De toebereidselen voor de begrafenis van Koning George V c --«& TESSA 76ile Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE ,,KING GEOR GE V'-MACHIJJE welke den trein zal trekken, die het stoffelijke overschot van den mo narch heden van Londen naar Windsor zal brengen, wordt in gereedheid gebracht. Het aanbrengen van rouwdraperieën aan de machine op het emplacement van de Great Western Railway werken te Swindon. DE TEWATERLATING VAN DE ONDER ZEEBOOT ,,0. 16" met goed gevolg van de werf der Kon. Maatschappij ,,de Schelde" te Vlissingen. v- ajfcA'rfl DE GEPENS. VICE ADMIRAAL, ADJUDANT IN BUTEN GE WONEN DIENST VAN 11.31. DE KONINGIN J1IR. SCHORER en gen. maj. baron van Voorst tot Voo-rsty adjudant in buitengewonen dienst, twee leden van de bijzondere missie, die H.M. de Koningin bij de begrafenis van Koning George vertegenwoordigt, bij aankomst in Londen. DE EENIGE DOCHTER UIT EX-KEIZER WILHELM'8 EERSTE HUWELIJK, DE HERTOGIN VAN BRUNS- WIJKdie in verband met den verjaardag van haar vader op huize Doorn vertoeft, maakt met prinses Her- mine een wandeling in de omgeving. DE AANKOMST VAN KONING CAROL VAN ROEMENIE AAN HET ,YICTORIA-STATION T E LONDEN teneinde de begrafenis van Koning George bij te wonen. DE KOORKNAPEN VAN HET CHAPEL ROYAL CHOIR woonden een herdenkingsdienst bij in hét Buckingham paleis. Om, hun arm droegen de jongens een rouwband. De koorknapen bij het verlaten van het paleis. door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 87) „Ja Jimmy. Goed. Twee." „Zoo," zei Jimmy grimmig. „Dan heb je je in veertig minuten heelemaal uit- en aangekleed „En gewasschen," zei Tessa. „En gewasschen „En mijn haar geborsteld en mijn schoe nen gepoetst. „Dank je. Dat deed je dus allemaal in een half uur." „Vijf en twintig minuten." „Waarna je nog een kwartier over had voor twee aanzoeken. Ik moet zeggen, mejuffrouw, dat alles heel vlug in zijn werk moet zijn gegaan, al waren de twee aanzoeken van denzelfden man." „O neen, ze waren van twee verschillen de mannen. En ik was tien minuten te laat." „Zelfs dan werd de zaak de twee zaken in vijf en twintig minuten afge handeld. Twee mannen vroegen je in vijf en twintig minuten ten huwelijk, terwijl een andere man buiten voor de deur op je stond te wachten! Ik moet zeggen, die mop is zoo kwaad niet! Gaat wel! Nu is het mijn beurt." „Maar het is echt waar, Jimmy. Ik kan het toch niet helpen? Je vroeg me zelf, het je te vertellen. Ik wilde ze heelemaal geen aanzoek laten doen. Ik zei dat ik uit wou." „Heb je ze allebei aangenomen?" „Neen, ik sloeg ze af. Het speet me na tuurlijk erg." „Natuurlijk. Zeker natuurlijk. Het spijt mij ook voor hen. Ja, alsjeblieft, kell- ner. Wij willen ook roomijs a la Locarno." Maar zelfs onder het verorberen van het roomijs was Jimmy In gedachten. Bijna afwezig. Zij dansten en Jimmy was een goed danseur. Niet overdreven goed. Dat ver langde zij niet. Hij danste juist goed ge noeg en hield haar prettig vast, niet, alsof hij haar wilde verpletteren. Tessa danste als een blaadje in den herfstwind. Zij had van haar jeugd af gedanst. Verscheidene mannen bogen voor Jim my, maar hij stelde geen van hen voor. Het was de verrukkelijkste avond, dien Tessa ooit in haar leven gehad had. Daar bij vergeleken was haar verdere leven somber en eentonig. Het was als een droom, en als men droomt, denkt men niet. geniet alleen maar van het wonderlijke en het mooie, als het tenminste een prettige droom is. Zij wist natuurlijk, dat zij zoo dadelijk zou ontwaken en weer zou gaan denken. En dat, als zij weer ging denken, verschei dene onpleizierige vraagstukken het hoofd zouden opsteken en onaangenaam zouden vragen: „En hoe nu met mij?" Maar zij bekommerde er zich niet om. Deze avond behoorde haar, en zij dook geheel onder in de glorie en de verruk king er van. En toen het voorbij was maar dat drong pas tot haar door. toen zij op de bovenste trede van de stoep stond in het donkere poortje van mrs. Potts' huis, en Jimmy's auto tegen den trottoirband. Zij had niet aan tijd gedacht, maar be sefte nu, dat het al erg laat moest zijn, want het huis van Potts was in duistere stilte en sluimer verzonken Op dat oogenbiik keerde Tessa tot de werkelijkheid terug. „O Jimmy," zei ze. „is alles voorbij?" „Ik vrees van wel," zei Jimmy, en dat klonk niet erg vroolijk. „Alle goede dingen nemen een eind, zegt men. Het is heerlijk geweest." „Ik heb nog nooit in mijn leven zoo ge noten! Het was erg lief van je, mij mee te nemen." Jimmy grinnikte zacht. Hij nam haar hand, drukte die even, zei goeden nacht en wendde zich af, met een, zooals het Tessa voorkwam schokkende snelheid. Hij was getroffen. Den geheelen avond al was hij getroffen door het pleizier, dat zij in alles had, door de levendige, trillen de begeerte, waarmee ze had gereageerd op de verschillende tooneelen van meer of min vergulde pracht, die sinds lang hun bekoring voor hem verloren hadden. Door den snellen terugslag, dien zij op elke stemming van hem getoond had. Door de aandoenlijke wijze, waarop ze nu en dan gepoogd had. hem haar dankbaarheid en waardeering te bewijzen. Wel, het was niets nieuws voor Jimmy Turner, ,een meisje een avond mee uit te nemen en haar pleizier te bezorgen, alleen om het genoegen van het geven. Heele maal niets nieuws. Maar het was wel nieuw, iemand te vinden, die zoo vol dank baarheid was voor de min of meer flauwe genoegens, die hij in staat was te ver schaffen. De meeste meisjes hadden alles aangenomen als iets, dat haar toekwam. Tessa was anders geweest. Zij scheen te denken, dat alle edelmoedigheid aan zijn kant was, en Jimmy was daardoor getroffen. Hij wilde niet alles bederven. En hij voelde, dat hij dat zou doen, als hij niet gauw wegging. Hij verlangde, dat zij goed over hem zou denken. Dat was van meer belang dan andere wenshen, die hij mocht gekoesterd hebben. Dus wendde hij zich vlug af. Maar toen Tessa hem op die naar het haar toe scheen koele wijze zag weggaan, werd zij plotseling wanhopig. Zij pakte hem bij zijn mouw. Dankbaarheid en edelmoedig heid waren misschien haar overheer- schende eigenschappen, en zij kon niet verdragen, dat alles van zijn kant kwam. Haar geheele wezen riep er om, hem iets terug te geven in ruil voor wat hij haar geschonken had. Maar wat kon zij een klein, strijdend tearoom-meisje hem geven? „Jimmy," zei ze met een half verstikt stemmetje en een flauw glimlachje, „je gaat toch niet z-zoo weg?" „Nu, wat is er dan?" „Ik ik heb zoo genoten. Het is alles prachtig geweest." „Dat is goed, kindje. Jij hebt mij meer gegeven dan ik jou." „O, ik heb je niets gegeven. Ik ik wou, dat ik het kon." Jimmy keek een beetje verbluft. „Je zei jaren geleden het lijkt al ja ren geleden dat je graag mijn hand wou zoenen." Dat was alles, wat zij scheen te kunnen geven. Een beetje lief-zijn. Jimmy legde zijn handen om haar schouders, trok haar wat dichter naar zich toe glimlachte zijn bekoorlijk glim lachje. „Mag ik je zoenen, zooals ik laatst deed?" „J-ja, Jimmy, graag." HOOFDSTUK XXV. Tessa ontmoet cén van haar. Erg dwaas van haar. Weekhartig en in consequent. Maar zij had er geen spijt van. Zij was blij. Ontstuimig blij. Met Jimmy's zoeten kus op haar lippen ging zij naar boven. Het was er maar één slechts een lichte aanraking van zijn lippen met de hare. Maar geen andere kussen waren ooit zoo geweest. Zij voelde, dat geen andere ooit zoo zou zijn. Zij wist, dat het dwaas geweest was, zich door hem te laten kussen. Hem te vragen haar te kussen want daar was het op neergekomen. Maar zij had er geen berouw over. Zij wist, dat zij maar iets voorbijgaands was in Jimmy's vroolijk leventje. Dat zij maar één meisje uit velen was. Luella, zijn zuster, had haar dat ver teld en een zuster zou zooiets zeker niet van haar broer zeggen, als het niet waar was. Daar had je Lallie Mulvaney, Rima Ep stein, en ongetwijfeld nog vele anderen. Maar zij gaf er niet om. Zij wist, dat zij er misschien zelf hartzeer om zou krijgen. Dat zij nooit iets meer voor Jimmy Tur ner zou beteekenen dan iets voorbijgaands. Zij verwachtte of begeerde niets anders. Zij maakte zich geen bedriegelijke voor stelling omtrent Jimmy. ofschoon hij, daar hij gezegd had, klerk te zijn, inder daad klerk was. Maar toch bewoog hij zich in een andere wereld dan zij. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5