JETTYs LESJE
76*te Jaargang
Donderdag 13 Februari 1936
No. 7
Ze stonden met z'n allen in een krin
getje om Els heen, Els, die vandaag jarig
was en een flets gekregen had, welke ze
nu vol trots aan de bewonderende vrien
dinnetjes liet zien.
,,'t Is een echte fijne fiets!" keurde
Fiet, een der meisjes, „wees er maar zui
nig op, Els!"
„Wat zou je dan denken!" lachte die
blij. ,,'k Vind het veel te fijn, dat ik hem
heb, hoor!" en nogmaals liet ze de glim
mende spaken en het nikkelen stuur in
de zon glinste n.
„Als ik jarig ben, krijg ik óók een fiets!"
zei Anny; „tenminste, als m'n rapport
goed is!" liet ze er een beetje bedenkelijk
op volgen.
„Nou. ik vraag er beslist óók een!" riep
Miep: „hé, als ik d? jouwe zoo zie, Els,
zou ik er wel zóó op willen springen en
wegrijden!"
„Dat zou je wel willen, hé!" lachte Els.
„Wacht maar, tot je er zelf een hebt.
hoor!" en meteen op de fiets stappend,
reed ze lachende weg. bewonderend nage
staard door de andere meisjes.
Een beetje verdrietig stak Jetty haar
arm door dien van Anny en stil luisterde
ze naar haar vroolijk gepraat. Jetty had
ook bij het troepje bewonderende meisjes
gestaan, maar Jetty had niets gezegd
Niet, dat ze Els haar fiets niet gunde,
o nee, dat niet, hoor! maar ze zou het
zoo heerlijk gevonden hebben, als ze net
als Miep en Ans, óók had kunnen zeggen:
„Ik krijg ook een fiets, als ik jarig ben.
Helaas, Jetty wist maar al te goed, dat
daar niets van komen kon. Vader had
al zoo lang geen werk en er waren zoo
veel
ken
noodzakelijker dingen, die ontbra-
„Gunst, kind! wat ben jij stil!" stoorde
Anny haar gedachten. „Droom je? Ik
vroeg je net, of je ook mee zou gaan,
als we met z'n allen, als we een fiets
hebben, eens een tochtje gaan maken, en
je geeft niet eens antwoord!"
„Hoe zou ik nou kunnen, als ik geen
fiets heb!" zei Jetty een beetje bits.
„Nou vraag er dan ook een, als je jarig
bent, jij behoeft toch niet bang te zijn,
dat je rapport niet in orde is!"
„Neen, dat niet...." aarzelde Jetty, die
niet goed wist, of ze Anny in vertrouwen
zou nemen en vertellen, dat het niet kon.
„Och, 'k weet nog niet, hoor! Misschien
vraag ik er óók wel een....!"
„Ja, leuk zeg!" en druk babbelend be
reikten ze weldra Anny's huis.
„Nou dag. tot morgen, hoor!" joelde
Anny uitgelaten, ,,'k ga, metéén aan m'n
huiswerk, anders kan ik naar m'n fiets
fluitenen lachend liep ze 't huis in.
Bedrukt liep Jetty naar huis. Verdrie
tig voelde ze zich, vervelend en achteruit
gezet bij de andere meisjes. Nou deed ze
nog wel zóó haar best op school en haar
rapport was altijd héél goed en wat had
ze er aan? Andere kinderen kregen iets,
wat ze graag wilden hebben, als ze jarig-
waren en zijzijze zou wel weer
iets nuttigs krijgen, een jurk of iets der
gelijks
Verre van vroolijk kwam Jetty thuis.
Verongelijkt en achteraf gezet voelde ze
zich. vreeselijk.
„Wel, Jetty, wat kijk jij leelijk!" zei
moeder, toen Jetty de kamer binnenstap
te. „Moeilijk geweest op school?" Mok
kend haalde Jetty haar schouders op.
Verbaasd keek moeder haar aan. Wat was
ér met Jetty? „Moet je je huiswerk niet
maken, meisje?" vroeg moeder een poosje
later, toen Jetty nog steeds met een kwaad
gezicht voor zich uit zat te kijken. Toen
barstte Jetty los. „Ikik.... ik maak
m'n huiswerk nietwat geeft het, of
ik m'n best doe.... alle meisjes, die veel
minder knap zijn dan ik krijgen, wat ze
graag hebben willenen ikik....
ik krijg niets....!" En snikkend legde
Jetty haar hoofd op den tafelrand.
Geschrokken keek moeder naar haar.
Toen ging ze op het meisje af, nam haar
hoofd in haar beide handen en beurde het
in de hoogte. „Jetty, wat is er, kind? Weet
je wel, dat ik het héél akelig vind, als je
zoo praat?". Getroffen door den ernstigen
klank in Moeders stem, sloeg Jetty een
beetje beschaamd haar oogen neer.
„Toe, Jetty, vertel me nu eens precies,
wat je zoo verdrietig en boos maakt!" zei
moeder zacht en Jetty, die zich plotseling
heel klein en dom voelde, liet zich als een
klein meisje op moeders schoot trekken.
En toen kwam het verhaal. Van Els, dat
die jarig was, en van de fietsen van
Ans, die óók een fiets kreegen dat
zij - -Ernstig en zwijgend had moeder
geluisterd. Stil zette ze Jetty, toen die uit
gesproken had, van haar schoot en liep
naar de kast. Zwijgend haalde ze er een
brief uit en overhandigde hem aan Jetty.
„Hier Jetty, lees dezen brief eens. 'k Had
het geheim voor je willen houden maar
als je schoolwerk er onder gaat lijden, is
het misschien toch beter, dat je weet, wat
er in staat
Aarzelend nam Jetty den brief. Ze was
alweer heelemaal bedaard, nu ze zag, dat
moeder zoo ernstig keek. En ze las:
....en nu hebben tante Jet en ik be
sloten, Jetty op haar verjaardag een fiets
te geven. Ze doet altijd zoo haar best op
school, dat we vonden, dat ze dat wel
verdient. Maar vertel er haar niets van,
we willen haar zoo graag verrassen.
„O, moeder!" de brief viel uit Jetty's
handen „o moeder! wat een akelig, naar
kind ben ik geweestom zoo ontevre
den te zijn.o moeder!wat lief van
oma en tante Jet.en met een sprong
hing Jetty om moeders hals. „Bent u boos,
moedertje? Ik heb u geen verdriet willen
doen, hoor! Wilt u weer goed op me zijn?"
„Ik was niet boos, Jetteke; alleen maar
een beetje verdrietig, omdat ik dacht, dat
je tevreden was en begreep dat vader en
ik het ook zoo graag anders wilden....!"
O, moeder! ik heb er zoo'n spijt van
heusch. ik zal nóóit meer ontevreden
zijn
Lachend kuste moeder Jetty's berouw
vol gezichtje.
„Ga maar vlug je huiswerk maken,
kindje!" lachte ze, „anders heb je, als je
je fiets krijgt, zooveel in te halen, dat je
geen tijd hebt om te fietsen
„Moeder, u zult zien; ik wordt de eerste
van de klas!" juichte Jetty opgewonden.
„Fijn, een fiets!ik krijg een fiets..!"
en toen, weer even ernstiger, „ik had, zon
der dat u me dien brief van oma had laten
lezen, toch óók wel goed m'n best gedaan,
hoor!"
„Juist omdat ik dat wist, liet ik je den
brief lezen", zei moeder. „Laat het een
lesje voor je-geweest zijn, meid!"
RO FRANKFORT—WERKENDAM.
(Nadruk verboden.)