes zal bereiken van de bezuiniging die zij zich voorstelt. Zie b.v. het voorstel een opzichter niet te ontslaan, zooals B. en W. voorstellen, dat groote kans heeft te worden aange nomen. Dat zal bezuiniging van iederen bedrijfsleider voortaan vrijwel onmogelijk maken, daar zoo'n leider zich voortaan niet zal wagen aan een echec, dat zijn prestige slechts kan aantasten. Zoo zal de democratie zichzelf dood-eten, vreest spr. Geen leider zal meer ^urven komen met bezuiniging, die raakt (tan personeels belangen. Hier breekt spr. af. AVONDZITTING. De heer WILBRINK vervolgt. In de idee om de regeering de verantwoordelijkheid te laten voor de salarisverlaging, ligt eenige bekoring, want in vrijheid is niet meer te beslissen, evenmin als in het G. O. Een zuivere raadsbeslissing is niet moge lijk. De Minister eischte 5 pet., ln het G. O. is men tot een compromis gekomen van 4 pet., althans voor de werklieden, die ook voor de ambtenaren zal .gelden. Wijst men de 4 pet. af, dan legt de minister zoo goed als zeker 5 pet. op De keus is lastig, vooral daar de loonen hier niet zoo hoog zijn, vergeleken bij anderen, doch hij is ge neigd met B en W. mee te gaan. Spr. breekt dan nog eens een lans voor de tijdelijke werkkrachten. Het plan van den arbeid heeft althans dit nut, dat het de soc.-dem. bereid maakt tot samenwerking doch aanvaardbaar is het niet, omdat het ons uiteindelijk tot een groote débacle zou voeren. Het mist de sti mulans om meer te geven dan een tijde lijke opleving, waartegenover de fina-n- cieele lasten verre zullen domineeren nog bovendien. Een oplossing kan alleen geven verbetering in de economische wereldver houdingen en helaas schijnt de tijd daar voor nog niet rijp of slecht genoeg. Voor ons is het een waarschuwing te meer, om te zorgen steeds aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. Spr. verdedigt vervolgens zijn voorstel inzake ordening in het bedrijfsleven, die hard noodig is. ook in het belang der con sumenten. Spr. keert zich tegen den steun van M. H. aan niet bona-fide handelaars. Met het voorstel-Manders zal z.i. niet veel te bereiken zijn. Spr. is tegen uitbreiding van het aantal leden in de C. v. F., waarin trouwens de soc.-dem. al vertegenwoordigd zijn. Poli tieke inslag mag niet de hoofdzaak der commissies zijn. Ook de motie-v. d. Voort zal zijn stem niet krijgen, de raad is niet het lichaam daarover te beslissen. Wat het voorstel Carton betreft, de zeg genschap inzake de sportinstellingen be rust nu bij de stichting, in hoogste in stantie bij B. en W. Dat de overheid zich niet zou mogen inlaten met zedelijke kwesties, is een zeer verouderd standpunt. De heer VAN ECK: Men moet ook eer bied hebben voor de zedelijke overtuiging van anderen. De heer WILBRINK: Zeker, maar ik kan geen eerbied hebben voor den Nieuw- Malthusiaanschen Bond. De Chr. Hist, aanvaarden niet de neu- traliteitsgedachte, pleiten voor handhaving der Chr. zeden en daarom zijn zij tegen optochten op Zondag. Bovendien is een politieke optocht heelemaal niet neutraal, want men gebruikt dan een algemeen be zit, den openbaren weg, voor eigen doel einden. Een maatschappelijk belang is er zeker niet mee gemoeid. Z.i. tast heit socialisme de grondslagen van het Christendom wel aan, want het is gebaseerd op materialisme en zie de leer van den klassenstrijd. Spr. verdedigt warm daartegenover het Christendom, dat bereidheid vraagt tot het offer tot zegen van het geheel. Spr. bidt het college de kracht en wijs heid toe, om Leiden te leiden door deze harde tijden. DE LEIDER DER A.R. FRACTIE. De heer BEEKENKAMP citeert prof. Huizinga's „In de schaduw van morgen". De persoonlijke verantwoordelijkheid komt te zeer in het gedrang ter wille van de collectiviteit. De S.D.A P. is zeer verre achtergebleven bij hetgeen zij beloofde voor de verkiezin gen. Dat dit college tot meer in staat zou zijn dan het vorige, kan spr. nog altijd niet zien. Maar tot zijn genoegen ziet hij dat de beide soc. dem. wethouders niet a outrance volgen de afwijzende grootspraak van geen loonsverlaging. Maar waarom dan eerst de poging zich te ver schuilen? Bij praten in Den Haag zou toch wel iets te bereiken zijn geweest, zoo de loonen hier niet te hoog waren. Maar 1'/; ton had men in ieder geval moeten dekken, op welke wijze ook' en zou die manier ook niet de koopkracht hebben benadeeld, b.v. door belastingverhooging? Het Plan van den Arbeid zal spr. niet becritiseeren, dat is al genoeg gedaan en 'hoort hier niet thuis. De gevoerde oppo sitie-politiek oordeelt hij niet in overeen stemming met een politiek van persoon lijke verantwoordelijkheid. Wat de voorstellen betreft, hij meent, dat een raadslid niet moet gaan zitten op den stoel van een directeur, gelijk de heer Schüller c.s. doen. Voorts becritiseert spr. het voorstel Schüller inzake ordening in het bouwbedrijf. Laat de voorsteller- in dezen het Plan van den Arbeid eens goed bestudeeren! Dan neemt bij wellicht het voorstel voor eenige jaren terug. Overigens zou ook spr. gaarne ordening zien, maar dan vrijwillig door belanghebbenden. Inzake de Zondagswet sluit hij zich aan bij den heer Wilbrink, evenals wat betreft den Nieuw-Malthusiaanschen Bond. Weer invoering van een zakelijke be drijfsbelasting zou de werkloosheid nog doen stijgen. Het aangeboden werkplan der S.D.A.P. oordeelt spr. al zeer poover, vooral, waar eenige werken reeds in vergevorderden staat van voorbereiding zijn. Het gevaar van leeningen voor zulke werken tracht spr. met eenige citaties aan te toonen. Spr. verwacht meer van serieuze pogingen het bedrijfsleven te stimuleeren. waarbij het part. initiatief in actie zal moeten komen. Vandaar zijn voorstel in dezen, al hebben wij reeds in dien geest gehad de com missie Manders. Naast den nood ln de be drijven is er nood in den middenstand en ziedaar zijn voorstel inzake ordening daar, zulks in samenwerking met de heeren Wilbrink en Wilmer. Het is juist goed, de regeering voor te blijven, opdat straks direct iets kan worden gedaan, als het voorstel der regeering het staatsblad be reikt. Het amendement v. Eek lijkt hem al zeer socialistisch en oordeelt hij niet aan vaardbaar. Tot slot geeft spr. een peroratie over de A.R. beginselen: dienen in gehoorzaamheid aan Gods geboden. Zulks in tegenstelling tot de S.D.A.P.. die streeft naar macht. Spr. staat daarom met gereserveerdheid tegenover dit college, dat echter, naar hij hoopt, in meerderheid den socialistischen stormloop zal kunnen keeren. EEN LIBERAAL BETOOG. De heer ROMIJN zal kort zijn, daar een principe-debat slechts weinig invloed heeft op een constructief beleid van B. en W.. naar hij uit ervaring weet. De politieke samenstelling van dit col lege aanvaardt hij als politieke noodzaak, doch een samenwerking uit innerlijke overtuiging verwacht hij daarom toch niet, gelijk de heer Vos. De rede van den heer v. Eek heeft hem daarin nog ver sterkt De twijfel van destijds aan de goede trouw der S.D.A.P. waarover deze toen zoo vertoornd was is door den heer van Eek wel onomwonden als juist bewezen. Maar daaraan komt nu gelukkig een einde, het roer wordt omgegooid. Niettemin blijft hij pessimistisch ten aanzien van 't con structief beleid der S.D.A.P.. want dit be rust nog te veel op perspectieven, zonder meer. Het Plan van den Arbeid kan al leen succes hebben wanneer het landelijk wordt aangepakt, niet plaatselijk. En zoo ver zijn we nog lang niet! Groote werken eischen tevens construc tieve financieele politiek en daarmede kan Leiden direct beginnen om straks krach tiger te staan. In het beleid van dit col lege ziet hij echter weinig constructieve financieele politiek. Al te zwaar wil hij dit nu niet nemen, want daarin moet men zich kunnen inwerken. Doch een con structieve lijn ontbreekt; feitelijk is niets veranderd, daar men zich vastklampt aan de reserves; een gevaarlijke politiek, daar deze meestal te spoedig zijn opgemaakt. Met kleine middelen tracht men drijven de te blijven en dat gaat, waar kapitaals uitgaven worden verwacht, in afzienbaren tijd. Mevr. Braggaar wil de normen van M. H. verhoogen. doch de wethouder van fi nanciën weet. dat het geld er niet voor is! Voor de werkloozen zal dan ook niet veel meer te doen zijn. Werkverruiming geeft Immers ook slechts teleurstellende pro fijten in deze. Niettemin waagde spr. nog eens een voorstel f. 5000.uit te trekken voor tewerkstellen van steuntrekkenden, al is juist, dat dit. systeem nog weinig succes had. tengevolge van allerlei om standigheden als tegenwerking wantrou wen etc. Dit voorstel kan echter geestelijk baat geven, daarvan is hij overtuigd, vooral nu er een wethouder van sociale zaken is, voor wien het wantrouwen niet zoozeer als rem zal werken. Principieele RECLAME. 8900 Smelt in kokend water en adem de dampen in OE VERDAMPENDE ZALF bezwaren kunnen er z. i. niet tegen be- Spr steunt het voorstel van Eek inzake den Nieuw-Malthusiaanschen Bond, Wil men dit lichaam tegenwerken, dan dient dit anders te geschieden. De publieke weg is er niet voor demon straties en daarom zal hij den heer v. Eek inzake optochten op Zondag niet volgen. De heer Beekenkamp overtuigde hem niet van de wenschelijkheid een commis sie in te stellen voor de vestigingskwestie. De tijd daarvoor lijkt hem nog niet rijp. Ook een welwaaTtscommissie als opvolger van de industrie-commissie Manders oor deelt spr. overbodig. Juister is, eerst de maatschappij zelve te laten voorgaan. Gaat de gemeente voor. dan doodt dat krachten in de maatschappij die juist dienen te worden aangewakkerd. ROND MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. Mevr. BRAGGAAR—DE DOES juicht iedere poging om de werkloosheid te doen verminderen toe, dus ook maatregelen tegen cumulaties, werk aan gepensionneer- den met voldoende inkomen, overuren, al is in dit opzicht reeds veel ten goede ver anderd. Bij M. H. werden overuren bijna kunstmatig gekweekt om een behoorlijk loonpeil te bereiken. Daarin zit van zelf de wensch deze loonen te verhoogen! Ont slag van vrouwen zal echter h. 1. weinig baat geven ter bestrijding der werkloos heid. waar nog bijkomt dat n.l. alleen de factor geschiktheid beslissend mag zijn. Haar doel is het brengen van verbete ringen in M. H. en als zij alleen daar had gesproken zou zij niet bereikt hebben, het geen zij al heeft bereikt, daarvan is zij overtuigd, nu zij het in openbaarheid' heeft gezocht. Zij wijst dan nog op eenige leemten bij M. H„ waarin zij van dezen wethouder verbetering verwacht. Ook zij is tegen het tot handelaartjes bombardee ren van werkloozen. Met de hondenzweep menschen naar de Sted. Werkinrichting te drijven, is zelfs afkeurenswaardig. Trouwens, deze heele inrichting dient gereorganiseerd. Bij ziek te wordt ook niet voldoende hulp geboden trots toestaan door den Geneesk. Dienst. Waar haar dan de stem begeeft, moet spr. even pauseeren. De heer COSTER verdedigt het mede door hem geteekende voorstel Schüller om den opzichter van den Reinigingsdienst niet te ontslaan, die eerst broodnoodig heette. Spr. uit voorts klachten over het plaatsen van concurreerende kramen voor winkels met 3 October. Mevr. BRAGGAAR gaat dan weer verder door voorbeelden aan te halen. Nogmaals bepleit spr. een betere ver tegenwoordiging harer fractie in M. H. Met 7 raadszetels heeft de R.K. Staats partij in M. H. 3 vertegenwoordigers, de S D.A.P. met 14 raadsleden slechts 2. De VOORZITTER: M. H. is toch geen raadscommissie. Mevr. BRAGGAAR: Juist, dooh onze kie zers vragen ook daar meer leden onzer fractie, waarin zij meer vertouwen hebben! Het éénmaal-stempelen is teruggenomen voor de transportarbeiders zonder eenige slechte ervaring; spr. betreurt dat ten sterkste. De heer WILBRINK: Het moest voor de controle. Mevr. BRAGGAAR: Dan weet u er niets van! Spr. verdedigt vervolgens verhooging der normen der armlastigen als beslist noodzakelijk. Het begrip onzedelijk is zeer verschil lend. Onzedelijk noemt zij het aansporen tot groote gezinnen in deze tijden als een zegen, gelet ook op behuizing etc. Daarom verdedigt zij het voorstel-v. Eek inzake den Nieuw-Malthusiaanschen bond. DE POLITIE-SALARISSEN. De heer LOMBERT zegt, dat zijn frac tie niet met enthousiasme de voorstellen tot loonsverlaging vernam. Vorig jaar heette de laatste stap gezet op den weg der verlaging. Spr. betreurt, dat B. en W. nu weer met voorstellen komen, le. om de begrooting sluitend te maken, 2e. onder drang van hoogere instanties. Een slui tende begrooting is noodig, doch moet dit door het gemakkelijke middeltje van loons verlaging? De drang van hoogerhand be vordert dit ook nog. De aanpassingspolitiek heeft noch land noch gemeenten uitkomst gebracht, inte gendeel. De vraag is daarom gewettigd of zoo moet worden voortgegaan. Erkend dient echter te worden, dat in het part. bedrijf veelal nog verder is ver laagd, zoodat a priori niet iedere verlaging verder is te ontraden. In strijd met den 'heer v. Eek prijst spr. den gang van zaken in het G. O. hier, in tegenstelling tot Rotterdam (tal van in terrupties der S.D.A.P.). Jammer, dat B. en W. voor de ambte naren niet met 3 pCt. genoegen konden nemen, dan zou ook voor deze categorie overeenstemming zijn bereikt. Vaststaat, dat voor de politie de loonen hier laag zijn in verhouding tot elders, spr. geeft voorbeelden. En haar taak is ver zwaard door bijvoeging der brandweer. Vandaar zijn voorstel de loonen met f. 1 te verhoogen. Het rijkspeil wordt daardoor niet overschreden, zoodat z.i. voor verwer ping door hoogerhand niet behoeft te worden gevreesd. Spr. pleit dan voor een tweetal brand- wachts, keurt het doen maken van over uren af bij M. H. of elders en vraagt ten slotte naar het praeadvies over zijn voor stel alleen drukwerk te doen vervaardigen bij georganiseerde drukkers. De heer ELKERBOUT gaat den gang van zaken in het G. O. nog eens na. die hem weinig reden tot tevredenheid geeft. De commissie zat er als marionetten, die maar hebben te slikken, wat B. en W voor stellen. De werkwijze zal geheel moeten worden herzien, meent. spr.,. in den geest van vroeger. Ware de betere weg bewandeld, dan zou z.i. nog wel iets zijn bereikt, zooals dit geschied is in het part. bedrijf voor diverse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9