JAARBEURS c BRUSSEL De vacantie der Koninklijke Familie LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 15 Februari 1936 BINNENLAND. ml tot 15 april RECLAME. 8788 IN DRIE DAGEN DE WERELD ROND. causerie van den heer plesman. Voor de aldeeling Verkeer- en Verkeers techniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft in den Dierentuin te Den Haag de heer A. Plesman. directeur der K1.M., een voordracht gehouden over: „De exploitatie van vliegtuigen ln het lange afstandsverkeer". Voor deze voordracht bestond groote belangstelling. Zij werd o.m. bijgewoond door den Minister van Waterstaat, jhr. ir. Van Lidth de Jeude, en den Minister van Handel. Nijverheid en Scheepvaart, prof. Geliasen. De Minister van koloniën, dr. Colljn, werd vertegenwoordigd door den heer Van der Meulen. Ook generaal Snij ders gaf van zijn belangstelling blijk. Spr. zeide zijn voordracht in twee dee- len te kunnen splitsen, nl. lo. het lange afstandsverkeer door een aaneenrijging van korte trajecten, zooals b.v. de Indische route, en 2o. en dit is wel de hoofdzaak het vliegen over grooten afstand zonder tusschenlanding. De luchtvaart speelt een groote rol in het openleggen van tot dusver nog geïso leerde gebieden De karteering door middel van luchtfoto's is voorts van groot be lang. niet alleen in geografisch opzicht, maar ook om den rijkdom van den bodem te bepalen, hetgeen daardoor mogelijk is geworden Het is dan ook van het grootste belang, dat Nederland aandacht aan dit vraagstuk de inventarisatie van den bodemrijkdom schenkt. Na deze inleiding kwam de heer Ples man tot zijn eigenlijke onderwerp. Hij wees op de groote beteekenis van het feit. dat de luchtweg altijd recht is, onverschil lig de geaardheid van den bodem. De grootste afstand op aarde, aldus spr., is eigenlijk 20.000 km., en de practijk heeft reeds geleerd, dat nu dag en nacht gevlo gen kan worden, en mede door de snel heid, binnenkort binnen drie dagen om de wereld kan worden gevlogen. Spr. zeide, dat door een uitgave van l'/i millioen gulden 2 maal per week Amster dam—Batavia wordt gevlogen. De kosten voor deze luchtbrug vergeleken bij een gewone brug. noemde spr.. den afstand daarbij ln aanmerking nemende. een peuleschilletje Bij den tegenwoordlgen dienst is gebleken, dat de vliegtuigen te klein zijn, omdat men passagiersruimte te kort komt. Het postvervoer is voorts aan merkelijk toegenomen. Vervolgens behandelde spr het vliegen op langen afstand zonder tusschenlan ding, waarbij hij een technische uiteen zetting gaf van de verschillende factoren, die hierbij een voorname rol spelen Dê2e factoren zijn o.a. het gewicht van het vliegtuig, waarbij onderscheid moet wor den gemaakt tusschen leeg en vol ge wicht; het brandstoffen verbruik; net schroefrendement en de snelheid ln km. per uur. Door de vleugelbelasting op te voeren, stijgt ook het leeg gewicht van het vlieg tuig. hetgeen van belang is voor den af te leggen afstand. Een andere belangrijke factor is het bijvullen van benzine in de lucht. Proeven hebben reeds bewezen, dat men er op die wijze, naar spr meende, in geslaagd is. één maand in de lucht te blij ven. Spr. stipte terloops het vraagstuk van katapultvliegtuigen en dat van drij vende vliegtuigvelden aan. Voor een gere geld Oceaanverkeer actytte spr. hoogte waarnemingen noodzakelijk, om meer kennis te krijgen van de luchtmassa's boven de Oceanen. Van stratosfeervllegtulgen verwachtte de heer Plesman in de naaste toekomst niet veel. De groote nadeelen van deze vliegtuigen zijn het op groote hoogte ko men en blijven. De kernpunten, zoo zette spr uiteen, voor het lange afstandvllegen moeten ge zocht worden ln het leeg gewicht en de liftdrlftverhouding. Wanneer een vliegtuig gebouwd kan worden, welke een afstand van 5000 km zonder tusschenlanding zou afleggen, zouden practisch in het Oceaan- verkeer alle trajecten kunnen worden ge vlogen. De weersmoeilijkheden op de Oceaan trajecten verminderen hierbij, omdat op den langen afstand beter kan worden ge navigeerd. De heer Plesman zag net Oceaanverkeer d-n ook optimistisch in en was van mee- ning, dat gezocht moet worden naar groo- tere snelheden. Er zijn twee stroomingen met betrekking tot het Oceaanverkeer, nl. een voor het water en een voor het land- vllegtuig. Spr persoonlijk was van meening, dat het landvliegtuig een goede kans maakt, mede, omdat watervliegtuigen groote na- dealen hebben. Een andere voorname factor is de radio. Wanneer Oceaanvliegers de beschikking hebben over een paar radiostations, die hun de noodige meteorologische gegevens kunnen verschaffen, zijn we weder een stap verder in de goede richting. o BETALINGSVERKEER ZONDER GEREED GELD. WO"*' '"«lij wetsontwerp ingediend tot vaststelling der regelen. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp houdende regelen betreffende de taak der openbare lichamen met be trekking tot het betalingsverkeer zonder gereed geld, met inbegrip van de daar mede verband houdende werkzaamheden. De toelichting zegt ö.m. het volgende; De ontwikkeling van het betalingsver keer zonder gereed geld der openbare lichamen, heeft zich hier te lande sinds eenige jaren in n richting bewogen, welke het noodig maakt te overwegen, of op <ign duur een verzorging van dit verkeer is gewaarborgd, die aan de maatschappe lijke behoeften op dit gebied op de Juiste wijze voldoet. Er valt ln deze ontwikkeling tegenstrij digheid waar te nemen. Terwijl ten aan zien van het van Rijkswege ingestelde giro- instituut ter bereiking van eén meer eco nomische en doeltreffender organisatie in 1923 de gedecentraliseerde bedrijfsvorm werd gewijzigd in een gecentraliseerde, zijn van gemeentewege geleidelijk plaat selijke girokantoren in het leven geroepen. Van deze diensten gaat. vooral wanneer zij zich buiten het gebied van locale werk zaamheden gaan begeven, een decentrali- seerenden invloed op het betalingsverkeer zonder gereed geld in zijn geheel genomen uit. Dit kan het Rijk als beheerder van den Postcheque- en Girodienst uiteraard niet onverschillig laten. Het is noodzakelijk na te gaan, welke de invloed van dit plaatselijke giroverkeer op het gecentraliseerde Rijksverkeer is en te onderzoeken of door de plaatselijke dien sten niet versnippering en vertraging van het betalingsverkeer in het algemeen wor den teweeggebracht en noodelooze kosten voor de gemeenschap worden veroorzaakt. Aangezien het hier gaat om vraagstuk ken, voor welker beoordeeling bij uitstek deskundigheid op financieel gebied een verelschte is. hebben in 1832 de toenmalige ministers van Waterstaat en van Finan ciën aanleiding gevonden zich te doen voorlichten door een commissie onder voorzitterschap van dr. E. Heldring, oud- voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. De commissie heeft haar Voorstellen in een wetsontwerp belichaamd, omdat zij is uitgegaan van de gedachte, dat het open bare giro-wezen als één geheel moet wor den gezien, hetwelk zijn grondslag in een wettelijke regeling behoort te vinden. De regeering deelt deze zienswijze en kan zich in hoofdzaak met de voorstellen van de commissie vereenlgen. Het thans inge diende ontwerp van wet is dan ook goed deels aan het rapport ontleend. In art. 1 is de wettelijke grondslag van den Poetcheque- en girodienst, welke thans in art. 22 van de Postwet is gelegen, op genomen. De taakomschrijving van dezen dienst is iets ruimer gesteld dan die, .welke door de commissie was voorgesteld. I Dit artikel behelst tevens het verbod van rentevergoeding, Zooals ook de commissie van meening ls. behoeft dit punt. zoowel voor den Rijksdienst als voor de gemeen telijke diensten, niet aan regeling bi) algemeenen maatregel van bestuur te worden overgelaten. Letténde op den aard van de girodiensten, moet, ook naar het oordeel van de regeering, rentevergoeding door deze instellingen, vooral ln de tegen woordige omstandigheden, als ongewenscht worden aangemerkt. De aangelegenheid kan daarom zonder bezwaar in de wet worden vastgelegd. Voor de instelling, oprichting of aan wijzing van een gemeentelijken girodienst ls volgens art. 2 een vergunning noodig, welke ook moet worden gevraagd, wanneer beoogd wordt een reeds bestaanden tak van dienst, als girodienst werkzaam te doen zijn. De omschrijving van de werkzaamheden, welke ook door een gemeentelijken dienst zullen kunnen worden verricht, doet de reeds in verschillende plaatsen bestaande ophaal- en stortiiigsdiensten, welke naar het oordeel van den minister niet ln deze regeling behoeven te worden betrokken, buiten de bepalingen V3n de wet vallen, voor zoover zij zich althans tot hun eigen lijk terrein van werkzaamheid beperken Hoewel in beginsel voor gemeentelijke diensten dezelfde ruime taakomschrijving geldt, volgt hieruit geenszins, dat steeds vergunning zal worden verleend, voor het uitvoeren van alle werkzaamheden, welke door den Postcheque- en Girodienst wor den verricht. Welke werkzaamheden onder de vergunning zullen vallen, zal ln elk geval uiteraard afhankelijk zijn van het antwoord op de vraag, in hoeverre deze voor een doelmatige verzorging van het plaatselijke betalingsverkeer tot het gebied van den betrokken gemeentelijken dienst kunnen worden geacht te behooren. De gronden zijn aangegeven, waarop een gevraagde vergunning zal kunnen Worden geweigerd. Het betreffende artikel ls in zoodanige bewoordingen gesteld, dat bij de beoordeeling van de aanvragen met de belangen van den Postcheque- en Giro dienst voldoende rekening kan worden gehouden Het ligt in het voornemen na het tot stand komen Van de thans voorgestelde wet bij de dan voor de gemeentelijke dien sten te verleenen vergunningen de voor waarden en bepalingen in den geest van de voorstellen van de meergenoemde com missie op te leggen. De te stellen voorwaarden zullen zooveel mogelijk moeten lelden tot gelijkluidende bepalingen betreffende de werking van de verschillende plaatsellike giro-instellingen. Het moet onjuist worden geacht, dat de meeste van deze diensten thans gewoon lijk een voorsprong hebben uit hoofde van faciliteiten, welke niet op het gebied van het eigenlijke betalingsverkeer liggen. Ten einde een harmonische ontwikkeling van dit verkeer te bevorderen, zal voorts zoo veel mogelijk naar gelijkstelling van de voorwaarden van de gemeentelijke dien sten en van den Postcheque- en Giro dienst worden gestreefd Het zal daarbij onvermijdelijk zijn, dat ln sommige op zichten meer of minder ingrUpende ver anderingen in de tegenwoordige werking van de gemeentelijke diensten worden gebracht. beroeps- en amateurvisschers. Van de zijde der beroepsvlsschers is dezer dagen weer eens bezwaar gemaakt tegen de amateur-hengelaars, waarvan gezegd wordt dat zij de beroepshengelaars groote Schade aandoen. Immers zit vangen dik wijls vrii groote hoeveelheden welke ver beneden kleinhandelsririis worden ver kocht terwijl de hengelaarsvereenigingen het vi'chwater vaak od orlls houden. In verband met een en ander zouden er plannen bestaan de regeering te verzoeken daartegen maatregelen te treffen. Door het Centraal Ned Heneelaarsverbond ls naer aanleiding daarvan een adres gericht aan den minister van Landbouw en Vis- scherii waarin ongemerkt wordt dat het met de visscberij niet zoo slecht gaat als bewe»rd wordt. In het bezit van een hengelakte voor het vlsschen met meer dan een hengel, kunnen zii en dit kan door hen niet meer worden ontkend, aldus het adres door het vlsschen met b.v. 3 a 4 hengels, in olaats van een mooie bijverdienste zich een ruim loonend bedriff verzekeren. Adre'-ant verzoekt de vegeerine daarom niet in te gaan op voorstellen der beroeps- visschers. DE RIJKSINKOMSTEN BELASTING '34—'35. totaal der inkomens in 4 jaar met 1325 millioen gedaald. In de binnenkort verschijnende eerste aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek van dit jaar zullen, naar het „Vad." meldt, de voornaamste cijfers worden opgenomen van de Rijksinkomstenbelasting en wel thans over het belastingjaar 1934/1935 die ln vergelijking worden gebracht met de cijfers over enkele voorafgaande jaren. Uit deze cijfers blijkt, dat, als gevolg van de Ln 1920 Ingetreden malaise, het ge zamenlijke inkomen der belaatingplichti-. gen van 1921/1922 tot 1924/1925 is gedaald met f. 530 millioen en van laatstgenoemd jaar tot 1930/1931 ten gevolge van de ver betering ln den algemeenen economischen toestand wederom is gestegen met f, 008 millioen. Als gevolg van de in 1929 Ingetreden economische crisis ls daarop een vermin dering Ingetreden van f. 1325 millioen van 1930/1931 tot 1934/1935. Dat deze terugslag voor het eerst ln het cijfer over 1931/1932 tot uitdrukking komt vindt zijn oorzaak ln het feit, dat de In komensbedragen ln het algemeen betrek king hebben op de Inkomsten genoten ln het voorafgaande kalenderjaar, ln dit ge val dus 1930, Het totaal der Inkomens over 1934/1935 ls hierdoor nog f. 719 mil lioen lager geworden dan over 1924/1925 (19.12 pCt.i De bevolking nam van 1 Januari 1926 tot 1 Januari 1935 toe met 14.72 pCt., met welk percentage een vermeerdering der gezamenlijke Inkomens correspondeert van f. 554 millioen, zoodaf, geen rekening hou dend met de waarde-veranderlng van het geld, het totaal der Inkomens over 1934- 1935 f. 1273 millioen lager ls dan het cij fer, dat verkregen wordt, indien van 1930- 1931 af het totaal der inkomens dezelfde stijging zou vertoonen als de bevolking. Op overeenkomstige wijze blijkt, dat het totaal der inkomens over 1934/1935 zelfs reeds f. 1576 millioen lager Ls dan het cij fer. dat verkregen wordt, indien van 1930- 1931 af het totaal der inkomens dezelfde stijging zou vertoonen als de bevolking. De totaalcijfers der belasting doen voor dezelfde jaren dalingen en stijgingen zien. Alleen is het cijfer over 1928-1929 lager dan dat over 1927/1928 als gevolg van de verlaging van het belastingtarief op 1 Mei 1928. Wat het aantal aangeslagenen betreft, kan worden medegedeeld, dat dit aantal over 1922/1923 In tegenstelling met het bedrag der inkomens en der belasting nog lets hooger is dan over 1921/1922. Per 1000 inwoners kwamen over 1921/1922 en 1922/1923 236 en 238 aangeslagenen voor. Laatstgenoemd aantal daalde tot 222 over 1924/1925. steeg wederom tot 238 over 1930/1931 waarop een vernieuwde daling volgde tot 172 over 1934/1935. Slechts een zeer klein deel van alle be lastingplichtigen valt in de hoogere inko mens. Over 1934/1935 maakt bijv. het aan tal aangeslagenen met Inkomens van f. 5000 en meer slechts 4.92 pCt. (1921/1922 6.58 pCt.l uit van het totaal aantal aan geslagenen. De inkomens voor deze aangeslagenen bedragen 25.15 pCt. (1921/1922 35.30 pCt.i van het totaal, terwijl aan belasting werd bijgedragen 59.32 pCt. (1921/1922 72.86 pCt.) van het totaal. De 95.08 pCt. (1921/1922 93.42 pCt.l der aangeslagenen met inkomens beneden f. 5000 hadden 74.85 pCt. (1921/1922 64.70 pCt.l van het totaal Inkomen en droegen 40.68 pCt. (1921/1922 27.14 pCt.) tot het totaal der belasting bij. Tenslotte blijkt, dat het gemiddeld in komen per aangeslagene van 1921/1922 tot en met 1924/1925 voortdurend ls gedaald en wel van f. 2.619 tot f. 2.315, waarop na enkele schommeling een stijging is gevolgd tot f. 2.340 over 1929/1930. Het gemiddeld inkomen is daarop gedaald tot f. 2.105 over 1934/1935, waardoor het wederom f. 514 lager is dan het hoogste der cijfers over de voorgaande jaren (1921/19221 en nog f 21 lager is dan het laagste dezer cijfers (1933/1934). 0 bescherming van minderjarigen. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan d Tweede Kamer op het verslag over het wetsontwerp tot wijziging en aanvul ling van de bepalingen betreffende de zeden ln het Wetboek van Strafrecht ter betere bescherming van minderjarigen, Daaraan is het volgende ontleend: Uit liet oog wordt niet verloren, dat. ge lijk ook in het verslag wordt uiteengezet, een afdoende bestrijding van de zeden delicten van wetgevende maatregelen al leen niet kan worden verwacht. De hand having van de goede zeden berust ln de eerste Dlaats od ldeëele krachten, welke van de burgerlllke overheid geheel of ten deele onafhankelijk zijn. Het is begrijpelijk, dat eenige leden gaarne de grens van 16 Jaar ln artikel 245 tot ten minste 18 Jaar verhoogd zouden willen zien Gelijk ln het verslag ls aan- geteekend overzien meisjes tusschen 16 en 18 jaar de gevolgen van haar daden lang niet altijd voldoende. Intusschen meeht de minister dat tegen zoodanige verhooging gewichtige beden kingen zijn aan te voeren zelfs zoodanige bedenkingen dat de verhooging onraad zaam moeten worden geacht. Voor wat een verlaging van den leeftijds grens in artikel 248 bis betreft, zou de minister zich willen aansluiten bli de andere leden die tegen zoodanige verla ging ernstige bezwaren hebben. De minister zou voor zich zelfs eer geneigd zijn tot verhoogine dan tot verlaging van dezen leeftijd. Enkele wilzigingen heeft de regeering in het oorspronkelijke wetsontwerp aange bracht o.m. wordt bulten twijfel gesteld, dat in gevallen, die èn onder artikel 245 èn onder artikel 249 vallen ook indien geen klRCht is ingediend tot vervolging zal kunnen worden overgegaan, Een verblijf van ongeveer 14 dagen in Silezië. Prinses Juliana voor de derde maal naar Garmisch. (Van een speclalcn A.N.P.-verslaggever) Na een verblijf van veertien dagen in het Hotel Igler Hof te Igls (Tirol) is de Koninklijke Familie gisteren uit Oosten rijk vertrokken om zich via Miinchen naar Waldenburg (Silezië) te begeven, waar H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Ju liana vermoedelijk eveneens ongeveer veertien dagen zullen verblijven. Het verblijf te Igls schijnt de Konink lijke Familie uitstekend te zijn bevallen, waartoe vooral de bescheiden houding der bevolking, die het Incognito streng heeft geëerbiedigd, heeft bijgedragen. Ander zijds heeft de bevolking de aangenaamste herinneringen aan de vriendelijke Hooge Nederlandsche bezoeksters, en algemeen sprak men tegenover ons de hoop uit, dat men de Koningin en de Prinses nog meer malen als gast te Igls zal mogen be groeten. De Prinses vertrok reeds gistermorgen jjer auto uit Igls. Het schijnt, dat onze Prinses bijzonder veel genoegen schept ln het feestelijk verkeer der Olympische Winterspelen. Het was althans voor de derde maal binnen een week, dat Zij de Olympische Wintersport met een bezoek vereerde, al was het publiek, evenals de vorige keeren, zich daar niet van bewust, omdat van het strenge Incognito niet werd afgeweken. Voor de eerste maal maakte de Prinses de reis van Igls naar Garmisch geheel per auto. Een Nederlandsche hofauto arri veerde via Mittenwald, tegen den middag te Garmisch. Evenals eergisteren gebruikte de Prin ses de lunch geheel onopgemerkt in het zelfde hoekje van de groote Gaststube van het hotel „Zur Post". Vervolgens begaf het gezelschap zich ook nu weer naar het Kunsttjsstadlon om een gedeelte van het vrije kunstrijden voor heeren, waarbij vooral de prestaties van den Oostenrijker Schater en den Dult- scher Baier, groote bewondering wekten, bij te wenen. Ditmaal had de Prinses plaats genomen in de loge van het I.O.C., waar de voor zitter van het N.O.C., mr. A, baron Schim- melpenninck van der Oye, den president van het I.O.C., graaf De Baillet Latour, aan de Prinses voorstelde. Te ruim vier uur vertrok de Prinses uit het Kunststadion en begaf zich per auto naar het fraai aan den buitenkant van Partenkirchen gelegen hotel Gibson, waar het Zweedsche kroonprinselijk paar tijde lijk vertoeft. Hier werd de thee gebruikt met kroon prins Gustaaf Adolf, kroonprinses Sybille, de twee prinsessen Von Wied en prinses Kyra van Rusland. Te ruim vijf uur vertrok de Prinses na hartelijk afscheid van de Zweedsche kroonprinselijke familie en het overige gezelschap te hebben genomen, met Haar klein gevolg per auto naar München. De Koningin was pas in den namiddag uit Igls vertrokken naar Innsbrueck, om zich met den trein, die te 16.05 uur van daar vertrekt naar München te begeven. Zij was vergezeld door Haar adjudant, den kapitein-luitenant ter zee N. A. Rost van Tonningen, baronesse van Asbeck en den heer Egter van Wissekerke. Hare Majesteit arriveerde te 18.59 uur te München, waar Zij aan het station werd ontvangen door den Nederlandschen con sul tc München, den heer W. Dyserinck. Niemand was van de aankomst van de Hooge Bezoekster op de hoogte gesteld, en zoo kon het gebeuren, dat H.M. geheel on opgemerkt het station kon verlaten. Te voet begaf het gezelschap zich tus schen de menigte door de om dezen tijd zeer drukke straten van München naar het hotel „Continental" Na de treinreis van eenige uren was het een aangename wandeling door de Neuhauserstrasse over de Rltter von Epp- Platz en de Maxlmlllan-Platz naar het hotel „Contlnsptal" ln de Otto-Strasse. Te ongeveer kwart voor acht arriveerde ook de auto, waarmede H.K.H. Prinses Ju liana uit Garmisch was gekomen. Het gezelschap voegde zich ln het hotel bij elkander en gezamenlijk werd het diner gebruikt. Ook hier wist niemand welk hoog ge zelschap ln een gereserveerd gedeelte van het restaurant rond den kleinen tafel bij eenzat. Alleen de directie bleek, waar schijnlijk noodgedwongen, van de aanwe zigheid van haar hooge gasten op de hoogte te zijn, want toen het gezelschap te ruim negen uur het hotel verliet, wer den Hare Majesteit namens de directie van hotel „Continental" bloemen aange boden, welke attentie door de Koningin zichtbaar op prils werd gesteld. Te ruim half tien was men aan het station te München, waar een gereser veerd rijtuig gereed stond in den gewonen trein, die te 21.45 uur vla Hof-Regensburg naar Silezië vertrok. cont1ngenteering rubber slangstukken. Ais aanvulling .op de invoerbeperking van rtjwlefblnnenbandcn. BIJ de Tweede Kamer is een wetsontwerp Ingediend tot regeling van den invoer van rubber slangstukken. De minister achtte, blijkens de toelich ting, deze contingenteering noodzakelijk, teneinde ontduiking van de beperkende, bepalingen, die ten opzichte van den in voer van rijwielbinnenbanden werden ge troffen. te voorkomen. Het is n.l. gebleken, dat de onderhavige slangstukken dopr enkele eenvoudige bewerkingen tot bin nenbanden zijn te maken. De beperking van den invoer dezer slangstukken is derhalve te beschouwen als een noodzakelijke aanvulling op de invoerbeperking van rijwielbinnenbanden. koninklijke nederlandsche jaarbeurs. Naar het Jaarbeursbestuur mededeelt, is alle expositieruimte op den beganen grond en op de vier verdiepingen der drie jaarbeursgebouwen voor de komende voor- jaarsbeurs. welke omstreeks half Maart te Utrecht gehouden wordt, verhuurd, terwijl ook de vijfde verdieping in het eerste ge bouw welke tijdens de voorjaarsbeurzen voor de afdeeling Meubelen bestemd is. nagenoeg geheel bezet ls. Canada en Estland zullen voor het eerst met collectieve inzendingen aanwezig zijn; ook België en Oostenrijk zullen wederom met nationale secties deelnemen. Onder de auspiciën van den Bond Kunst in Industrie" zal ln navolging van de afzon derlijke afdeelihg kunst-nijverheid op bultenlandsche beurzen (o.a. In het Grassl- Museum od de Lelpziger Messe) een fraaie collectieve inzending van industrieele kunstproducten edelmetalen, textiel- goederen meubelen glas en ceramiek, grafische kunst enz. ter voorjaatobeurs aanwezig ziin. o nieuwe chef van het centraal station te amsterdam. Naar het Hbld. verneemt is tot chef van het Centraal-Statlon te Amsterdam als opvolger van den heer E. Haak benoemd de heer W. Jongstra. De heer Jongstra zal op 1 April komen en zich gedurende drie maanden op de hoogte kunnen stellen van de werkzaamheden. Met 1 Juli, als de heer Haak met pensioen gaat, zal hij de functie officiéél aanvaarden. De heer Jongstra ls chef eerste klasse A en zal met 1 Juli be vorderd worden tot chef eerste klasse A met ster. vereenigïng voor nationale veiligheid. Het mag bekend worden beschouwd, dat in de Zuidelijke provincies de ongerust heid ten aanzien van de preventieve waarde van onze weermacht, die oa. bleek uit het adres van een aantal burgemees ters aan de Regeering, aanleiding heeft gegeven tot het oprichten van het Comité voor Nationale Veiligheid. Deze oprichting had plaats op 20 Octo ber 1934 te Eindhoven, alwaar besloten werd een organisatie te vormen, die het geheele rijk der Nederlanden moest om vatten en, die er naar moest streven om ln alle kringen der bevolking een juist be sef van de eischen onzer Nationale Vei ligheid aan te kweeken. Deze organisatie heeft thans den ver- eenlglngsvorm aangenomen in verband met haar voortduranden groei. Zij hoopt dus met het oog op de zich steeds duide lijker afteekenende gevaren, zoowel hier te lande als ln Overzeesche gewesten, in dezen vorm krachtiger voor haar doel te kunnen werken. Volgens art. 3 der statuten heeft de Vereeniging ten doel: „de ontwikkeling der Nationale krachten, die zoowel hier te lande als in Azië dienstbaar gemaakt kun nen worden, aan de verhooging der natio nale en dientengevolge mede aan Inter nationale veiligheid. Zij beoogt den geest van weerbaarheid vaardig te doen worden en de militaire weerkracht te verhoogen." Tot voorzitter der vereeniging is be noemd prof. dr. J. E. de Quay, hoogleeraar aan de R.K. Handelshoogeschool te Til burg. Voorts zijn tot bestuurslid benoemd de heerenJ. J. C. van Dijk, Oud-Minister van Oorlog; mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra. Oud-Gouverneur van Suri name; mr. H. Th. s'Jaoob, Oud-Commis saris der Koningin in Utrecht; mr. J. Linthorst Homan. burgemeester van Vledder: H. W. C. E. Mathon, reserve lult. kol. der cavalerie; mgr. dr. H. A. Poels, Aalmoezenier van den Arbeid; jhr. mr. dr. A. Rijckevorsel, Commissaris der Ko ningin ln Noord-Brabant; prof. dr. V. H. Rutgers, Oud-Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; mr. W, Thor- becke. oud-gezant te Peking; prof. Jhr. mr. B, c de Savornln Lohman lid van de Eerste Kamer; mr, dr. W. C. H. van Sons- beeck. burgemeester van Breda; Oh, J. I. M. Weiter, Oud-Minister van Koloniën. Vermoedelijk zal het bestuur nog met enkele leden verder worden aangevuld. overplaatsing der k.e.m.a. In een gisteren gehouden algemeene vergadering van Aandeelhouders van de K.E.M.A. te Arnhem ls besloten, om de ïegeerlngsvoorstellen ten aanzien van de overplaatsing van de gebouwen der maat schappij, te aanvaarden. Wij herinneren er aan, dat de Minister raad in October 1931 besloten had, af te zien van het voornemen om de K.E.M.A. haar Delft over te plaatsen, mits aan be paalde voorwaarden werd voldaan. Over deze voorwaarden zijn ln de afge- loopen maanden onderhandelingen ge voerd, met het gevolg, dat de vergadering van aandeelhouders bovengenoemd be sluit nam. Er zal thans ten spoedigste met den verderen afbouw van de gebouwen worden voortgegaan. hooge raad van arbeid. Bij K. B. van 29 Januari j.l. ls op hun verzoek eervol ontslag verleend aan de heeren K. Kruithof en J. Th. Nijkamp, bei den te Utrecht, onderscheidenlijk als lid en plaatsvervangend lid van den Hoogen Raad van Arbeid, onder dankbetuiging voor de door hen ln die functie bewezen dien sten, en zijn benoemd onderscheidenlijk tot lid en plaatsvervangend lid van dien Raad de heeren J. Schipper te Utrecht en F. Brussel, te 's-Gravenhagê. de postvluchten. De „Oeverzwaluw' ls hedenmorgen te 8 uur met een passagier en post naar Indlë gestart. Ook de hm. Moll en Snetselaar, resp. commandant en tweede bestuurder, maken de reis naar Bandoeng mee. Zooals men weet heeft de K.L.M. bij het ongeval van de Kievit tegelijk 2 toestellen uit In- dië laten vertrekken, een toestel vloog den gewonen dienst, het andere moest passa giers eh goedere.i van de „Kievit" over nemen. In Indië is nu één lid der beman ning te weinig. Z-9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 10