Uitverkoopen en Opruimingen LEIDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad Zaterdag 8 Februari 1936 De wet, bedoeld als bescherming van den Winkelstand, mag geen plaag worden. RECHTZAKEN. /CUEEP/ TJMNCIM O WAT BEOOGT DE WET? Nu door het ln werking treden van de wet „betreffende het uitverkoopen en op ruimen ln het winkelbedrijf" tal van win keliers door een onjuiste Interpretatie op ongewenschte wijze met deze wet ln aan raking komen, hebben wij mr. J. Verkerk te Amsterdam, die van de nieuwe wet een speciale studie heeft gemaakt, bereid ge vonden voor onze lezers een uiteenzetting van de wet te geven. Mr. Verkerk schrijft ons: De voortdurende toeneming van de exces sen verbonden aan het uitverkoop- en op ruimingswezen ls de oorzaak geweest dat de wetgevende macht zich genoodzaakt heeft gezien paal en perk te stellen aan de op dit gebied heerschende wanorde. Sinds langen tijd gingen van verschillende zij den stemmen op om door een wettelijke regeling een einde te maken aan de be staande wantoestanden, 't Resultaat van dezen aandrang ls geweest dat op 12 Jan. 1935 bij de Tweede Kamer der Staten- Generaal werd ingediend een ontwerp van „Wet houdende regeling betreffende het uitverkoopen en opruimen ln het winkel bedrijf". Dit ontwerp werd, eenigszlns ge wijzigd, door de Staten-Generaal aangeno men, waarna het als wet op 13 September 1935 in het Staatsblad verscheen en met Ingang van 15 October 1935 in werking trad. Dat aan een regeling van deze materie een dringende behoefte bestond, bleek on der andere uit een onderzoek dat, op ver zoek van den minister van economische zaken, werd ingesteld door het Economisch Instituut voor den Middenstand gedurende de maanden November 1933 tot en met Februari 1934. De bij dit onderzoek verza melde gegevens toonden aan, dat het on verantwoord ware langer lijdelijk te blijven toezien, hoe vele winkeliers, die het met de waarheid dikwijls niet al te nauw namen, ln het verzinnen van steeds fantastischer en buitensporiger wordende aankondigin gen elkaar den loef trachtten af te steken. Deze wedstrijd getuigde weliswaar van een groote vaardigheid ln het gebruik onzer moedertaal en had misschien een komische zijde, maar het is begrijpelijk dat de bona fide winkelstand dit vaak Inferieure ge doe, dat op misleiding van de koopers was gericht, met leede oogen aanzag en met kracht aandrong op een wettelijke rege ling, die hieraan een einde zou maken. De bezwaren van de bona-flde winke liers waren niet zoozeer gericht tegen de uitverkoopen en opruimingen in het alge meen, doch tegen de gevallen waarin uit- verkoopen en opruimingen ontijdig werden aangekondigd of werden gehouden onder voorwendselen, die bij het publiek ten on rechte den indruk wekten, dat in verband met een of andere bijzondere omstandig heid een tijdelijke voordeelige aanbieding werd gedaan. Tegen het euvel van het steeds vroeger annonceeren der opruimingen van seizoen artikelen bestond vóór het tot stand komen der wet geen enkel middel. Het eene bedrijf moest het andere, dat voorging op dezen weg, wel volgen, wilde het tegenover een dergelijke attractieve reclame niet achter op geraken. Aan dit vroegtijdig begin der seizoenopruimingen wende het publiek zoo danig. dat het veelal met zijn inkoopen wachtte tot de periode der. dikwijls ver meende. voordeelige aanbiedingen was aan gebroken. De uitverkoopen en opruimingen, die on der opgave van onware redenen gehouden werden of die vrijwel permanent waren, zoodat niemand meer geloofde dat er nog van 'n werkelijken uitverkoop of oprui ming sprake was, hadden een eenigszins ander karakter. Door dit reclame-systeem werden de op zichzelf volkomen natuur lijke en economisch gerechtvaardigde ver schijnselen „uitverkoop" en „opruiming" op den duur tot holle zinledige woorden. Na deze beschouwing over de factoren die aanleiding zijn geweest tot het tot standkomen der wet, ga ik er toe over den inhoud der wet in groote trekken uiteen te zetten. Inhoud der wet. De wet maakt onderscheid tusschen de begrippen „uitverkoop" en „opruiming", welke begrippen vroeger doorgaans niet goed uit elkaar werden gehouden. Men sprak van „uitverkoop" terwijl men „op ruiming" bedoelde en omgekeerd. Nu de wet echter verschil maakt, dienen ook wij deze begrippen scherp te onderscheiden. Van „uitverkoop" is sprake, indien een verkoop plaats vindt in verband met het opheffen eener winkelnering of het staken van den verkoop van een of meer soorten van goederen die tot een winkelnering be- hooren. Van „opruiming" is sprake in twee groe pen van gevallen, ten eerste indien een ver koop plaats vindt in verband met jaars- of seizoenwisseling en ten tweede indien een verkoop plaats vindt in verband met bijzondere omstandigheden, welke zich ten aanzien van een winkelnering bij over dracht, verplaatsing, verbouwing of anders zins, kunnen voordoen. De wet maakt dus onderscheid tusschen, wat men zou kunnen noemen, periodieke en niet-periodieke opruimingen. Ten aan dien van de uitverkoopen wordt deze on derscheiding vanzelfsprekend niet gemaakt aangezien een periodieke uitverkoop een contradictio in terminis zou zijn. Voor het houden der periodieke oprui mingen, of met een ander woord, de op ruimingen in verband met jaars- of sei zoenwisseling, heeft men geen toestem ming noodig van de Kamer van Koophan del en Fabrieken. Hierbij gelden echter eenige beperkingen. Ten eerste mag men deze verkoopen slechts aankondigen onder één der volgen de aanduidingen: „Jaarlijksche oprui ming", „halfjaarlijksche opruiming" „.sei zoenopruiming", „balansopruiming", „in ventaris-opruiming". Ten tweede mogen deze verkoopen uit sluitend worden gehouden tusschen 1 Ja nuari en 1 Februari en tusschen 15 Juli en 15 Augustus. Zoo noodig kan echter door de Kroon voor één of meer bepaalde groe pen van winkelneringen een ander tijdvak dan de genoemde worden aangewezen, welke regeling dan voor het geheele land geldt. Deze bepaling was noodig met het oog op de branches, welke hun selzoen- opruhnlngen om practische redenen ln an dere dan de genoemde perloden plegen te houden. Zoo bijvoorbeeld de fotohandel, waarvoor de zomer juist de drukste tijd is, zoodat deze branche van 15 Juli tot 15 Augustus begrijpelijkerwijze geen oprui ming houdt. Naast deze landelijke regeling door de Kroon kan ln bijzondere gevallen, waarin een regeling voor het geheele land onnoo- dig of ongewenscht is, de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor één of meer bepaalde groepen van winkelneringen een ander dan de genoemde tijdvakken aan wijzen. Deze regeling geldt dan slechts voor één gemeente of een deel eener ge meente. Ten derde mag men bij de periodieke op ruimingen geen andere soorten van goe deren verkoopen dan gewoonlijk in de be treffende winkelnering verkocht worden. Ten vierde is het verboden in de perio dieke opruimingen goederen te betrekken, die bi) den aanvang van het voor die opruimingen vastgestelde tijdvak niet tot den handelsvoorraad voor de betreffende winkelnering behoorden. Wit wil niet zeg gen dat de winkelier gedurende de óp- ruiming geen goederen mag koopen. maar dat hij de tijdens de opruiming gekochte goederen niet in die opruiming mag bren gen. Het doel van de opruiming ls immers den winkelier gelegenheid te geven dat gene, wat hij overtollig heeft, te spuien tegen een lageren prijs. Na hiermede de periodieke opruimingen besproken te hebben ga ik over tot de behandeling der niet-periodieke. de oprui mingen in verband met bijzondere omstan digheden. welke zich ten aanzien van een winkelnering bij overdracht, verplaatsing, verbouwing of anderszins kunnen voor doen. Daar de uitverkoopen, die uit den aard der zaak steeds niet-periodiek zijn, door de wet in vele opzichten gelijk als de niet- periodieke opruimingen geregeld worden, behandel ik deze twee verschijnselen te samen. Voor beide is een vergunning noodig, welke door de Kamer van Koophandel en Fabrieken verleend kan worden. Een vergunning tot het aankondigen van een verkoop uitsluitend onder de aam duiding „Uitverkoop", al dan niet met ver melding van de reden van den verkoop, verleent de Kamer van Koophandel en Fabrieken, indien het betreft een verkoop in verband met: a. het opheffen eener winkelnering: b. het staken vam den verkoop van een of meer soorten van goederen, tot een winkelnering behoorende. Een vergunning tot het aankondigen van een verkoop uitsluitend onder de aan duiding „Opruiming", al dan niet met ver melding van de reden van den verkoop, verleent de Kamer van Koophandel en Fabrieken, indien het betreft een verkoop in verband met: andere bijzondere omstandigheden, welke zich ten aanzien van een winkelnering, bij overdracht, verplaatsing, verbouwing of anderszins, kunnen voordoen, mits deze naar het oordeel van de Kamer, een op ruiming wettigen. Uit de woorden „of anderszins" volgt, dat opruiming wegens andere dan de hier ge noemde redenen mogelijk is, mits met ver gunning der Kamer van Koophandel en Fabrieken. Evenals bij de periodieke opruimingen bestaan bij de niet-periodieke opruimin gen en bij de uitverkoopen, tot het houden waarvan de Kamer van Koophandel en Fabrieken vergunning heeft verleend, eenige beperkende bepalingen. Ten eerste mag de winkelier ln dezen verkoop geen andere soorten van goederen verkoopen dan gewoonlijk in de betreffende winkelnering worden verkocht en ten tweede mag hij in dezen verkoop geen goe deren betrekken, die ten tijde van het indienen der aanvrage om vergunning niet tot den handelsvoorraad van de betref fende winkelnering behoorden. De hierboven besproken bepalingen leverden tot dusverre geen noemenswaar dige moeilijkheden op. In des te sterker mate was dit daaren tegen het geval met de bepaling die in de wet is opgenomen teneinde te voorkomen dat door het gebruik van de tallooze aan kondigingen, die de practijk tclkns weer bedenkt en waarin noch 'het woord „Uit verkoop" noch het woord „Opruiming" voorkomt, de bepalingen der wet zouden warden ontdoken. Deze bepaling houdt het volgende in: behoudens de gevallen, waarin voor een opruiming geen vergunning noodig ls dat betreft dus de opruimingen in verband met jaars- of seizoenswisseling en be houdens de gevallen waarin tot het hou den van een „uitverkoop" of „opruiming" vergunning is verkregen, is Het verboden in het winkelbedrijf een verkoop op zoo danige wijze aan te kondigen, dat daardoor redelijkerwijs de indruk wordt gewekt van 'n tijdelijke voordeelige aanbieding in ver band met bijzondere omstandigheden, welke zich ten aanzien van een winkel nering kunnen voordoen. De hier genoemde bijzondere omstandig heden zijn, blijkens een uitlating van den minister in de memorie van antwoord, de zelfde als die de Kamer van Koophandel aanleiding kunnen geven 'n „uitverkoop" of „opruiming" toe te staan. Zooals wij reeds zagen, waren dat: het opheffen eener winkelnering; het staken van den verkoop van een of meer soorten van goederen: andere bijzondere omstandigheden, welke zich voor kunnen doen bij overdracht, ver plaatsing, verbouwing of anderszins. Volgens deze bepaling ls het dus niet verboden een tijdelijke voordeelige aanbie ding te doen. maar is het voor de straf baarheid noodig, dat een tijdelijke voor deelige aanbieding geschiedt onder het mom, dat een van die hierboven genoemde HAARLEMSCHE POLITIERECHTER. Terecht stond de 19-jarige H. J. B. uit Aalsmeer, gewezen slagersknecht en thans volgens zijn mededeeling vertegenwoor diger voor alarmsignalen. Verdachte had zich ln het tijdvak 1934 1935 toen hij slagersknecht was bij den slager A. H. te Leimulden schuldig ge maakt aan verduistering door gelden van geïnde qultanties achter te houden en wel tot een bedrag van f. 155.42. Verdachte be kende. Door bezoek aan café's te Aalsmeer en elders is het geld verbrast. Eisch 3 weken. Vonnis 14 dagen gevan genisstraf. In de verdacht-enba.uk nam plaats de 31-jarlge boterhandelaar P. Z. uit Aals meer. Verdachte had op 17 Dec. 1935 toen de Rijkszuivelvisiteur verdachte's cabine wil de inspecteeren zijn auto vol gas gegeven en was ln snelle vaart weg gereden. Ver dachte beweerde het tegendeel. Hij was gewoon zijn weg gegaan, nadat hij eerst aan den getuige diens tasch had over handigd en het portier van zijn auto ge sloten had. De officier van justitie hield zich aan de verklaringen van den verbalisant en eischte een geldboete van f. 20 subs. 10 dagen hechtenis. De politierechter veroordeelde verdachte tot f. 15 subs. 10 dagen hechtenis. Terzake van wederspannlgheld tegen den opperwachtmeester der Kon. Mare chaussee R. S. stond terecht de 53-jarige los werkman J. Ph. v. E. uit Aalsmeer. Verdachte was op 16 Dec. 1935 aangetrof fen in het jachtveld van M. aldaar zon der in het bezit te zijn van een schrifte lijke vergunning (verd. deelde mede een mondelinge vergunning te hebben gekre gen). Toen de opperwachtmeester het geweer van verdachte in beslag wilde nemen, heeft deze zich hiertegen verzet. Ten slotte heeft hij toch het onderspit moeten delven. De officier van justitie eischte een geld boete van f. 20 subs. 10 dagen hechtenis. De politierechter veroordeelde verd. tot f. 16 subs. 10 dagen hechtenis. spoorwegwet, f.3 of 1 d.; C. J. H„ Haar lemmermeer, autorijden met ondeugdelijke remmen, f.4 of 2 d.; H. H. J. de B„ zwer vende, overtr. motor- en rijwielregl., f. 5 of 2 d.: J. v. E„ Haarlem, autorijden zon der nauwkeurig werkend stuurtoestel, 7.50 gld. of 3 d P. J. R. geen geldig rijbewijs vertooncn, f. 10 of 4 d.; W. v. d. O., Kat wijk, autorijden over een gesloten ver klaarden weg, f. 5 of 2 d. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Volgende vonnissen zijn geveld: P. J. de H„ Warmond, overtr. vleesch- keuringswet, f. 5 of 2 d.; P. de J., Katwijk, overtr. motor- en rijwielregl.. f. 1 of 1 d.: E. M. Amersfoort, idem f.6 of 2 d.; A. N„ Idem f.6 of 2 d.; J. S., Idem f.5 of 2 d.; D. K.. Rijnsburg, wielrtjden zonder reflec tor, f.2 of 1 d.; C. S„ Idem. f.3 of 1 d.; S. H.. Hazerswoude. overtr. motor- en rijwielregl. f.3 of 1 d.: W. v. M„ Katwijk, Idem 2-maal f.3 of 2-maal 1 d.: W. S Idem f. 2 of 1 d C. P idem 2-maal f2.50 of 2-maal 1 d.; J. 8„ overtr. Ijkwet, 3-maal f.1 of 3-maal 1 d. met verbeurdverkl. ge wichten; J. v. V. idem 2-maal f.1 of 2- maal 1 d. met verbeurdverkl. gewicht en Inhoudsmaat; K. O. de V. Ideip 2-maal f. 1 of 2-maal 1 d. met verbeurdverkl. ge wichten; J. C. M„ overtr. verord. Leiden op de straatpolltie, f.1 of ld.; E. H. te Leiden, zonder noodzaak wielrijden over een trottoir, f.2 of 1 d.; A. H., overtr. ver ordening Lelden op het verkeer te land, f. 1 of 1 d.; J. F. G. S„ overtreding K. B. van 27 Juli 1887. S. 141, f. 5 of 2 d.; J. V.. Wassenaar, overtr. tramwegregl., f. 3 of 1 d.: S. J. B„ overtreding crisiszuivelwet, geen straf: P. M„ overtr. motor, en rij- wlelwet, f.10 of 4 d. en f.5 of 2 d.; J. J. S„ Den Haag, overtr. motor- en rijwiel regl., f.5 of 2 d.: J. J. K„ Alkmaar. Idem, f. 6 of 2 d.; J. F. Th. v. d. R„ Zaandam. Idem f. 4 of 2 d.: J. O., idem, 2-maal f.3 of 2-maal 1 d.; H. C. v N„ overtr. arbeids wet, f.10 of 4 d.; A. M. v. E., Den Haag, te Leiden te snel autorijden en zonder noodzaak links van den weg autorijden, 2-maal f.6 of 2-maal 2 d.; P. B zwer vende, te Noordwij kerhout zonder ver gunning venten, f. 2 of 1 d M. J. O., wed. van E. v. V., te Leiden vuil in het open baar water werpen, f.2 of 1 d.: H. van D„ Haarlem, autorijden zonder licht, f7.50 of 3 d.: Q. v. K„ Sassenheim, wielrijden over een gesloten verklaarden weg, f. 2 of 1 d.: C. v. B, Katwijk, idem. f.2 of 1 d.; H. v. R.. in bochten binnen de bebouwde kom zonder noodzaak links van den weg wielrijden. f.3 ol 1 d.; J. P. C„ Noordwij- kerhout, idem f.3 of 1 d.; W. H. B„ Idem Idem, f. 2 of 1 d.; K. B. als bestuurder van een rijwiel geen teeken geven bij veranderen van richting, f. 3 of 1 d.; M. B. idem f. 3 of 1 d.; H. J. de V„ Amster dam, een auto laten staan zonder licht en rood achterlicht, 2-maal f. 2 of 2-maal 1 d.: B. J. L„ Noordwijkerhout, idem, 2-maal f. 2 of 2-maal l d.; A. C. den Haag. auto rijden zonder spiegel, f. 5 of 2 d.; W. J. B., Nieuwer-Amstel, idem f.5 of 2 d.; M. V., Katwijk, wielrijden zonder licht, f. 3 of 1 d.; P. de K„ Rijnsburg, idem, f. 3 of 1 d.; D. O. Katwijk, idem. f. 3 of 1 d.; J. P. F. idem, f. 3 of 1 d.; P. de K„ Rijnsburg, wielrijden zonder reflector, f. 3 of 2 d.; C. S. idem, f.3 of 1 d.; P. de K„ Rijnsburg, wilerijden zonder bel, f. 3 of 1 d.; D. D. idem. f. 3 of 1 d.; B 8., Idem, f. 3 of 1 d.; J. C. J. v. H.. Zoeterwoude, overtreding motor, en rijwielregl., f. 10 of 4 d.; N. J. v. R„ Stompwijk. te Leiden zonder ver gunning venten, f.2 of 1 d.; A. v. 8. den B„ te Leiden zonder vergunning op den openbaren weg muziek maken, f. 2 of I d.; J. J. N„ Noordwijk, openbare dronken schap, f.5 of 2 d.; C. L. E„ overtreding omstandigheden de oorzaak is van de goed- koope aanbieding. Helaas is bij de toepassing van deze be paling door de politie in vele gevallen het belangrijkste bestanddeel over het hoofd gezien en is proces-verbaal opgemaakt, terwijl alleen een tijdelijke voordeelige aanbieding werd gedaan, waarbij uit niets bleek dat deze in verband stond met een van de genoemde bijzondere omstan- heden. Ik eindig dit artikel dan ook met het uiten van de hoop, dat de rechterlijke macht door een juiste toepassing van het betreffende artikel er toe zal medewerken, dat deze wet, die toch bedoeld is als be scherming van den winkelstand niet in j haar tegendeel zal verkeeren, doordat zij, op onjuiste wijze toegepast, den winkelier ln sterke mate belemmert voor zijn arti kelen op een behoorlijke manier reclame te ma-ken. KANTONGERECHT ALPHEN. Voor het kantongerecht had zich giste ren te verantwoorden J. V. uit Hazers woude. die op roekelooze wijze onder de gemeente Hazerswoude had gereden en een andere auto ln gevaar had gebracht door te passeeren terwijl er geen ruimte bleek te zijn. Verd. die reeds eerder een dergelijk feit heeft gepleegd en te dier zake ls veroordeeld, liet verstek gaan. Als getuige werd gehoord een Franschman ge naamd M„ die omtrent een en ander uit eenzetting gaf en daarbij naar voren bracht dat verdachte zeker zou hebben gereden met een snelheid van 80 tot 100 K.M. De ambtenaar vond het feit hoogst ernstig en mede doordat verdachte na korten tijd voor de 2e maal een dergelijke overtreding beging en een gevaar voor den weg ls. vorderde hl) een geldboete van f. 50 sub. 25 dagen met intrekking van het rijbewijs voor den tijd van 4 maanden. De kantonrechter veroordeelde V. tot f. 30 subs. 20 dagen en met intrekking van den rijbewijs voor den tijd van 4 maanden. F. K. uit Nleuwerbrug die van een niet openbare weg was komen rijden op den openbaren weg had eveneens een verkeers- fout begaan en daardoor een aanrijding veroorzaakt. Na het hooren van een twee tal getuigen werd deze veroordeeld tot f. 20 subs. 10 dagen. Eisch f. 25 subs. 15 dagen. De Boskoopsche kwestie in zake de Gouwe-noodbrug. Hierna kwam een niet alledaagsche kwestie aan de orde. Zooals men weet zijn vanwege de Provincie te Boskoop verschil lende werken in uitvoering o.a. een ver nieuwing van de brug over de Gouwe, ten einde het verkeer gaande te houden heeft men een tijdelijke noodbrug over de Gouwe gelegd vanaf de z.g. Bootstraat naar de overziide van de Gouwe. Toen de heer C. Houtman uit Gouda, die eenige huizen ln bedoelde straat heeft staan, zulks vernam en vreezende dat door de omlegging van het verkeer zl1n eigendom men veel te lijden zouden krijgen had hij zich ln verbinding met de gemeente ge steld Toen hij echter geen voor hem be vredigende oplossing bekwam heeft hij zich tot een advocatenkantoor te Lelden gewend, welk kantoor zich toen ln verbin ding met de gemeente heeft gesteld. Toen de gemeente echter een voor de perceelen gelegen strook grond hem in eigendom toebehoorende doch evenwel dienende voor beperkt openbaar verkeer in gereed heid ging brengen voor het auto en ander verkeer hadden de raadslieden van H. ge adviseerd ln de hem toebehoorende strook grond eenige palen te slaan. De heer H. had daarop zijn broers de heeren Th. H. en A. H. uit Boskoop opdracht gegeven tot het slaan van palen, die aan deze op dracht gevolg hadden gegeven. Genoemde broers hadden zich gistermorgen te ver antwoorden wegens de strafvervolging die de gemeente Boskoop tegen hen had doen instellen wegens de belemmering van het verkeer. Verdachten gaven de feiten toe en werden bijgestaan door mr. J. W. v. Blokland advocaat uit Leiden, die een uitvoerige lezing van het geval gaf. Zelfs had de eigenaar de zaak aanhangig ge maakt in z.g. kortgeding voor den presi dent der Arr. Rechtbank te 's Gravenhage. De behandeling der zaak had destijds on geveer 3 uur inbeslag genomen en verde diger citeerde enkele overwegingen uit dit vonnis, waarbij de president had overwo gen dat de gemeente Boskoop niet bevoegd was geweest om de palen weg te halen, wat de gemeente had gedaan. De eigenaar had toen gevorderd dat de gemeente zou worden veroordeeld een en ander in den ouden toestand terug te brengen Deze eisch had de president echter ontzegd ge let op het algemeen belang. De kanton rechter en ambtenaar Informeerden wie de strook grond toebehoorde en of H. 10 jaar voor het Inwerking treden der wegen- wet dit in onderhoud had. Verdachten beweerden dat dit voor rekening van hun broer was en de perceelen reeds 60 jaar in bezit der familie waren, in tegenstel ling met de gemeente Boskoop die ln een brief en andere bescheiden had aangege ven dat bedoelde strook grond voor de perceelen wat bestrating etc. betreft ln onderhoud bij de gemeente was. Een en ander werd echter door verdachten en verdediger ontkend. Door ambtenaar en kantonrechter werd daarna na gepleegd overleg de zaak aangehouden tot het hoo ren van den wethouder der gemeente werken den heer E. Guldemond om eerst uit te maken wie sinds 1 October 1922 en of daarvoor het onderhoud had verricht. De verdere behandeling werd derhalve be paald op 6 Maart a.s. H. C. Kr. landbouwer te Ter Aar. die ver stok liet gaan. had boter in voorraad ge had zonder dé voorgeschreven merken en werd deswege veroordeeld tot f.75 subs. 50 dagen. V. uit Alphen zuivelfabrikant was onder de gemeente Woubragge aangehouden met boter, niet van de voorgeschreven merken voorzien. De controleur der crisiszuivelwet verklaarde dat verdachte 's morgens onge veer om 10 uur een voorlooplge vergunning was verleend en hit toen ook de karns had ontzegeld. Echter reeds enkele uren later werd hij te Woubrugge aangehouden met ongemerkte boter zoodat hit deze bereid moet hebben zonder erkend boterprodu- eent te zijn of hiervoor vergunning te hebben gehad Verdachte werd veroordeeld tot 2 x f. 40 subs 2 x 20 dagen. De eisch luidde f. 50 subs. 25 dagen voor ieder feit; tevens werd de inbeslaggenomen boter verbeurd verklaard. A. Kr. te Hazerswoude die zich voor een dergelijk delict had te verantwoorden en reeds eerder werd veroordeeld, bekwam nu een boete van f. 15 subs. 10 dagen. A. C. v. T. had gekarnd zonder erkendl boterproducent te zijn en voerde ter ver ontschuldiging aan alleen te karnen voor eigen gebruik en dit sinds 1903 te hebben gedaan dat hli vergunning moest hebben was hem niet bekend. De voorgeschreven melkregisters had hij steeds bitgehouden en daarop ook vermeld de melk die hli z.g. verkarnd had en nimmer had men hier bemerking op gemaakt. De ambtenaar meende dat de man dan had geboft dat hij reeds niet eerder was verbaliseerd, doch zoowel ambtenaar als kantonrechter vonden het vreemd, dat verdachte onkun dig zou zlln geweest dat hli een vergun ning moest hebben en bovendien trokken zij in twijfel of verdachte alleen voor zich. had gekarnd of ook boter had verkocht. De overtreding werd als zeer ernstig aan gemerkt zoodat een geldboete werd ge- vorderd van f. 100 subs 50 dagen; veroor deeling f. 50 subs. 25 dagen. KON. PAKETV. MIJ. ROGGEVEEN, 5 Febr. van Belra n. Zan zibar. OP TEN NOORT, 5 Febr. van Melbourne te Batavia. BARENTSZ. 5 Febr. van Manilla n. Saigon. SWARTENHONDT, 5 Febr. van Hongkong n. Shanghae. NIEUW HOLLAND, 6 Febr. van Singapore te Melbourne. HOLLAND—OOST AZIE LIJN. MEERKERK, thuisreis, 7 Febr. van Port Said. JAVACHINAJAPAN LIJN TJINEGARA, 6 Febr. van Shanghae te Manilla. JAVA—NEW YORK LIJN PALEMBANG, 5 Febr. van Boston te Jack sonville. TABINTA, 5 Febr. van New York n. Phi ladelphia. HALCYON LIJN STAD DORDRECHT, Melilla n, R'dam- Vlaardingen, pass. 6 Febr. Gibraltar. ROZENBURG, arr. 5 Febr. te Bagnoli. HOLLAND—AMERIKA LIJN DELFTDIJK, 5 Febr. van Seattle te Van couver. DINTELDIJK, 6 Febr. van R'dam naar Pacific Kust. LEERDAM, 6 Febr. n.m. van New York te R'dam. HOLLAND—AFRIKA LIJN JAGERSFONTEIN, 7 Febr. n.m. 3 u. van O. Afrika te R'dam verwacht. NIJKERK, 5 Febr. van Lorenzo Marques to Belra; vertrekt 8 Febr. n. Mozam bique. BLOEMFONTEIN, vertrekt 8 Febr. van Belra n. Durban. BENNEKOM, 6 Febr. van Durban n. East London. SPRINGFONTEIN, thuisreis, 7 Febr. van Port Said. KON. NED. STOOMB. MIJ. ARIADNE, 5 Febr. van Kopenhagen te Gdynia. BARNEVELD, 7 Febr. van Hamburg te Antwerpen. GANYMEDES, 6 Febr. van Piraeus naar Patras. MARS, 7 Febr. van Amst. te Hamburg. ODYSSEUS, 6 Febr. van Alicante naar Barcelona. ORPHEUS, 7 Febr. van Gothenburg te Aarhuus. VAN RENSSELAER, 6 Febr. v. Madeira n. Paramaribo. TIBERIUS, 8 Febr. van Kimassi naar Salonica. TITUS. 7 Febr. van Amst. te R'dam. ULYSES. 6 Febr. van Volo n. Salonica. GYDA (charter), arr. 6 Febr. te Bur- riana. VENUS, 7 Febr. van Hamburg te Amst. COLOMBIA, 7 Febr. van Amst. n. West Indië. MIJ. NEDERLAND. SEMBILAN, 7 Febr. van Hamburg te Amst. SALABANGKA, 7 Febr. van Java te Am sterdam. JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuis reis, 7 Febr. van Port Said. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. HELDER, 8 Febr. van Hamburg te Amst. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN TOSARI, 6 Fèbr. van Manilla n. Bombay. KON. HOLL. LLOYD ZAANLAND, uitreis, 5 Febr. van Las Pal- mas. HOLLAND—AUSTRALIË LIJN. ALMKERK, thuisreis, 7 Febr. van Mel bourne. ROTT. LLOYD BUITENZORG, thuisreis, pass. 6 Febr. n.m. 8 u. Finistorre. KERTOSONO, thuisreis, 7 Febr. v.m. 1 u. van Londen. SOEKABOEMI, thuisreis, pass. 7 Febr. v.m. 5 u. Pantcllarla. MODJOKERTO, thuisreis, 7 Febr. van Sin gapore. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. BUSSUM, 6 Febr. van Huil n. R'dam. ROSSUM, Port Gentll n. Bordeaux, pass. 7 Febr. Las Palmas. JONGE ANTHONY, 6 Febr. van Dunston n. Algiers. BATAVIER II, 7 Febr. van R'dam te Gra- vesend. SCHOKLAND, 6 Febr. van Blyth n. Ant werpen. MURENA, 5 Febr. van Curacao te New York. MACUBA. Curacao n. Port Said, pass. 5 Febr. Gibraltar. MEGARA, Rouaan n. Fayal v.o„ was 6 Febr. 1 u 50 n.m. 125 mijlen Z.W. van Niton. PHOBOS, 5 Febr. van Belfast te Cristobal. ORANJEPOLDER, 6 Febr. van R'dam te Londen. 8—5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 20