Uitverkoopen en Opruimingen
LEIDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad
Zaterdag 8 Februari 1936
De wet, bedoeld als bescherming van den
Winkelstand, mag geen plaag worden.
RECHTZAKEN.
/CUEEP/
TJMNCIM
O
WAT BEOOGT DE WET?
Nu door het ln werking treden van de
wet „betreffende het uitverkoopen en op
ruimen ln het winkelbedrijf" tal van win
keliers door een onjuiste Interpretatie op
ongewenschte wijze met deze wet ln aan
raking komen, hebben wij mr. J. Verkerk
te Amsterdam, die van de nieuwe wet een
speciale studie heeft gemaakt, bereid ge
vonden voor onze lezers een uiteenzetting
van de wet te geven.
Mr. Verkerk schrijft ons:
De voortdurende toeneming van de exces
sen verbonden aan het uitverkoop- en op
ruimingswezen ls de oorzaak geweest dat
de wetgevende macht zich genoodzaakt
heeft gezien paal en perk te stellen aan de
op dit gebied heerschende wanorde. Sinds
langen tijd gingen van verschillende zij
den stemmen op om door een wettelijke
regeling een einde te maken aan de be
staande wantoestanden, 't Resultaat van
dezen aandrang ls geweest dat op 12 Jan.
1935 bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaal werd ingediend een ontwerp van
„Wet houdende regeling betreffende het
uitverkoopen en opruimen ln het winkel
bedrijf". Dit ontwerp werd, eenigszlns ge
wijzigd, door de Staten-Generaal aangeno
men, waarna het als wet op 13 September
1935 in het Staatsblad verscheen en met
Ingang van 15 October 1935 in werking trad.
Dat aan een regeling van deze materie
een dringende behoefte bestond, bleek on
der andere uit een onderzoek dat, op ver
zoek van den minister van economische
zaken, werd ingesteld door het Economisch
Instituut voor den Middenstand gedurende
de maanden November 1933 tot en met
Februari 1934. De bij dit onderzoek verza
melde gegevens toonden aan, dat het on
verantwoord ware langer lijdelijk te blijven
toezien, hoe vele winkeliers, die het met de
waarheid dikwijls niet al te nauw namen,
ln het verzinnen van steeds fantastischer
en buitensporiger wordende aankondigin
gen elkaar den loef trachtten af te steken.
Deze wedstrijd getuigde weliswaar van een
groote vaardigheid ln het gebruik onzer
moedertaal en had misschien een komische
zijde, maar het is begrijpelijk dat de bona
fide winkelstand dit vaak Inferieure ge
doe, dat op misleiding van de koopers was
gericht, met leede oogen aanzag en met
kracht aandrong op een wettelijke rege
ling, die hieraan een einde zou maken.
De bezwaren van de bona-flde winke
liers waren niet zoozeer gericht tegen de
uitverkoopen en opruimingen in het alge
meen, doch tegen de gevallen waarin uit-
verkoopen en opruimingen ontijdig werden
aangekondigd of werden gehouden onder
voorwendselen, die bij het publiek ten on
rechte den indruk wekten, dat in verband
met een of andere bijzondere omstandig
heid een tijdelijke voordeelige aanbieding
werd gedaan.
Tegen het euvel van het steeds vroeger
annonceeren der opruimingen van seizoen
artikelen bestond vóór het tot stand komen
der wet geen enkel middel. Het eene bedrijf
moest het andere, dat voorging op dezen
weg, wel volgen, wilde het tegenover een
dergelijke attractieve reclame niet achter
op geraken. Aan dit vroegtijdig begin der
seizoenopruimingen wende het publiek zoo
danig. dat het veelal met zijn inkoopen
wachtte tot de periode der. dikwijls ver
meende. voordeelige aanbiedingen was aan
gebroken.
De uitverkoopen en opruimingen, die on
der opgave van onware redenen gehouden
werden of die vrijwel permanent waren,
zoodat niemand meer geloofde dat er nog
van 'n werkelijken uitverkoop of oprui
ming sprake was, hadden een eenigszins
ander karakter. Door dit reclame-systeem
werden de op zichzelf volkomen natuur
lijke en economisch gerechtvaardigde ver
schijnselen „uitverkoop" en „opruiming" op
den duur tot holle zinledige woorden.
Na deze beschouwing over de factoren
die aanleiding zijn geweest tot het tot
standkomen der wet, ga ik er toe over den
inhoud der wet in groote trekken uiteen
te zetten.
Inhoud der wet.
De wet maakt onderscheid tusschen de
begrippen „uitverkoop" en „opruiming",
welke begrippen vroeger doorgaans niet
goed uit elkaar werden gehouden. Men
sprak van „uitverkoop" terwijl men „op
ruiming" bedoelde en omgekeerd. Nu de
wet echter verschil maakt, dienen ook wij
deze begrippen scherp te onderscheiden.
Van „uitverkoop" is sprake, indien een
verkoop plaats vindt in verband met het
opheffen eener winkelnering of het staken
van den verkoop van een of meer soorten
van goederen die tot een winkelnering be-
hooren.
Van „opruiming" is sprake in twee groe
pen van gevallen, ten eerste indien een ver
koop plaats vindt in verband met jaars-
of seizoenwisseling en ten tweede indien
een verkoop plaats vindt in verband met
bijzondere omstandigheden, welke zich ten
aanzien van een winkelnering bij over
dracht, verplaatsing, verbouwing of anders
zins, kunnen voordoen.
De wet maakt dus onderscheid tusschen,
wat men zou kunnen noemen, periodieke
en niet-periodieke opruimingen. Ten aan
dien van de uitverkoopen wordt deze on
derscheiding vanzelfsprekend niet gemaakt
aangezien een periodieke uitverkoop een
contradictio in terminis zou zijn.
Voor het houden der periodieke oprui
mingen, of met een ander woord, de op
ruimingen in verband met jaars- of sei
zoenwisseling, heeft men geen toestem
ming noodig van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken. Hierbij gelden echter
eenige beperkingen.
Ten eerste mag men deze verkoopen
slechts aankondigen onder één der volgen
de aanduidingen: „Jaarlijksche oprui
ming", „halfjaarlijksche opruiming" „.sei
zoenopruiming", „balansopruiming", „in
ventaris-opruiming".
Ten tweede mogen deze verkoopen uit
sluitend worden gehouden tusschen 1 Ja
nuari en 1 Februari en tusschen 15 Juli en
15 Augustus. Zoo noodig kan echter door
de Kroon voor één of meer bepaalde groe
pen van winkelneringen een ander tijdvak
dan de genoemde worden aangewezen,
welke regeling dan voor het geheele land
geldt. Deze bepaling was noodig met het
oog op de branches, welke hun selzoen-
opruhnlngen om practische redenen ln an
dere dan de genoemde perloden plegen te
houden. Zoo bijvoorbeeld de fotohandel,
waarvoor de zomer juist de drukste tijd is,
zoodat deze branche van 15 Juli tot 15
Augustus begrijpelijkerwijze geen oprui
ming houdt.
Naast deze landelijke regeling door de
Kroon kan ln bijzondere gevallen, waarin
een regeling voor het geheele land onnoo-
dig of ongewenscht is, de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor één of meer
bepaalde groepen van winkelneringen een
ander dan de genoemde tijdvakken aan
wijzen. Deze regeling geldt dan slechts
voor één gemeente of een deel eener ge
meente.
Ten derde mag men bij de periodieke op
ruimingen geen andere soorten van goe
deren verkoopen dan gewoonlijk in de be
treffende winkelnering verkocht worden.
Ten vierde is het verboden in de perio
dieke opruimingen goederen te betrekken,
die bi) den aanvang van het voor die
opruimingen vastgestelde tijdvak niet tot
den handelsvoorraad voor de betreffende
winkelnering behoorden. Wit wil niet zeg
gen dat de winkelier gedurende de óp-
ruiming geen goederen mag koopen. maar
dat hij de tijdens de opruiming gekochte
goederen niet in die opruiming mag bren
gen. Het doel van de opruiming ls immers
den winkelier gelegenheid te geven dat
gene, wat hij overtollig heeft, te spuien
tegen een lageren prijs.
Na hiermede de periodieke opruimingen
besproken te hebben ga ik over tot de
behandeling der niet-periodieke. de oprui
mingen in verband met bijzondere omstan
digheden. welke zich ten aanzien van een
winkelnering bij overdracht, verplaatsing,
verbouwing of anderszins kunnen voor
doen.
Daar de uitverkoopen, die uit den aard
der zaak steeds niet-periodiek zijn, door de
wet in vele opzichten gelijk als de niet-
periodieke opruimingen geregeld worden,
behandel ik deze twee verschijnselen te
samen.
Voor beide is een vergunning noodig,
welke door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken verleend kan worden.
Een vergunning tot het aankondigen van
een verkoop uitsluitend onder de aam
duiding „Uitverkoop", al dan niet met ver
melding van de reden van den verkoop,
verleent de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, indien het betreft een verkoop
in verband met:
a. het opheffen eener winkelnering:
b. het staken vam den verkoop van een
of meer soorten van goederen, tot een
winkelnering behoorende.
Een vergunning tot het aankondigen
van een verkoop uitsluitend onder de aan
duiding „Opruiming", al dan niet met ver
melding van de reden van den verkoop,
verleent de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, indien het betreft een verkoop
in verband met:
andere bijzondere omstandigheden, welke
zich ten aanzien van een winkelnering, bij
overdracht, verplaatsing, verbouwing of
anderszins, kunnen voordoen, mits deze
naar het oordeel van de Kamer, een op
ruiming wettigen.
Uit de woorden „of anderszins" volgt, dat
opruiming wegens andere dan de hier ge
noemde redenen mogelijk is, mits met ver
gunning der Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
Evenals bij de periodieke opruimingen
bestaan bij de niet-periodieke opruimin
gen en bij de uitverkoopen, tot het houden
waarvan de Kamer van Koophandel en
Fabrieken vergunning heeft verleend,
eenige beperkende bepalingen.
Ten eerste mag de winkelier ln dezen
verkoop geen andere soorten van goederen
verkoopen dan gewoonlijk in de betreffende
winkelnering worden verkocht en ten
tweede mag hij in dezen verkoop geen goe
deren betrekken, die ten tijde van het
indienen der aanvrage om vergunning niet
tot den handelsvoorraad van de betref
fende winkelnering behoorden.
De hierboven besproken bepalingen
leverden tot dusverre geen noemenswaar
dige moeilijkheden op.
In des te sterker mate was dit daaren
tegen het geval met de bepaling die in de
wet is opgenomen teneinde te voorkomen
dat door het gebruik van de tallooze aan
kondigingen, die de practijk tclkns weer
bedenkt en waarin noch 'het woord „Uit
verkoop" noch het woord „Opruiming"
voorkomt, de bepalingen der wet zouden
warden ontdoken.
Deze bepaling houdt het volgende in:
behoudens de gevallen, waarin voor een
opruiming geen vergunning noodig ls
dat betreft dus de opruimingen in verband
met jaars- of seizoenswisseling en be
houdens de gevallen waarin tot het hou
den van een „uitverkoop" of „opruiming"
vergunning is verkregen, is Het verboden
in het winkelbedrijf een verkoop op zoo
danige wijze aan te kondigen, dat daardoor
redelijkerwijs de indruk wordt gewekt van
'n tijdelijke voordeelige aanbieding in ver
band met bijzondere omstandigheden,
welke zich ten aanzien van een winkel
nering kunnen voordoen.
De hier genoemde bijzondere omstandig
heden zijn, blijkens een uitlating van den
minister in de memorie van antwoord, de
zelfde als die de Kamer van Koophandel
aanleiding kunnen geven 'n „uitverkoop"
of „opruiming" toe te staan. Zooals wij
reeds zagen, waren dat:
het opheffen eener winkelnering;
het staken van den verkoop van een of
meer soorten van goederen:
andere bijzondere omstandigheden, welke
zich voor kunnen doen bij overdracht, ver
plaatsing, verbouwing of anderszins.
Volgens deze bepaling ls het dus niet
verboden een tijdelijke voordeelige aanbie
ding te doen. maar is het voor de straf
baarheid noodig, dat een tijdelijke voor
deelige aanbieding geschiedt onder het
mom, dat een van die hierboven genoemde
HAARLEMSCHE POLITIERECHTER.
Terecht stond de 19-jarige H. J. B. uit
Aalsmeer, gewezen slagersknecht en thans
volgens zijn mededeeling vertegenwoor
diger voor alarmsignalen.
Verdachte had zich ln het tijdvak 1934
1935 toen hij slagersknecht was bij den
slager A. H. te Leimulden schuldig ge
maakt aan verduistering door gelden van
geïnde qultanties achter te houden en wel
tot een bedrag van f. 155.42. Verdachte be
kende. Door bezoek aan café's te Aalsmeer
en elders is het geld verbrast.
Eisch 3 weken. Vonnis 14 dagen gevan
genisstraf.
In de verdacht-enba.uk nam plaats de
31-jarlge boterhandelaar P. Z. uit Aals
meer.
Verdachte had op 17 Dec. 1935 toen de
Rijkszuivelvisiteur verdachte's cabine wil
de inspecteeren zijn auto vol gas gegeven
en was ln snelle vaart weg gereden. Ver
dachte beweerde het tegendeel. Hij was
gewoon zijn weg gegaan, nadat hij eerst
aan den getuige diens tasch had over
handigd en het portier van zijn auto ge
sloten had.
De officier van justitie hield zich aan de
verklaringen van den verbalisant en
eischte een geldboete van f. 20 subs. 10
dagen hechtenis.
De politierechter veroordeelde verdachte
tot f. 15 subs. 10 dagen hechtenis.
Terzake van wederspannlgheld tegen
den opperwachtmeester der Kon. Mare
chaussee R. S. stond terecht de 53-jarige
los werkman J. Ph. v. E. uit Aalsmeer.
Verdachte was op 16 Dec. 1935 aangetrof
fen in het jachtveld van M. aldaar zon
der in het bezit te zijn van een schrifte
lijke vergunning (verd. deelde mede een
mondelinge vergunning te hebben gekre
gen). Toen de opperwachtmeester het
geweer van verdachte in beslag wilde
nemen, heeft deze zich hiertegen verzet.
Ten slotte heeft hij toch het onderspit
moeten delven.
De officier van justitie eischte een geld
boete van f. 20 subs. 10 dagen hechtenis.
De politierechter veroordeelde verd. tot
f. 16 subs. 10 dagen hechtenis.
spoorwegwet, f.3 of 1 d.; C. J. H„ Haar
lemmermeer, autorijden met ondeugdelijke
remmen, f.4 of 2 d.; H. H. J. de B„ zwer
vende, overtr. motor- en rijwielregl., f. 5
of 2 d.: J. v. E„ Haarlem, autorijden zon
der nauwkeurig werkend stuurtoestel, 7.50
gld. of 3 d P. J. R. geen geldig rijbewijs
vertooncn, f. 10 of 4 d.; W. v. d. O., Kat
wijk, autorijden over een gesloten ver
klaarden weg, f. 5 of 2 d.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Volgende vonnissen zijn geveld:
P. J. de H„ Warmond, overtr. vleesch-
keuringswet, f. 5 of 2 d.; P. de J., Katwijk,
overtr. motor- en rijwielregl.. f. 1 of 1 d.:
E. M. Amersfoort, idem f.6 of 2 d.; A. N„
Idem f.6 of 2 d.; J. S., Idem f.5 of 2 d.;
D. K.. Rijnsburg, wielrtjden zonder reflec
tor, f.2 of 1 d.; C. S„ Idem. f.3 of 1 d.;
S. H.. Hazerswoude. overtr. motor- en
rijwielregl. f.3 of 1 d.: W. v. M„ Katwijk,
Idem 2-maal f.3 of 2-maal 1 d.: W. S
Idem f. 2 of 1 d C. P idem 2-maal f2.50
of 2-maal 1 d.; J. 8„ overtr. Ijkwet, 3-maal
f.1 of 3-maal 1 d. met verbeurdverkl. ge
wichten; J. v. V. idem 2-maal f.1 of 2-
maal 1 d. met verbeurdverkl. gewicht en
Inhoudsmaat; K. O. de V. Ideip 2-maal f. 1
of 2-maal 1 d. met verbeurdverkl. ge
wichten; J. C. M„ overtr. verord. Leiden
op de straatpolltie, f.1 of ld.; E. H. te
Leiden, zonder noodzaak wielrijden over
een trottoir, f.2 of 1 d.; A. H., overtr. ver
ordening Lelden op het verkeer te land,
f. 1 of 1 d.; J. F. G. S„ overtreding K. B.
van 27 Juli 1887. S. 141, f. 5 of 2 d.; J. V..
Wassenaar, overtr. tramwegregl., f. 3 of 1
d.: S. J. B„ overtreding crisiszuivelwet,
geen straf: P. M„ overtr. motor, en rij-
wlelwet, f.10 of 4 d. en f.5 of 2 d.; J. J.
S„ Den Haag, overtr. motor- en rijwiel
regl., f.5 of 2 d.: J. J. K„ Alkmaar. Idem,
f. 6 of 2 d.; J. F. Th. v. d. R„ Zaandam.
Idem f. 4 of 2 d.: J. O., idem, 2-maal f.3
of 2-maal 1 d.; H. C. v N„ overtr. arbeids
wet, f.10 of 4 d.; A. M. v. E., Den Haag,
te Leiden te snel autorijden en zonder
noodzaak links van den weg autorijden,
2-maal f.6 of 2-maal 2 d.; P. B zwer
vende, te Noordwij kerhout zonder ver
gunning venten, f. 2 of 1 d M. J. O., wed.
van E. v. V., te Leiden vuil in het open
baar water werpen, f.2 of 1 d.: H. van D„
Haarlem, autorijden zonder licht, f7.50
of 3 d.: Q. v. K„ Sassenheim, wielrijden
over een gesloten verklaarden weg, f. 2 of
1 d.: C. v. B, Katwijk, idem. f.2 of 1 d.;
H. v. R.. in bochten binnen de bebouwde
kom zonder noodzaak links van den weg
wielrijden. f.3 ol 1 d.; J. P. C„ Noordwij-
kerhout, idem f.3 of 1 d.; W. H. B„ Idem
Idem, f. 2 of 1 d.; K. B. als bestuurder
van een rijwiel geen teeken geven bij
veranderen van richting, f. 3 of 1 d.; M.
B. idem f. 3 of 1 d.; H. J. de V„ Amster
dam, een auto laten staan zonder licht en
rood achterlicht, 2-maal f. 2 of 2-maal 1
d.: B. J. L„ Noordwijkerhout, idem, 2-maal
f. 2 of 2-maal l d.; A. C. den Haag. auto
rijden zonder spiegel, f. 5 of 2 d.; W. J. B.,
Nieuwer-Amstel, idem f.5 of 2 d.; M. V.,
Katwijk, wielrijden zonder licht, f. 3 of 1
d.; P. de K„ Rijnsburg, idem, f. 3 of 1 d.;
D. O. Katwijk, idem. f. 3 of 1 d.; J. P. F.
idem, f. 3 of 1 d.; P. de K„ Rijnsburg,
wielrijden zonder reflector, f. 3 of 2 d.; C.
S. idem, f.3 of 1 d.; P. de K„ Rijnsburg,
wilerijden zonder bel, f. 3 of 1 d.; D. D.
idem. f. 3 of 1 d.; B 8., Idem, f. 3 of 1 d.;
J. C. J. v. H.. Zoeterwoude, overtreding
motor, en rijwielregl., f. 10 of 4 d.; N. J.
v. R„ Stompwijk. te Leiden zonder ver
gunning venten, f.2 of 1 d.; A. v. 8. den
B„ te Leiden zonder vergunning op den
openbaren weg muziek maken, f. 2 of I d.;
J. J. N„ Noordwijk, openbare dronken
schap, f.5 of 2 d.; C. L. E„ overtreding
omstandigheden de oorzaak is van de goed-
koope aanbieding.
Helaas is bij de toepassing van deze be
paling door de politie in vele gevallen het
belangrijkste bestanddeel over het hoofd
gezien en is proces-verbaal opgemaakt,
terwijl alleen een tijdelijke voordeelige
aanbieding werd gedaan, waarbij uit niets
bleek dat deze in verband stond met een
van de genoemde bijzondere omstan-
heden.
Ik eindig dit artikel dan ook met het
uiten van de hoop, dat de rechterlijke
macht door een juiste toepassing van het
betreffende artikel er toe zal medewerken,
dat deze wet, die toch bedoeld is als be
scherming van den winkelstand niet in
j haar tegendeel zal verkeeren, doordat zij,
op onjuiste wijze toegepast, den winkelier
ln sterke mate belemmert voor zijn arti
kelen op een behoorlijke manier reclame
te ma-ken.
KANTONGERECHT ALPHEN.
Voor het kantongerecht had zich giste
ren te verantwoorden J. V. uit Hazers
woude. die op roekelooze wijze onder de
gemeente Hazerswoude had gereden en
een andere auto ln gevaar had gebracht
door te passeeren terwijl er geen ruimte
bleek te zijn. Verd. die reeds eerder een
dergelijk feit heeft gepleegd en te dier
zake ls veroordeeld, liet verstek gaan. Als
getuige werd gehoord een Franschman ge
naamd M„ die omtrent een en ander uit
eenzetting gaf en daarbij naar voren
bracht dat verdachte zeker zou hebben
gereden met een snelheid van 80 tot 100
K.M. De ambtenaar vond het feit hoogst
ernstig en mede doordat verdachte na
korten tijd voor de 2e maal een dergelijke
overtreding beging en een gevaar voor den
weg ls. vorderde hl) een geldboete van
f. 50 sub. 25 dagen met intrekking van het
rijbewijs voor den tijd van 4 maanden.
De kantonrechter veroordeelde V. tot f. 30
subs. 20 dagen en met intrekking van den
rijbewijs voor den tijd van 4 maanden.
F. K. uit Nleuwerbrug die van een niet
openbare weg was komen rijden op den
openbaren weg had eveneens een verkeers-
fout begaan en daardoor een aanrijding
veroorzaakt. Na het hooren van een twee
tal getuigen werd deze veroordeeld tot
f. 20 subs. 10 dagen. Eisch f. 25 subs. 15
dagen.
De Boskoopsche kwestie in
zake de Gouwe-noodbrug.
Hierna kwam een niet alledaagsche
kwestie aan de orde. Zooals men weet zijn
vanwege de Provincie te Boskoop verschil
lende werken in uitvoering o.a. een ver
nieuwing van de brug over de Gouwe, ten
einde het verkeer gaande te houden heeft
men een tijdelijke noodbrug over de
Gouwe gelegd vanaf de z.g. Bootstraat
naar de overziide van de Gouwe. Toen de
heer C. Houtman uit Gouda, die eenige
huizen ln bedoelde straat heeft staan,
zulks vernam en vreezende dat door de
omlegging van het verkeer zl1n eigendom
men veel te lijden zouden krijgen had hij
zich ln verbinding met de gemeente ge
steld Toen hij echter geen voor hem be
vredigende oplossing bekwam heeft hij
zich tot een advocatenkantoor te Lelden
gewend, welk kantoor zich toen ln verbin
ding met de gemeente heeft gesteld. Toen
de gemeente echter een voor de perceelen
gelegen strook grond hem in eigendom
toebehoorende doch evenwel dienende
voor beperkt openbaar verkeer in gereed
heid ging brengen voor het auto en ander
verkeer hadden de raadslieden van H. ge
adviseerd ln de hem toebehoorende strook
grond eenige palen te slaan. De heer H.
had daarop zijn broers de heeren Th. H.
en A. H. uit Boskoop opdracht gegeven
tot het slaan van palen, die aan deze op
dracht gevolg hadden gegeven. Genoemde
broers hadden zich gistermorgen te ver
antwoorden wegens de strafvervolging die
de gemeente Boskoop tegen hen had doen
instellen wegens de belemmering van het
verkeer. Verdachten gaven de feiten toe
en werden bijgestaan door mr. J. W. v.
Blokland advocaat uit Leiden, die een
uitvoerige lezing van het geval gaf. Zelfs
had de eigenaar de zaak aanhangig ge
maakt in z.g. kortgeding voor den presi
dent der Arr. Rechtbank te 's Gravenhage.
De behandeling der zaak had destijds on
geveer 3 uur inbeslag genomen en verde
diger citeerde enkele overwegingen uit dit
vonnis, waarbij de president had overwo
gen dat de gemeente Boskoop niet bevoegd
was geweest om de palen weg te halen,
wat de gemeente had gedaan. De eigenaar
had toen gevorderd dat de gemeente zou
worden veroordeeld een en ander in den
ouden toestand terug te brengen Deze
eisch had de president echter ontzegd ge
let op het algemeen belang. De kanton
rechter en ambtenaar Informeerden wie
de strook grond toebehoorde en of H. 10
jaar voor het Inwerking treden der wegen-
wet dit in onderhoud had. Verdachten
beweerden dat dit voor rekening van hun
broer was en de perceelen reeds 60 jaar
in bezit der familie waren, in tegenstel
ling met de gemeente Boskoop die ln een
brief en andere bescheiden had aangege
ven dat bedoelde strook grond voor de
perceelen wat bestrating etc. betreft ln
onderhoud bij de gemeente was. Een en
ander werd echter door verdachten en
verdediger ontkend. Door ambtenaar en
kantonrechter werd daarna na gepleegd
overleg de zaak aangehouden tot het hoo
ren van den wethouder der gemeente
werken den heer E. Guldemond om eerst
uit te maken wie sinds 1 October 1922 en
of daarvoor het onderhoud had verricht.
De verdere behandeling werd derhalve be
paald op 6 Maart a.s.
H. C. Kr. landbouwer te Ter Aar. die ver
stok liet gaan. had boter in voorraad ge
had zonder dé voorgeschreven merken en
werd deswege veroordeeld tot f.75 subs.
50 dagen.
V. uit Alphen zuivelfabrikant was onder
de gemeente Woubragge aangehouden met
boter, niet van de voorgeschreven merken
voorzien. De controleur der crisiszuivelwet
verklaarde dat verdachte 's morgens onge
veer om 10 uur een voorlooplge vergunning
was verleend en hit toen ook de karns had
ontzegeld. Echter reeds enkele uren later
werd hij te Woubrugge aangehouden met
ongemerkte boter zoodat hit deze bereid
moet hebben zonder erkend boterprodu-
eent te zijn of hiervoor vergunning te
hebben gehad Verdachte werd veroordeeld
tot 2 x f. 40 subs 2 x 20 dagen. De eisch
luidde f. 50 subs. 25 dagen voor ieder feit;
tevens werd de inbeslaggenomen boter
verbeurd verklaard.
A. Kr. te Hazerswoude die zich voor een
dergelijk delict had te verantwoorden en
reeds eerder werd veroordeeld, bekwam nu
een boete van f. 15 subs. 10 dagen.
A. C. v. T. had gekarnd zonder erkendl
boterproducent te zijn en voerde ter ver
ontschuldiging aan alleen te karnen voor
eigen gebruik en dit sinds 1903 te hebben
gedaan dat hli vergunning moest hebben
was hem niet bekend. De voorgeschreven
melkregisters had hij steeds bitgehouden
en daarop ook vermeld de melk die hli
z.g. verkarnd had en nimmer had men
hier bemerking op gemaakt. De ambtenaar
meende dat de man dan had geboft dat
hij reeds niet eerder was verbaliseerd,
doch zoowel ambtenaar als kantonrechter
vonden het vreemd, dat verdachte onkun
dig zou zlln geweest dat hli een vergun
ning moest hebben en bovendien trokken
zij in twijfel of verdachte alleen voor zich.
had gekarnd of ook boter had verkocht.
De overtreding werd als zeer ernstig aan
gemerkt zoodat een geldboete werd ge-
vorderd van f. 100 subs 50 dagen; veroor
deeling f. 50 subs. 25 dagen.
KON. PAKETV. MIJ.
ROGGEVEEN, 5 Febr. van Belra n. Zan
zibar.
OP TEN NOORT, 5 Febr. van Melbourne
te Batavia.
BARENTSZ. 5 Febr. van Manilla n. Saigon.
SWARTENHONDT, 5 Febr. van Hongkong
n. Shanghae.
NIEUW HOLLAND, 6 Febr. van Singapore
te Melbourne.
HOLLAND—OOST AZIE LIJN.
MEERKERK, thuisreis, 7 Febr. van Port
Said.
JAVACHINAJAPAN LIJN
TJINEGARA, 6 Febr. van Shanghae te
Manilla.
JAVA—NEW YORK LIJN
PALEMBANG, 5 Febr. van Boston te Jack
sonville.
TABINTA, 5 Febr. van New York n. Phi
ladelphia.
HALCYON LIJN
STAD DORDRECHT, Melilla n, R'dam-
Vlaardingen, pass. 6 Febr. Gibraltar.
ROZENBURG, arr. 5 Febr. te Bagnoli.
HOLLAND—AMERIKA LIJN
DELFTDIJK, 5 Febr. van Seattle te Van
couver.
DINTELDIJK, 6 Febr. van R'dam naar
Pacific Kust.
LEERDAM, 6 Febr. n.m. van New York te
R'dam.
HOLLAND—AFRIKA LIJN
JAGERSFONTEIN, 7 Febr. n.m. 3 u. van O.
Afrika te R'dam verwacht.
NIJKERK, 5 Febr. van Lorenzo Marques
to Belra; vertrekt 8 Febr. n. Mozam
bique.
BLOEMFONTEIN, vertrekt 8 Febr. van
Belra n. Durban.
BENNEKOM, 6 Febr. van Durban n. East
London.
SPRINGFONTEIN, thuisreis, 7 Febr. van
Port Said.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
ARIADNE, 5 Febr. van Kopenhagen te
Gdynia.
BARNEVELD, 7 Febr. van Hamburg te
Antwerpen.
GANYMEDES, 6 Febr. van Piraeus naar
Patras.
MARS, 7 Febr. van Amst. te Hamburg.
ODYSSEUS, 6 Febr. van Alicante naar
Barcelona.
ORPHEUS, 7 Febr. van Gothenburg te
Aarhuus.
VAN RENSSELAER, 6 Febr. v. Madeira n.
Paramaribo.
TIBERIUS, 8 Febr. van Kimassi naar
Salonica.
TITUS. 7 Febr. van Amst. te R'dam.
ULYSES. 6 Febr. van Volo n. Salonica.
GYDA (charter), arr. 6 Febr. te Bur-
riana.
VENUS, 7 Febr. van Hamburg te Amst.
COLOMBIA, 7 Febr. van Amst. n. West
Indië.
MIJ. NEDERLAND.
SEMBILAN, 7 Febr. van Hamburg te
Amst.
SALABANGKA, 7 Febr. van Java te Am
sterdam.
JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuis
reis, 7 Febr. van Port Said.
HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN.
HELDER, 8 Febr. van Hamburg te Amst.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN
TOSARI, 6 Fèbr. van Manilla n. Bombay.
KON. HOLL. LLOYD
ZAANLAND, uitreis, 5 Febr. van Las Pal-
mas.
HOLLAND—AUSTRALIË LIJN.
ALMKERK, thuisreis, 7 Febr. van Mel
bourne.
ROTT. LLOYD
BUITENZORG, thuisreis, pass. 6 Febr.
n.m. 8 u. Finistorre.
KERTOSONO, thuisreis, 7 Febr. v.m. 1 u.
van Londen.
SOEKABOEMI, thuisreis, pass. 7 Febr. v.m.
5 u. Pantcllarla.
MODJOKERTO, thuisreis, 7 Febr. van Sin
gapore.
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN.
BUSSUM, 6 Febr. van Huil n. R'dam.
ROSSUM, Port Gentll n. Bordeaux, pass. 7
Febr. Las Palmas.
JONGE ANTHONY, 6 Febr. van Dunston
n. Algiers.
BATAVIER II, 7 Febr. van R'dam te Gra-
vesend.
SCHOKLAND, 6 Febr. van Blyth n. Ant
werpen.
MURENA, 5 Febr. van Curacao te New
York.
MACUBA. Curacao n. Port Said, pass. 5
Febr. Gibraltar.
MEGARA, Rouaan n. Fayal v.o„ was 6
Febr. 1 u 50 n.m. 125 mijlen Z.W. van
Niton.
PHOBOS, 5 Febr. van Belfast te Cristobal.
ORANJEPOLDER, 6 Febr. van R'dam te
Londen.
8—5